Dell 2145cn Multifunctionele printer Gebruikershandleiding www.dell.com | support.dell.
de functies van uw nieuwe laserproduct Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Met dit apparaat kunt u: SPECIALE FUNCTIES Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit • U kunt alle kleuren afdrukken met behulp van de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart. • U kunt afdrukken tot een resolutie van 2.400 x 600 dpi. Zie Software. • Uw apparaat drukt tot 20 ppm van A4-formaat af en tot 21 ppm van Letter-formaat.
FUNCTIES PER MODEL Het apparaat voorziet in alles wat u nodig hebt voor de verwerking van documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf. De belangrijkste functies van dit apparaat zijn: FUNCTIES Dell 2145cn USB 2.
MEER INFORMATIE Meer informatie over de instelling en het gebruik van uw apparaat vindt u in de volgende bronnen. Dit kunnen papieren of online documenten zijn. Beknopte installatiehandleiding Biedt informatie over het instellen van het apparaat. U moet de instructies in de handleiding volgen om het apparaat gebruiksklaar te maken.
veiligheidsinformatie BELANGRIJKE VEILIGHEIDSSYMBOLEN EN VOORZORGSMAATREGELEN Betekenis van de pictogrammen en symbolen in deze gebruikershandleiding: Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden. WAARSCHUWING Risico’s of onveilige werkwijzen die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
12. Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden, moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het apparaat naar een gekwalificeerde onderhoudsmonteur wanneer dit gerepareerd moet worden. Als u de behuizing opent of verwijdert, kunt u worden blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier in elkaar wordt gezet, bestaat ook tijdens gebruik kans op elektrische schokken. 13.
inhoud 2 5 INLEIDING 12 AAN DE SLAG 18 ORIGINELEN EN AFDRUKMATERIAAL PLAATSEN 25 De functies van uw nieuwe laserproduct Veiligheidsinformatie 12 12 12 13 14 14 15 16 16 16 17 Overzicht van de printer Voorkant Achterkant Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED De status van de tonercassette bevestigen Menu-overzicht Meegeleverde software Functies van de printerstuurprogramma’s Printerstuurprogramma PostScript-stuurprogramma 18 18 18 18 19 19 19 19 20 20 20 21 21 21 22 22 22
inhoud KOPIËREN 33 SCANNEN 38 EENVOUDIGE AFDRUKTAKEN 44 FAXEN 45 8 | inhoud 33 33 33 33 33 33 34 34 34 34 34 35 35 35 35 36 36 36 36 37 37 De papierlade selecteren Kopiëren De instellingen per kopie wijzigen Tonerdichtheid Type origineel Verkleinde of vergrote kopie De instellingen voor het scanformaat wijzigen De standaardkopieerinstellingen wijzigen ID-kaart kopiëren Speciale kopieerfuncties gebruiken Sorteren 2 of 4 pagina’s per vel kopiëren Poster kopiëren Klonen Achtergrond afbeeldingen wissen
inhoud GEBRUIK VAN EEN USB-FLASHGEHEUGEN 54 ONDERHOUD 57 46 46 46 46 46 46 47 47 47 47 47 48 48 48 48 48 49 49 49 50 50 51 52 52 Automatisch opnieuw kiezen Het laatste nummer opnieuw kiezen Faxen dubbelzijdig verzenden Een fax ontvangen De papierlade selecteren Ontvangstmodus wijzigen Automatisch ontvangen in modus Fax Handmatig ontvangen in de modus Tel Handmatig ontvangen via een intern telefoontoestel Automatisch ontvangen in modus Ant/Fax Faxen ontvangen via de modus DRPD Ontvangen in veilige ontv
inhoud PROBLEMEN OPLOSSEN 66 VERBRUIKSARTIKELEN EN TOEBEHOREN BESTELLEN 88 ACCESSOIRES INSTALLEREN 89 SPECIFICATIES 94 10 | inhoud 64 64 65 65 65 65 Te onderhouden onderdelen Verbruiksartikelen controleren Het rubberen matje van de DADI vervangen Het apparaat beheren via de website Zo krijgt u toegang tot Embedded Web Service Het serienummer van het apparaat controleren 66 66 66 67 67 67 68 68 70 71 72 73 77 77 78 79 81 82 83 84 84 85 87 Tips om papierstoringen te vermijden Vastgelopen papier verw
inhoud BIJLAGE 97 97 97 97 Beleid van Dell voor technische ondersteuning Contact opnemen met Dell Garantie- en teruggavebeleid VERKLARENDE WOORDENLIJST 98 INDEX inhoud | 11
inleiding Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden: In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • Overzicht van de printer Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED De status van de tonercassette bevestigen • • • Menu-overzicht Meegeleverde software Functies van de printerstuurprogramma’s OVERZICHT VAN DE PRINTER Voorkant Achterkant 1 Breedtegeleiders voor documenten 12 USB-geheugenpoort 2 DADI 13 Indicator papierniveau
OVERZICHT VAN HET BEDIENINGSPANEEL Type origineel ( ) 18 Kopie ID ( 19 Verkleinen/ Vergroten ( 20 Duplex ( ) Hiermee kunt u documenten aan beide zijden bedrukken. 21 Via USB afdrukken ( Hiermee kunt u rechtstreeks bestanden uit een USBgeheugenapparaat afdrukken wanneer dat op de USB-geheugenpoort aan de voorzijde van het apparaat is aangesloten. Zie "Over USB-geheugen" op pagina 54. Activeert de scanmodus. 22 Cijfertoetsen Hiermee kiest u een nummer of voert u alfanumerieke tekens in.
INFORMATIE OVER DE STATUS-LED De kleur van de Status ( apparaat weer. STATUS Uit BESCHRIJVING • • Groen Knippert • • Rood )-LED geeft de huidige status van het Het apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat staat in de energiebesparende modus. Wanneer er gegevens binnenkomen of een knop wordt ingedrukt, gaat het apparaat automatisch online. Wanneer het groene lampje langzaam knippert, ontvangt de printer gegevens van de computer.
MENU-OVERZICHT Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor instelling en gebruik van het apparaat. Druk op Menu ( menu’s. Raadpleeg onderstaand diagram. ) om toegang te krijgen tot deze Afhankelijk van de opties en het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze menu’s niet van toepassing op uw apparaat. . Faxfunctie Tonersterkte Meerdere verz. Uitgest. verz. Prior. verz. Doorsturen Veilige ontv. Pag.
MEEGELEVERDE SOFTWARE U moet de printer- en scannersoftware installeren vanaf de meegeleverde cd nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd en op uw computer hebt aangesloten. De cd bevat de volgende software. Cd Cd met printersoftware Cd INHOUD Cd met printersoftware Macintosh • INHOUD Windows • • • • • • • • • • Linux • • • Printerstuurprogramma: gebruik dit stuurprogramma om de functies van uw printer ten volle te benutten.
PostScript-stuurprogramma FUNCTIE WINDOWS LINUX MACINTOSH Kleurmodus O O O Optie printerkwaliteit O O O Poster afdrukken X X X Meerdere pagina’s per vel (N-up) O O (2, 4) O Afdruk aan pagina aanpassen O X Oa Afdrukken op schaal O X O Andere lade voor eerste pagina X X O Watermerk X X X Overlay X X X Dubbelzijdig O X O a. Deze functie wordt alleen ondersteund door MAC OS X 10.4~10.5.
aan de slag In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • De hardware installeren Een testpagina afdrukken Het netwerk installeren DE HARDWARE INSTALLEREN In deze sectie worden de stappen getoond die noodzakelijk zijn voor het installeren van de hardware. Dit wordt uitgelegd in de beknopte installatiehandleiding. Lees de beknopte installatiehandleiding door en voer de volgende stappen uit. 1. Kies een stabiele locatie.
Netwerkprotocol configureren via het apparaat U kunt de TCP/IP-netwerkparameters instellen. Volg hiervoor onderstaande stappen. 1. Zorg dat het apparaat is aangesloten op het netwerk met een RJ-45 Ethernet-kabel. 2. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. 3. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel tot u op de onderste regel van het display Netwerk ziet verschijnen. 4. Druk op OK om toegang te krijgen tot het menu. 5. Druk op de pijltoetsen tot TCP/IP verschijnt. 6. Druk op OK. 7.
DE SOFTWARE INSTALLEREN Macintosh VEREISTEN (AANBEVOLEN) BESTURINGS -SYSTEEM Mac OS X 10.4 of lager PROCESSOR • • RAM PowerPC G4/G5 • Intel-processor 128 MB voor een MAC op basis van PowerPC (512 MB) 512 MB voor een MAC op basis van Intel (1 GB) • Mac OS X 10.5 • • 867 MHz of sneller PowerPC G4/G5 Intel-processor 512 MB (1 GB) VRIJE HDDRUIMTE 1 GB VEREISTEN Besturings-systeem RedHat 8.0, 9.0 (32 bit) RedHat Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bit) Fedora Core 1~7 (32/64 bit) Mandrake 9.
6. De lijst met in het netwerk beschikbare apparaten verschijnt. Selecteer in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende. BASISINSTELLINGEN VAN HET APPARAAT Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg de volgende sectie om waarden in te stellen of te wijzigen. Hoogte-instelling De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte waarop het apparaat zich boven zeeniveau bevindt.
Datum en tijd instellen De huidige datum en tijd worden weergegeven op het display wanneer het apparaat ingeschakeld is en klaar is voor gebruik. 1. Druk op Menu ( ) tot Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 2. Druk op OK zodra Apparaatinst. verschijnt. 3. Druk op de pijltoetsen tot Datum en tijd verschijnt en druk op OK. 4. Voer de juiste tijd en datum in met behulp van de cijfertoetsen.
Tekens via het numerieke toetsenblok invoeren U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Bij de installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de naam van uw bedrijf en uw faxnummer invoeren. Wanneer u faxnummers of e-mailadressen in het geheugen opslaat, kunt u ook de bijbehorende namen invoeren. Alfanumerieke tekens invoeren 1. Als u gevraagd wordt om een letter in te voeren, zoekt u de toets met het gewenste teken.
3. Druk op de pijltoetsen tot Aut. doorgaan verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste bindoptie verschijnt. • Aan: als het papierformaat niet overeenkomt met het papierformaat in de papierlade, wordt er automatisch afgedrukt nadat de ingestelde tijd is verstreken. • Uit: als het papierformaat niet overeenkomt met het papierformaat in de papierlade, wordt er met afdrukken gewacht totdat u op het bedieningspaneel op Zwart Start ( ) of op Kleur Start ( ) drukt. 5.
originelen en afdrukmateriaal plaatsen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal in het apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Originelen plaatsen Afdrukmateriaal selecteren Het formaat van het papier in de papierlade wijzigen ORIGINELEN PLAATSEN Als u een document wilt kopiëren, scannen of faxen, plaatst u het op de glasplaat van de scanner of in de DADI (dubbelzijdige automatische documentinvoer). Dell 2145cn is voorzien van de DADI-functie.
2. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven in de DADI (of de ADI). Zorg ervoor dat de onderkant van de stapel originelen samenvalt met de markering voor het papierformaat op de invoerlade. 3. Stel de breedtegeleiders in overeenkomstig het papierformaat. AFDRUKMATERIAAL SELECTEREN U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, waaronder normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten.
Specificaties van afdrukmateriaal TYPE Normaal papier FORMAAT Letter 216 x 279 mm • Legal 216 x 356 mm • US Folio 216 x 330 mm A4 210 x 297 mm Oficio 216 x 343 mm JIS B5 182 x 257 mm ISO B5 176 x 250 mm Executive 184 x 267 mm A5 148 x 210 mm • Statement 140 x 216 mm • A6 105 x 148 mm Monarch-enveloppen 98 x 191 mm Envelop 6 3/4 92 x 165 mm Envelop nr. 10 105 x 241 mm Envelop nr.
Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus worden ondersteund MODUS FORMAAT INVOER Kopieermodus Letter, A4, Legal, Oficio, Folio, Executive, JIS B5, A5, A6 • • • lade 1 optionele lade 2 multifunctionele lade Afdrukmodus Het apparaat ondersteunt alle formaten • • • lade 1 optionele lade 2 multifunctionele lade Faxmodus Letter, A4, Legal • • lade 1 optionele lade 2 Dubbelzijdig afdrukkena Letter, A4, Legal, Folio, Oficio • • • lade 1 optionele lade 2 multifunctionele lade a.
SOORT MATERIAAL Etiketten RICHTLIJNEN • • • • Kaarten of materiaal van afwijkende grootte • Voorbedrukt papier • • • • • Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u bij voorkeur alleen etiketten voor gebruik in laserprinters. Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende factoren: - Kleefstoffen: het kleefmiddel moet stabiel zijn bij de fixeertemperatuur van het apparaat. Raadpleeg de specificaties van uw apparaat voor de fixeertemperatuur (zie pagina 94).
Papier plaatsen in de multifunctionele lade 4. Plaats het papier in de lade. 5. Plaats de lade in het apparaat. 6. Stel het papierformaat in op uw computer. • • Duw de papierbreedtegeleiders niet zo ver naar binnen dat het afdrukmateriaal gaat buigen. Als u de papierbreedtegeleiders niet aanpast, kunnen er papierstoringen optreden. PAPIER PLAATSEN Papier plaatsen in lade 1 of in de optionele lade Plaats het afdrukmateriaal dat u het meest gebruikt in lade 1.
3. Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en pas ze aan aan de breedte van het papier. Oefen niet te veel druk uit. Het papier kan dan gaan buigen, waardoor een papierstoring ontstaat of het papier scheef trekt. DE UITVOERSTEUN INSTELLEN De afgedrukte pagina’s worden in de uitvoerlade gestapeld en de uitvoersteun zal ervoor zorgen dat de afgedrukte pagina’s uitgelijnd worden.
PAPIERFORMAAT EN -TYPE INSTELLEN Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, moet u het papierformaat en -type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel. Deze instellingen zijn van toepassing op de kopieer- en faxmodi. Als u afdrukt vanaf een computer, selecteert u het papierformaat en de papiersoort in het desbetreffende programma. 1. Druk op Menu ( ) tot Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 2. Druk op de pijltoetsen tot Papierinstel.
kopiëren In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kopieert.
Zo maakt u een keuze uit de vooraf ingestelde zoominstellingen: 1. Druk op Verkleinen/Vergroten ( ). 2. Druk op Verkleinen/Vergroten ( ) of op de pijltoetsen tot het gewenste formaat verschijnt en druk vervolgens op OK. De grootte van de kopie aanpassen door rechtstreeks de schaalverhouding op te geven: 1. Druk op Verkleinen/Vergroten ( ). 2. Druk op Verkleinen/Vergroten ( ) of op de pijltoetsen tot Aangepast verschijnt en druk op OK. 3.
1. Druk op Kopie. 2. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de DADI of plaats een enkel origineel op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden. Zie pagina 25 voor meer informatie over het plaatsen van originelen. 3. Voer het aantal kopieën in met behulp van het numerieke toetsenblok. 1. Druk op Kopie. 2. Plaats één origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner. Zie pagina 25 voor meer informatie over het plaatsen van originelen. 4.
3. Druk op Menu ( ) tot Kopieerfunctie verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 4. Druk op de pijltoetsen tot Achtergrondkl. verschijnt en druk op OK. 5. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste bindoptie verschijnt. • Uit: maakt geen gebruik van deze functie. • Auto: optimaliseert de achtergrond. • Versterk.nv.1~2: Hoe hoger het cijfer, hoe levendiger de achtergrond is. • Vervag.niv. 1~4: hoe hoger het getal, hoe lichter de achtergrond. 6.
4. 5. 6. 7. Druk op OK als Grijst. verb. verschijnt. Druk op de pijltoetsen om Ja te selecteren. Druk op OK om het kopiëren te starten. Druk op Stoppen/Wissen ( ) om terug te keren naar de gereedmodus. DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN Met de Duplex ( )-knop op het apparaat kunt het apparaat zo instellen dat documenten dubbelzijdig worden afdrukt. 1. Druk op Kopie. X Y 2. Druk op Duplex ( ). 3. Druk op left/right arrow tot de gewenste inbindoptie verschijnt. • Uit: kopieert in normale modus. • 1->2Kor.
scannen Met de scanfunctie zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden die u op de computer kunt opslaan.
7. Druk op left/right arrow tot de gewenste poort op het display verschijnt. 8. Voer de gebruikers-id en de pincode van de geregistreerde gebruiker in en klik op OK. • • De id is gelijk aan de id die is geregistreerd op naam van Dell Scanbeheer. De pincode is het viercijferige nummer dat is geregistreerd op naam van Dell Scanbeheer. 9. Druk vanuit Scanbestemming op left/right arrow tot de gewenste toepassing verschijnt en druk vervolgens op OK. De standaardinstelling is Mijn documenten.
3. Selecteer IP Address of Host Name. 4. Voer het IP-adres in als decimale notatie met punten of als een hostnaam. 5. Voer het poortnummer van de server in, een getal tussen 1 en 65535. Het standaardpoortnummer is 389. 6. Voer Search Root Directory in. Het hoogste zoekniveau van de LDAP-boomstructuur. 7. Selecteer Authentication method. Methode voor aanmelden bij de LDAP-server.
Naar e-mail scannen Naar een SMB-server scannen U kunt een afbeelding scannen en als bijlage bij een e-mailbericht verzenden. U moet hiervoor eerst een e-mailaccount aanmaken in Embedded Web Service. Zie "Een e-mailaccount aanmaken" op pagina 40. Voor het scannen stelt u de scanopties voor de scantaak in. Zie "De instellingen voor iedere scanopdracht wijzigen" op pagina 41. 1. Zorg ervoor dat uw apparaat is aangesloten op een netwerk. 2.
DE STANDAARDSCANINSTELLINGEN WIJZIGEN Om te voorkomen dat u voor elke taak steeds opnieuw de scaninstellingen moet aanpassen, kunt u voor elk scantype standaardinstellingen instellen. 1. Druk op Scan/Email. 2. Druk op Menu ( ) tot Scaninstel. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 3. Druk op OK als St.inst. wijz. verschijnt. 4. Druk op de pijltoetsen tot de het gewenste scantype verschijnt en druk vervolgens op OK. 5.
• Voor een snelkiesnummer voor een e-mail van één cijfer houdt u de overeenkomstige cijfertoets op het numerieke toetsenbord ingedrukt. • Voor een snelkiesnummer voor een e-mail van twee of drie cijfers houdt u de eerste cijfertoets(en) ingedrukt en vervolgens drukt u de laatste cijfertoets in. U kunt een item ook in het geheugen opzoeken door te drukken op Adresboek ( ). Zie "Een item zoeken in het adresboek" op pagina 43.
eenvoudige afdruktaken In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Een document afdrukken EEN DOCUMENT AFDRUKKEN Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende Windows-, Macintosh- of Linuxtoepassingen. De exacte procedure kan per toepassing verschillen. Voor informatie over afdrukken verwijzen we naar de Software.
faxen Dit hoofdstuk bevat informatie over het gebruik van het apparaat als fax. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Een fax verzenden Een fax ontvangen Wij raden het gebruik aan van traditionele analoge telefoondiensten (PSTN: openbaar telefoonnet) wanneer u telefoonlijnen aansluit om de fax te gebruiken. Als u andere internetservices gebruikt (DSL, ISDN, VolP), kunt u de verbindingskwaliteit verbeteren door de microfilter te gebruiken.
5. Druk op Stoppen/Wissen ( ) om terug te keren naar de gereedmodus. De ingestelde tonerdichtheid geldt voor de huidige faxtaak. Zie pagina 51 om de standaardinstelling te wijzigen. Een fax automatisch verzenden 1. Druk op Fax. 2. Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven in de DADI of plaats één enkel origineel op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden. Zie pagina 25 voor meer informatie over het plaatsen van originelen. Klaar om te fax. verschijnt op de bovenste regel van het display.
5. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste faxontvangstmodus verschijnt. • In de modus Fax beantwoordt het apparaat een inkomende oproep en schakelt het onmiddellijk over naar de faxontvangstmodus. • In de modus Tel kunt u een fax ontvangen door op Hoorn op de haak ( ) en vervolgens op Kleur Start ( ) of Zwart Start ( ) te drukken. U kunt ook het telefoontoestel opnemen en de code voor ontvangst op afstand intoetsen. Zie "Handmatig ontvangen via een intern telefoontoestel" op pagina 47.
4. Druk op de pijltoetsen tot DRPD-modus verschijnt en druk op OK. Wacht op belsign verschijnt op het display. 5. Bel met een andere telefoon naar uw faxnummer. U hoeft niet vanaf een faxapparaat te bellen. 6. Als het apparaat begint te rinkelen, beantwoordt u de oproep niet. Het apparaat heeft enkele belsignalen nodig om het patroon te "leren". Als het patroon is herkend voor later gebruik, verschijnt DRPD-instelling voltooid op het display.
Een uitgestelde fax verzenden Een uitgestelde fax annuleren U kunt het apparaat zo instellen dat een fax op een later tijdstip (tijdens uw afwezigheid) wordt verzonden. U kunt bij gebruik van deze functie geen kleurenfax verzenden. 1. Druk op Fax. 2. Plaats originelen met de bedrukte zijde naar boven in de DADI of plaats één enkel origineel op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden. Zie pagina 25 voor meer informatie over het plaatsen van originelen. 3.
7. Voer het nummer in van het faxapparaat waarnaar de faxen verzonden moeten worden en druk op OK. 8. Druk op Stoppen/Wissen ( ) om terug te keren naar de gereedmodus. Na elkaar verzonden faxen zullen doorgestuurd worden naar het opgegeven faxapparaat. Verzonden faxen doorsturen naar een e-mailadres U kunt het apparaat zo instellen dat kopieën van alle uitgaande faxen niet alleen naar de ingevoerde e-mailadressen maar ook naar een opgegeven locatie worden verzonden. 1. Druk op Fax. 2.
OPTIE BESCHRIJVING Transm.rapport U kunt uw apparaat zodanig instellen dat het een verzendrapport afdrukt met onder meer het aantal verzonden pagina’s. De beschikbare opties zijn Aan, Uit en Aan-Fout. Als u deze laatste optie selecteert, wordt er alleen een rapport afgedrukt als de verzending mislukt is. TCR voor afb. Met deze functie kunnen gebruikers via de weergave Verzonden berichten in het verzendingsrapport te weten komen welke faxberichten er zijn verstuurd.
1. Druk op Fax. 2. Druk op Menu ( ) tot Faxinstel. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 3. Druk op de pijltoetsen tot St.inst. wijz. verschijnt en druk op OK. 4. Druk op OK als Resolutie verschijnt. 5. Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menu-item verschijnt en druk op OK. 6. Druk op de pijltoetsen tot Tonersterkte verschijnt en druk op OK. 7. Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menu-item verschijnt en druk op OK. 8.
Een groepskiesnummer vastleggen Zoeken naar een specifieke beginletter 1. Druk op Fax. 2. Druk op Adresboek ( ) tot Nieuw en bew. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 3. Druk op de pijltoetsen tot Groepsnummer verschijnt en druk op OK. 4. Voer een groepskiesnummer in tussen 0 en 199 en druk op OK. 5. Voer een snelkiesnummer in en druk op OK. 6. Druk op OK wanneer de informatie m.b.t. het snelkiesnummer correct wordt weergegeven. 7. Druk op OK als Ja verschijnt. 8.
gebruik van een USB-flashgeheugen In dit hoofdstuk wordt u uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen met uw apparaat kunt gebruiken.
5. Druk op OK, Kleur Start ( ) of Zwart Start ( ) wanneer USB verschijnt. Ongeacht de knop waarop u drukt, wordt de kleurenmodus bepaald zoals ingesteld. Zie "Aangepast scannen naar USB" op pagina 55. Uw apparaat begint het origineel te scannen en vraagt of u een andere pagina wilt scannen. 6. Druk op OK wanneer Ja verschijnt om meer pagina’s te scannen. Plaats een origineel en druk op Kleur Start ( ) of Zwart Start ( ). Ongeacht de knop waarop u drukt, wordt de kleurenmodus bepaald zoals ingesteld.
7. Druk op Stoppen/Wissen ( gereedmodus. ) om terug te keren naar de Gegevens terugzetten 1. Steek de USB-geheugenstick met de gegevensback-up in de USBgeheugenpoort. 2. Druk op Menu ( ) tot Systeeminst. op de onderste regel van het display verschijnt en druk vervolgens op OK. 3. Druk op OK zodra Apparaatinst. verschijnt. 4. Druk op de pijltoetsen tot Inst. import. verschijnt en druk op OK. 5. Druk op de pijltoetsen tot de instellingsoptie verschijnt en druk vervolgens op OK. 6.
onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • • • • Rapporten afdrukken Het kleurcontrast aanpassen Waarschuwing Toner bijna op gebruiken Geheugen wissen Uw apparaat reinigen De cassette onderhouden RAPPORTEN AFDRUKKEN U kunt verschillende rapporten met nuttige informatie laten maken.
4. Druk op de pijltoetsen tot het gewenste kleurenmenu op het display verschijnt en druk op OK. • Aangep. kleur: hiermee kunt u het contrast kleur per kleur aanpassen. Standaard optimaliseert de kleur automatisch. Handm. aanpas.: hiermee kunt u het kleurcontrast voor elke cassette handmatig aanpassen. Standaard: deze instelling wordt aanbevolen voor de beste kleurkwaliteit. • Aut. kleurreg.
1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht tot het apparaat is afgekoeld. 2. Open de voorklep volledig met behulp van de greep. • • • Raak het groene oppervlak, de OPC-drum en de voorkant van de tonercassette niet aan met uw handen of met enig ander materiaal. Gebruik de greep op elke cassette om te voorkomen dat u dit gedeelte aanraakt. Probeer geen krassen te maken op het oppervlak van de transportriem.
5. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette. Als u toner op uw kleding krijgt, veeg de toner dan af met een droge doek en was het kledingstuk in koud water. Als u warm water gebruikt, hecht de toner zich aan de stof. 6.
DE CASSETTE ONDERHOUDEN 2. Houd de tonercassette vast aan de grepen en trek de cassette uit de printer. Tonercassette bewaren Neem de volgende richtlijnen in acht voor een optimaal resultaat: • Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat u deze gaat gebruiken. • Vul de tonercassette niet bij. Schade aan het apparaat als gevolg van bijgevulde cassettes valt niet onder de garantie. • Bewaar tonercassettes in dezelfde ruimte als het apparaat.
4. Schuif de tonercassette terug in het apparaat. 5. Sluit de klep aan de voorzijde. Controleer of de klep goed is vergrendeld. 3. Houd de tonercassette vast aan de grepen en trek de cassette uit de printer. Let dan op dat u niet de onderkant van het bedieningspaneel (het onderste gedeelte van de fixeereenheid) aanraakt. De fixeereenheid kan heet zijn, waardoor u brandwonden kunt oplopen. Wanneer de voorklep niet volledig gesloten is, werkt het apparaat niet.
6. Plaats de tonercassette op een vlak oppervlak, zoals hieronder afgebeeld, en verwijder het papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen. • • Als u eenmaal On hebt geselecteerd, wordt deze instelling permanent in het geheugen van de tonercassette opgeslagen en verdwijnt dit menu uit het menu Onderhoud. U kunt doorgaan met afdrukken maar de kwaliteit wordt dan niet gegarandeerd en er wordt geen productondersteuning meer verleend.
4. Neem een nieuwe transportriem uit de verpakking. TE ONDERHOUDEN ONDERDELEN Om kwaliteits- en doorvoerproblemen als gevolg van versleten onderdelen te vermijden en ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft presteren, moeten de volgende onderdelen vervangen worden wanneer het opgegeven aantal pagina’s is afgedrukt of wanneer de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken. • • Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of schaar, om de verpakking van de transportriem te openen.
Het rubberen matje van de DADI vervangen U moet het rubberen matje van de DADI vervangen als er voortdurend problemen optreden met het oppakken van het papier of als de levensduur van het rubber is verstreken. 1. Open de klep van de DADI. 2. Verwijder het rubberen matje uit de DADI, zoals in de afbeelding. 5. Druk op Stoppen/Wissen ( gereedmodus. ) om terug te keren naar de 1 Rubberen matje van de DADI 3. Breng een nieuw rubberen matje aan in de DADI. 4. Sluit de klep van de DADI.
problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Tips om papierstoringen te vermijden Vastgelopen papier verwijderden Vastgelopen papier verwijderen • • TIPS OM PAPIERSTORINGEN TE VERMIJDEN Informatie over berichten op het display Andere problemen oplossen 3. Haal het vastgelopen papier voorzichtig uit de DADI.
Papierstoring aan uitgang 1. Verwijder alle resterende pagina’s uit de DADI. 2. Pak het verkeerd ingevoerde papier vast en verwijder het uit de uitvoerlade door het voorzichtig naar rechts te trekken met beide handen. Als er een papierstoring optreedt, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display. Raadpleeg de onderstaande tabel om te zien waar het papier is vastgelopen en verwijder het vastgelopen papier. BERICHT PLAATS VAN DE PAPIERSTORING Papierstoring 0 multifunct.
In het papierinvoergedeelte 4. Trek de lade volledig open. Volg onderstaande stappen om vastgelopen papier uit het papierinvoergedeelte te verwijderen. 1. Open de voorklep volledig met behulp van de greep. 5. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig recht naar buiten te trekken zoals hieronder afgebeeld. 2. Verwijder het papier door er voorzichtig in de hieronder aangegeven richting aan te trekken. Ga naar stap 7. 6.
1. Controleer of het papier is vastgelopen in het invoergedeelte, en zo ja, trek het er voorzichtig uit. Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, of als u weerstand ondervindt bij het verwijderen van het papier, stopt u met trekken en gaat u naar stap 2. 2. Sluit de multifunctionele lade. 3. Trek de lade er uit. 4. Open de binnenklep terwijl u met beide handen de hendel indrukt. 8. Verwijder het vastgelopen papier door er in de hieronder aangegeven richting aan te trekken.
Rond de fixeereenheid Volg onderstaande stappen om vastgelopen papier rond de fixeereenheid te verwijderen. 1. Open de scannereenheid. 2. Open de binnenste klep met behulp van de handgreep. 4. Trek de papierstoringshendel omhoog om het fixeergedeelte van de fixeereenheid los te maken, en verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit het apparaat. 5. Duw de papierstoringshendel omlaag om het fixeergedeelte vast te zetten. 6. Sluit de binnenklep. 7.
In het papierinvoergedeelte Volg onderstaande stappen om vastgelopen papier uit het papieruitvoergedeelte te verwijderen. 1. Als een groot deel van het papier zichtbaar is, trekt u het papier er recht uit. Open de voorklep en sluit deze goed. Het apparaat gaat door met afdrukken. Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, of als u weerstand ondervindt bij het verwijderen van het papier, stopt u met trekken en gaat u naar stap 2. 2. Open de scannereenheid.
In de optionele lade Als het papier is vastgelopen in de optionele lade, voert u de volgende stappen uit om het vastgelopen papier te verwijderen. 1. Trek de optionele lade open. Nadat u de lade volledig hebt uitgetrokken, tilt u het voorste deel van de lade lichtjes omhoog om deze uit het apparaat te verwijderen. 2. Als u het vastgelopen papier ziet, verwijdert u het uit het apparaat door het voorzichtig recht naar buiten te trekken, zoals hieronder is aangegeven. 3.
INFORMATIE OVER BERICHTEN OP HET DISPLAY Berichten verschijnen op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp het probleem indien nodig. De berichten en de betekenis ervan zijn in alfabetische volgorde vermeld. • • • • Als het bericht niet in de tabel voorkomt, zet u het apparaat uit en weer aan en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren.
BERICHT Bijgevulde toner T Cassette [yyy] uit Documentstor. BETEKENIS De tonercassette die u hebt geïnstalleerd is niet origineel of is opnieuw gevuld. De ladecassette is niet goed gesloten. Het origineel heeft een papierstoring veroorzaakt in de DADI. VOORGESTELDE OPLOSSING Dit foutbericht verschijnt wanneer de grootte van de globale query overschreden is. Er zijn te veel zoekresultaten. Voer meer letters in om uw zoekopdracht te verfijnen. Neem contact op met een LDAPserverbeheerder.
BERICHT BETEKENIS VOORGESTELDE OPLOSSING Kan geg nt schr. Contr. USB-geh. Opslaan op USBgeheugen is mislukt. Ga na hoeveel vrije geheugenruimte er is op de USBgeheugenstick. Klep open/Contr. transportriem De voor- of achterklep is niet goed gesloten. Sluit de klep goed. Deze moet vastklikken. Lijn bezet Het ontvangende faxapparaat antwoordde niet of de lijn is al in gebruik. Wacht enkele minuten en probeer het opnieuw. Netwerkfout Er is een probleem met het netwerk.
BERICHT Toner niet Dell. T Toner op T Geen toner meer T BETEKENIS De kleurentonercassette die door de pijl wordt aangegeven, is geen originele cassette van Dell. Druk op OK om van het bericht naar Stop of Doorgaan te schakelen. W Stop X De kleurentonercassette is leeg. Het apparaat drukt niet meer af. Druk op OK om te wisselen tussen Stop, Doorgaan of Alleen zwart. W Stop X Als de zwarte tonercassette leeg is, wordt Alleen zwart niet weergegeven.
BERICHT Niet beschikbaar Prob. later opn. BETEKENIS VOORGESTELDE OPLOSSING Kan de taak niet onmiddellijk uitvoeren omdat er te veel taken tegelijk worden uitgevoerd. Probeer het nogmaals nadat de huidige taak is uitgevoerd. Plaats handmatig en druk op Start De multifunctionele lade is leeg in handmatigeinvoermodus. Plaats papier in de multifunctionele lade. Verwijder papier in achterklep Er is papier vastgelopen binnen de achterklep. Verwijder het vastgelopen papier.
Afdrukproblemen PROBLEEM Het apparaat drukt niet af. MOGELIJKE OORZAAK VOORGESTELDE OPLOSSING Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoer. Mogelijk is in de printereigenschappen de verkeerde invoerlade geselecteerd. In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier onder printereigenschappen. Selecteer de juiste lade. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma. Een afdruktaak wordt uiterst langzaam afgedrukt. Mogelijk is de afdruktaak zeer complex.
PROBLEEM Er worden blanco pagina’s "afgedrukt". MOGELIJKE OORZAAK De tonercassette is leeg of beschadigd. VOORGESTELDE OPLOSSING Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Zie pagina 61. Vervang indien nodig de tonercassette. Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s. Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat. Mogelijk is een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord). Neem contact op met de serviceafdeling. De printer drukt het PDF-bestand niet goed af.
PROBLEEM Witte vlekken Verticale strepen Gekleurde of zwarte achtergrond Tonervlekken VOORGESTELDE OPLOSSING Er verschijnen witte vlekken op de pagina: • Het papier is te ruw en vuil van het papier komt binnenin het apparaat terecht, waardoor de transportriem vuil kan zijn geworden. Reinig de binnenkant van het apparaat. Neem contact op met de serviceafdeling. • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met de serviceafdeling.
PROBLEEM Gekruld of gegolfd VOORGESTELDE OPLOSSING • • • Vouwen of kreuken • • • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. Zie "Afdrukmateriaal selecteren" op pagina 26 Draai de papierstapel in de lade om. Probeer het papier ook eens 180° te draaien in de lade. Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
PROBLEEM Kopie staat scheef. VOORGESTELDE OPLOSSING • • Kopieën zijn blanco. Afdruk geeft gemakkelijk af. Kopieerpapier loopt regelmatig vast. De scanner doet het niet. • • • • • • • Mogelijk bevatten uw originelen afbeeldingen, opgevulde vlakken of dikke lijnen. Uw originelen zijn bijvoorbeeld formulieren, nieuwsbrieven, boeken of andere documenten die meer toner gebruiken. Mogelijk wordt het apparaat vaak in- en uitgeschakeld.
Problemen met faxen PROBLEEM VOORGESTELDE OPLOSSING Het apparaat doet niets, het display blijft leeg en de toetsen reageren niet. • Geen kiestoon. • • • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en steek deze er weer in. Controleer of het stopcontact stroom geeft. Controleer of het telefoonsnoer goed is aangesloten. Controleer of de telefooncontactdoos in orde is door er een ander telefoontoestel op aan te sluiten. De in het geheugen opgeslagen nummers worden verkeerd gekozen.
Veelvoorkomende PostScript -problemen De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden wanneer meerdere printertalen worden gebruikt. Als u wilt dat een bericht wordt afgedrukt of op het scherm wordt weergegeven wanneer er PostScript-fouten optreden, opent u het venster Afdrukopties en klikt u op de gewenste keuze naast PostScript-fouten. PROBLEEM Het PostScriptbestand kan niet worden afgedrukt.
Algemene Linux-problemen PROBLEEM Het apparaat drukt niet af. VOORGESTELDE OPLOSSING • • • • • Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver configurator en ga naar het tabblad Printers in het venster Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Kijk of het apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, start u de wizard Add new printer om het apparaat in te stellen. Controleer of de printer is ingeschakeld.
PROBLEEM Het apparaat komt niet voor in de scannerlijst. VOORGESTELDE OPLOSSING • • • 86 | Problemen oplossen Controleer of het apparaat is aangesloten op de computer. Controleer of het apparaat correct is aangesloten via de USB-poort en is ingeschakeld. Controleer of het scannerstuurprogramma voor het apparaat op uw computer is geïnstalleerd. Open Unified Driver configurator, ga naar Scanners configuration, en druk vervolgens op Drivers.
Veel voorkomende Macintosh-problemen PROBLEEM De printer drukt het PDFbestand niet goed af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. VOORGESTELDE OPLOSSING Het PDF-bestand en de Acrobatproducten zijn niet compatibel: Mogelijk kunt u het probleem oplossen door het PDF-bestand af te drukken als afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
verbruiksartikelen en toebehoren bestellen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u cassettes en toebehoren voor het apparaat kunt aanschaffen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • Verbruiksartikelen Toebehoren • De optionele delen of functies kunnen per land verschillen. Neem contact op met een van de vertegenwoordigers als u wilt weten of het onderdeel leverbaar is in uw land.
accessoires installeren Uw apparaat is een model met talrijke functies dat optimaal is afgestemd op het merendeel van uw afdrukbehoeften. Dell is zich er echter van bewust dat elke gebruiker andere wensen heeft en biedt daarom verscheidene accessoires waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat kunt uitbreiden.
3. Draai de schroef los, licht het toegangspaneel lichtjes op en trek het naar rechts. 1 Klep moederbord Om een bestaande geheugenmodule te verwijderen, duwt u de twee sloten aan de beide zijden van de module naar buiten. 4. Haal de nieuwe geheugenmodule uit de plastic verpakking. 5. Houd de geheugenmodule vast bij de rand en breng de geheugenmodule in één lijn met de sleuf in een hoek van ongeveer 30 graden. Zorg dat de inkepingen van de module en de openingen van de sleuf in elkaar passen. 7.
3. Open het toegangspaneel tot het moederbord. Draai de schroef los, licht het toegangspaneel lichtjes op en trek het naar rechts. 7. Plaats de achterklep terug en schroef deze vast. 8. Sluit het netsnoer en de printerkabel opnieuw aan, en zet het apparaat aan. 9. Druk een configuratiepagina af via het bedieningspaneel om na te gaan of de vaste schijf juist is geïnstalleerd. Zie "Rapporten afdrukken" op pagina 57. 10.
Een opgeslagen afdruktaak verwijderen Een bestand onmiddellijk afdrukken: U kunt afdruktaken verwijderen die op uw vaste schijf zijn opgeslagen. 1. Druk op Menu ( ) tot Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van het display en druk vervolgens op OK. 2. Druk op OK zodra Taakbeheer verschijnt. 3. Druk op de pijltoetsen tot Taak opslaan verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijltoetsen totdat de gewenste gebruikers- en bestandsnaam verschijnt en druk dan op OK. 5.
3. Druk op de linker-/rechterpijltoets tot Best.beleid verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de linker-/rechterpijltoets tot de gewenste taakinstelling verschijnt en druk op OK. • Naam wijz.: Als het geheugen van de vaste schijf al dezelfde naam heeft wanneer u een nieuwe bestandsnaam invoert, wordt het bestand opgeslagen met een andere naam die automatisch is geprogrammeerd. • Overschr.
specificaties In dit hoofdstuk leiden we u langs de specificaties van het apparaat, waaronder de verschillende functies. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • • • Algemene specificaties Specificaties van de printer Specificaties van de scanner • • ALGEMENE SPECIFICATIES Het symbool * verwijst naar een optionele functie, afhankelijk van het apparaat.
SPECIFICATIES VAN DE PRINTER ITEM Afdrukmethode BESCHRIJVING Kleurenlaserprinter Afdruksnelheida Tot 20 ppm (A4), 21 ppm (Letter) Snelheid voor dubbelzijdig afdrukken Tot 7 apm (A4, Letter) Tijd voor eerste afgedrukte pagina Zwart-wit Vanuit gereedmodus: minder dan 25 seconden Vanuit een koude start: minder dan 75 seconden Kleur Vanuit gereedmodus: minder dan 25 seconden Vanuit een koude start: minder dan 75 seconden Afdrukresolutie Max. 2.
SPECIFICATIES VAN DE FAX ITEM BESCHRIJVING Compatibiliteit ITU-T G3 Telefoonlijn Openbaar telefoonnet (PSTN) of achter PABX Gegevenscodering MH/MR/MMR/JBIG/JPEG Modemsnelheid 33,6 Kbps Transmissiesnelheid Tot 3 seconden per paginaa Maximale documentlengte 356 mm Resolutie Kleur 200 x 200 dpi Zwart • • • Standaard: 203 x 98 dpi Fijn: 203 x 196 dpi Superfijn: 300 x 300 dpi (alleen ontvangst) Geheugen 4 MB (Circa 200 pagina’s) Halftoon 256 niveaus a.
Bijlage BELEID VAN DELL VOOR TECHNISCHE ONDERSTEUNING Indien bij het oplossen van problemen gebruik wordt gemaakt van technische ondersteuning door een technicus is medewerking en actieve deelname van de klant vereist. De ondersteuning herstelt het besturingssysteem, de applicatiesoftware en hardwarestuurprogramma’s door deze terug te zetten in de oorspronkelijke, door Dell geleverde standaardconfiguratie. Verder worden de printer en alle geïnstalleerde Dell-software gecontroleerd.
verklarende woordenlijst Met behulp van onderstaande woordenlijst leert u het product beter kennen. U raakt vertrouwd met de terminologie die bij het afdrukken en in deze gebruikershandleiding vaak wordt gebruikt. ADI De automatische documentinvoer (ADI) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een bepaald gedeelte van het papier ineens kan scannen.
worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd. Emulatie Emulatie is een techniek waarbij met het ene apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met het andere. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt.
JBIG OPC JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die is ontworpen voor de compressie van binaire afbeeldingen, met name faxen, maar kan ook worden gebruikt voor andere afbeeldingen. OPC (Organic Photo Conductor) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig.
PSTN TWAIN PSTN (Public-Switched Telephone Network) is het netwerk van de openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken overal ter wereld dat, in een bedrijfsomgeving, doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd. Een standaard voor scanners en software. Wanneer een TWAINcompatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh.
index A energiesparende modus 23 aanpassing hoogte 21 accessoires installeren vaste schijf 90 lettertype 24 F fax met voorrang 49 fax ontvangen in antwoord-/faxmodus 47 in DRPD-modus 47 in faxmodus 47 in geheugen 43 in telefoonmodus 47 in veilige ontvangstmodus 48 accessoires installeren vaste schijf 90 achtergrond wissen, speciale kopie 35 achtergrondafbeelding, wissen 35 adresboek groepskiesnummers 52 snelkiesnummers 52 snelknoppen 52 B bedieningspaneel 13 belsignaal 22 D fax instellen 50 fax me
ontvangstmodi 46 S opnieuw kiezen scannen automatisch 46 handmatig 46 naar e-mail 41 naar FTP-server 41 naar SMB-server 41 standaardinstelling, wijzigen 42 USB-flashgeheugen 54 optionele lade 64, 88 originelen papierstoring, verhelpen 66 plaatsen 25 originelen plaatsen DADI 25 glasplaat 25 W werken met SetIP 19 Windows-problemen 84 snelkiesnummers, instellen 52 snelknoppen, instellen 52 sorteren, speciale kopie 34 speciale kopieerfuncties 34 standaardmodus, wijzigen 22 P stuurprogramma papier f
© 2009 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder berichtgeving vooraf worden gewijzigd. Dell kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade van welke aard dan ook als gevolg van of in verband met het gebruik van de informatie in deze gebruikershandleiding. • • • • • • • Dell en het Dell-logo zijn handelsmerken van Dell Inc.
Software
SOFTWARE INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS Printersoftware installeren ................................................................................................................................................. 4 Software installeren voor afdrukken via een lokale printer ......................................................................................... 4 Software installeren voor afdrukken via een netwerk .....................................................
Watermerk afdrukken ...................................................................................................................................................... 20 Bestaand watermerk gebruiken ................................................................................................................................ 20 Nieuw watermerk maken ..........................................................................................................................................
Hoofdstuk 7: ANDERE SOFTWARE GEBRUIKEN Printerstatusmonitor ........................................................................................................................................................ 27 Hulpprogramma Printerinstellingen ................................................................................................................................. 27 Toepassing om nieuwe Dell-toner te bestellen ...................................................................................
1 De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster getoond. Printersoftware installeren onder Windows Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren... Typ X:\Setup.exe, waarbij u “X” vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK. Als u Windows Vista® gebruikt, klikt u op Start → Alle programma’s → Bureau-accessories → Uitvoeren... en typt u X:\Setup.exe.
Als het venster AutoPlay verschijnt in Windows Vista®, klikt u op Setup.exe Uitvoeren... in het veld Programma installeren of uitvoeren. Vervolgens klikt u op Doorgaan in het vensterUser Account Control. OPMERKING: Als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. 3 • Nadat u de printer hebt aangesloten, klikt u op Volgende. • Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op Volgende en op Nee in het volgende scherm.
OPMERKING: als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. Software installeren voor afdrukken via een netwerk Als u uw printer op een netwerk aansluit, moet u eerst de TCP/IPinstellingen voor de printer configureren. Nadat u de TCP/IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u de software op elke computer in het netwerk installeren. U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de aangepaste methode.
4 Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter. Klik op Volgende. Aangepaste installatie U kunt individuele onderdelen selecteren die moeten worden geïnstalleerd en een specifiek IP-adres instellen. 1 Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw netwerk en aan staat. Zie de bijgeleverde gebruikershandleiding voor meer informatie over hoe u de printer op een netwerk kunt aansluiten. 2 Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van uw computer.
5 De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt. Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk op Volgende. a. Selecteer een printer waarvoor een specifiek IP-adres moet worden ingesteld in. b. Configureer handmatig een IP-adres, subnetmasker en gateway voor de printer en klik op Configureren om het specifieke IP-adres voor de netwerkprinter in te stellen. c. Klik op Volgende. 6 Selecteer de onderdelen die u wilt installeren.
Printersoftware opnieuw installeren OPMERKING: als uw printer nog niet op de computer aangesloten is, verschijnt het volgende venster. U kunt de software opnieuw installeren als de installatie is mislukt. 1 Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart. 2 In het menu Start selecteert u Programma’s of Alle programma’s → de naam van het printerstuurprogramma → Onderhoud. 3 Selecteer Herstellen en klik op Volgende. 4 De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt.
Printersoftware verwijderen 1 Zet uw computer aan en wacht tot Windows is opgestart. 2 In het menu Start selecteert u Programma’s of Alle programma’s → de naam van het printerstuurprogramma → Onderhoud. 3 Selecteer Verwijderen en klik op Volgende. Er verschijnt een lijst met componenten zodat u elk onderdeel afzonderlijk kunt verwijderen. 4 Selecteer de onderdelen die u wilt verwijderen en klik op Volgende. 5 Als u wordt gevraagd om uw keuze te bevestigen, klikt u op Ja.
2 U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal exemplaren en het afdrukbereik. Standaard afdrukinstellingen In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken in Windows beschreven. In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Documenten afdrukken • Afdrukken naar een bestand (PRN) • Printerinstellingen Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd.
pagina 11 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Printerinstellingen Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle informatie die u nodig hebt als u de printer gebruikt. Als de printereigenschappen worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor uw afdruktaak nodig hebt controleren en wijzigen. Afhankelijk van het besturingssysteem kan het venster Eigenschappen van de printer er anders uitzien.
Tabblad Papier De volgende opties voor papierinstellingen zijn beschikbaar in het eigenschappenvenster van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 11 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik op het tabblad Papier om toegang te krijgen tot de printereigenschappen. Archiefpapier: kies deze optie als u de afdrukken geruime tijd wilt bewaren (bijvoorbeeld in een archief). Normaal papier: gewoon papier.
Tabblad Grafisch Geavanceerde opties Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de afdrukkwaliteit. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 11 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Om de geavanceerde opties in te stellen, klikt u op Geavanceerde opties. • Rastercompressie: Deze optie bepaalt het compressieniveau van afbeeldingen voor de overdracht van gegevens van een computer naar een printer.
Tabblad Extra Op dit tabblad selecteert u de uitvoeropties voor documenten. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 11 voor meer informatie over de voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik op het tabblad Overige opties om toegang te krijgen tot de volgende functies: • Opslaan als formulier voor overlay: selecteer deze optie als u het document als formulierbestand wilt opslaan (C:\FORMOVER\*.FOM).
Favorieten Via de optie Favorieten, die u terugvindt op elk tabblad Eigenschappen, kunt u de huidige instellingen opslaan voor later gebruik. Zo voegt u een instelling toe aan Favorieten: 1 2 Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in. 3 Klik op Opslaan. Geef in het invoervenster Favorieten een naam aan deze instellingen. Wanneer u instellingen opslaat onder Favorieten, worden alle huidige stuurprogramma-instellingen opgeslagen.
3 Geavanceerde afdrukinstellingen Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier (N op een vel) In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en geavanceerde afdruktaken beschreven. OPMERKING: • Het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Posters afdrukken Boekjes afdrukken Met deze functie kunt u een document van één pagina afdrukken op 4, 9 of 16 vellen papier, waarna u deze vellen aan elkaar kunt plakken om er zo een poster van te maken. 1 2 3 Als u de afdrukinstellingen vanuit uw softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u het venster Eigenschappen van de printer. Zie “Documenten afdrukken” op pagina 11. Klik op het tabblad Lay-out en selecteer Poster afdrukken in de keuzelijst Type lay-out.
Afdrukken op beide zijden van het papier Documenten vergroot of verkleind afdrukken U kunt afdrukken op beide zijden van een vel papier. Voordat u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. U kunt de inhoud van een pagina groter of kleiner afdrukken. 1 U kunt kiezen uit de volgende opties: • Printerinstelling: als u deze optie selecteert, wordt de werking bepaald door de instelling in het configuratiescherm van de printer.
Watermerk bewerken Watermerk afdrukken 1 Met de optie Watermerk kunt u over een bestaand document heen een diagonale tekst afdrukken. U kunt bijvoorbeeld diagonaal over de eerste pagina of op alle pagina’s van een document in grote grijze letters “CONCEPT” of “VERTROUWELIJK” afdrukken. 2 Er worden verschillende vooraf gedefinieerde watermerken bij de printer geleverd. U kunt deze watermerken wijzigen, of u kunt nieuwe watermerken toevoegen aan de lijst.
Overlay gebruiken Overlay afdrukken Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt: 1 Wat is een overlay? Dear ABC Regards WORLD BEST Een overlay is tekst en/of afbeeldingen die op de vaste schijf van de computer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die kunnen worden afgedrukt in een willekeurig document. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
4 Geavanceerd Windows PostScriptstuurprogramma Als u de geavanceerde opties wilt gebruiken, klikt u op de knop Geavanceerd. Dit onderwerp is van belang als u het PostScript-stuurprogramma op de cd-rom van het systeem wilt gebruiken om een document af te drukken. PPD's bieden in combinatie met het PostScript-stuurprogramma toegang tot de printerfuncties en stellen de computer ertoe in staat om met de printer te communiceren.
5 Een lokale printer delen Instellen als hostcomputer U kunt de printer rechtstreeks aansluiten op een geselecteerde computer, die de hostcomputer op het netwerk wordt genoemd. De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de Windowsgebruikershandleiding of on line Help voor andere Windowsbesturingssystemen. OPMERKINGEN: • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met de printer. Zie Compatibiliteit met besturingssysteem onder Printerspecificaties in de printerhandleiding.
6 Scannen SmarThru Office U kunt het apparaat als scanner gebruiken om uw foto’s en teksten om te zetten in digitale bestanden die u met uw computer kunt bewerken. U kunt deze bestanden faxen of e-mailen, op uw website zetten of opnemen in projecten die u kunt afdrukken met behulp van SmarThrusoftware of het WIA-stuurprogramma. Op de meegeleverde cd met stuurprogramma’s en hulpprogramma’s vindt u SmarThru Office. SmarThru Office biedt een aantal handige functies voor het gebruik van uw apparaat.
2 Faxen Het venster Scaninstelling wordt geopend. U kunt e-mails verzenden terwijl u met SmarThru Office werkt. 1 2 3 Selecteer Bestand → Verzenden naar → Verzenden via fax. Het venster Fax verzenden wordt geopend. Voer de vereiste gegevens in en klik op Fax verzenden. NB : Voor meer informatie over SmarThru Office klikt u op Help → 1 Scanner selectere n Hiermee kunt u kiezen tussen lokale of de netwerkscanner.
Windows Vista Scannen via het WIA-stuurprogramma Het apparaat ondersteunt ook het WIA-stuurprogramma voor het scannen van afbeeldingen. WIA is een van de standaardonderdelen van Microsoft®‚ Windows®‚ XP voor de ondersteuning van digitale camera's en scanners. In tegenstelling tot het TWAIN-stuurprogramma kunt u met het WIAstuurprogramma zonder aanvullende software afbeeldingen gemakkelijk scannen en bewerken.
7 Andere software gebruiken Hulpprogramma Printerinstellingen • Printerstatusmonitor Wanneer u de Dell-software installeert, wordt automatisch het Hulpprogramma Printerinstellingen geïnstalleerd. Om het Hulpprogramma Printerinstellingen te openen • Hulpprogramma Printerinstellingen 1 Klikt u op Start → Programma’s or Alle programma’s → Dell → Dell-printers → Dell 2145cn Color Laser MFP → Hulpprogramma Printerinstellingen. Het venster Hulpprogramma Printerinstellingen wordt geopend.
Toepassing om nieuwe Delltoner te bestellen Hulpprogramma voor het updaten van de firmware Ga als volgt te werk om nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen te bestellen bij Dell: U kunt de printerfirmware bijwerken met behulp van Hulpprogramma voor het updaten van de firmware. 1 1 2 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Programma voor het bijbestellen van toner van Dell.
8 Uw printer gebruiken onder Linux U kunt uw apparaat gebruiken in een Linux-omgeving. In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan: • Aan de slag • Unified Linux-stuurprogramma installeren • Werken met Unified Driver Configurator Unified Linux-stuurprogramma installeren Unified Linux-stuurprogramma installeren 1 2 Zorg dat de printer is aangesloten op de computer. Schakel de computer en de printer in.
5 Na afloop van de installatie klikt u op Finish (Voltooien). Installatie van Unified Linuxstuurprogramma ongedaan maken 1 Als het venster Administrator Login verschijnt, typt u root in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. OPMERKING: U moet zich aanmelden als super user (root) om de installatie van de printersoftware ongedaan te maken. Als u geen super user bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 2 Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-rom-station van uw computer.
Werken met Unified Driver Configurator Unified Linux Driver Configurator is een tool dat voornamelijk is bestemd voor de configuratie van printers of MFP-apparaten. Aangezien een MFP-apparaat de functies van een printer en scanner combineert, zijn de opties in Unified Linux Driver Configurator logisch gegroepeerd in printer- en scannerfuncties. Het is ook mogelijk een speciale MFP-poort in te stellen om de toegang tot een MFP-printer en -scanner via één I/Okanaal te regelen.
Printers configureren Tabblad Classes Het configuratiescherm bestaat uit twee tabbladen: Printers en Classes. Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare printerklassen weergegeven. Tabblad Printers Klik op het pictogram van de printer links in het venster Unified Linux Configurator als u de huidige printerconfiguratie van het systeem wilt bekijken.
Ports Configuration (Poorten configureren) In dit scherm kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak. Printereigenschappen configureren In het eigenschappenvenster dat u kunt openen vanuit de printerconfiguratie, kunt u verschillende eigenschappen voor uw apparaat als printer wijzigen. 1 Open Unified Driver Configurator.
Een document afdrukken Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). Vanuit al deze toepassingen kunt u op de printer afdrukken. 1 Kies in de toepassing waarmee u werkt de optie Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand). 2 Selecteer Print directly using lpr (Rechtstreeks afdrukken via lpr). 3 In het venster LPR GUI selecteert u het printermodel in de lijst met printers en klikt u op Properties (Eigenschappen).
Het document wordt gescand en er verschijnt een voorbeeld van de afbeelding in het vak Preview. Een document scannen U kunt een document scannen vanuit het venster Unified Driver Configurator. 1 Dubbelklik op uw bureaublad op Unified Driver Configurator. 2 Klik op de knop 3 Configuration (Scanners configureren) te openen. Selecteer de scanner in de lijst.
Op de werkbalk vindt u diverse functies voor het bewerken van de gescande afbeelding. Zie voor meer informatie over het bewerken van een gescande afbeelding pagina 36. 10 Als u klaar bent, klikt u op Save (Opslaan) in de werkbalk. Met de volgende knoppen kunt u een afbeelding bewerken: Knop 11 Selecteer de map waarin u de afbeelding wilt opslaan Afbeelding opslaan. en voer de bestandsnaam in. 12 Klik op Save. Laatste handeling ongedaan maken.
9 Uw printer gebruiken in combinatie met een Macintosh Uw apparaat ondersteunt Macintosh-systemen met een ingebouwde USB-interface of een 10/100 Base-TX-netwerkkaart. Als u een bestand afdrukt vanaf een Macintosh-computer, kunt u het PostScriptstuurprogramma gebruiken door het PPD-bestand te installeren. OPMERKING: sommige printers ondersteunen geen netwerkinterface. Controleer in de gebruikershandleiding van de printer onder Printerspecificaties of uw printer een netwerkinterface ondersteunt.
2 De printer instellen De instelling van de printer verschilt afhankelijk van de kabel die u gebruikt om de printer aan te sluiten op uw computer: een netwerkkabel of een USB-kabel. Voor een Macintosh die op een netwerk is aangesloten • Voor MAC OS 10.5: open Systeemvoorkeuren in de map Programma’s en klik op Afdrukken en faxen. 3 1 2 4 • Voor MAC OS 10.5: klik op Standaard en zoek de USBverbinding. 5 6 Klik op Voeg toe in de Printerlijst. 4 • Voor MAC OS 10.
Afdrukinstellingen wijzigen Afdrukken U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. OPMERKING: Selecteer Print in het menu File van uw Macintosh-toepassing. De printernaam die in het printereigenschappenvenster verschijnt, is afhankelijk van de gebruikte printer. Behalve de naam, bestaat het printereigenschappenvenster uit vrijwel dezelfde onderdelen.
Verschillende pagina's afdrukken op één vel papier Graphics Op het tabblad Graphics vindt u de opties Quality en Color Mode. Selecteer Graphics in de vervolgkeuzelijst Presets om toegang te krijgen tot de grafische functies. U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken. 1 2 Selecteer Print in het menu File van uw Macintosh-toepassing. Selecteer Layout. s Mac OS 10.5 • Quality: U kunt de afdrukresolutie selecteren.
Scannen U kunt documenten inscannen met behulp van Fotolader. Macintosh biedt het programma Fotolader. Scannen met USB 1 2 3 Zorg ervoor dat uw apparaat en computer zijn ingeschakeld en op de juiste wijze met elkaar zijn verbonden. Plaats één document met de bedrukte zijde naar onder op de glasplaat. OF plaats een of meer documenten met de bedrukte zijde naar boven in de ADI (of DADI). Start Programma’s en klik op Fotolader.
SOFTWARE INDEX A G M afdrukken aan pagina aanpassen 19 boekjes 18 document 11 dubbelzijdig 19 meer pagina's per vel Macintosh 40 Windows 17 overlay 21 poster 20 schalen 19 vanuit Linux 34 vanuit Macintosh 39 vanuit Windows 11 watermerk 20 afdrukstand, afdrukken Windows 12 annuleren scannen 26 geavanceerd afdrukken, gebruik 17 grafische eigenschappen, instellen 14 Macintosh afdrukken 39 printer instellen 38 scannen 41 stuurprogramma installatie ongedaan maken 37 installeren 37 meer pagina's per vel afd
Windows 4 printerstuurprogramma, installeren Linux 29 S scannen Linux 35 SmarThru 24 TWAIN 25 WIA-stuurprogramma 26 scannen vanuit Macintosh 41 software installatie ongedaan maken Macintosh 37 Windows 10 installeren Macintosh 37 Windows 4 opnieuw installeren Windows 9 systeemeisen Macintosh 37 statusmonitor, gebruik 27 T tonerspaarstand, instellen 14 TWAIN, scannen 25 W watermerk afdrukken 20 bewerken 20 maken 20 verwijderen 20 WIA, scannen 26 43