Users Guide

Softwareoverzicht
Gebruik de cd Drivers and Utilities die met de printer is meegeleverd om een combinatie van softwaretoepassingen
te installeren, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Opmerking: Als u uw printer en computer apart hebt aangeschaft, moet u de cd Drivers and Utilities gebruiken om
de softwaretoepassingen te kunnen installeren.
Opmerking: Deze softwaretoepassingen zijn niet beschikbaar voor Macintosh
®
.
Statusbeheerprogramma
Opmerking: Voor een juiste werking van het lokale Statusbeheerprogramma moet bidirectionele communicatie
worden ondersteund zodat de printer en de computer kunnen communiceren. Het Statusbeheerprogramma werkt
alleen als de printer lokaal via een USB-kabel is aangesloten op een computer.
Gebruik het Statusbeheerprogramma om meerdere statusmonitoren te beheren.
Dubbelklik op een printernaam om de statusmonitor te openen of selecteer Uitvoeren om een statusmonitor
voor een specifieke printer te openen.
Selecteer Bijwerken om de weergave van de lijst met printers te wijzigen.
Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen
Gebruik het Dell-hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen om printerinstellingen te wijzigen en op te slaan
die niet beschikbaar zijn via de printersoftware (bijvoorbeeld het activeren van de alarminstelling als u wilt dat de
printer een alarmsignaal geeft als ingrijpen is vereist).
Opmerking: Het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen werkt alleen als de printer lokaal via een USB-kabel
of parallelle kabel is aangesloten op een computer.
Het Dell-hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen wordt automatisch op de computer geïnstalleerd tijdens
de installatie van de printersoftware. Voer de volgende stappen uit als u het hulpprogramma wilt openen:
1 Plaats de cd Drivers and Utilities in het cd-romstation.
2 Selecteer Extra software installeren en klik op Volgende.
3 Selecteer Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen en klik op Installeren.
Nadat u dit hulpprogramma hebt geïnstalleerd, kunt u de instellingen van besturingselementen zoals
Tonerintensiteit, Spaarstand, Papierformaat en Papiersoort wijzigen. Deze instellingen worden na selectie toegepast
op alle afdruktaken. Het is echter mogelijk om de instellingen voor afzonderlijke afdruktaken in de printersoftware
te wijzigen. Klik op Acties Instellingen toepassen om de instellingen via de werkbalk op te slaan. U kunt uw
instellingen ook opslaan in een opdrachtbestand voor distributie naar aangewezen printers. Klik hiervoor op
Acties Opslaan als opdrachtbestand.
U kunt de volgende instellingen wijzigen met het Dell Local Printer Settings Utility:
Papier
Afwerking
Kwaliteit
Instellen
Softwareoverzicht
77