Users Guide

78 Optionele accessoires installeren
f
Klik op
Geavanceerd
.
g
Kies een van de volgende werkwijzen:
Als de draadloze ad-hocmodus is ingesteld op de printer:
Selecteer computer-tot-computer (ad hoc) netwerken en sluit het
dialoogvenster Geavanceerd.
Als de draadloze infrastructuurmodus is ingesteld op de printer:
Selecteer Alleen toegangspunt (infrastructuur) netwerken en sluit het
dialoogvenster Geavanceerd.
h
Klik op
Toevoegen
zodat de
eigenschappen van het draadloze
netwerk
verschijnen.
i
Voer de instelling in die u naar de printer gaat sturen en klik op
OK
.
j
Klik op
Omhoog
om de instelling boven in de lijst te zetten.
k
Klik op
OK
om het dialoogvenster
Eigenschappen
te sluiten.
Voor Windows Vista:
a
Open het
Configuratiescherm
.
b
Selecteer
Netwerk en internet
.
c
Selecteer
Netwerkcentrum
.
d
Selecteer
Verbinding met een netwerk maken
.
e
Selecteer de instelling die u naar de printer stuurt uit de netwerkitems in
de lijst in
Verbinding met een netwerk maken
.
f
Selecteer
Toch verbinding maken
in het waarschuwingsvenster waarin
u erop wordt gewezen dat u zich op onbeveiligd terrein begeeft.
g
Klik op
Sluiten
in het dialoogvenster nadat u hebt gecontroleerd of de
verbinding is gelukt.
Voor Windows Server 2008:
a
Open het
Configuratiescherm
.
b
Selecteer
Netwerkcentrum
.
c
Selecteer
Verbinding met een netwerk maken
.
d
Selecteer de instelling die u naar de printer stuurt uit de netwerkitems in
de lijst in
Verbinding met een netwerk maken
.