Users Guide

260 Afdrukken
Taak naar afdrukken verzenden
Gebruik het printerstuurprogramma om alle functies van de printer te kunnen
benutten. Als u klikt op Afdrukken in een softwareprogramma, verschijnt er
een venster voor het printerstuurprogramma. Kies de juiste instellingen voor de
specifieke taak die u wilt afdrukken. De afdruk-instellingen die u kiest in het
printerstuurprogramma krijgen voorrang boven de standaard menu-instellingen
die zijn gekozen via het operatorpaneel of de Werkset.
Mogelijk moet u op Voorkeuren in het eerste scherm Afdrukken klikken om
alle beschikbare systeeminstellingen te zien die u kunt wijzigen. Als u een
functie in het venster van het printerstuurprogramma niet kent, opent u de online
Help voor nadere informatie.
Een taak afdrukken uit een typische
Microsoft
®
Windows
®
-applicatie:
1
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
In het menu
Bestand
selecteert u
Afdrukken
.
3
Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Wijzig de
systeeminstellingen naar behoefte (zoals de pagina’s die u wilt afdrukken en
het aantal exemplaren).
4
Klik op
Voorkeursinstellingen
als u de systeeminstellingen wilt instellen die
niet beschikbaar waren in het eerste scherm, en klik op
OK
.
5
Klik op
OK
of
Afdrukken
om de taak naar de geselecteerde printer te
verzenden.
Annuleren van een afdruktaak
U kunt een taak op verschillende manieren annuleren.
Annuleren via het operatorpaneel
Annuleren van een taak vanaf een computer die draait onder Windows
Annuleren via het operatorpaneel
Een taak annuleren waarvan het afdrukken al begonnen is:
1
Druk op
Annuleren
.
Het afdrukken wordt geannuleerd, maar alleen voor de huidige taak. Alle
volgende taken worden gewoon afgedrukt.