Users Guide

28 | Originelen en afdrukmateriaal plaatsen
Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus
worden ondersteund
Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
MODUS FORMAAT INVOER
Kopieermodus Letter, A4, Legal, Oficio,
Folio, Executive, JIS B5,
A5, A6
•lade1
optionele lade 2
multifunctionele lade
Afdrukmodus Het apparaat ondersteunt
alle formaten
•lade1
optionele lade 2
multifunctionele lade
Faxmodus Letter, A4, Legal lade 1
optionele lade 2
Dubbelzijdig
afdrukken
a
a. Alleen 75 tot 105 g/m
2
bankpostpapier.
Letter, A4, Legal, Folio,
Oficio
•lade1
optionele lade 2
multifunctionele lade
SOORT
MATERIAAL
RICHTLIJNEN
Enveloppen
Of enveloppen naar behoren worden bedrukt, is
afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen. Houd
bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende
factoren:
- Gewicht: het gewicht van het enveloppenpapier
mag niet meer dan 90 g/m
2
bedragen, anders kan
een papierstoring optreden.
- Ontwerp: voor het afdrukken moeten de enveloppen
plat worden gelegd; ze mogen niet meer dan 6 mm
omkrullen en ze mogen geen lucht bevatten.
- Toestand: de enveloppen mogen niet gekreukt,
gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
- Temperatuur: u moet enveloppen gebruiken die
bestand zijn tegen de hitte en druk die tijdens het
afdrukproces in het apparaat ontstaan.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met
scherpe vouwen.
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes,
knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding,
zelfklevende sluitingen of andere synthetische
materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen
van slechte kwaliteit.
Controleer of de naad aan beide uiteinden van
de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek.
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer
dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een
kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende 0,1 seconde
compatibel is met de fixeertemperatuur van het
apparaat. Raadpleeg de specificaties van uw
apparaat voor de fixeertemperatuur (zie pagina 95).
De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren
en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges niet
dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
Druk niet af op de plaats waar de naden van
de envelop samenkomen.