Users Guide
24 Uw projector gebruiken
FOTO (in pc-stand)
HELDERHEID—Gebruik
en om
de helderheid
van het beeld aan te
passen.
C
ONTRAST—Gebruik
en
om het verschil tussen
de helderste en donkerste
gedeelten van het beeld te
regelen. Als u het contrast
aanpast, wordt de
hoeveelheid zwart en wit
in het beeld gewijzigd.
K
LEURTEMP.—Hiermee kunt u de kleurtemperatuur aanpassen. Hoe hoger de
temperatuur, hoe meer blauw er op het scherm verschijnt; hoe lager de
temperatuur, hoe meer rood er op het scherm wordt weergegeven. De
gebruikersmodus activeert de waarden in het menu Kleurinstelling.
K
LEUR AANP.—Pas handmatig het rood, groen en blauw aan.
FOTO (in videostand)
HELDERHEID—Gebruik
en om
de helderheid
van het beeld aan te
passen.
C
ONTRAST—Gebruik
en
om het verschil tussen
de helderste en donkerste
gedeelten van het beeld te
regelen. Als u het contrast
aanpast, wordt de
hoeveelheid zwart en wit
in het beeld gewijzigd.
K
LEURTEMP.—Hiermee
kunt u de
kleurtemperatuur
aanpassen. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer blauw er op het scherm
verschijnt; hoe lager de temperatuur, hoe meer rood er op het scherm wordt
weergegeven. De gebruikersmodus activeert de waarden in het menu
Kleurinstelling.