Operation Manual

De printerstuurprogramma’s worden geïnstalleerd op de Windows-computers 119
PLAATS BESTAND: C:\Documents and
Settings\YGM5RLR3\Desktop\MIOGA\NL\sfp\section10.fm
DELL VERTROUWELIJK – VOORLOPIG 10/13/10 – ALLEEN VOOR TEST
Windows 7, Windows 7 64-bit Edition, of Windows Server 2008 R2
1
Klik op
Start
Apparaten en printers
.
2
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer
Printereigenschappen
.
3
Op het tabblad
Delen
klikt u, als dit er is, op
Opties voor delen wijzigen
.
Selecteer het keuzevakje
Deze printer delen
en geef een naam op in het
testvakje
Sharenaam
.
4
Klik op
Extra stuurprogramma’s
en selecteer de besturingssystemen van
alle netwerkclients die op deze printer afdrukken.
5
Klik op
Toepassen
en klik vervolgens op
OK
.
Controleer of de printer goed wordt gedeeld:
Controleer of het printer-object in de map
Printers
of
Printers en
faxapparaten
of
Apparaten en printers
aangeeft dat deze printer wordt
gedeeld. Het pictogram voor delen staat onder het printerpictogram.
Blader door het
Netwerk
of
Mijn netwerklocaties
. Zoek de hostnaam van
de server op, en kijk of de gedeelde naam die u voor de printer hebt gekozen,
wordt weergegeven.
Nu de printer wordt gedeeld, kunt u de printer installeren op de netwerkclients
met behulp van de methode aanwijzen-en-afdrukken of “peer-to-peer”.
Aanwijzen en afdrukken
Aanwijzen en afdrukken is een technologie van Microsoft Windows waarmee u
verbinding kunt maken met een externe printer. Deze functie download en
installeert automatisch het printerstuurprogramma.
Windows XP, Windows XP 64-bit Edition, Windows Server 2003 of Windows Server
2003 x64 Edition
1
Op het Windows-werkblad van de clientcomputer dubbelklikt u op
Mijn
netwerklocaties
.
2
Zoek de hostnaam van de servercomputer op en dubbelklik op de hostnaam.
3
Klik met de rechtermuisknop op de naam van de gedeelde printer en klik dan
op
Verbinden
.