Users Guide

Aan de slag | 19
Netwerkprotocol configureren via het apparaat
U kunt de TCP/IP-netwerkparameters instellen. Volg hiervoor onderstaande
stappen.
1. Zorg dat het apparaat is aangesloten op het netwerk met een RJ-45
Ethernet-kabel.
2. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
3. Druk op Menu
()
op het bedieningspaneel tot u op de onderste regel
van het display Netwerk ziet verschijnen.
4. Druk op OK om toegang te krijgen tot het menu.
5. Druk op de pijltoetsen tot TCP/IP verschijnt.
6. Druk op OK.
7. Druk op de pijltoetsen tot Statisch verschijnt.
8. Druk op OK.
9. Druk op de pijltoetsen tot IP-adres verschijnt.
10. Druk op OK.
Voer met de cijfertoetsen een byte tussen 0 en 255 in en druk op pijl-
links/rechts om tussen de bytes te schakelen.
Herhaal dit tot u het adres volledig hebt ingevuld (van byte 1 tot en met
byte 4).
11. Wanneer u klaar bent, drukt u op OK.
Herhaal stap 9 en 10 voor de configuratie van de andere TCP/IP-
parameters: subnetmasker en gateway-adres.
Het programma SetIP gebruiken
Dit programma wordt gebruikt om IP-adressen van netwerkapparaten in te
stellen met het MAC-adres, het hardwareserienummer van de
netwerkprinterkaart of interface. Het wordt met name door
netwerkbeheerders gebruikt om de IP-adressen van meerdere
netwerkapparaten tegelijk in te stellen.
Netwerkinstellingen opgeven
1. Druk het netwerkconfiguratierapport uit om te weten wat het MAC-adres
van uw printer is. Zie "Printing reports" op pagina 55.
2. In het menu Start in Windows selecteert u Alle programma's
Dell
Dell-printers
Dell 2145cn Color Laser MFP
Dell 2145cn Color
Laser MFP
Set IP.
3. Klik op om het venster met TCP/IP-instellingen te openen.
4. Voer het MAC-adres, IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway
van de netwerkkaart in en klik vervolgens op Toepassen.
5. Klik op OK. De printer drukt de netwerkinformatie af. Controleer of alle
instellingen juist zijn.
6. Klik op Afsluiten.
SYSTEEMVEREISTEN
Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen:
Microsoft
®
Windows
®
Het apparaat ondersteunt de volgende Windows-besturingssystemen.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u niet weet hoe u het
apparaat moet configureren.
U kunt de netwerkinstellingen ook opgeven via de
netwerkbeheerprogramma’s.
Embedded Web Service
: een in de netwerkafdrukserver
geïntegreerde webserver om:
- netwerkparameters voor het apparaat te configureren, zodat
u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen.
- apparaatinstellingen aan te passen.
SetIP
: hulpprogramma waarmee u een netwerkinterface kunt
selecteren en handmatig IP-adressen kunt configureren voor
gebruik met het TCP/IP-protocol.
U kunt het programma SetIP alleen gebruiken als uw printer met
een netwerk is verbonden.
De volgende procedure is gebaseerd op Windows XP.
Als u het MAC-adres, IP-adres, subnetmasker en de
standaardgateway van de netwerkkaart hebt ingevoerd, klikt u op
Toepassen.
BESTURINGS
-SYSTEEM
VEREISTEN (AANBEVOLEN)
PROCESSOR RAM
VRIJE HDD-
RUIMTE
Windows 2000
Intel
®
Pentinum
®
II 400
MHz (Pentium III 933
MHz)
64 MB
(128 MB)
600 MB
Windows XP Pentium III 933 MHz
(Pentium IV 1 GHz)
128 MB
(256 MB)
1,5 GB
Windows
Server 2003
Pentium III 933 MHz
(Pentium IV 1 GHz)
128 MB
(512 MB)
1,25 GB tot
2GB
Windows
Server 2008
Pentium IV 1 GHz
(Pentium IV 2 GHz)
512 MB
(2.048 MB)
10 GB
Windows Vista Pentium IV 3 GHz 512 MB
(1.024 MB)
15 GB
Internet Explorer 5.0 of hoger is minimaal vereist voor alle
Windows-besturingssystemen.
Alleen gebruikers met beheerdersrechten kunnen software
installeren.
Dit apparaat is compatibel met
Windows Terminal Services
.