Dell™ 3130cn Color Laser Printer Gebruikershandleiding Dell™ 3130cn Color Laser Printer Gebruikershandleiding Informatie zoeken Over uw printer De printcassettes plaatsen Uw printer aansluiten Dell Printer Configuration Web Tool Als optie verkrijgbareModulesinstalleren Afdrukmediarichtlijnen Inleggen van de afdrukmedia Operatorpaneel Printerinstellingen Begrip van de Werkset-menu's De Printermenu's begrijpen Uw printer-software begrijpen Afdrukken Instellingen opgeven voor gedeeld afdrukken Lettertypen beg
Terug naar inhoud pagina Dell™ 3130cn Color Laser Printer Gebruikershandleiding Klik op de koppelingen links voor informatie over de kenmerken, mogelijkheden en bediening van uw printer. Zie voor nadere informatie over de andere documenten die bij uw printer geleverd zijn "Informatie zoeken". Vooraanzicht 550 documentinvoer (als optie verkrijgbaar) 1 Riemeenheid 5 OPMERKING: Uw printer kan maximaal 3 laden bevatten (Lade 1, 550 documentinvoer en MPF).
1 Bedieningspaneelklep 6 Parallelle Poort 2 Aansluiting netwerkprotocol-adapter 7 Ethernet-aansluiting 3 Bedieningspaneel 8 Stroomaansluiting 4 USB-poort 9 Reset-knop 5 Aansluiting Draadloze printer-adapter 10 Hoofdschakelaar Voor het bestellen van tonercassettes of andere benodigdheden van Dell: 1. Dubbelklik op het pictogram op uw werkblad. Als u het pictogram niet op uw bureaublad kunt vinden, volgt u de procedure hieronder. a. Klik op DLRMM.EXE van "C:\Program Files\Dell Printers\Additional
Terug naar inhoud pagina Informatie zoeken OPMERKING: De volgende items dient u zelf apart aan te schaffen.
Veiligheidsinformatie Garantiebepalingen OPGELET: Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften in uw Productinformatiegids voordat u uw printer installeert en in gebruik neemt. Installatieschema Zo installeer ik mijn printer Problemen oplossen Gids voor het verhelpen van storingen Expresservice-code en Service-tag-nummer De Expres-servicecode en Service-tag-nummers bevinden zich aan de binnenzijde van de voorklep en aan de buitenzijde van de bedieningspaneelklep van de printer.
Terug naar inhoud pagina
Terug naar inhoud pagina Over uw printer Operatorpaneel Uw printer beschermen De volgende afbeeldingen tonen de standaard Dell™ 3130cn Color Laser Printer. 550 documentinvoer (als optie verkrijgbaar) 1 Riemeenheid 5 OPMERKING: Uw printer kan maximaal 3 laden bevatten (Lade 1, 550 documentinvoer en MPF). Voorpaneel 2 OPMERKING: U kunt de voorklep openen met een druk op de knop aan de zijkant.
Operatorpaneel Zie voor informatie over het operatorpaneel "Operatorpaneel". Uw printer beschermen U kunt uw printer beschermen tegen diefstal door middel van de als optie verkrijgbare Kensington-vergrendeling. Bevestig de Kensington-vergrendeling op de veiligheidssleuf van uw printer. Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de bedieningsinstructies die bij de Kensington-vergrendeling worden geleverd.
Terug naar inhoud pagina De printcassettes plaatsen De printcassettes plaatsen OPGELET: Voordat u één van de volgende handelingen verricht, leest en volgt u vooral eerst de veiligheidsvoorschriften in uw Productinformatiegids. VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de printcassettes tegen fel licht, sluit de voorklep binnen vijf minuten. Als de voorklep langer dan vijf minuten open blijft staan, kan dat gevolgen hebben voor de afdrukkwaliteit.
4. Trek de oranje-gele tape geheel uit de cassette. De tape is ongeveer 856 mm lang. 5. Verwijder het zwarte beschermingskapje van de printcassette. 6. Pak beide handgrepen van de printcassette vast en schuif de cassette in dezelfde kleursleuf. Controleer of de cassette geheel in de juiste sleuf is gezet. OPMERKING: De cassettesleuven zijn gerangschikt in de volgende volgorde van bovenaf: Zwart, Cyaan, Magenta, Geel. 7. Herhaal de stappen 2 tot en met 6 en plaats de andere printcassettes. 8.
Terug naar inhoud pagina
Terug naar inhoud pagina Uw printer aansluiten De printer direct aansluiten op een computer Aansluiten van de printer op een netwerk De RESET-knop gebruiken Uw aansluitkabel van uw Dell™ 3130cn Color Laser Printer moet voldoen aan de volgende eisen: Aansluitingstype Aansluitingsspecificaties Parallel IEEE 1284 USB USB 2.0 Draadloos IEEE802.11b/802.
Microsoft ® Windows ® 2000, Windows XP, Windows XP 64-bit Edition, Windows Server® 2003, Windows Server 2003 x64 Edition, Windows Server 2008, Windows Server 2008 64-bit Edition, Windows Server 2008 R2 64-bit Edition, Windows Vista ®, Windows Vista 64-bit Edition, Windows 7, Windows 7 64-bit Edition en Mac OS ® X of recentere besturingssystemen ondersteunen USB-aansluitingen. Sommigen UNIX ®- en Linux-computers ondersteunen ook USB-aansluitingen.
OPGELET: Gebruik geen verlengsnoeren of verdeelstekkers. OPGELET: De printer mag niet worden aangesloten op een UPS-systeem. 2. Zet de computer en de printer aan. Wanneer u de USB-kabel gebruikt, wordt het USB-stuurprogramma automatisch geïnstalleerd. Aansluiten van de printer op een netwerk De printer aansluiten op een netwerk: 1. Het is belangrijk dat de printer, de computer en andere aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken. 2.
4 Ethernet-aansluiting OPMERKING: Wanneer de draadloze printeradapter is geïnstalleerd, kunt u niet de Ethernet-poort gebruiken voor een niet-draadloze verbinding. U sluit de printer aan op het netwerk door Ethernet-kabel aan te sluiten op de Ethernet-aansluiting aan de achterzijde van de printer en op een LAN-verbindingspunt of -verdeelpunt (hub). Steek voor een draadloze verbinding de draadloze printeradapter in de aansluiting van de draadloze printer-adapter aan de achterzijde van de printer.
3. Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop (Instellen). De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. 4. Als het IP-adres anders is dan 0.0.0.0 (de instelling af-fabriek) of 169.254.xx.xx, is er een IP-adres aan de printer toegewezen en is dat opgeslagen. Ga naar "Verifieer de IP-instellingen." Bij gebruik van de werkset 1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 3130cn Color Laser Printer® Werkset Het dialoogvenster Printer selecteren opent. 2.
(Instellen). 5. Druk op de knop totdat TCP/IP verschijnt, en druk dan op de knop 6. Druk op de knop totdat IPv4 verschijnt, en druk dan op de knop 7. Druk op de knop totdat IP-adres verschijnt, en druk dan op de knop (Instellen). (Instellen). 8. De cursor komt te staan op het eerste cijfer van het IP-adres. Druk op de toets intoetsen. 9. Druk op toets of zodat u het IP-adres kunt . De cursor verspringt naar het volgende cijfer. 10.
U kunt ook het IP-adres aan de printer toewijzen wanneer u de printer-stuurprogramma's installeert met het installatieprogramma. Wanneer u de functie Netwerkinstallatie gebruikt en IPadres ophalen staat ingesteld op AutoIP in het bedieningspaneelmenu, kunt u het IP-adres in het printer-selectievenster wijzigen van 0.0.0.0 in het IP-adres van uw keuze. Verifieer de IP-instellingen 1. Druk nogmaals een pagina printerinstellingen af. 2.
Terug naar inhoud pagina Dell Printer Configuration Web Tool Gebruik van de Dell Printer Configuration Web Tool Installatie van uw web-browser Pagina weergaveformaat Instellingen van de menu-onderdelen wijzigen OPMERKING: Deze web-tool is alleen beschikbaar als de printer op het netwerk is aangesloten met behulp van een netwerkkabel of de draadloze printer-adapter.
3. Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop (Instellen). De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. Bij gebruik van de Werkset (voor IPv4-modus) OPMERKING: Wanneer u IPv6-modus gebruikt, open dan met de Link lokaal adres Dell Printer Configuration Web Tool. (Zie "Druk de pagina met de printer-instellingen af en controleer deze.", als u een Link lokaal adres wilt controleren.) 1.
Gebruik het menu Lade-instellingen voor het oproepen van informatie over de papiersoort en het papierformaat voor de verschillende papierladen. E-mailwaarschuwing Gebruik het menu E-mailwaarschuwing om een waarschuwing per e-mail te ontvangen wanneer de printer extra benodigdheden of een ingreep nodig heeft. Tik uw naam of de naam van de gebruiker in in het e-mail-lijstvakje voor de meldingen.
2. Klik op LAN-instellingen onder LAN-instellingen in het tabblad Verbindingen. 3. Kies een van de volgende werkwijzen: Verwijder het vinkje uit het keuzevakje Een proxyserver voor het LAN-netwerk gebruiken onder Proxyserver. Klik op Geavanceerd, en tik dan het IP-adres van de printer in in het veld Proxyserver niet gebruiken voor adressen die beginnen met onder Uitzonderingen. Wanneer u klaar bent met het instellen van de taal en de proxy, toetst u
Dell 3130cn Color Laser Hier staat de productnaam van de printer. IP-adres Toont het IP-adres van de printer. Locatie Hier staat de plaats van opstelling van de printer. De locatie kan worden gewijzigd onder Basisinformatie op de pagina Afdrukserverinstellingen. Contactpersoon Hier staat de naam van de beheerder van de printer. Deze naam kan worden gewijzigd onder Basisinformatie op de pagina Afdrukserverinstellingen. Printer-bitmap Laat de bitmap-afbeelding van de printer zien.
"Printerinstellingen" "USB-instellingen" "PS-instellingen" "PCL-instellingen" "Veilig instell.
Controleren van de toestand van de verbruiksmaterialen en papierladen. Mogelijkheden: Cyaan cartridge Niveau Magenta cartridge Niveau Gele cartridge Niveau Toont het percentage toner dat resteert in elk van de printcassettes. Wanneer een cassette leeg is, verschijnt er een mededeling. De tekst Bel of bestel is gekoppeld aan de Dell Printerbenodigdheden website. Zwarte cartridge Niveau Status Papierladen Uitvoerlade OK Capaciteit Toont de maximale capaciteit van de papierlade.
Taaknaam Toont de bestandsnaam van de taak die wordt afgedrukt. Eigenaar Toont de naam van de eigenaar of opdrachtgever van de taak. Hostnaam Toont de naam van de host-computer. Taakstatus Toont de status van de taak die wordt afgedrukt. Host I/F Toont de status van de host-interface. Tijd taak verzonden Toont de datum waarop de afdruktaak naar de printer werd gezonden. Voltooide taken Toepassing: Ter controle van de voltooide taken. Tot maximaal de laatste 22 taken worden weergegeven.
Invoegpositie scheidingspagina Laat zien waar een scheidingspagina worden ingevoegd. Scheidingsvellade specificeren Laat zien welke invoerlade moet worden gebruikt voor het invoegen van een scheidingspagina. RAM-schijf*1 Laat zien of er RAM voor het bestandssysteem voor de functies Veilige afdruk en Proefafdruk moet worden toegewezen.
Fuser instellen Label Toont de temperatuursinstelling van de fuser (van -2 tot 2) voor labels. Gecoat Toont de temperatuursinstelling van de fuser (van -2 tot 2) voor gecoat papier. Gecoat dik Toont de temperatuursinstelling van de fuser (van -2 tot 2) voor dik gecoat papier. Envelop Toont de temperatuursinstelling van de fuser (van -2 tot 2) voor enveloppen. Gerecycled Toont de temperatuursinstelling van de fuser (van -2 tot 2) voor gerecycled papier.
Sysinstellingen Toepassing: Het configureren van de instellingen van de printer. Mogelijkheden: Stroomspaar-timer-stand 1 Stelt de tijd in voor het inschakelen var Stroomspaarstand 1. Stroomspaar-timer-stand 2 Stelt de tijd in voor het inschakelen van Stroomspaarstand 2. Bedieningspaneeltoon Bepaalt of, wanneer de invoer vanaf het operatorpaneel juist is, een toon moet klinken die dat aangeeft.
Poortstatus Bepaalt of de USB-interface moet worden ingeschakeld. Adobe Protocol Bepaalt voor elke interface het PostScript-communicatieprotocol. PCL-instellingen Toepassing: Het wijzigen van de printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarin de PCL-emulatie-printertaal wordt gebruikt. Mogelijkheden: Papierlade Bepaalt de papierinvoerlade. Papierformaat Bepaalt het papierformaat. Aangepast formaat Y Bepaalt de lengte van aangepast papierformaat.
Op het tabblad Printeronderhoud vindt u de pagina's Papierzwarting, BTR aanpassen, Fuser instellen, Automatische registratie-instelling, Instellingen Kleurregistratie, Hoogte regelen, Terugstellen, Geen Dell-toner, AfdrukMeter initialiseren, Bewaren, en Weblink-aanpassing. Papierzwarting Toepassing: Opgeven van de papierzwarting. Mogelijkheden: Normaal Stelt de zwarting in van gewoon papier op Licht of Normaal. Label Stelt de zwarting van labels in op Licht of Normaal.
Instellingen kleurregistratie Toepassing: Opgeven of u de aanpassing van de kleurregistratie zelf wilt uitvoeren. U moet zelf de kleurregistratie aanpassen bij de eerste installatie van de printer en wanneer de printer is verplaatst. OPMERKING: De functie Instellingen kleurregistratie kan worden geconfigureerd wanneer Automatische registratie-instelling op Uit staat. Mogelijkheden: Automatische correctie Klik op Start als u de correctie van de kleurregistratie automatisch wilt laten uitvoeren.
Nabestel URL selecteren Selecteert een standaard of premier URL in die moet worden gekoppeld aan Bestel supplies op:. Standaard Toont de standaard URL (http://accessories.us.dell.com/sna) die kan worden gekoppeld aan Bestel supplies op:. Premier Toont de premier URL (http://premier.dell.com) die kan worden gekoppeld aan Bestel supplies op:. Afdrukserverinstellingen Stel in het menu Afdrukserverinstellingen het type printer-interface en de vereiste voorwaarden voor communicatie in.
WINS*3 LPD Port9100 IPP *3 WSD HTTP SMB *3 AppleTalk *3 Bonjour (mDNS) *3 SNMP Telnet SSL/TLS IPsec-instellingen WINS primaire server Toont het adres van de WINS primaire server. WINS secondaire server Toont het adres van de secundaire WINS-server. Poortstatus Toont de status van de poort. Time-out verbinding Toont de duur van de time-out voor de verbinding. Poortstatus Toont de status van de poort. Poortnummer Toont het nummer van de poort.
802.1x *1*3 IP-filter (IPv4)* 5 IPv6-adres externe peers Toont het IP-adres waarmee verbinding moet worden gemaakt. Geen IPsec-communicatiebeleid Toont de status van de functie Geen IPsec-communicatiebeleid. Activeer IEEE 802.1x Toont de status van IEEE 802.1x. Verificatiemethode Toont de instelling van de Verificatiemethode voor IEEE 802.1x. Toegangslijst Toont de lijst van IP-adressen die wel of geen toegang tot de printer krijgen.
Selecteer waarschuwingen voor lijst 2 Waarschuwingen papierverwerking Toont de status en of een E-mailwaarschuwing voor de papierverwerking wordt ontvangen. Servicebezoek Toont de status en of een E-mailwaarschuwing voor onderhoudsoproepen wordt ontvangen. Afdrukserverinstellingen Op het tabblad Afdrukserverinstellingen vindt u de pagina's Basisinformatie, Poortinstellingen, Draadloze LAN, TCP/IP, NetWare, SMB, AppleTalk, E-mailwaarschuwing, Bonjour (mDNS) en SNMP.
Toepassing: De gedetailleerde instellingen voor het draadloze netwerk configureren. Mogelijkheden: Draadloze instellingen SSID Bepaalt de naam waarmee het draadloze netwerk wordt aangeduid. Bestaat uit niet meer dan 32 alfanumerieke tekens. Netwerktype Bepaalt of het netwerktype Ad-Hoc of Infrastructuur is. MAC-adres Toont het MAC-adres van de draadloze netwerkadapter van de printer. Link kanaal Toont het nummer van de draadloze verbinding van de printer.
LPD Port9100 IPP* 1 WSD HTTP IP-filter (IPv4)* 2 WINS secondaire server Stelt het WINS-serveradres in in de indeling nnn.nnn.nnn.nnn. Elk gedeelte van nnn.nnn.nnn.nnn is een waarde van 0 tot 254. N.B. U kunt de waarden 127 en 224 tot 254 niet gebruiken voor de eerste drie cijfers. Time-out verbinding Stelt de wachttijd voor verbinding in van 1 tot 1000 seconden. IP-filter (IPv4) Als u de IP-filterinstellingen wilt instellen, klikt u op IP-filter (IPv4).
U kunt het afdrukken bijvoorbeeld toestaan vanaf alle "192.168" netwerk-adressen of het afdrukken blokkeren vanaf alle "192.168.200" netwerk-addressen. In het onderstaande voorbeeld echter wordt beschreven hoe u het afdrukken kunt toestaan vanaf het specifieke "192.168.200.10" IP-adres. Procedures: i. Klik op de eerste kolom van de Toegangslijst rij 1. ii. Voer de cijfers "192.168.200.10" in het Adres veld in, en "255.255.255.255" in het Adresmasker veld. iii. Stel in op Toestaan. iv.
Werkgroep Bepaalt de werkgroepnaam op maximaal 15 alfanumerieke tekens. De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets invoert. Beheerdernaam Bepaalt de beheerdernaam op maximaal 20 alfanumerieke tekens. De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets invoert. The standaard is admin. Beheerderwachtwoord Bepaalt het beheerderwachtwoord op maximaal 14 alfanumerieke tekens. De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets invoert. De standaardwachtwoord is password.
Instellingen emailwaarschuwing Servicebezoek E-Maillijst 2 Markeer het keuzevakje als u de E-mailwaarschuwing voor onderhoudsoproepen wilt inschakelen. Stelt de acceptabele e-mailadressen voor de E-mailwaarschuwingsfunctie in op maximaal 255 alfanumerieke tekens. Selecteer waarschuwingen voor lijst 2 Supplieswaarschuwingen Markeer het keuzevakje als u de E-mailwaarschuwing voor verbruiksmaterialen wilt inschakelen.
IPX* 2 Bepaalt het IPX-adres in de indeling nnn.nnn.nnn.nnn:mmmmm. IP netwerk nnnnnnnn is een hexadecimale variabele waarde tussen 0 en ffffffff, IPX-node mmmmmmmmmmmm is een hexadecimale waarde tussen 0 en ffffffffffff en IPX-aansluiting llll is een hexadecimale variabele waarde tussen 0 en ffff. Fouttrap bevestigen Markeer het keuzevakje als u bericht wilt geven voor het bevestigen van foutonderschepping.
Verwijder het certificaat en start de printer opnieuw op Verwijder het SSL-certificaat en start de printer opnieuw op. IPsec Toepassing: Het opgeven van de instellingen van de Veiligheidsarchitectuur voor het Internet Protocol (IPsec) voor gecodeerde communicatie naar de printer. Mogelijkheden: Protocol Selecteer het aankruisvakje als u het protocol wilt inschakelen. IKE Gebruik een voorgedeelde code voor IKE-validatie. Voorgedeelde code Bepaalt een voorgedeelde code.
Kopieer de instellingen naar de host in bovenstaande lijst en start de printer opnieuw op van Dell Printer Configuration Web Tool op de printer van bestemming, om te zien of de instellingen wel zijn gekopieerd. Als de instellingen kunnen worden gekopieerd, maar de printerconfiguratie is verschillend, worden alleen de instellingen van de items die hetzelfde zijn, gekopieerd. Printerinstellingen worden tegelijk worden gekopieerd naar maximaal 10 IP-adressen van printers.
Terug naar inhoud pagina Als optie verkrijgbareModulesinstalleren De 550 documentinvoer installeren Een Duplexer installeren Een Geheugen installeren Een Harde Schijf installeren De Netwerkprotocol-adapter installeren De Draadloze printer-adapter installeren en configureren U kunt de printer functioneler maken door de opties te installeren. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de opties van de printer kunt installeren, zoals de Duplexer en de 550 documentinvoer.
7. Schuif lade 1 in de printer en druk de lade zover mogelijk aan. 8. Sluit alle kabels, ook het netsnoer, weer aan aan de achterzijde van de printer en zet de printer aan. OPMERKING: De printer zal automatisch de bevestigde lade detecteren maar niet welk soort papier erin zit. 9. Druk een pagina met de printerinstellingen af om te controleren of de 550 documentinvoer goed is geïnstalleerd. Bij gebruik van het Operatorpaneel a. Druk op de knop Menu. b.
10. Wanneer u papieren in de laatste lade hebt gelegd, geeft u de papiersoort op vanaf het Operatorpaneel van de printer. a. Druk op de knop Menu. (Instellen). b. Druk op de knop totdat Lade-instelling verschijnt, en druk dan op de knop c. Druk op de knop totdat de geïnstalleerde lade verschijnt, en druk dan op de knop d. Druk op de knop totdat Papiersoort verschijnt, en druk dan op de knop e.
2. 3. 4. 5. Klik met de rechtermuisknop op de printer die het PS-stuurprogramma gebruikt en selecteer Eigenschappen uit de weergegeven lijst. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen en selecteer 2-Lademodule voor het onderdeel Papierladeconfiguratie onder Installeerbare opties. Klik op Toepassen, en klik op OK. Sluit het dialoogvenster Printers. Windows XP/XP x64/Server 2003/Server 2003 x64 1. 2. 3. 4. 5. Klik op Start® Printers en faxapparaten.
6. Laat de connector van de duplexer In de richting van de sleuf wijzen en duw de duplexer in de sleuf. OPMERKING: Controleer of de duplexer stevig vastzit en niet gemakkelijk heen en weer kan worden bewogen. 7. Sluit de riemeenheid door deze naar beneden te trekken. 8. Sluit de voorklep.
9. Zet de printer aan. 10. Druk een pagina met de printerinstellingen af om te controleren of de duplexer goed is geïnstalleerd. Bij gebruik van het Operatorpaneel a. Druk op de knop Menu. b. Druk op de knop totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop c. Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop (Instellen). (Instellen). De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. d. Controleer of Duplexer in de lijst van printerinstellingen staat onder Printeropties.
Windows Server 2008/Server 2008 x64 1. 2. 3. 4. 5. Klik op Start® Configuratiescherm® Printers. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen. Klik op het tabblad Opties en selecteer Informatie ophalen van de printer. Klik op Toepassen, en klik op OK. Sluit het dialoogvenster Printers. Windows XP/XP x64/Windows Server 2003/Windows Server 2003 x64 1. 2. 3. 4. 5. Klik op Start® Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen.
2. Draai de schroef op de bedieningspaneelklep naar links en open de klep. 3. Richt de aansluiting van de geheugenkaart op de gleuf en schuif de geheugenkaart onder een hoek in de gleuf. 4. Druk de geheugenkaart stevig in de gleuf vast. 5. Draai het geheugen omlaag totdat het op z'n plaats klikt. OPMERKING: Controleer of de geheugenkaart stevig vast zit en u deze niet heen en weer kunnen bewegen. 6. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts.
7. Zet de printer aan. 8. Druk een pagina met de printerinstellingen af om te controleren of het geheugen is geïnstalleerd. Bij gebruik van het Operatorpaneel a. Druk op de knop Menu. b. Druk op de knop totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop c. Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop (Instellen). (Instellen). De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. d. Controleer of Geheugencapaciteit in de lijst van printerinstellingen staat onder Algemeen.
4. Klik op Toepassen, en klik op OK. 5. Sluit het dialoogvenster Printers. Windows XP/XP x64/Windows Server 2003/Windows Server 2003 x64 1. 2. 3. 4. 5. Klik op Start® Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen. Klik op het tabblad Opties en selecteer Informatie ophalen van de printer. Klik op Toepassen, en klik op OK. Sluit het dialoogvenster Printers en faxapparaten. Windows 2000 / Windows NT 4.0 1. 2. 3. 4. 5. Klik op Start® Instellingen ® Printers.
3. Richt de connector van de harde schijf op de connector op het bedieningspaneel en sluit beide op elkaar aan door alleen te drukken op de onderste rand van de harde schijf. OPMERKING: Maak, wanneer u de harde schijf aansluit, de aansluitingen aan de binnenzijde van het frame rond het bedieningspaneel. OPMERKING: Druk niet de connector van de harde schijf omlaag. OPMERKING: Controleer of de harde schijf stevig vastzit in de connector en niet gemakkelijk heen en weer kan worden bewogen. 4.
6. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts. 7. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet de printer aan. 8. Druk een pagina met de printerinstellingen af om te controleren of de harde schijf goed is geïnstalleerd. Bij gebruik van het Operatorpaneel a. Druk op de knop Menu. b. Druk op de knop totdat Rapport/Lijst verschijnt en druk dan op de knop c. Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. (Instellen).
Windows 7/7 x64/Server 2008 R2 x64 2. 3. 4. 5. Klik met de rechter muisknop op dit printerpictogram en selecteer Eigenschappen van printer. Klik op het tabblad Opties en selecteer Informatie ophalen van de printer. Klik op Toepassen, en klik op OK. Sluit het dialoogvenster Apparaten en printers. Windows Vista/Vista x64 1. 2. 3. 4. 5. Klik op Starten® Configuratiescherm® Hardware en geluiden® Printers. Klik met de rechter muisknop op dit printerpictogram en selecteer Eigenschappen.
De Netwerkprotocol-adapter installeren De Netwerkprotocol-adapter biedt u de mogelijkheid de volgende netwerkprotocollen te gebruiken. Netwerkprotocol Ondersteunde besturingssystemen 802.1x(Wired)Except EAP-TLS/EAPTTLS* 1 * 3 Windows Server 2003/Windows Server 2003 x64 IPP(TCP/IP) Windows 7/Windows 7 x64/Windows Vista/Windows Vista x64/Windows XP/XP x64/Windows Server 2003/Windows Server 2003 x64/Windows Server 2008/Windows Server 2008 x64/Windows Server 2008 R2 x64/Windows 2000, Mac OS X 10.3.x/10.4.
5. Sluit alle kabels, ook het netsnoer, weer aan aan de achterzijde van de printer en zet de printer aan. 6. Druk een pagina met de printerinstellingen af zodat u kunt te controleren of de Netwerkprotocol-adapter goed is geïnstalleerd. Bij gebruik van het Operatorpaneel a. Druk op de knop Menu. b. Druk op de knop totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop c. Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. (Instellen). (Instellen). d.
OPMERKING: Wanneer de draadloze printeradapter is geïnstalleerd, kunt u niet de IEEE 802.1x verificatie en/of de Ethernet-poort gebruiken voor een niet-draadloze verbinding. Inhoud van de doos OPMERKING: Voor het voltooien van de draadloze installatie hebt u de bijbehorende Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD nodig, die bij uw printer wordt geleverd en die ook kan worden gedownload van support.dell.com.
Raadpleeg de Handleiding De Draadloze printer-adapter installeren en configureren. De Draadloze printer-adapter installeren 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld en maak alle kabels inclusief het netsnoer los van de achterkant van de printer. 2. Verwijder de kap van de aansluiting van de draadloze printeradapter. 3. Plaats de draadloze printer-adapter in de aansluiting door de twee pennen en een haak van de draadloze printer-adapter af te stellen op de positie van drie gaten rond de aansluiting.
De Werkset opent. c. Klik op het tabblad Printerinstellingenrapport. d. Selecteer Rapporten in de lijst links op de pagina. De pagina Rapporten verschijnt. e. Klik op de knop Printerinstellingen. De pagina Printerinstellingen wordt afgedrukt. 6. Controleer dat het gedeelte NetWerk(Draadloos) bestaat. 7. Plaats de CD Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD die bij de printer is geleverd. Het bestand setup_assist.exe wordt automatisch gestart. 8.
Het venster Draadloze instellingenhulp opent. Volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Zie voor meer informatie over het configureren van de Draadloze printer-adapter "Draadloze installatie met behulp van Wireless Settings Tool". De instellingen voor het draadloze netwerk bepalen U kunt de draadloze printer alleen instellen als u de instellingen voor het draadloze netwerk weet. Neem voor de details van de instellingen contact op met uw netwerkbeheerder.
Scène 1. Installeer een printer in het al werkende draadloze netwerk (Wanneer de draadloze instelling al op uw computer is ingesteld) 1. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in uw computer en start de Eenvoudige installatie navigator. OPMERKING: Als de CD niet automatisch wordt gestart klikt u op Start® Alle Programma's (voor Windows Vista en Windows 7)® Accessoires (voor Windows Vista en Windows 7)® Uitvoeren en daarna typt u D:\setup_assist.
b. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en selecteer Eigenschappen. c. Selecteer het tabblad Draadloze netwerken. d. Controleer of het keuzevakje Draadloos netwerk automatisch configureren is ingeschakeld. e. Klik op Geavanceerd. f. Kies één van de volgende werkwijzen: Wanneer de stand draadloos ad-hoc is ingesteld op de printer: Selecteer Alleen computer-tot-computer netwerken en sluit het dialoogvenster Geavanceerd.
besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies. Voor Windows XP en Windows Server 2003: a. Selecteer in het configuratiescherm Netwerkverbindingen. b. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en selecteer Eigenschappen. c. Selecteer het tabblad Draadloze netwerken. d. Controleer of het keuzevakje Draadloos netwerk automatisch configureren is ingeschakeld. OPMERKING: Schrijf vooral de geldende draadloze instellingen van de computer op in stap d en f, u kunt ze dan later herstellen. e.
3. Controleer of het IP-adres op uw computer is toegewzen door DHCP. 4. Open de Dell Printer Configuration Web Tool met de WEB-browser. bijv.: http://168.254.1.1/ 5. Wijzig de draadloze instelling van de printer in de Dell Printer Configuration Web Tool. 6. Start de printer opnieuw. 7. Herstel de draadloze instelling op uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool.
OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies. Voor Windows XP en Windows Server 2003: a. Selecteer in het configuratiescherm Netwerkverbindingen. b. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en selecteer Eigenschappen. c.
Voor Windows Server 2008: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerkcentrum. c. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. d. Selecteer dell_device bij de items die worden genoemd in Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op onbeveiligd terrein begeeft. f. Klik op Sluiten in het dialoogvenster nadat u hebt bevestigd dat de verbinding is gelukt. Voor Windows Server 2008 R2 en Windows 7: a.
5. Wijzig de draadloze instelling van de printer in de Dell Printer Configuration Web Tool. 6. Start de printer opnieuw. 7. Herstel de draadloze instelling op uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies.
OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e.
i. Klik op de knop Omhoog als u de pas toegevoegde SSID naar bovenaan de lijst wilt verplaatsen. j. Klik op OK als u het dialoogvenster Eigenschappen wilt sluiten. OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d.
c. Blader omlaag en selecteer NetWerk. d. Blader omlaag en selecteer TCP/IP. e. Blader omlaag en selecteer IPv4. f. Blader omlaag en selecteer IP-adres. (Bereik Standaard IP-adres: 169.254.xxx.yyy) IP-adres 169.254.000.041* 3. Controleer of het IP-adres op uw computer is toegewzen door DHCP. 4. Open de Dell Printer Configuration Web Tool met de WEB-browser.
5. Maak de draadloze instelling van de printer aan in de Dell Printer Configuration Web Tool. 6. Start de printer opnieuw. 7. Herstel de draadloze instelling op uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies.
i. Klik op Omhoog als u de instelling naar bovenaan de lijst wilt verplaatsen. j. Klik op OK als u het dialoogvenster Eigenschappen wilt sluiten. OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d.
Netwerkvalidatie: Open Gegevenscodering: Uit Adhoc-netwerk: aangevinkt i. Klik op de knop Omhoog als u de pas toegevoegde SSID naar bovenaan de lijst wilt verplaatsen. j. Klik op OK als u het dialoogvenster Eigenschappen wilt sluiten. OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b.
2. Controleer het IP-adres op uw computer. 3. Stel het IP-adres op de printer in. a. Druk op de knop Menu. b. Blader naar het Beheermenu. c. Selecteer NetWerk. d. Selecteer TCP/IP. e. Selecteer IPadres ophalen. f. Selecteer Paneel. g. Blader terug naar IP-adres. h. Voer zelf het IP-adres in met de pijltoetsen op het bedieningspaneel en druk op de knop Enter. IP-adres 172.031.000.041* 4. Open de Dell Printer Configuration Web Tool met de WEB-browser.
5. Wijzig de draadloze instelling van de printer in de Dell Printer Configuration Web Tool. 6. Start de printer opnieuw. 7. Herstel de draadloze instelling op uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies.
i. Klik op Omhoog als u de instelling naar bovenaan de lijst wilt verplaatsen. j. Klik op OK als u het dialoogvenster Eigenschappen wilt sluiten. OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d.
OPMERKING: Schrijf vooral de geldende draadloze instellingen van de computer op in stap d en g, u kunt ze dan later herstellen. e. Klik op de knop Geavanceerd. f. Selecteer Alleen computer-tot-computer netwerken en sluit het dialoogvenster Geavanceerd. g. Klik op de knop Toevoegen zodat van het draadloze netwerk- eigenschappen verschijnen. h. Voer in het tabblad Koppeling de volgende informatie in en klik op OK.
Voor Windows Server 2008 R2 en Windows 7: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer dell_device uit de netwerkitems die staan vermeld in de beschikbare netwerklijst en klik op Verbinding maken. 2. Stel het IP-adres van het draadloze adapter van de printer in. a. Zet de instellingen voor het draadloze adapter terug naar de standaardwaarden. i. Druk op Menu op het bedieningspaneel van de printer.
vi. Klik op het sub-tabblad Draadloze LAN. vii. Wijzig de instelling SSID (uitgaande van uw Toegangspunt SSID) en wijzig Netwerktype inInfrastructuur. viii. Klik op de knop Nieuwe instellingen toepassen. 4. Wanneer de draadloze adapter van de printer goed is geconfigureerd, kunt u met behulp van de typisch methode voor het installeren van een netwerkprinter de installatie van het stuurprogramma voltooien. 5.
OPMERKING: Wanneer u een besturingssysteem hebt van vóór Windows 2000, maak dan de instellingen aan volgens de handleiding van de Wireless Settings Tool die door de fabrikant van de draadloze apparatuur wordt geleverd. Voor Windows Vista: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer de instelling die u naar de printer stuurt, uit de netwerk- items in de lijst in Verbinding met een netwerk maken. f.
OPMERKING: Schrijf vooral de geldende draadloze instellingen van de computer op in stap d en f, u kunt ze dan later herstellen. e. Klik op de knop Geavanceerd. f. Selecteer Alleen computer-tot-computer netwerken en sluit het dialoogvenster Geavanceerd. g. Klik op de knop Toevoegen zodat van het Draadloze netwerk de eigenschappen verschijnen. h. Voer in het tabblad Koppeling de volgende informatie in en klik op OK.
Voor Windows Server 2008 R2 en Windows 7: a. Open het Configuratiescherm. b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer dell_device uit de netwerkitems die staan vermeld in de beschikbare netwerklijst en klik op Verbinding maken. 3. Controleer de IP-, subnetmask- en gateway-adres op uw computer. e.g. IP: 192.168.1.1 Subnetmasker: 255.255.0.0 4.
7. Herstel de eerdere draadloze instellingen voor uw computer. OPMERKING: Als uw computer is voorzien van een tool voor de Draadloze printer-adapter, wijzig de draadloze instellingen dan met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies. Voor Windows XP en Windows Server 2003: a. Selecteer in het configuratiescherm Netwerkverbindingen. b.
b. Selecteer Netwerk en internet. c. Selecteer Netwerkcentrum. d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken. e. Selecteer de instelling die u naar de printer stuurt, uit de netwerk- items in de lijst in Verbinding met een netwerk maken. f. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op onbeveiligd terrein begeeft. g. Klik op Sluiten in het dialoogvenster nadat u hebt bevestigd dat de verbinding is gelukt. Voor Windows Server 2008: a.
Terug naar inhoud pagina Afdrukmediarichtlijnen Papier Transparanten Enveloppen Labels Opslag van afdrukmedia Identificatie van afdrukmediabronnen en specificaties Afdrukmedia omvatten papier, etiketten, enveloppen, gecoat papier en andere materialen. Uw printer biedt afdrukken van hoge kwaliteit op een ruime keuze aan afdrukmedia. De keuze van de juiste afdrukmedia voor uw printer is belangrijk voor het vermijden van afdrukproblemen.
problemen geven met de papierdoorvoer. Een gladheid tussen 150 en 250 Sheffield-punten geeft de beste afdrukresultaten. Vochtgehalte De hoeveelheid vocht in het papier heeft ook invloed op de afdrukkwaliteit en op het vermogen van de printer het papier gelijkmatig te verwerken. Laat het papier in de oorspronkelijke verpakking totdat u het gaat gebruiken. Zo voorkomt u dat het papier wordt blootgesteld aan wisselingen van de luchtvochtigheid die de prestaties nadelig kunnen beïnvloeden.
De afdrukkwaliteit kan minder zijn (met vlekken of hiaten in de tekst) bij afdrukken op talkpapier of zuurhoudend papier. Papier kiezen De juiste papierkeuze is belangrijk voor storingsvrij afdrukken, zonder dat het papier vastloopt. Ter voorkoming van vastlopen of slechte afdrukkwaliteit: Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier. Alvorens het papier in te leggen, controleert u de aanbevolen afdrukkant van het papier. Deze informatie staat gewoonlijk vermeld op de verpakking van het papier.
Raadpleeg de fabrikant of leverancier als u wilt weten of het voorgedrukt briefhoofdpapier dat u hebt gekozen daadwerkelijk geschikt is voor laserprinters. De richting van de pagina is belangrijk bij het afdrukken op voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier en voorgeperforeerd papier. In de volgende tabel ziet u de richting van het papier bij het plaatsen van briefhoofdpapier in de lade of invoer.
Voorkom dat de bladen aan elkaar plakken, waaier de stapel uit voordat u ze inlegt. U kunt geen transparanten in de printer gebruiken die niet wit zijn. Transparanten kiezen De printer kan direct afdrukken op transparanten die bedoeld zijn voor gebruik in laserprinters. De afdrukkwaliteit en de houdbaarheid hangen af van de kwaliteit van de transparant. U wordt geadviseerd een monster van printmedia te proberen voordat u er grote hoeveelheden van koopt.
ineengrijpende flappen hebben waar postzegels op zijn geplakt een kleefrand aan de buitenzijde hebben wanneer de flap open of gesloten is verbogen of gevouwen randen of hoeken hebben een ruw, gerimpeld, of geplooid oppervlak hebben Labels Uw printer kan afdrukken op veel van de etiketten die bedoeld zijn voor laserprinters. De kleeflaag, het papier (voor afdrukken) en de beschermlaag moeten alle bestand zijn tegen temperaturen van 205C (401F) en een druk van 1,76 kg/cm² (25 psi, pounds per square inch).
Als u afzonderlijke pakken met afdrukmedia buiten de oorspronkelijke doos bewaart, zorg dan dat ze op een egale ondergrond rusten, zodat de randen niet kromtrekken. Plaats geen voorwerpen bovenop een pak afdrukmedia. Identificatie van afdrukmediabronnen en specificaties De volgende tabellen bieden informatie over de vaste en als optie verkrijgbare afdrukmediabronnen.
MPF Lade 1 Als optie verkrijgbare 550 documentinvoer Als optie verkrijgbare duplexer Normaal (Licht) J* J* J* J* Normaal (Normaal) J J J J Normaal dik J J J J Voorbladen J J J J Voorbladen dik J J J N Gecoat normaal J J J J Gecoat dik J J J N Japans gecoat J J J J Transparant J N N N Label Normaal J J J N Label Dik J J J N Envelop J N N N Japanse Briefkaart J N N N Gerecycled J J J J Briefhoofd J J J J Voorgedrukt J J J J Geperfo
Kleur 64 Terug naar inhoud pagina -
Terug naar inhoud pagina Inleggen van de afdrukmedia Standaard-laden en Optionele laden Inleggen Printmedia in de standaard-laden en Optionele laden MPF Inleggen in de MPF De MPF gebruiken Liaden koppelen De functie Dubbelzijdig gebruiken Middelste uitvoerladegebruiken Uitbreiding van de uitvoerlade gebruiken Het juist inleggen van de afdrukmedia zorgt voor storingsvrij afdrukken, zonder dat het papier vastloopt.
In alle laden wordt het papier op dezelfde manier ingelegd. 1. Trek de lade zo ver mogelijk uit de printer. Houd de papierlade met beide handen vast, til de voorkant wat omhoog, en trek de lade uit de printer. 2. Schuif de breedtegeleiders naar de rand van de lade. De breedtegeleiders moeten volledig uitgeschoven zijn. OPMERKING: Duw voor de papiersoort Letter de hendel in de 8.5"-positie. 3. Schuif met behulp van de lengtegeleider de lade op het formaat van het papier.
5. Leg de afdrukmedia in de papierlade met de aanbevolen kant voor afdrukken boven. OPMERKING: Zorg dat de stapel niet boven het maximumstreepje in de lade uit komt. Als de lade te vol zit, kan het papier in de printer vastlopen. 6. Verstel ook de breedtegeleiders totdat die licht tegen de randen van de stapel papier aan rusten.
MPF Capaciteit De MPF kan bevatten: 150 vel standaardpapier. Afdrukmedia-afmetingen De MPF accepteert afdrukmedia van de volgende afmetingen: Breedte - 76,2 mm (3,00 inch) tot 220 mm (8,66 inch) Lengte - 127 mm (5,00 inch) tot 355,6 mm (14,00 inch) Inleggen in de MPF Behalve voor normaal papier kan de MPF worden gebruikt voor diverse andere formaten en soorten afdrukmedia, zoals enveloppen en transparanten. 1. Trek voorzichtig de klep van de MPF open. 2.
3. Leg alle media met de afdrukkant naar beneden en de bovenste rand eerst in de MPF. OPMERKING: Forceer de afdrukmedia niet in de enkele velinvoer. 4. Schuif beide breedtegeleiders totdat zij licht tegen de rand van de stapel afdrukmedia drukken. OPMERKING: Forceer de afdrukmedia niet in de enkele velinvoer. 5. Het is belangrijk dat de instelling van de papiersoort voor de MPF overeenkomt met de waarde voor de afdrukmedia die u hebt ingelegd. 6.
Wanneer u Envelope#10, Monarch of DL inlegt Wanneer u C5 inlegt VOORZICHTIG: Plaats hierin echter geen vensterenveloppen, enveloppen met een binnenbekleding of zelfklevende enveloppen. Dergelijke enveloppen kunnen vastlopen en schade aan de printer veroorzaken. OPMERKING: Let bij het inleggen van enveloppen op dat alle flappen goed gesloten zijn. OPMERKING: Als u enveloppen niet direct uit de verpakking in de MPF legt, kunnen ze kromtrekken.
De MPF gebruiken Leg voor een afdruktaak afdrukmedia van slechts één formaat en soort in. U bereikt een zo goed mogelijke afdrukkwaliteit als u afdrukmedia gebruikt van alleen hoge kwaliteit die is bedoeld voor gebruik in laserprinters. Zie voor meer richtlijnen voor de afdrukmedia "Afdrukmediarichtlijnen". Voer geen afdrukmedia toe of neem geen afdrukmedia uit wanneer er nog in de MPF zit of wanneer de printer bezig is af te drukken uit de MPF. Dit zou kunnen leiden tot vastlopen van het papier.
Dubbelzijdig afdrukken is alleen beschikbaar wanneer de als optie verkrijgbare duplexer op de printer is geïnstalleerd. Zie "Een Duplexer installeren" voor informatie over het installeren van de duplexer.
Uitbreiding van de uitvoerlade gebruiken De uitbreiding van de uitvoerlade is bedoeld om te voorkomen dat de afdrukmedia uit de printer vallen wanneer de afdruktaak is voltooid. Kijk of de uitbreiding van de uitvoerlade volledig is uitgeschoven voordat u een document gaat afdrukken.
Terug naar inhoud pagina Operatorpaneel Gebruik van de Operatorpaneel-knoppen Afdrukken van een pagina Paneelinstellingen Gebruik van de Operatorpaneel-knoppen Het operatorpaneel heeft een tweeregelig LCD-scherm (Liquid Crystal Display) van 16 tekens, zeven knoppen en twee indicatielampjes die knipperen wanneer de printer gereed is voor gebruik en wanneer er zich een fout voordoet. 1.
Afdrukken van een pagina Paneelinstellingen De pagina Paneelinstellingen toont de huidige instellingen voor de menu's van het Operatorpaneel. Bij gebruik van het Operatorpaneel 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de knop totdat Rapport/Lijst verschijnt, en druk dan op de knop 3. Druk op de knop totdat Paneelinstel verschijnt, en druk dan op de knop (Instellen). (Instellen). Dan wordt de pagina Paneelinstellingen afgedrukt. Bij gebruik van de werkset 1.
Terug naar inhoud pagina Printerinstellingen Afdrukken van een pagina printerinstellingen Gebruik van het Operatorpaneel voor het wijzigen van de printerinstellingen De Werkset gebruiken om de printerinstellingen te wijzigen Gebruik van Dell Printer Configuration Web Tool voor het wijzigen van de printerinstellingen Standaardwaarden herstellen U kunt de meeste systeeminstellingen wijzigen vanuit uw softwareprogramma's.
De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. Gebruik van het Operatorpaneel voor het wijzigen van de printerinstellingen U kunt de menu-onderdelen en bijbehorende waarden kiezen via het operatorpaneel. Wanneer u voor het eerst de menu's opent via het operatorpaneel, ziet u een sterretje (*) naast een waarde in de menu's. Overigens kunnen de fabrieksinstellingen van land to land verschillen. Dit sterretje markeert de oorspronkelijke fabrieksinstelling in elk menu.
De Werkset gebruiken om de printerinstellingen te wijzigen U kunt de menu-onderdelen en bijbehorende waarden kiezen via de Werkset. Overigens kunnen de fabrieksinstellingen van land to land verschillen. Deze instellingen blijven gelden totdat er nieuwe worden gekozen of de oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden hersteld. Als u een nieuwe waarde wilt instellen: 1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 3130cn Color Laser Printer® Werkset. Het dialoogvenster Printer selecteren opent. 2.
3. Printerinstell wordt weergegeven. Druk op de knop (Instellen). De pagina met de printerinstellingen wordt afgedrukt. Bij gebruik van de werkset 1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Dell 3130cn Color Laser Printer® Werkset. Het dialoogvenster Printer selecteren opent. 2. Klik op Dell 3130cn Color Laser PCL 6 die staat in de lijst Printernaam en klik daarna op OK. De Werkset opent. 3. Klik op het tabblad Printerinstellingenrapport. 4. Selecteer Rapporten in de lijst links op de pagina.
De Werkset opent. 3. Klik op het tabblad Printeronderhoud. 4. Selecteer Terugstellen in de lijst links op de pagina. De pagina Terugstellen verschijnt. 5. Klik op Starten. De printer wordt uitgeschakeld en de instellingen worden toegepast. NVRAM initialiseren voor Netwerkinstellingen U kunt het IP-adres en de netwerk-gerelateerde instellingen initialiseren door NVRAM voor Netwerkinstellingen te initialiseren. 1. Druk op de knop Menu. (Instellen). 2.
Terug naar inhoud pagina Begrip van de Werkset-menu's Printerinstellingenrapport Printeronderhoud Diagnose U kunt de Werkset gebruiken voor het bekijken of specificeren van de printerinstellingen. U kunt de Werkset ook gebruiken voor een diagnose van de printerinstellingen. De Werkset bestaat uit de tabbladen Printerinstellingenrapport, Printeronderhoud en Diagnose.
Het weergeven van de menu-instellingen van de printer. Mogelijkheden: Systeeminstellingen Stroomspaar-timerstand 1 Geeft aan hoe lang de printer wacht voordat hij terugschakelt naar de energiebesparingsstand 1 na het voltooien van een afdruktaak. Stroomspaar-timerstand 2 Geeft aan hoe lang de printer wacht voordat hij terugschakelt naar de energiebesparingsstand 2 na het voltooien van een afdruktaak.
Normaal Toont de instellingen voor de zwarting op normaal papier. Label Toont de instellingen voor de zwarting op etiketpapier. Automatische registratieinstelling Automatische registratie-instelling Toont of de aanpassing van de kleurregistratie automatisch wordt aangepast. Hoogte regelen Hoogte regelen Toont de hoogte van de locatie waar de printer is geïnstalleerd. Geen Dell-toner Geen Dell-toner Toont of er een tonercartridge van een andere fabrikant gebruikt kan worden.
Kleurtestpagina Klik als u een kleurtestpagina wilt afdrukken. TCP/IP-instellingen Toepassing: Het weergeven van de huidige instellingen voor het TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) protocol. Mogelijkheden: IP-adresmodus Toont de methode voor het verkrijgen van het IP-adres. IP-adres Toont het IP-adres van de printer. Subnetmasker Toont het subnetmasker. Gateway-adres Toont het gateway-adres.
Waarsch.toon Papier op toon Toner laag toon Uit* Er klinkt geen toon wanneer een probleem optreedt. Aan Er klinkt een toon wanneer een probleem optreedt. Uit* Er klinkt geen toon wanneer het papier van de printer op is. Aan Er klinkt een toon wanneer het papier van de printer op is. Uit* Er klinkt geen toon wanneer toner of ander verbruiksmateriaal opraakt. Aan Er klinkt een toon af wanneer toner of ander verbruiksmateriaal opraakt.
Uitschakelen RAM-disk*3 50-500MB*4 50-1000MB* 5 Oneven 2zijdig Vervangende lade mm / inch Wijst geen RAM toe aan het disk-bestandssysteem. De taken Veilige afdruk en Proefafdruk worden geannuleerd en zo vastgelegd in het logboek. Wijst automatisch RAM aan het disk-bestandssysteem toe. 1-zijdig* De oneven laatste pagina wordt ondersteboven het papier afgedrukt. 2-zijdig De oneven laatste pagina wordt in de normale richting het papier afgedrukt.
Nieuwe instellingen toepassen Druk, na het voltooien van de instellingen, op de knop Nieuwe instellingen toepassen en voer de wijzigingen door. Start de printer opnieuw op om nieuwe instellingen toe te passen Voer de wijzigingen door door op de knop Start de printer opnieuw op om nieuwe instellingen toe te passente drukken. Registratie-instelling Toepassing: Het instellen van de Instellingen kleurregistratie (individueel geel, magenta, cyaan correctie).
Nieuwe instellingen toepassen toepassen en voer de wijzigingen door. Start de printer opnieuw op om nieuwe instellingen toe te passen Voer de wijzigingen door door op de knop Start de printer opnieuw op om nieuwe instellingen toe te passente drukken. Terugstellen Toepassing: Het initialiseren van het NV-geheugen (Niet Vluchtige) voor systeemparameters.
Normaal dik Voorbladen Voorbladen dik Etiket Gecoat Papiersoort lade 1 Gecoat dik Specificeert het soort papier dat is geladen in lade 1. Gerecycled Gecoat JPN Briefhoofd Voorbedrukt Geperforeerd Kleur Auto* Papierformaat lade 1 Aangpst formaat Specificeert het papierformaat dat is geladen in lade 1. Lade 1 Aangepast formaat - Y Bepaalt de lengte van papier met aangepast formaat dat in lade 1 is gelegd. Het beschikbare bereik is van 210 mm (8,3 inch) tot 355 mm (14,0 inch).
Uit Toont niet een pop-upmelding waarin wordt gevraagd MPFpapiersoort en MPF-papierformaat in te stellen wanneer papier geladen is in lade MPF. Aan* Toont een pop-upmelding waarin wordt gevraagd MPF-papiersoort en MPF-papierformaat in te stellen wanneer papier geladen is in lade MPF.
Letter (8,5 x 11") Foilo (8,5 x 13") Legal (8,5 x 14") Executive (7,25 x 10,5") Monarch (3,875 x 7,5") DL (110 x 220 mm) MPF-papierformaat Bepaalt het formaat van het papier dat in de MPF wordt gelegd. C5 (162 x 229 mm) Envelop #10 (4,125 x 9,5") Briefkaart JPN Youkei 2 (114 x 162 mm) Youkei 3 (98 x 148 mm) Youkei 4 (105 x 235 mm) Youchoukei 3 (120 x 235 mm) Choukei 3 (120 x 235 mm) Aangpst formaat MPF Aangepast formaat - Y Bepaalt de lengte van papier met aangepast formaat dat in de MPF is gelegd.
Een willekeurige waarde tussen 169.254.1.0 tot 169.254.254.255 die op dat moment niet in het netwerk in gebruik is, wordt ingesteld als IP-adres. Het subnetmasker is ingesteld als 255.255.0.0. AutoIP* IPDHCP adresmodus BOOTP Stelt het IP-adres in met behulp van DHCP. Stelt het IP-adres in met behulp van BOOTP. RARP Stelt het IP-adres in met behulp van RARP. Handmatig ingesteld Voor handmatige instelling van het IP-adres. Voor het handmatig instellen van het IP-adres dat is toegewezen aan de printer.
Grafiekafdruk Toepassing: Verschillende schema's die gebruikt kunnen worden de diagnose van de printer. Mogelijkheden: Genereert volle halftoonpagina's voor Geel, Magenta, Cyaan en zwart. Genereert ook pagina's om de Configuratiegrafiek pitch te controleren. Er worden vijf pagina's gegenereerd. Het schema wordt afgedrukt op papier van tekenbreedte het formaat A4 of Letter. Configuratiegrafiek Genereert een schema om het afdrukken van ghosts te controleren. Er wordt één pagina ghost gegenereerd.
Terug naar inhoud pagina De Printermenu's begrijpen Rapport/Lijst Beheermenu Lade-instelling Opslag afdruk Paneelvergrendeling instellen Als uw printer is geconfigureerd als een netwerkprinter die beschikbaar is voor een aantal gebruikers, kan de toegang tot het Beheermenu worden beperkt. Dit voorkomt dat andere gebruikers via het operatorpaneel onbedoeld een standaardinstelling van een gebruiker van de printer te wijzigen die is ingesteld door de beheerder.
PS-letterlijst Toepassing: Het afdrukken van een voorbeeld van de beschikbare PostScript-lettertypen. Zie ook: "Lettertypen begrijpen", "Afdrukken van een lettertypenlijst" Taakgeschied Toepassing: Het afdrukken van een gedetailleerde lijst van de afdruktaken die verwerkt zijn. Deze lijst bevat de laatste 20 taken. Foutengeschied Toepassing: Het afdrukken van een gedetailleerde lijst van papierstoringen en fatale fouten.
OPMERKING: De waarden die zijn gemarkeerd met een asterisk (*) zijn de oorspronkelijke menu-instellingen affabriek. Ethernet Toepassing: Het opgeven van de communicatiesnelheid en de duplex-instellingen voor Ethernet. De wijziging wordt van kracht wanneer u de printer uit- en weer in- hebt geschakeld. Mogelijkheden: Auto* Voor automatische detectie van de Ethernet-instellingen. 10Base Half Voor gebruik van 10base-T half-duplex. 10Base Full Voor gebruik van 10base-T vol-duplex.
Dubbele stapel* IPmodus IPv4-modus Stelt het IP-adres in met behulp van IPv4. IPv6-modus Stelt het IP-adres in met behulp van IPv6. AutoIP* Stelt het IP-adres automatisch in. IPadres ophalen IPv4 BOOTP Stelt het IP-adres in met behulp van BOOTP. RARP Stelt het IP-adres in met behulp van RARP. DHCP Stelt het IP-adres in met behulp van DHCP. Paneel Maakt het invoeren van het IP-adres via het operatorpaneel mogelijk.
IPX* 1 E-mailwaarschuw Uitschakelen Schakelt de IPX uit. Inschakelen* Schakelt de functie E-Mailwaarschuwing in. Uitschakelen Schakelt de functie E-Mailwaarschuwing uit. Inschakelen* Geeft toegang tot Dell Printer Configuration Web Tool die in de printer is ingebouwd. Uitschakelen Schakelt de toegang tot Dell Printer Configuration Web Tool die in de printer is ingebouwd, uit. Inschakelen* Schakelt AppleTalk in. Uitschakelen Schakelt AppleTalk uit. Inschakelen* Schakelt Bonjour(mDNS) in.
Uit* Uitschakelen van de functie IP-filter voor Filter n. Nr.n/Modus (n is 1-5.)* 1 Accepteren Accepteert de toegang voor het gespecificeerde IP-adres. Weigeren Blokkeert de toegang vanaf het gespecificeerde IP-adres. * 1 Dit onderdeel is alleen beschikbaar voor LPD of Port9100. IEEE 802.1x Toepassing: De IEEE 802.1x-validatie uitschakelen. De wijziging wordt van kracht wanneer u de printer uit- en weer in- hebt geschakeld. OPMERKING: Dit item wordt wordt alleen weergegeven wanneer de IEEE 802.
Mogelijkheden: Inschakelen* De parallelle interface is ingeschakeld. Uitschakelen De parallelle interface is uitgeschakeld. ECP Toepassing: Het bepalen van de ECP-communicatiestand van de parallelle interface. De wijziging wordt van kracht wanneer u de printer uit- en weer in- hebt geschakeld. Mogelijkheden: Inschakelen* De ECP-communicatiestand is ingeschakeld. Uitschakelen De ECP-communicatiestand is uitgeschakeld.
Adobe Protocol Toepassing: Het bepalen van het PostScript-communicatieprotocol voor de USB-interface. U kunt de instellingen van het Adobe Protocol configureren voor het bekabelde netwerk. De wijziging wordt van kracht wanneer u de printer uit- en weer in- hebt geschakeld. Mogelijkheden: Auto Wordt gebruikt bij auto-detectie van het PostScript-communicatieprotocol. Standaard Wordt gebruikt wanneer het communicatieprotocol in ASCII-interface is.
Bedien paneel Uit* Er klinkt geen toon wanneer de invoer van het operatorpaneel juist is. Onjuiste toets Uit* Er klinkt geen toon wanneer de invoer van het operatorpaneel onjuist is. Apparaat gereed Uit* Er klinkt geen toon wanneer de printer gereed is voor gebruik. Aan Aan Aan Taak voltooid Er klinkt een toon wanneer de invoer van het operatorpaneel juist is. Er klinkt een toon wanneer de invoer van het operatorpaneel onjuist is. Er klinkt een toon wanneer de printer gereed is voor gebruik.
Paneeltaal Toepassing: Het bepalen van de keuze van de taal van de tekst in het operatorpaneel-scherm. Mogelijkheden: English* Français Italiano Deutsch Español Dansk Nederlands Norsk Svenska Auto logafdruk Toepassing: Het automatisch afdrukken van een log van voltooide taken na iedere 20 taken. Mogelijkheden: Uit* Genereert niet automatisch een log van voltooide taken. Aan Genereert automatisch een log van voltooide taken.
Aan* Drukt de ontvangen gegevens af als tekstgegevens. Uit Drukt de ontvangen gegevens niet af. Scheidingsvel Toepassing: Het bepalen van de positie van het scheidingsvel en ook van de lade waarin het scheidingsvel is gelegd. Deze functie is beschikbaar voor het PCL-stuurprogramma, maar is niet beschikbaar voor het PS-stuurprogramma. Mogelijkheden: Scheidingsvel Invoegpositie Uit* Er wordt niet een scheidingsvel ingevoegd. Voor Drukt af aan het begin van het document.
Groter formaat Kiest ter vervanging het eerstvolgende grotere formaat. Als er geen groter papierformaat beschikbaar is, kiest de printer het eerstvolgende formaat. Eerst volg form Kiest ter vervanging het eerstvolgende formaat. MPFinvoer Vervangt papier uit de MPF. mm/inch Toepassing: Bepaalt de maateenheid die wordt aangegeven achter de numerieke waarde op hett operatorpaneel. Mogelijkheden: millimeter (mm) Selecteert millimeter als de standaard meeteenheid.
Toepassing: Het specificeren van de instellingen van papierzwarting. Mogelijkheden: Normaal Etiket Normaal* Licht Normaal* Licht BTR instellen VOORZICHTIG: De afdrukkwaliteit verandert afhankelijk van de instelwaarden die u kiest voor dit onderdeel. Toepassing: Voor het specificeren van de spanningsaanpassing van de overdraagrol voor iedere papiersoort.
Fuser instellen VOORZICHTIG: De afdrukkwaliteit verandert afhankelijk van de instelwaarden die u kiest voor dit onderdeel. Toepassing: Voor het aanpassen van de temperatuurinstelling van de fuser voor iedere papiersoort.
Kleurreg-instel Toepassing: Opgeven of u de aanpassing van de kleurregistratie zelf wilt uitvoeren. U moet zelf de kleurregistratie aanpassen bij de eerste installatie van de printer en wanneer de printer is verplaatst. OPMERKING: De functie Kleurreg-instel kan worden geconfigureerd wanneer Auto kleurregin op Uit staat. Mogelijkheden: Auto Voert automatisch Kleurregistratie-correctie uit. correctie Drukt een kleurregistratieschema af.
Opslag wissen Toepassing: Het wissen van alle bestanden die zijn opgeslagen als Veilig, Opslag en Proefafdruk op de als optie verkrijgbare harde schijf. OPMERKING: Het menu Opslag wissen wordt alleen weergegeven als de als optie verkrijgbare harde schijf is geïnstalleerd in uw printer. V schijf format Toepassing: De als optie verkrijgbare harde schijf formatteren. OPMERKING: Het menu V schijf format wordt alleen weergegeven als de als optie verkrijgbare harde schijf in uw printer is geïnstalleerd.
Lade 2* 1 Het papier wordt ingevoerd via de 550 documentinvoer. MPF Het papier wordt ingevoerd uit de MPF. *1 Wordt alleen weergegeven wanneer een als optie verkrijgbare 550 documentinvoer op de printer is geïnstalleerd. Papierformaat Toepassing: Voor keuze van het meest gangbare papierformaat. Mogelijkheden: A4* 1 A5 B5 Letter* 1 8.
Bindrand Aan Er wordt op beide zijden van het papier afgedrukt. Lange rand omsl* Er wordt uitgegaan van het inbinden langs de lange rand van de pagina. (Linker rand voor staand formaat en bovenste rand voor liggend formaat) Korte rand omsl Er wordt uitgegaan van het inbinden langs de korte rand van de pagina. (Bovenrand voor staand formaat en linker rand voor liggend formaat) Lettertype Toepassing: Het opgeven van het standaard lettertype uit de in de printer geregistreerde letterypen.
Toepassing: Voor keuze van een stel lettertekens en symbolen voor het gekozen lettertype. Mogelijkheden: ROMAN-8* ISO L1 ISO L2 ISO L5 ISO L6 PC-8 PC-8 DN PC-775 PC-850 PC-852 PC-1004 PC-8 TK WIN L1 WIN L2 WIN L5 DESKTOP PS TEXT MC TEXT MS PUB MATH-8 PS MATH PI FONT LEGAL ISO-4 ISO-6 ISO-11 ISO-15 ISO-17 ISO-21 ISO-60 ISO-69 WIN 3.0 WINBALT SYMBOL WINGDINGS DNGBTSMS Lettergrootte Toepassing: Voor keuze van de lettergrootte bij schaalbare typografische lettertypen.
Zie ook: "Tekenbreedte en tekenhoogte" Formulierregel Toepassing: Voor instellen van het aantal regels op een pagina. Mogelijkheden: 64* 1 Specificeert de waarden in veelvoud van 1. 5-128 * 1 Dit zijn specifieke, per land verschillende fabrieksinstellingen. Het printer stelt de afstand tussen de regels tekst (de verticale regelafstand) in op basis van menu-onderdelen Formulierregel en Richting. Kies eerst de juiste Formulierregel en Richting instellingen, voordat u de Formulierregel waarde kiest.
die naar de printer zijn gestuurd, afgedrukt in hexadecimale waarden en lettertekens. De besturingscodes worden niet uitgevoerd. Mogelijkheden: Uitschakelen* Voor uitschakelen van de Hex Dump functie. Inschakelen Voor inschakelen van de Hex Dump functie. Conceptmodus Toepassing: Om toner te besparen door vlot afdrukken in een voorlopige conceptkwaliteit. De afdrukkwaliteit zal minder zijn wanneer u afdrukt met de conceptkwaliteit. Mogelijkheden: Uitschakelen* Om niet af te drukken in de conceptmodus.
OPMERKING: De waarden die zijn gemarkeerd met een asterisk (*) zijn de oorspronkelijke menu-instellingen affabriek. PS-foutrapport Toepassing: Het bepalen of de printer de inhoud van fouten afdrukt voor een PostScript-fout. De wijziging wordt van kracht wanneer u de printer uit- en weer in- hebt geschakeld. Mogelijkheden: Aan* Er wordt foutbericht afgedrukt voordat de taak wordt beëindigd. Uit De afdruktaak wordt beëindigd zonder dat een foutbericht wordt afgedrukt.
specificeert. Mogelijkheden: Zwart-wit Voor afdrukken in zwart-wit of grijstinten. Kleur* Voor afdrukken in kleur. Paneelinstel Gebruik het menu Paneelinstel voor het instellen van een wachtwoord zodat niet iedereen toegang heeft tot de menu's. Zo wordt voorkomen dat instellingen per ongeluk worden gewijzigd. OPMERKING: De waarden die zijn gemarkeerd met een asterisk (*) zijn de oorspronkelijke menu-instellingen affabriek.
Mogelijkheden: Normaal* Normaal dik Transparant Voorbladen Voorbladen dik Etiket Gecoat Gecoat dik Envelop Gerecycled Japans gecoat Briefkaart JPN Papiersoort Briefhoofd Voorgedrukt Geperforeerd Kleur Normaal zijde2 Norm dik zijde2 Voorbladen z2 Voorblad dik z2 Gecoat z2 Gecoat dik z2 Gerecycl z2 Gecoat JPN z2 Briefk. JPN z2 Kleur zijde2 A4 A5 B5 Driverzijde* Letter 8.
Youkei 2 Env Youkei 3 Env Youkei 4 Env Youchou 3 Env Choukei 3 Env Aangpst formaat MPF-modus Popup weergeven Doorgaan met afdrukken, ook als het papier dat is opgegeven in het printen DriverGespec* stuurprogramma niet overeenkomt met het papier dat vanaf het operatorpaneel is geconfigureerd voor de MPF.
Kleur Papierformaat Auto* Aangpst formaat Lade 2 Toepassing: Bepalen welk formaat papier in de als optie verkrijgbare 550 documentinvoer is gelegd. Mogelijkheden: Normaal* Normaal dik Voorbladen Voorbladen dik Etiket Gecoat Papiersoort Gecoat dik Gerecycled Japans gecoat Briefhoofd Voorgedrukt Geperforeerd Kleur Papierformaat Auto* Aangpst formaat Opslag afdruk Dit Opslag afdruk menu biedt enkele speciale afdrukmogelijkheden zoals Veilige afdruk en Proefafdruk.
Proefafdruk Toepassing: Voor afdrukken van een enkel exemplaar om het afdrukresultaat te controleren alvorens alle andere exemplaren af te drukken. Zo kunt u voorkomen dat een eventuele vergissing een groot aantal malen wordt afgedrukt. Mogelijkheden: Verwd na afdruk Drukt de taak af en verwijdert dan de gegevens uit het afdrukgeheugen. Afdruk en opslg Drukt de taak af en slaat dan de gegevens op in het afdrukgeheugen. Verwijderen Verwijdert de taak uit het afdrukgeheugen.
"Wijzig wachtwrd" Uitschakelen van de paneelvergrendeling 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de knop totdat Beheermenu verschijnt en druk dan op de knop 3. Voer het wachtwoord in en druk op daarna op de knop 4. Druk op de knop 6. Druk op de knop Terug naar inhoud pagina (Instellen). totdat Paneelinstel verschijnt, en druk dan op de knop 5. Paneelvergrend wordt weergegeven. Druk op de knop (Instellen). (Instellen). (Instellen). totdat Uitschakelen verschijnt, en druk dan op de knop (Instellen).
Terug naar inhoud pagina Uw printer-software begrijpen Hulpprogramma Printerinstellingen Installeer met behulp van de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD die bij uw printer is geleverd een combinatie van software-programma's die past bij uw besturingssysteem. De volgende software-programma's werken alleen onder Windows. Zij werken niet onder Macintosh, UNIX of Linux.
4. Als u telefonisch wilt bestellen, belt u het nummer dat verschijnt onder de kopregel Telefonisch bestellen. Gebruikers-installatiedisk aanmaakfunctie Het programma User Setup Disk Creating Tool dat u vindt in de map MakeDisk van de map Utilities op de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD en de printerstuurprogramma's op de Stuurprogramma's-CD en hulpprogramma's worden gebruikt voor het aanmaken van speciale stuurprogramma-installatiepakketten die aangepaste stuurprogrammainstellingen bevatten.
2. In het venster Snelstartprogramma vindt u vier knoppen: Statusvenster, Werkset, Updater en Problemen\noplossen. Klik op knop X knop in de rechter bovenhoek van het venster als u het wilt sluiten. Voor nadere details, klikt u op de knop Help voor elk van de applicaties. Statusvenster De knop Statusvenster opent het venster Afdrukstatus. Zie "Afdrukken-statusvenster". Werkset U kunt met de Werkset de verschillende instellingen voor de printer instellen. Zie "Begrip van de Werkset-menu's.
Terug naar inhoud pagina Afdrukken Tips voor succesvol afdrukken Een afdruktaak naar de printer sturen Annuleren van een afdruktaak Afdrukken van een rapportpagina Gebruik van de functie Afdrukken en Bewaren Dit hoofdstuk geeft tips voor het afdrukken, voor het afdrukken van lijsten met informatie over uw printer en voor het annuleren van een afdruktaak. Tips voor succesvol afdrukken Tips voor de Opslag van afdrukmedia Berg uw afdrukmedia goed op.
3. Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Wijzig de printerinstellingen voor de taak (zoals de pagina's die u wilt afdrukken en het aantal exemplaren). 4. Klik op Voorkeursinstellingen als u de systeeminstellingen wilt instellen die niet beschikbaar waren in het eerste scherm, en klik op OK. 5. Klik op OK of Afdrukken en zend de taak naar de printer van uw keuze. Annuleren van een afdruktaak U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren.
Er verschijnt een lijst van beschikbare printers. 2. Dubbelklik op De printer dat u hebt gekozen bij het versturen van de taak. Er verschijnt een lijst met afdruktaken in het printervenster. 3. Selecteer de taak die u wilt annuleren. 4. Druk op de Delete-toets van uw toetsenbord. Afdrukken van een rapportpagina U kunt via het menu Rapport verscheidene instellingen afdrukken voor uw printer, waaronder printerinstellingen, paneelinstellingen en een lettertypenlijst.
standby nadat de printerinstellingenpagina is afgedrukt. Als er een andere mededeling verschijnt tijdens het afdrukken van deze pagina, zie dan de online Help voor nadere informatie. Afdrukken van een lettertypenlijst U kunt voorbeelden afdrukken van alle lettertypen die op dat moment voor uw printer beschikbaar zijn: Bij gebruik van het Operatorpaneel 1. Druk op de knop Menu. 2. Druk op de knop totdat Rapport/Lijst verschijnt en druk dan op de knop 3.
Vanuit elk van de menu-onderdelen Veilige afdruk of Proefafdruk hebt u drie mogelijkheden: Afdruk en opslg Verwd na afdruk Verwijderen OPMERKING: Als u een afdruktaak als Veilige afdruk of Proefafdruk wilt verzenden, selecteert u Veilige afdruk of Proefafdruk in Taaksoort in het tabblad Papier/uitvoer van het dialoogvenster Printing Preferences. Afdrukken van opgeslagen taken en proefafdruk-taken Bij gebruik van het Operatorpaneel 1. Druk op de knop Menu. 2.
Wanneer u kiest voor Veilige afdruk vanuit Opslag afdruk na het kiezen van uw gebruikersnaam, verschijnt het volgende prompt: [************] Voer met de knoppen op het operatorpaneel een numeriek wachtwoord in voor uw vertrouwelijke afdruktaak. Terwijl u het wachtwoord invoert, wordt de vertrouwelijkheid van het wachtwoord gewaarborgd. Als u een ongeldig wachtwoord invoert, verschijnt de mededeling Onjuist wachtwop het scherm.
Terug naar inhoud pagina Instellingen opgeven voor gedeeld afdrukken Aanwijzen en afdrukken Peer-to-Peer U kunt uw nieuwe printer met anderen delen op een netwerk, gebruik daarvoor de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD die bij uw printer is geleverd, of via de methode aanwijzen-en-afdrukken of de methode "peer-to-peer" van Microsoft ®.
4. Klik op Extra stuurprogramma's en selecteer de besturingssystemen van alle netwerk-cliënten die afdrukken met deze printer. 5. Klik op Toepassen, en klik dan op OK. Controleer of de printer naar behoren wordt gedeeld: Controleer of het printer-object in de mapPrinters, Printers en faxapparaten of Apparaten en printers aangeeft dat deze printer wordt gedeeld. Een pictogram van gedeeld gebruik wordt onder het printerpictogram weergegeven. Blader door het Netwerk of Mijn netwerklocaties.
d. Klik op het tabblad Algemeen op Testpagina afdrukken. Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is het installeren van de printer voltooid. Windows Vista, Windows Vista 64-bit Edition 1. Klik op het Windows-bureaublad van de client-computer op Start® Netwerk. 2. Zoek de hostnaam van de server-computer op en dubbelklik op de hostnaam. 3. Klik met de rechtermuisknop op de gedeelde printernaam, en klik dan op Verbinding maken. 4. Klik op Stuurprogramma installeren. 5.
Peer-to-Peer Bij gebruik van de "peer-to-peer"-methode wordt het printerstuurprogramma in zijn geheel geïnstalleerd op elke client-computer. De netwerk-clients behouden de controle over de wijzigingen van het stuurprogramma. De cliënt-computer zorgt voor het afhandelen van de afdruktaak. Windows XP, Windows XP 64-bit Edition, Windows Server 2003, Windows Server 2003 x64 Edition, Windows 2000, Windows NT 4.0 1. Klik opStart® Printers en faxapparaten (Printers voor Windows 2000). 2.
3. Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer, toevoegen en klik vervolgens op Volgende. Als de printer in de lijst voorkomt, selecteert u de printer en klikt u op Volgende of selecteert u De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst. en typt u het pad van de printer in het tekstvakje Een gedeelde printer op naam selecteren en klikt op Volgende. De server host-naam is de naam van de server-computer waaronder die is geregistreerd op het netwerk.
2. Klik op Een printer toevoegen om het Printer toevoegen hulpprogramma te starten. 3. Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen. Indien de printer staat vermeld, selecteer de printer dan en klik op Volgende, of selecteer De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst. Klik op Een gedeelde printer op naam selecteren en typ het pad van de printer in het tekstvakje, klik vervolgens op Volgende. Bijvoorbeeld: \\\ De server host-
Terug naar inhoud pagina Lettertypen begrijpen Letterontwerp en lettertypen Bitmap-lettertypen en Schaalbare lettertypen Residente lettertypen Tekensets Letterontwerp en lettertypen Een lettertype is een samenstel van lettertekens en symbolen die zijn gebaseerd op een bepaald ontwerp. Het specifieke ontwerp noemen we een letterontwerp. De letterontwerpen die u kiest verlenen een zekere persoonlijkheid aan een document. Zorgvuldig gekozen letterontwerpen maken een document beter leesbaar.
Bij proportionele (of typografische) lettertypen kan elk letterteken zijn eigen specifieke breedte hebben. En aangezien bij proportionele lettertypen de breedte dus uiteenloopt, wordt de grootte van het lettertype hier uitgedrukt in de tekenhoogte, in punten. De tekenhoogte geeft hier de hoogte in punten van de lettertekens in het lettertype. Een punt is gedefinieerd als 1/72 inch.
Schaalbare lettertypen (ook wel contour- of outline fonts genoemd) worden vastgelegd als computerprogramma's die de contouren van de letters in het lettertype als formules beschrijven. Telkens wanneer u letters in een schaalbaar lettertype afdrukt, maakt de printer een bitmap van de tekens in de door u gekozen puntgrootte en slaat deze tijdelijk in het afdrukgeheugen op. Deze tijdelijke bitmap-lettertypen worden gewist wanneer u de printer uitschakelt of reset.
AntiqueOlv Bd ITC AvantGarde Gothic Demi Oblique Bodoni Roman CG Omega Bodoni Italic CG Omega It Bodoni Bold CG Omega Bd Bodoni Bold Italic CG Omega BdIt Bodoni Poster Bodoni Poster Compressed Garamond Antiqua ITC Bookman Light Garamond Krsv ITC Bookman Light Italic Garamond Hlb ITC Bookman Demi Garamond KrsvHlb ITC Bookman Demi Italic Carta Courier Chicago Courier It Clarendon Roman Courier Bd Clarendon Bold Courier BdIt Clarendon Light Cooper Black LetterGothic Cooper Black Italic
Symbol Goudy Oldstyle Italic Goudy Bold Wingdings Goudy Bold Italic Goudy Extra Bold Line Printer Helvetica Helvetica Oblique Times Roman Helvetica Bold Times It Helvetica Bold Oblique Times Bd Helvetica Narrow Times BdIt Helvetica Narrow Oblique Helvetica Narrow Bold Helvetica Helvetica Narrow Bold Oblique Helvetica Ob Helvetica Condensed Helvetica Bd Helvetica Condensed Oblique Helvetica BdOb Helvetica Condensed Bold Helvetica Condensed Bold Oblique CourierPS Hoefler Text CourierPS
N C Schbk It New Century Schoolbook Bold Italic N C Schbk Bd NewYork N C Schbk BdIt Optima Roman Optima Italic ITC A G Go Bk Optima Bold ITC A G Go BkOb Optima Bold Italic ITC A G Go Dm Oxford ITC A G Go DmOb Palatino Roman Palatino Italic ZapfC MdIt Palatino Bold Palatino Bold Italic ZapfDingbats Stempel Garamond Roman Stempel Garamond Italic Stempel Garamond Bold Stempel Garamond Bold Italic Symbol Tekton Regular Times Roman Times Italic Times Bold Times Bold Italic Times New Roman Times
Univers 63 Extended Bold Oblique Wingdings ITC Zapf Chancery Medium Italic ITC Zapf Dingbats Tekensets Een tekenset is de verzameling van letters en cijfers, leestekens en speciale symbolen die deel uitmaken van het lettertype dat u hebt gekozen. Tekensets ondersteunen bijvoorbeeld het schrift van diverse talen en speciale toepassingen, zoals de wiskundige symbolen die in de wetenschap gebruikt worden.
Terug naar inhoud pagina Meldingen van de Printer begrijpen Het operatorpaneel van de printer laat meldingen zien die de actuele staat van de printer beschrijven en geeft een aanduiding van mogelijke printerproblemen die u moet oplossen. In dit onderdeel wordt een lijst van alle printermeldingen gegeven, wordt uitgelegd wat zij betekenen en wordt vermeld hoe u de meldingen kunt wissen.
016-340 Herstart printer Contact onderst Er is een communicatiefout opgetreden in het Netwerkprotocoladapter. AlsBerichtRetour Zet de printer uit en daarna weer aan. Neemt contact op met Dell als dit het probleem niet verhelpt. Zie "Contact opnemen met Dell". Zet de printer uit en daarna weer aan. Controleer het volgende: Is de Draadloze printer-adapter stevig in de gleuf op de controller-kaart gestoken? 016-338 Herstart printer Drdls herinstal Er is een fout opgetreden in de Draadloze printer-adapter.
NNN-NNN papierstoring. Open XXX XXX duidt een lade aan die u opent. Verwijder papier Fout NNN-NNN heeft te maken met printerproblemen. Open & sluit Voorpaneel Trek de aangeduide lade naar buiten en maak het papierpad vrij. Zie "Vastgelopen papier verwijderen" De aangeduide printcassette ontbreekt of is niet goed in de printer geplaatst. Plaats PrintCart XXX staat voor één van de volgende: NNN-NNN Zwarte Zet de aangeduide printcassette opnieuw in.
Contact onderst CRUM ID 009-NNN Herinstalleren XXX Zie "Vervangen van de riemeenheid" Er is een niet-ondersteunde eenheid Neem de niet-ondersteunde eenheid uit en plaats er geïnstalleerd. een die wel wordt ondersteund. XXX duidt een lade aan die u vervangt. Zie "Oderhoud van uw Printer" Voorklep van de printer is open. Sluit de aangeduide klep. Voorklep sluiten 077-300 Voorpaneel is open Laad XXX Het papier dat in de aangeduide lade is gelegd, heeft niet het juiste formaat.
PDL-verzoek 016-720 Dataschending Druk op Ongeldige taak 016-799 Dataschending Druk op Druk op de knop (Instellen) en wis de melding, annuleer de actuele afdruktaak en voer eventueel Fout doet zich voor die verband met een volgende afdruktaak uit. problemen met de PDL-emulatie. Annuleer de afdruktaak door op de knop Cancel te drukken. Annuleer de afdruktaak door op de knop Cancel te drukken.
Terug naar inhoud pagina Vastgelopen papier verwijderen Voorkomen van vastlopend papier Opzoeken van de plaats waar papier is vastgelopen Verwijderen van vastgelopen papier uit de MPF Verwijderen van vastgelopen papier uit de standaard-lade Verwijderen van vastgelopen papier uit de Fuser Verwijderen van vastgelopen papier uit de als optie verkrijgbare Duplexer Verwijderen van vastgelopen papier uit de als optie verkrijgbare Invoer Vastlopen van het papier is meestal te voorkomen door keuze v
De volgende afbeelding laat zien waar in de printer afdrukmedia kan vastlopen. OPGELET: Gebruik geen gereedschap of instrumenten om vastgelopen papier te verwijderen. De printer zou daardoor permanent beschadigd kunnen worden. 1 Fuseereenheid 2 Duplexer (als optie verkrijgbaar) 3 Voorpaneel 4 MPF 5 550 documentinvoer (als optie verkrijgbaar) 6 Lade 1 Verwijderen van vastgelopen papier uit de MPF VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de printcassettes tegen fel licht, sluit de voorklep binnen vijf minuten.
2. Neem de lade voor 250 vel uit de printer en trek het papier dat nog vastzit uit de printer. Als er geen vastgelopen papier te vinden is of als het moeilijk te verwijderen is, ga dan door met de volgende stap om het vastgelopen papier uit de printer te verwijderen. 3. Open met een druk op de knop aan de rechterkant de voorklep en verwijder het vastgelopen papier. Controleer of er geen snippers papier in de printer zijn achtergebleven. 4. Sluit de voorklep. 5.
6. Open en sluit de voorklep. Verwijderen van vastgelopen papier uit de standaard-lade VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de printcassettes tegen fel licht, sluit de voorklep binnen vijf minuten. Als de voorklep langer dan vijf minuten open blijft staan, kan dat gevolgen hebben voor de afdrukkwaliteit. OPMERKING: Het foutbericht dat verschijnt in het operatorpaneel, verdwijnt als u alle vastgelopen afdrukmedia uit de printer verwijdert. 1. Trek Lade 1 zo ver mogelijk uit de printer.
4. Open met een druk op de knop aan de rechterkant de voorklep en verwijder het vastgelopen papier. Controleer of er geen snippers papier in de printer zijn achtergebleven. 5. Sluit de voorklep. 6. Schuif de Lade 1 in de printer en druk de lade zover mogelijk aan.
OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden. Verwijderen van vastgelopen papier uit de Fuser VOORZICHTIG: Zorg dat er niets in aanraking komt met of krassen maakt op het oppervlak (de zwarte folie) van de riemeenheid. Krassen, vuil of vettige vingerafdrukken op de folie van de riemeenheid kunnen de afdrukkwaliteit aantasten.
De Fuser is heet. Niet aanraken dus, want u zou zich kunnen branden. 4. Open het deksel van de Fuser en verwijder het vastgelopen papier. 5. Sluit het deksel van de Fuser en druk de hendels aan weerszijden van de Fuser omlaag. 6. Vergewis u ervan dat er geen papiersnippers in Fuser zijn achtergebleven en sluit dan de voorklep.
Verwijderen van vastgelopen papier uit de als optie verkrijgbare Duplexer VOORZICHTIG: Zorg dat er niets in aanraking komt met of krassen maakt op het oppervlak (de zwarte folie) van de riemeenheid. Krassen, vuil of vettige vingerafdrukken op de folie van de riemeenheid kunnen de afdrukkwaliteit aantasten. VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de printcassettes tegen fel licht, sluit de voorklep binnen vijf minuten.
5. Sluit de voorklep. Verwijderen van vastgelopen papier uit de als optie verkrijgbare Invoer VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de printcassettes tegen fel licht, sluit de voorklep binnen vijf minuten. Als de voorklep langer dan vijf minuten open blijft staan, kan dat gevolgen hebben voor de afdrukkwaliteit. OPMERKING: Het foutbericht dat verschijnt in het operatorpaneel, verdwijnt als u alle vastgelopen afdrukmedia uit de printer verwijdert. 1. Trek de lade zo ver mogelijk uit de printer.
3. Trek het vastgelopen papier voorzichtig los zodat het niet scheurt. Als de papierstoring zich zo niet gemakkelijk laat verhelpen, verwijder het vastgelopen papier dan als volgt uit de printer. 4. Open met een druk op de knop aan de rechterkant de voorklep en verwijder het vastgelopen papier. Controleer of er geen snippers papier in de printer zijn achtergebleven. 5. Sluit de voorklep.
OPMERKING: Als de melding van vastgelopen papier niet is verdwenen als u de voorklep hebt gesloten, trek dan de lade voor 250 vel uit de printer en verwijder het vastgelopen papier. 6. Schuif de papierlade terug in de printer en duw de lade zover mogelijk aan. OPGELET: Druk niet al te hard tegen de lade. Daardoor zou de lade of het binnenwerk van de printer beschadigd kunnen worden.
Terug naar inhoud pagina Gids voor het verhelpen van storingen Simpele problemen met de printer Schermweergaveproblemen Afdrukproblemen Afdrukkwaliteitsproblemen Problemenmet papierstoring/uitlijning Problemen met optionele accessoires Overige problemen Contact opnemen met de servicedienst Simpele problemen met de printer Sommige problemen met de printer kunt u zelf vrij eenvoudig verhelpen.
Afdrukproblemen Probleem Oplossing Kijk of Afdruk gereed verschijnt in het operatorpaneel voordat u een afdruktaak naar de printer stuurt. Druk op de knop Menu als u wilt terugkeren naar Afdruk gereed. Kijk of er wel afdrukmedia in de printer is geplaatst. Druk op de knop Menu als u wilt terugkeren naar Afdruk gereed. Controleer of de printer staat ingesteld op de juiste pagina-beschrijvingstaal (PDL). Controleer of u het juiste printerstuurprogramma gebruikt.
De taak wordt afgedrukt uit de verkeerde papierbron of op de verkeerde afdruk media. Controleer de Papiersoortin het menu Lade-instelling op het operatorpaneel van de printer en in het printerstuurprogramma. De afdrukmedia worden niet netjes opgestapeld in de uitvoerlade. Leg de stapel afdrukmedia andersom in de papierlade of de MPF. De printer drukt niet tweezijdig af. Papier is gekruld in de laden.
Controleer of de juiste afdrukmedia wordt gebruikt. Zie "Ondersteunde papierformaten". Als het De taak niet het geval is, gebruik dan de afdrukmedia die wordt aanbevolen voor de printer. 5 is voltooid. Is het probleem opgelost? Controleer of de vier oranje linten en vier gele linten goed zijn verwijderd van de printcassette. Verwijder de linten als dat niet geval is. 6 Zie "Vervangen van printcassettes". Ga naar actie 6. De taak is voltooid. Ga naar actie 7. De taak is voltooid.
Oplossing 1 Controleer of de printcassettes juist zijn geplaatst. Zie "De printcassettes plaatsen". Is het probleem opgelost? Ja Nee De taak is voltooid. Ga naar actie 2. Vervang de printcassette als u een reserve-exemplaar hebt. 2 1. Vervang de printcassette. Zie "De printcassettes plaatsen" en "Vervangen van printcassettes". 2. Klik, wanneer u de printcassette hebt vervangen, op Grafiekafdruk on het De taak is tabblad Diagnose. voltooid. 3. Klik op de knop Configuratiegrafiek tekenbreedte.
4 Het afdrukmediaoppervlak kan ongelijkmatig zijn. Probeer of het helpt de instelling Papiersoort in het printerstuurprogramma te wijzigen. Wijzig bijvoorbeeld normaal papier in dik papier. 1. Wijzig de instelling Papiersoort op het tabblad Papier/uitvoer. De taak is voltooid. Ga naar actie 5. Is het probleem opgelost? Controleer of de juiste afdrukmedia wordt gebruikt. Zie "Ondersteunde papierformaten". Als het De taak niet het geval is, gebruik dan de afdrukmedia die wordt aanbevolen voor de printer.
De Configuratiegrafiek tekenbreedte wordt afgedrukt. Is het probleem opgelost? Een deel of de gehele uitvoer is zwart. Oplossing 1 Ja Controleer of de printcassettes juist zijn geplaatst. Zie "De printcassettes plaatsen". De taak is voltooid. Is het probleem opgelost? Nee Ga naar actie 2. Zorg dat de Uitvoerkleur is ingesteld op Kleur (Auto) in het printerstuurprogramma. 2 1. Op het tabblad Grafieken dient u ervoor te zorgen dat het Uitvoerkleur is ingesteld op Kleur (Auto). De taak is voltooid.
2. Klik op de knop Configuratiegrafiek tekenbreedte. 1 De Configuratiegrafiek tekenbreedte wordt afgedrukt. 3. Vergelijk de kleurstippen op uw uitvoer met die op de Configuratiegrafiek tekenbreedte en probeer het probleem te localiseren. Printcassette- 2 Fuser - 3 Hoofdeenheid van de printer neem contact op met Dell. Neem contact op met Dell. Is de oorzaak van het probleem gevonden? Vervang de printcassette als u een reserve-exemplaar hebt. 2 1. Vervang de printcassette.
De Configuratiegrafiek tekenbreedte wordt afgedrukt. Is het probleem opgelost? Ghosting Oplossing Probeer de oorzaak van het probleem te vinden met behulp van de Configuratiegrafiek ghost. 1 1. Start de Werkset en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose. 2. Klik op de knop Configuratiegrafiek ghost. Det Configuratiegrafiek ghost wordt afgedrukt. Ja Nee Ga verder met de actie die overeenkomt met het type ghosting. Neem contact op met Dell.
Rafelige tekens Oplossing Zet de Afdrukmodusop Hoge kwaliteit in het printerstuurprogramma. 1 1. Selecteer op het tabblad Grafieken Hoge kwaliteit bij Afdrukmodus. Is het probleem opgelost? Stel Bitmaptekst bijwerken in in de printerstuurprogramma. 2 1. Zet op het tabblad Geavanceerd Bitmaptekst bijwerken bij Items op Aan.
2 Grafiekafdruk on het tabblad Diagnose. 3. Klik op de knop MQ-grafiek. De taak is voltooid. op met Dell. De MQ-grafiek wordt afgedrukt. Is het probleem opgelost? Gekreukt/gevlekt papier Oplossing Controleer of de juiste afdrukmedia wordt gebruikt. Zie "Ondersteunde papierformaten". Als het niet het geval is, gebruik dan de afdrukmedia die wordt aanbevolen voor de printer. 1 Is het probleem opgelost? Condensatie in de printer is er de oorzaak van dat papier kreukelt.
Oplossing Zorg dat de marges juist zijn ingesteld op de toepassing die wordt 1 gebruikt. Is het probleem opgelost? Ja Nee De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. De kleurregistratie is verschoven. Oplossing Ja Nee De taak is voltooid. Ga naar actie 2. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Voer automatisch Kleurregistratie-instelling uit. 1 1. Start de Werkset en klik op Registratie-instelling op het tabblad Printeronderhoud 2.
Ga verder met de actie die overeenkomt met het type afdrukmedia dat wordt gebruikt: 1 Controleer dat de lade 1 goed is opgezet. Is het probleem opgelost? Dik - 2a Dun - 2b Gecoat - 2c De taak is voltooid. Bij het uitvoeren van dubbelzijdig afdrukken, ga naar actie 2d. Bij gebruik van ander papier dan het bovengenoemde of bij het niet uitvoeren van dubbelzijdig afdrukken, gaat u naar actie 2e. 2a Gebruik dik papier van 216 gr/m of minder.
Papierstoring afsluiten Zorg dat de fuser juist is geïnstalleerd. Oplossing 1 2 Vervang de fuser. Zie "Vervangen van de Fuser". Is het probleem opgelost? Vervang de printcassette. Zie "De printcassettes plaatsen". Is het probleem opgelost? Ja Nee De taak is voltooid. Ga naar actie 2. De taak is voltooid. Neem contact op met Dell. Vastgelopen papier door meerdere vellen Oplossing 1 2 3 4a 4b 5 Controleer dat de lade 1 goed is opgezet.
De volgende tabel geeft een overzicht van de als optie verkrijgbare accessoires voor de printer en de oplossingen voor problemen die zich kunnen voordoen. Bel onze klantenservice, als de gegeven oplossing niet het gewenste effect heeft. Probleem Oplossing Controleer of de 550 documentinvoer goed op de printer is aangesloten. Installeer de 550 documentinvoer opnieuw. Zie "Verwijderen van de 550 documentinvoer" en "De 550 documentinvoer installeren". Kijk of de afdrukmedia goed zijn ingelegd.
Terug naar inhoud pagina Printerstuurprogramma's installeren Persoonlijke Printerinstallatie Netwerk Printerinstelling De pagina met de printerinstellingen afdrukken en controleren Lokale Netwerkprinterinstelling Externe Netwerkprinterinstelling Beveiliging instellen Instructies voor verhelpen van storingen Persoonlijke Printerinstallatie 1. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in uw computer om de Eenvoudige installatie navigator te starten.
Microsoft ® Windows® XP, Windows Server® 2008, Windows Server 2008 R2, Windows Vista® of Windows 7 Firewall Uitschakelen voordat u de Printersoftware gaat Installeren OPMERKING: Deze stap kunt u wellicht overslaan als u het Windows XP Service Pack 2 hebt geïnstalleerd.
OPMERKING: Als de CD niet automatisch wordt gestart klikt u op Start® Alle Programma's (voor Windows Vista en Windows 7)® Accessoires (voor Windows Vista en Windows 7)® Uitvoeren en daarna typt u D:\setup_assist.exe (waarbij D de letter is van uw CD-station) en daarna klikt u op OK. 2. Start de installatiesoftware door op Aangepaste installatie te drukken. 3. Selecteer Netwerkinstallatie, en klik op Volgende. 4. Selecteer Lokale installatie en klik op Volgende. 5.
1. Start de functie Dell Printer Configuration Web Tool. 2. Klik op de koppeling E-mailwaarschuwing. 3. Onder de E-maillijsten en -waarschuwingen instellen voert u de Primaire SMTP-gateway en het Antwoordadres in en toetst u tevens uw e-mailadres of dat van de hoofdbeheerder in in het e-maillijstvakje. 4. Klik op Nieuwe instellingen toepassen. OPMERKING: De SMTP-server laat Verbinding wordt opgebouwd zien totdat er zich een fout voordoet.
Het Firewall-bestand en de printer delen OPMERKING: Deze stap is verplicht in Windows Vista, Windows Vista 64-bit Edition, Windows XP, Windows XP 64-bit Edition, Windows XP, Windows Server 2008, Windows Server 2008 64-bit Edition, Windows Server 2008 R2 64-bit Edition, Windows 7 en Windows 7 64-bit Edition. Voor Windows Vista: 1. Klik op Start® Configuratiescherm. 2. Selecteer Beveiliging. 3. Klik op Windows Firewall. 4. Klik op Instellingen wijzigen. 5. Klik op Doorgaan. 6.
2. Selecteer Beveiligingscentrum. 3. Klik op Windows Firewall. 4. Selecteer in het tabblad Uitzonderingen het keuzevakje Bestands- en printerdeling en klik op OK. Start Extern register OPMERKING: Deze stap is verplicht in Windows Vista, Windows Vista 64-bits Edition, Windows 7 en Windows 7 64-bit Edition. 1. Klik op Start® Configuratiescherm. 2. Selecteer Systeem en onderhoud (Systeem en beveiliging voor Windows 7). 3. Klik op Systeembeheer. 4. Dubbelklik op Services. 5.
2. Dubbelklik op Gebruikersaccounts. 3. Klik op Gebruikersaccountbeheer in- of uitschakelen. 4. Verwijder de selectie van het keuzevakje Gebruik Gebruikersaccountbeheer (UAC) om uw computer beter te beveiligen. 5. Klik op OK. 6. Start de computer opnieuw op. Voor Windows Server 2008 R2: 1. Klik op Starten® Configuratiescherm. 2. Selecteer Gebruikersaccounts. 3. Klik op Gebruikersaccounts. 4. Klik op Instellingen voor Gebruikersaccountbeheer wijzigen. 5. Beweeg de schuifbalk onderaan en klik dan op OK. 6.
Eenvoudige bestandsdeling uitschakelen OPMERKING: Deze stap is verplicht in Windows XP en Windows XP 64-bit Edition. 1. Klik op Start® Configuratiescherm. 2. Selecteer Vormgeving en Thema's. 3. Selecteer Mapopties. 4. In het tabblad Beeld selecteer het keuzevakje Eenvoudig delen van bestanden gebruiken (aanbevolen) en klik op OK. 5. Klik op Start®Configuratiescherm. 6. Selecteer Prestaties en onderhoud. 7. Selecteer Systeembeheer. 8. Klik op Lokaal beveiligingsbeleid. 9.
lijst staat vermeld, vernieuwt u de lijst door op Vernieuwen te klikken of u klikt u op Printer toevoegen zodat u zelf een printer aan de lijst kunt toevoegen. Op dit punt kunt u het IP-adres en de naam van de poort invoeren. OPMERKING: Bij gebruik van AutoIP verschijnt 0.0.0.0 in het installatiescherm. U kunt pas verder als u een geldig IP-adres hebt ingevoerd. 6. Kies de printerinstellingen en klik op Volgende. a. Voer de naam van de printer in. b.
4. Paneelvergrend wordt weergegeven. Druk op de knop 5. Druk op de knop (Instellen). totdat Inschakelen verschijnt en druk dan op de knop (Instellen). 6. Druk op Cancel als u wilt terugkeren naar het vorige menu. 7. Druk op de knop (Instellen). totdat Wijzig wachtwrd verschijnt en druk dan op de knop 8. Voer ter bevestiging van het wachtwoord dat u hebt ingevoerd, het wachtwoord opnieuw in en druk dan op de knop (Instellen). Het wachtwoord is gewijzigd.
Het dialoogvenster Printer selecteren opent. 2. Klik op Dell 3130cn Color Laser PCL 6 die staat in de lijst Printernaam en klik daarna op OK. De Werkset opent. 3. Klik op het tabblad Printeronderhoud. 4. Selecteer Terugstellen in de lijst links op de pagina. De pagina Terugstellen verschijnt. 5. Klik op Starten. De printer wordt uitgeschakeld en de instellingen worden toegepast.
Terug naar inhoud pagina Afdrukken met Web-services op Apparaten (WSD) Rollen van Afdrukservices toevoegen Printerinstelling Dit hoofdstuk geeft informatie over het afdrukken over een netwerk met WSD, het nieuwe Windows Vista ®, Windows Server® 2008, Windows Server 2008 R2 en Windows ® 7-protocol van Microsoft ®.
1. Klik op Starten® Configuratiescherm® Hardware en geluiden® Printers (Starten® Apparaten en printers voor Windows Server 2008 R2 en Windows 7). 2. Klik op Een printer toevoegen als u het hulpprogramma Printer toevoegen wilt starten. 3. Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer. 4. Selecteer uit de lijst van beschikbare printers er één die u wilt gebruiken en klik daarna op Volgende.
Terug naar inhoud pagina Oderhoud van uw Printer Bepalen van de toestand van benodigdheden Besparen op materiaalkosten Bestellen van benodigdheden Opslag van afdrukmedia Opslag van verbruiksmaterialen Vervangen van printcassettes Vervangen van de Fuser Vervangen van de scheidingsrol Vervangen van de riemeenheid Bijstellen van de Kleurregistratie Als u een optimale afdrukkwaliteit wilt handhaven, zult u regelmatig bepaalde onderhoudstaken aan uw printer moeten verrichten.
Bestellen van benodigdheden U kunt via Internet bij Dell de verbruiksmaterialen bestellen bij gebruik van een netwerkprinter. Toets het IP-adres van uw printer in in uw Internet-browser, start de functie Dell Printer Configuration Web Tool functie en klik op Bestel supplies op: als u toner voor uw printer wilt bestellen. U kunt ook printcassettes bestellen op de volgende manier. 1. Klik op Start® Alle programma's® Dell Printers® Aanvullende kleurenlasersoftware® Dell Supplies Management System.
In een omgeving met bijtende gassen of dampen. In een omgeving met zilte lucht. Vervangen van printcassettes OPGELET: Voordat u één van de volgende handelingen verricht, leest en volgt u vooral eerst de veiligheidsvoorschriften in uw Productinformatiegids. VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de printcassettes tegen fel licht, sluit de voorklep binnen vijf minuten. Als de voorklep langer dan vijf minuten open blijft staan, kan dat gevolgen hebben voor de afdrukkwaliteit.
1. Het is belangrijk dat u, voordat u de printcassette vervangt, erop let dat de kleur van de nieuwe printcassette overeenkomt met de kleur die op de hendel staat aangegeven. Schud de printcassette vijf of zes keer heen en weer zodat de toner gelijkmatig wordt verdeeld. 2. Haal de printcassette uit de verpakking. OPMERKING: Bescherm de drum tegen fel licht, verwijder de oranje beschermende kap pas van de printcassette als u de cassette in de gleuf in de printer plaatst. 3.
5. Verwijder de oranje beschermende kap van de geplaatste printcassette en gooi deze weg. 6. Sluit de voorklep. Vervangen van de Fuser OPGELET: Een AANWIJZING VOOR EEN VEILIG GEBRUIK attendeert u op het gevaar van schade, persoonlijk letsel of een ongeval met dodelijke afloop. OPGELET: Vermijd elektrische schokken, schakel eerst de printer uit en trek de stekker uit het geaarde stopcontact alvorens u enig onderhoud gaat verrichten.
3. Licht de valopening op totdat deze rechtop staat. 4. Maak de hendels los door ze op te tillen en vervolgens naar buiten aan beide zijden van de fuser. 5. Houd de geïnstalleerde fuser aan beide zijden vast, trek hem naar de voorzijde van de printer zodat de aansluiting aan de rechterzijde loskomt, licht de fuser vervolgens op en neem hem uit.
Installeren van een nieuwe fuser 1. Haal de nieuwe fuser uit de verpakking en houd beide zijden van de fuser vast. 2. Laat de connector van de fuser in de richting van de sleuf wijzen en duw de fuser in de sleuf. OPMERKING: Het is belangrijk dat u de connector van de fuser stevig op z'n plaats zet. 3. Maak de beide hendels aan uiteinden van de fuser vast. 4. Laat de valopening tot in de horizontale stand zakken. 5. Sluit de voorklep.
Vervangen van de scheidingsrol Er zijn drie scheidingsrollen in de printer die zo nu en dan moeten worden vervangen. Er zit er één in de lade en de andere zitten binnenin in de printer. Zoals in dit hoofdstuk wordt getoond, worden alle scheidingsrollen op dezelfde manier vervangen. OPGELET: Vermijd elektrische schokken, schakel eerst de printer uit en trek de stekker uit het geaarde stopcontact alvorens u enig onderhoud gaat verrichten.
3. Draai de scheidingsrol totdat de rolhaak zichtbaar is. 4. Trek de haak van de scheidingsrol uit de groef in de as en schuif dan de scheidingsrol naar rechts. Installeren van een nieuwe scheidingsrol in lade 1 1. Breng het gat van de nieuwe scheidingsrol tegenover de as. 2.
groef van de as terechtkomt. 3. Sluit de klep van de scheidingsrol zodat beide zijden op hun plaats klikken. 4. Leg papier in lade 1 en zet de lade in de printer. Verwijderen van de gebruikte scheidingsrol die zich binnenin de printer bevindt 1. Trek lade 1 voorzichtig uit de printer. Houd de papierlade met beide handen vast, til de voorkant wat omhoog en trek de lade uit de printer.
2. Draai de scheidingsrol totdat u de rolhaak kunt zien. OPMERKING: De rol bevindt zich ongeveer op 165 mm (6,5 inch) aan de binnenzijde van de printer, gemeten vanaf de voorzijde van de opening van de papierlade. 3. Trek de haak van de scheidingsrol uit de groef in de as en schuif dan de scheidingsrol naar links. 4. Herhaal stap 2 en 3 en verwijder de andere scheidingsrol uit het binnenste van de printer.
1. Breng het gat van de nieuwe scheidingsrol tegenover de as. 2. Schuif de scheidingsrol langs de as zodat de uitstekende punten volledig in de sleuven passen en de rolhaak weer in de groef van de as terechtkomt. 3. Zet de lade in de printer. Vervangen van de riemeenheid OPGELET: Voordat u één van de volgende handelingen verricht, leest en volgt u vooral eerst de veiligheidsvoorschriften in uw Productinformatiegids.
Dell riemeenheden zijn alleen via Dell verkrijgbaar. Zie "Contact opnemen met Dell", als u telefonisch wilt bestellen. U wordt geadviseerd een Dell-riemeenheid voor uw printer te gebruiken. Dell geeft geen garantie bij problemen die veroorzaakt worden door accessoires, onderdelen of materialen die niet door Dell zijn geleverd. Verwijderen van de gebruikte riemeenheid OPMERKING: Neem eventuele afdruktaken uit de middelste uitvoerlade en sluit de klep van de MPF voordat u de voorklep opent.
Installeren van een nieuwe riemeenheid 1. Haal de nieuwe riemeenheid uit de verpakking. 2. Steek de linkerpen in het bijbehorende gat aan de linkerzijde van de riemeenheid, breng de rechterpen tegenover de groef en duw dan op de rechterzijde van de riemeenheid zodat deze op zijn plaats komt. 3. Sluit de riemeenheid door deze naar beneden te trekken tot u een klik hoort. 4. Verwijder de folie-afdekking van de geplaatste riemeenheid en gooi deze weg.
5. Sluit de voorklep. Bijstellen van de Kleurregistratie Ga als volgt te werk, als u de kleurregistratie wilt bijstellen wanneer u de printer voor het eerst installeert of wanneer u de printer hebt verplaatst. Afdrukken van het Kleurregistratieschema Bij gebruik van het Operatorpaneel 1. Druk op de knop Menu. (Instellen). 2. Druk op de knop totdat Beheermenu verschijnt, en druk dan op de knop 3. Druk op de knop totdat Onderhoud verschijnt, en druk dan op de knop 4.
De Werkset opent. 3. Klik op het tabblad Printeronderhoud. 4. Selecteer Registratie-instelling in de lijst links op de pagina. De pagina Registratie-instelling verschijnt. 5. Klik op de knop Starten naast de Kleurregistergrafiek. Dan wordt het kleurregistratieschema afgedrukt. Bepalen van de waarden Aan de hand van de strepen rechts van het G (Geel), M (Magenta), en C (Cyaan) patroon, kunt u de waarden van de rechtste lijnen aflezen.
7. Druk eenmaal op en verplaats zo de cursor naar de volgende waarde. 8. Herhaal de stappen 6 en 7 totdat u alle cijfers voor Nummer invoeren hebt ingevoerd en druk op de knop (Instellen). 9. Druk op de knop totdat Kleurreg schema verschijnt, en druk dan op de knop Het kleurregistratieschema wordt dan afgedrukt met de nieuwe waarden. (Instellen). 10. De Kleurregistratie-instelling is voltooid wanneer de rechtste G (Geel), M (Magenta) and C (Cyan) lijnen naast de 0-lijn staan.
Terug naar inhoud pagina Verwijderen van optionele accessoires Verwijderen van de 550 documentinvoer Verwijderen van een Duplexer Verwijderen van geheugen Verwijderen van een harde schijf De Netwerkprotocol-adapter verwijderen Verwijderen van de Draadloze printer-adapter Als de printer moet worden verplaatst of de printer en de optionele accessoires voor het verwerken van afdrukmedia moeten worden vervoerd naar een nieuwe locatie, moeten alle optionele accessoires voor de verwerking van afdruk
4. Til de printer voorzichtig van de lade-module en laatste printer op een vlak oppervlak. OPGELET: Ga voorzichtig te werk, til de printer met twee mensen op aan de voor- en achterzijde. Til de printer nooit op aan de rechter- en linkerzijde. 5. Schuif lade 1 in de printer en druk de lade zover mogelijk aan. 6. Sluit alle kabels, ook het netsnoer, weer aan aan de achterzijde van de printer en zet de printer aan.
VOORZICHTIG: Bescherm de trommels van de printcassettes tegen fel licht, sluit de voorklep binnen vijf minuten. Als de voorklep langer dan vijf minuten open blijft staan, kan dat gevolgen hebben voor de afdrukkwaliteit. 1. Kijk of de printer is uitgeschakeld. 2. Druk op de knop aan de zijkant en open de voorklep. VOORZICHTIG: Zorg dat er niets in aanraking komt met of krassen maakt op het oppervlak (de zwarte folie) van de riemeenheid.
6. Sluit de voorklep. Verwijderen van geheugen 1. Kijk of de printer is uitgeschakeld. 2. Draai de schroef op de bedieningspaneelklep naar links en open de klep. 3. Trek de twee vergrendelingen aan beide randen van de aansluiting tegelijkertijd naar buiten en haal het geheugen omhoog.
4. Houd het geheugen vast en trek het uit. 5. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts. Verwijderen van een harde schijf 1. Kijk of de printer is uitgeschakeld. 2. Draai de schroef op de bedieningspaneelklep naar links en open de klep.
3. Draai de twee schroeven uit de harde schijf aan de achterzijde van het bedieningspaneel. 4. Houd de lage rand van de harde schijf vast, verbreek de aansluiting van de connector en neem de harde schijf los van het bedieningspaneel. 5. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts. De Netwerkprotocol-adapter verwijderen 1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Koppel daarna alle kabels aan de achterzijde van de printer los. 2.
3. Verwijder de netwerkprotocol-adapter door de haken van de adapter los te maken. 4. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts. 5. Sluit alle kabels, ook het netsnoer, weer aan aan de achterzijde van de printer en zet de printer aan. Verwijderen van de Draadloze printer-adapter 1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Koppel daarna alle kabels aan de achterzijde van de printer los. 2. Draai de schroef op de bedieningspaneelklep naar links en open de klep. 3.
4. Plaats de kap van de aansluiting van de draadloze printeradapter. 5. Sluit de bedieningspaneelklep en draai de schroef naar rechts.
Terug naar inhoud pagina Printerspecificatiies Besturingssysteem-geschiktheid Stroomvoorziening Afmetingen Geheugen Pagina-beschijvingstaal (PDL)/emulatie, besturingssysteem en interface Omgeving Kabels Besturingssysteem-geschiktheid Uw Dell™ 3130cn Color Laser Printer is geschikt voor Windows ® (2000, XP, XP x64, Vista, Vista x64, 7, 7 x64, Server 2003, Server 2003 x64, Server 2008, Server 2008 x64, Server 2008 R2 x64, NT 4.0), Mac OS X (10.2.8/10.3.9/10.4.x/10.5.x), Novell ® (3.12, 3.2, 4.
Basisgeheugen 256 MB Maximaal geheugen 1280 MB (256+1024 MB) Aansluiting 200 pens DDR2 SO-DIMM DIMM-formaat 512 MB, 1024 MB Snelheid PC2-4200, PC2-5300 Pagina-beschijvingstaal (PDL)/emulatie, besturingssysteem en interface PDL/emulaties PostScript 3, PCL 6, PCL5e Microsoft ® Windows 7/7 x64/Server 2008 R2 x64/Vista/Vista x64/Server 2008/Server 2008 x64/XP/XP Besturingssystemen x64/Server 2003/Server 2003 x64/2000 (SP3 of later)/NT 4.0, Mac OS X (10.2.8, 10.3.9, 10.4.x, 10.5.
Toegestane vochtigheid bij opslag 5-85% relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) Hoogte Werking Tot 3.100 meter (10.000 voet) Opslag 70.9275 Kpa Chemische emissies Ozon-concentratie 0,019 mg/m 3 Kabels Uw aansluitkabel moeten voldoen aan de volgende vereisten: Aansluitingstype Aansluitingsspecificaties en symbolen 1 2 3 4 Parallel USB Draadloos Ethernet IEEE1284 USB2.0 IEEE802.11b/802.
Terug naar inhoud pagina Afdrukken met UX Filter (UNIX) Overzicht Installeren van het UX Filter Verwijderen van het UX-filter Afdrukken en gebruik van de hulpprogramma's Voorzorgsmaatregelen en beperkingen Overzicht Het UX Filter Dit hoofdstuk beschrijft de kenmerken van het UX filter en de werkomgeving ervan.
Voor gebruik van het UX filter Controleer de volgende punten alvorens u het UX filter gaat gebruiken. Voordat u het werkstation instelt, dient u eerst de printer te installeren, als volgt. 1. Zorg dat de lpd-aansluiting goed werkt, wanneer u de netwerk-omgeving gebruikt. Als de lpd-aansluiting niet werkt, zet u LPD op Aan via het bedieningspaneel. (Verplicht) Zie "Protocol" voor nadere informatie.
txt2ps2 Tekstconversie-hulpprogramma sunras2ps2 SunRaster conversie-hulpprogramma /usr/local/dellbin3130 tiff2ps2 TIFF conversie-hulpprogramma xwd2ps2 XWD conversie-hulpprogramma dellpsif Invoerfilter dellposttxt3130cn Symbolisch koppelingsbestand voor het oproepen van txt2ps2 /usr/lib/lp/postscript dellpostps3130cn Symbolisch koppelingsbestand voor het oproepen van dellpsif dellbinpath3130 Directory-beschrijvingsbestand voor de UX filter afdrukfunctie /usr/lib/lp/model Model interface prog
Solaris 1. Installeer de printer en het netwerk. 2. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in het lokale werkstation. 3. Start het installatieprogramma om de installatie te beginnen. 4. Afdrukken om de printer te testen. HP-UX 1. Installeer de printer en het netwerk. 2. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in het lokale werkstation. 3. Start het installatieprogramma om de installatie te beginnen. 4. Afdrukken om de printer te testen.
1. Set Local Printer 2. Set Remote Printer Enter Process No (1/2)? : 1 6. Tik de apparaatnaam voor de aansluiting. Enter port-device-name? [/dev/ecpp0] : /dev/bpp0 VOORZICHTIG: Kies het apparaatbestand in de beschikbare communicatieverbinding. 7. Als er Set Remote Printer is gekozen, tikt u de hostnaam voor de server in of de hostnaam voor de printer.
Installatieprocedure OPMERKING: De hostnaam van de uitvoerprinter die u wilt kiezen in stap 6 moet van tevoren zijn geregistreerd met een sam commando. 1. Plaats de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD in het CD-ROM- station van het locale werkstation. 2. Meld u aan als 'root account' en neem het installatiescript over van de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD. VOORZICHTIG: Als u geen "root" privileges hebt, raadpleegt u dan uw systeembeheerder.
Verwijderen van het UX-filter Betreffende het verwijderen Het UX-filter is niet voorzien van een verwijderprogramma. Om het UX-filter te verwijderen, gaat u als volgt te werk. VOORZICHTIG: Voor de hier beschreven procedure is aanmelden als "root account" nodig. Als u geen "root" privileges hebt, raadpleegt u dan uw systeembeheerder. Solaris 1. Verwijder de printer die is geregistreerd in het systeem. Gebruik de printernaam die was gecreëerd tijdens de installatie, in het lpadmin commando.
# sam 2. Verwijder alle directories of folders die UX-filters bevatten en de bestanden in deze directories of folders die tijdens het installeren zijn aangemaakt. De volgende directories moeten verwijderd worden. /usr/local/dellbin3130 (directory gekozen tijdens de installatie) Afdrukken en gebruik van de hulpprogramma's Afdrukken (Solaris) Dit gedeelte biedt informatie voor afdrukken met gebruik van het filter.
kiest u het volgende. % lp -d dell3130cn -y landscape -y letter bestandsnaam De volgende opties zijn te specificeren via het lp commando. Voor afdrukken van tekstbestanden: OPMERKING: Er wordt afgedrukt volgens de lengte en breedte ingesteld via het lpadmin commando. -y double Stelt in op 2-koloms afdrukken. -y landschap Draait de pagina 90° en gebruikt het papier in liggende (landschap) oriëntering. -y lettergrootte=n Stelt de lettergrootte in op n punten.
a4 Voer papier in vanuit de lade met A4 papier (210 x 297 mm). a5 Voer papier in vanuit de lade met A5 papier (148 x 210 mm). b5 Voer papier in vanuit de lade met B5 papier (182 x 257 mm). letter Voer papier in vanuit de lade met Letter papier (216 x 279 mm). folio Voer papier in vanuit de lade met Folio papier (216 x 330 mm). legal Voer papier in vanuit de lade met Legal papier (216 x 356 mm). executive Voer papier in vanuit de lade met "Executive" papier (184 x 267 mm).
-y msi Specificeert de multi-invoerlade. -y m=type Specificeert de multi-invoerlade papiersoort. Beschikbare multi-invoerlade papiersoorten zijn als volgt.
-y mfo=waarde Bepaalt de oriëntering voor de multi-invoerlade. Mogelijke oriëntaties voor de multi-invoerlade zijn als volgt. le Liggend (landschap) ler Liggend (gedraaid) se Staand (portret) ser Staand (gedraaid) -y po=n Keuze van alternatieve papierlade. De beschikbare alternatieve papierladen zijn als volgt.
Kiest het afdrukken van scheidingsvellen. -y sb Blanco pagina's overslaan -y cm=waarde Kiest uitvoer in kleur. De keuzes voor uitvoer in kleur zijn als volgt. c Kleur (CMYK) k Zwart-wit -y pr=waarde Kiest de afdrukkwaliteit. De keuzes voor afdrukkwaliteit zijn als volgt. hs Hoge snelheid hq Hoge kwaliteit sf Superfijn -y cc=waarde Bepaalt het soort beelden. De beschikbare beeldsoorten zijn als volgt.
2.2 2.2 2.6 2.6 off Uit Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -y sc=waarde Kiest het raster. De mogelijkheden voor het raster zijn als volgt. 0 Fijnheid 1 Gradatie 2 Auto 3 Voor transparanten -y gg=waarde Kiest grijs gegarandeerd. De keuzes voor grijs gegarandeerd zijn als volgt. on Aan off Uit Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk. -y ct Kiest de kleurtransformatie. Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk.
-2 Donker 2 -3 Donker 3 -4 Donker 4 -5 Donker 5 -y rgbc=waarde Bepaalt de RGB kleurcorrectie. De beschikbare RGB kleurcorrectiewaarden zijn als volgt. 10 Perceptueel 11 Verzadiging 12 RelatieveC 13 AbsoluteC Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -y rgbpr=waarde Bepaalt het RGB invoerprofiel. De beschikbare waarden voor het RGB invoerprofiel zijn als volgt.
0 Normaal -1 Licht 1 -2 Licht 2 -3 Licht 3 -Cb De optionele waarde moet worden bepaald in de volgende volgorde: Cyaan lage dekking, Cyaan gemiddelde dekking, Cyaan hoge dekking, Magenta lage dekking, Magenta gemiddelde dekking, Magenta hoge dekking, Geel lage dekking, Geel gemiddelde dekking, Geel hoge dekking, Zwart lage zwarting, Zwart gemiddelde zwarting, Zwart hoge zwarting Waar geen waarde is gekozen, wordt er ingesteld op "0" (Normaal).
Wanneer alleen het wachtwoord is gekozen (-Teign=:wachtwoord) (geen taakeigenaar-naam gekozen), wordt de gebruikersnaam van de aanmelding gebruikt als taakeigenaar-naam. Het ingevoerde wachtwoord gaat gelden als wachtwoord voor verificatie. Wanneer noch de naam van de taakeigenaar, noch een wachtwoord is gekozen (-Teign=:), wordt de gebruikersnaam van de aanmelding gebruikt als taakeigenaar-naam, en het verificatie-wachtwoord wordt beschouwd als niet vastgelegd.
De beschikbare opties zijn dezelfde als voor txt2ps2/tiff2ps/xwd2ps2. Afhankelijk van de geïnstalleerde opties, kunnen de beschikbare papierladen verschillen.
Keuze van een wachtwoord voor het verificatie-afdrukken: Als u een wachtwoord moet vaststellen voor het verificatie-afdrukken, kunt u het wachtwoord als volgt vastleggen in de omgevingsvariabele. % setenv JOWN3130P "password" Als u geen specifiek wachtwoord wilt instellen, tikt u het volgende. % setenv JOWN3130P "" OPMERKING: De toegestane lengte van het wachtwoord is van 4 tot 12 cijfers.
Pagina-doorvoer (aan te passen via optie) TAB 8-kolommen tab-stops (aan te passen via optie) BS 1 letterteken terugwaarts wissen Optie -d Hiermee stelt u de korte-kant bindfunctie in. Wanneer deze is gekozen, wordt de afdrukrichting en -plaats bijgesteld en wordt er afgedrukt op beide zijden van het papier, zodanig dat de korte kant van de pagina geschikt is voor inbinden. Deze optie is alleen beschikbaar als er een optionele dubbelzijdig-afdrukeenheid op de printer is aangebracht.
Voer papier in vanuit de lade met Folio papier (216 x 330 mm). LG Voer papier in vanuit de lade met Legal papier (216 x 356 mm). EX Voer papier in vanuit de lade met "Executive" papier (184 x 267 mm). MO Voer papier in vanuit de lade met "Monarch" papier (98 x 190 mm). COM10 Voer papier in vanuit de lade met Envelop #10 (105 x 241 mm). DL Voer papier in vanuit de lade met DL papier (110 x 220 mm). C5 Voer papier in vanuit de lade met C5 papier (162 x 229 mm).
-lregels Kiest het aantal regels per pagina. -wkolommen Kiest het aantal kolommen per regel. -ouitkolommen Converteert de afdrukgegevens in enkel-byte tekst en begint met afdrukken vanuit de buitenste kolommen. -loutlines Drukt tekst af vanaf de outline-kolommen. -en Zet de horizontale tabs om in n kolommen (spaties). De uitgangswaarde is 8. -slettergrootte Specificeert de lettergrootte als punts-formaat. De uitgangswaarde is 10. -E Deze functie schakelt de beeldverbeteringsfunctie in.
Drukt af in de linker bovenhoek van het papier. rb Drukt af in de rechter bovenhoek van het papier. lo Drukt af in de linker benedenhoek van het papier. ro Drukt af in de rechter benedenhoek van het papier. formaat specificeert de inhoud en de volgorde voor afdrukken. Deze optie kunt u weglaten. Als u deze optie weglaat, wordt er uh aangehouden als de standaardwaarde.
Specificeert de multi-invoerlade. -M=type Specificeert de multi-invoerlade papiersoort. Beschikbare multi-invoerlade papiersoorten zijn als volgt.
Japanse briefkaart/Japanse briefkaart PCB Japanse briefkaart achter/Japanse briefkaart/Japanse briefkaart - zijde 2 E Envelop Als deze optie niet gespecificeerd is, kan de multi-invoerlade papiersoort worden gebruikt voor het afdrukken. -Mfo=stand Bepaalt de oriëntering voor de multi-invoerlade. Mogelijke oriëntaties voor de multi-invoerlade zijn als volgt. le Liggend (landschap) ler Liggend (gedraaid) se Staand (portret) ser Staand (gedraaid) -Pon Keuze van alternatieve papierlade.
2de lade/Lade 2 (optionele 550-vel papierlade) uit Uit -Sp Kiest het afdrukken van scheidingsvellen. Alleen mogelijk wanneer de papierlade voor scheidingsvellen is gekozen. -Sb Blanco pagina's overslaan -CM=waarde Kiest uitvoer in kleur. De keuzes voor uitvoer in kleur zijn als volgt. c Kleur (CMYK) k Zwart-wit -Pr=waarde Kiest de afdrukkwaliteit. De keuzes voor afdrukkwaliteit zijn als volgt. hs Hoge snelheid hq Hoge kwaliteit -Cc=waarde Specificeert de RGB kleurcorrectie.
1.4 1.8 1.8 2.2 2.2 2.6 2.6 uit Uit Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -Sc=waarde Kiest het raster. De mogelijkheden voor het raster zijn als volgt. 0 Fijnheid 1 Standaard 2 Auto 3 Gradatie -Gg=waarde Kiest grijs gegarandeerd. De mogelijkheden voor grijs gegarandeerd zijn als volgt. aan Aan uit Uit Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk. -Ct Kiest de kleurtransformatie. Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk.
Helder 2 +1 Helder 1 +0 Normaal -1 Donker 1 -2 Donker 2 -3 Donker 3 -4 Donker 4 -5 Donker 5 -RGBc=waarde Bepaalt de RGB kleurcorrectie. De beschikbare RGB kleurcorrectiewaarden zijn als volgt. 10 Perceptueel 11 Verzadiging 12 RelatieveC 13 AbsoluteC Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -RGBPr=waarde Bepaalt het RGB invoerprofiel. De beschikbare waarden voor het RGB invoerprofiel zijn als volgt.
6000 6000K 9300 9300K Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -Cb=cyaan-laag:cyaan-midden:cyaan-hoog:magenta-laag:magenta-midden:magenta-hoog:geel-laag: geelmidden:geel hoog:zwart-laag:zwart-midden:zwart-hoog Bepaalt de bijstelwaarde voor de kleurbalans voor elke kleur/zwarting. De beschikbare waarden voor de bijstelling zijn als volgt.
Tot acht enkel-byte tekens van 0x20 tot 0x7E, uitgezonderd 0x20 " " (blanco) en 0x3A":" (dubbele punt). Wachtwoord Tot twaalf enkel-byte tekens van 0x30 tot 0x39 (cijfers). Documentnaam Tot twaalf enkel-byte tekens van 0x20 tot 0x7E, uitgezonderd 0x20 " " (blanco) en 0x3A":" (dubbele punt).
Voorbeeld Om een programmalijst van het file.txt bestand te converteren naar een PostScript printertaal-programma dat het papier in de liggende "landschap" oriëntering plaatst en vervolgens afdrukt in een 2-kolommen formaat, tikt u het volgende: % txt2ps2 -r -2 file.txt | lp Voor de conversie van het file.txt naar een PostScript printertaal-programma dat wordt uitgestuurd naar een file.ps bestand, tikt u het volgende: % txt2ps2 file.txt > file.ps % lp file.
De uitgangsposities voor de marges in het kantlijncommando (-mg=u:b:r:l) vallen niet samen met de randen van het vel papier. De kantlijnen worden gemeten vanaf de rand van het afdrukgebied voor het vel papier, zoals toegestaan door de printer. Gebruik de -ps optie alleen wanneer een PostScript bestand dat geen %! aan het begin van het bestand heeft, wordt gebruikt als PostScript bestand. Wanneer er een normaal tekstbestand wordt ingevoerd, zal het daarmee niet goed werken.
Kiest de papierlade. De papierlade is rechtstreeks te kiezen door de gewenste lade te specificeren, of indirect door keuze van een papierformaat. Wanneer u een papierformaat kiest, wordt de papierlade waarin het betreffende papier ligt, automatisch opgezocht en geselecteerd. De parameters voor het kiezen van een papierlade zijn als volgt. 1 Voer papier in vanuit lade 1 (standaard 250-vel papierlade). 2 Voer papier in vanuit lade 2 (optionele 550-vel papierlade).
Voer papier in vanuit de lade met Youchoukei 3 (120 x 235 mm). MxNmm Voer papier in vanuit de lade met MxN mm, gedefinieerd door de gebruiker. Mogelijk bereik: Breedte: 76,2 tot 220,0 mm Lengte: 127,0 tot 355,6 mm MxNinch Voer papier in vanuit de lade met MxN inch, gedefinieerd door de gebruiker. Mogelijk bereik: Breedte: 3,00 tot 8,66 inch Lengte: 5,00 tot 14,0 inch Als deze optie niet gespecificeerd is of de gekozen papierlade is niet beschikbaar, voert u dan papier toe vanuit de standaard lade.
Drukt af in de linker benedenhoek van het papier. ro Drukt af in de rechter benedenhoek van het papier. formaat specificeert de inhoud en de volgorde voor afdrukken. Deze optie kunt u weglaten. Als u deze optie weglaat, wordt er uh aangehouden als de standaardwaarde. u Gebruikersnaam h Hostnaam t Datum en tijd Als u voor de af te drukken gegevens de waarde tuh kiest, worden de gegevens afgedrukt als volgt: Datum en tijd, Gebruiker: gebruikersnaam Host: host-naam.
H1 Dik papier/Zwaar papier 1/Voorblad 1 H1B Dik papier achter/Zwaar papier 1/Voorblad 1 - zijde 2 H2 Dik papier 2/Zwaar papier 2/Voorblad 2 H2B Dik papier 2 achter/Zwaar papier 2/Voorblad 2 - zijde 2 OHP Transparant L Etiketvellen/Etiketten C2 Gecoat/Gecoat 2/Gecoat papier 2 C2B Gecoat achter/Gecoat 2/Gecoat papier 2 - Zijde 2 C3 Dikker gecoat/Gecoat 3/Gecoat papier 3 C3B Dikker gecoat achter/Gecoat 3/Gecoat papier 3 - zijde 2 JC Japans gecoat papier/Japans gecoat/Japans gecoat papier JCB Japans gecoat papi
Staand (gedraaid) -Pon Keuze van alternatieve papierlade. De beschikbare alternatieve papierladen zijn als volgt. 0 Printerinstellingen gebruiken 1 Bericht weergeven 2 Toevoer via multi-invoerlade 3 Gebruik eerstvolgende formaat (aanpassen) 4 Gebruik groter formaat (aanpassen) 5 Gebruik eerstvolgende formaat (niet zoomen) 6 Gebruik groter formaat (niet zoomen) -St=waarde Kiest de toevoer van scheidingsvellen vanaf: De toevoermogelijkheden voor scheidingsvellen zijn als volgt.
Kiest de afdrukkwaliteit. De keuzes voor afdrukkwaliteit zijn als volgt. hs Hoge snelheid hq Hoge kwaliteit sf Superfijn -Cc=waarde Bepaalt het soort beelden. De beschikbare beeldsoorten zijn als volgt. 0 Uit 1 Foto 2 sRGB 3 Standaard/ Normaal 4 Presentatie Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -Gc=waarde Bepaalt de RGB gammacorrectie. De keuzes voor RGB kleurgammacorrectie zijn als volgt. 1.0 1.0 1.4 1.4 1.8 1.8 2.2 2.2 2.6 2.
Fijnheid 1 Gradatie 2 Auto 3 Voor transparanten -Gg=waarde Kiest grijs gegarandeerd. De mogelijkheden voor grijs gegarandeerd zijn als volgt. aan Aan uit Uit Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk. -Ct Kiest de kleurtransformatie. Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk. -Br=waarde Bepaalt de helderheidsbijregeling. De beschikbare helderheidsbijregelingswaarden zijn als volgt.
-5 Donker 5 -RGBc=waarde Bepaalt de RGB kleurcorrectie. De beschikbare RGB kleurcorrectiewaarden zijn als volgt. 10 Perceptueel 11 Verzadiging 12 RelatieveC 13 AbsoluteC Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -RGBPr=waarde Bepaalt het RGB invoerprofiel. De beschikbare waarden voor het RGB invoerprofiel zijn als volgt. 0 sRGB 1 AdobeRGB Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn.
+1 Donker 1 0 Normaal -1 Licht 1 -2 Licht 2 -3 Licht 3 -Cb De optionele waarde moet worden bepaald in de volgende volgorde: Cyaan lage dekking, Cyaan gemiddelde dekking, Cyaan hoge dekking, Magenta lage dekking, Magenta gemiddelde dekking, Magenta hoge dekking, Geel lage dekking, Geel gemiddelde dekking, Geel hoge dekking, Zwart lage zwarting, Zwart gemiddelde zwarting, Zwart hoge zwarting Waar geen waarde is gekozen, wordt er ingesteld op "0" (Normaal).
VOORZICHTIG: Zorg dat u alleen de Veilige afdruk kiest wanneer u gegevens direct naar de printer stuurt. De Veilige afdruk kan niet altijd beschikbaar zijn, ook als u er voor kiest, als de gegevens moeten worden afgedrukt via een andere server of als de gegevens moeten worden verwerkt door een ander programma, zoals voor het afdrukken van PostScript bestanden. Het Sorteren wordt automatisch gekozen wanneer u kiest voor Proefafdruk.
Als de uitvoerformaat-optie (-s, -S) niet is gekozen, zorgt de schaalaanpassing dat elk beeldpunt van de rastergegevens overeenkomt met één rasterpunt voor de printer. Als de afdrukpositie-optie een punt aangeeft buiten het afdrukgebied van de printer, zullen de gegevens buiten het afdrukgebied niet worden afgedrukt.
-Ilade-invoer Kiest de papierlade. De papierlade is rechtstreeks te kiezen door de gewenste lade te specificeren, of indirect door keuze van een papierformaat. Wanneer u een papierformaat kiest, wordt de papierlade waarin het betreffende papier ligt, automatisch opgezocht en geselecteerd. De parameters voor het kiezen van een papierlade zijn als volgt. 1 Voer papier in vanuit lade 1 (standaard 250-vel papierlade). 2 Voer papier in vanuit lade 2 (optionele 550-vel papierlade).
Y3 Voer papier in vanuit de lade met Youkei 3 (98 x 148 mm). Y4 Voer papier in vanuit de lade met Youkei 4 (105 x 235 mm). YT3 Voer papier in vanuit de lade met Youchoukei 3 (120 x 235 mm). MxNmm Voer papier in vanuit de lade met MxN mm, gedefinieerd door de gebruiker. Mogelijk instelbereik: Breedte: 76,2 tot 220,0 mm Lengte: 127,0 tot 355,6 mm MxNinch Voer papier in vanuit de lade met MxN inch, gedefinieerd door de gebruiker.
Drukt af in de linker bovenhoek van het papier. rb Drukt af in de rechter bovenhoek van het papier. lo Drukt af in de linker benedenhoek van het papier. ro Drukt af in de rechter benedenhoek van het papier. formaat specificeert de inhoud en de volgorde voor afdrukken. Deze optie kunt u weglaten. Als u deze optie weglaat, wordt er uh aangehouden als de standaardwaarde.
H1 Dik papier/Zwaar papier 1/Voorblad 1 H1B Dik papier achter/Zwaar papier 1/Voorblad 1 - zijde 2 H2 Dik papier 2/Zwaar papier 2/Voorblad 2 H2B Dik papier 2 achter/Zwaar papier 2/Voorblad 2 - zijde 2 OHP Transparant L Etiketvellen/Etiketten C2 Gecoat/Gecoat 2/Gecoat papier 2 C2B Gecoat achter/Gecoat 2/Gecoat papier 2 - Zijde 2 C3 Dikker gecoat/Gecoat 3/Gecoat papier 3 C3B Dikker gecoat achter/Gecoat 3/Gecoat papier 3 - zijde 2 JC Japans gecoat papier/Japans gecoat/Japans gecoat papier JCB Japans gecoat papi
Staand (gedraaid) -Pon Keuze van alternatieve papierlade. De beschikbare alternatieve papierladen zijn als volgt. 0 Printerinstellingen gebruiken 1 Bericht weergeven 2 Toevoer via multi-invoerlade 3 Gebruik eerstvolgende formaat (aanpassen) 4 Gebruik groter formaat (aanpassen) 5 Gebruik eerstvolgende formaat (niet zoomen) 6 Gebruik groter formaat (niet zoomen) -St=waarde Kiest de toevoer van scheidingsvellen vanaf: De toevoermogelijkheden voor scheidingsvellen zijn als volgt.
Kiest de afdrukkwaliteit. De keuzes voor afdrukkwaliteit zijn als volgt. hs Hoge snelheid hq Hoge kwaliteit sf Superfijn -Cc=waarde Bepaalt het soort beelden. De beschikbare beeldsoorten zijn als volgt. 0 Uit 1 Foto 2 sRGB 3 Standaard/ Normaal 4 Presentatie Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -Gc=waarde Bepaalt de RGB gammacorrectie. De keuzes voor RGB kleurgammacorrectie zijn als volgt. 1.0 1.0 1.4 1.4 1.8 1.8 2.2 2.2 2.6 2.
Fijnheid 1 Gradatie 2 Auto 3 Voor transparanten -Gg=waarde Kiest grijs gegarandeerd. De mogelijkheden voor grijs gegarandeerd zijn als volgt. aan Aan uit Uit Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk. -Ct Kiest de kleurtransformatie. Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk. -Br=waarde Bepaalt de helderheidsbijregeling. De beschikbare helderheidsbijregelingswaarden zijn als volgt.
-5 Donker 5 -RGBc=waarde Bepaalt de RGB kleurcorrectie. De beschikbare RGB kleurcorrectiewaarden zijn als volgt. 10 Perceptueel 11 Verzadiging 12 RelatieveC 13 AbsoluteC Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -RGBPr=waarde Bepaalt het RGB invoerprofiel. De beschikbare waarden voor het RGB invoerprofiel zijn als volgt. 0 sRGB 1 AdobeRGB Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn.
Donker 1 0 Normaal -1 Licht 1 -2 Licht 2 -3 Licht 3 -Cb De optionele waarde moet worden bepaald in de volgende volgorde: Cyaan lage dekking, Cyaan gemiddelde dekking, Cyaan hoge dekking, Magenta lage dekking, Magenta gemiddelde dekking, Magenta hoge dekking, Geel lage dekking, Geel gemiddelde dekking, Geel hoge dekking, Zwart lage zwarting, Zwart gemiddelde zwarting, Zwart hoge zwarting Waar geen waarde is gekozen, wordt er ingesteld op "0" (Normaal).
VOORZICHTIG: Zorg dat u alleen de Veilige afdruk kiest wanneer u gegevens direct naar de printer stuurt. De Veilige afdruk kan niet altijd beschikbaar zijn, ook als u er voor kiest, als de gegevens moeten worden afgedrukt via een andere server of als de gegevens moeten worden verwerkt door een ander programma, zoals voor het afdrukken van PostScript bestanden. Het Sorteren wordt automatisch gekozen wanneer u kiest voor Proefafdruk.
xwd2ps2 (Solaris/HP-UX) Formaat /usr/local/dellbin3130/xwd2ps2 [-d] [-D] [-Itray-input] [-t] [-r] [-n] [-l=left,bottom] [s=width,height] [-S=width] [-E] [-Nc=copies] [-Cl] [-Hd=position:format] [-Hffont] [-MSI] [-M=type] [Mfo=mode] [-Pon] [-St=mode] [-Sp] [-Sb] [-Cm=mode] [-Pr=mode] [-Cc=mode] [-Gc=mode] [-Sc=mode] [Gg=mode] [-Ct] [-Br= mode] [-RGBc= mode] [-RGBPr= mode] [-RGBTp= mode] [-Cb=cyan-low:cyan-middle:cyanhigh:magentalow:magenta-middle:magenta-high:yellow-low;yellow-middle:yellow-high:black-low:bl
De parameters voor het kiezen van een papierlade zijn als volgt. 1 Voer papier in vanuit lade 1 (standaard 250-vel papierlade). 2 Voer papier in vanuit lade 2 (optionele 550-vel papierlade). A4 Voer papier in vanuit de lade met A4 papier (210 x 297 mm). A5 Voer papier in vanuit de lade met A5 papier (148 x 210 mm). B5 Voer papier in vanuit de lade met B5 papier (182 x 257 mm). LT Voer papier in vanuit de lade met Letter papier (216 x 279 mm). FL Voer papier in vanuit de lade met Folio papier (216 x 330 mm).
MxNinch Voer papier in vanuit de lade met MxN inch, gedefinieerd door de gebruiker. Mogelijk instelbereik: Breedte: 3,00 tot 22,00 cm Lengte: 5,00 tot 14,0 inch Als deze optie niet gespecificeerd is of de gekozen papierlade is niet beschikbaar, voert u dan papier toe vanuit de standaard lade. -t Schakelt de toner besparen functie in voor het afdrukken. De afdruk zal er iets vager uitzien dan bij het normale afdrukken. In sommige gevallen kan deze optie genegeerd worden.
Gebruikersnaam h Hostnaam t Datum en tijd Als u voor de af te drukken gegevens de waarde tuh kiest, worden de gegevens afgedrukt als volgt: Datum en tijd, Gebruiker: gebruikersnaam Host: host-naam. -Hflettertype Kiest het lettertype voor afdrukken van de header en footer. Europese lettertypen die gelijk zijn aan half-formaat alfanumerieke lettertypen zijn te specificeren. Helvetica wordt gebruikt als standaard lettertype.
C2B Gecoat achter/Gecoat 2/Gecoat papier 2 - Zijde 2 C3 Dikker gecoat/Gecoat 3/Gecoat papier 3 C3B Dikker gecoat achter/Gecoat 3/Gecoat papier 3 - zijde 2 JC Japans gecoat papier/Japans gecoat/Japans gecoat papier JCB Japans gecoat papier achter/Japans gecoat/Japans gecoat papier - zijde 2 PC Japanse briefkaart/Japanse briefkaart PCB Japanse briefkaart achter/Japanse briefkaart/Japanse briefkaart - zijde 2 E Envelop Als deze optie niet gespecificeerd is, kan de multi-invoerlade papiersoort worden gebruikt v
5 Gebruik eerstvolgende formaat (niet zoomen) 6 Gebruik groter formaat (niet zoomen) -St=waarde Kiest de toevoer van scheidingsvellen vanaf: De toevoermogelijkheden voor scheidingsvellen zijn als volgt. auto Auto-lade/Auto 1 1ste lade/Lade 1 (standaard 250-vel invoerlade) 2 2de lade/Lade 2 (optionele 550-vel papierlade) uit Uit -Sp Kiest het afdrukken van scheidingsvellen. Alleen mogelijk wanneer de papierlade voor scheidingsvellen is gekozen. -Sb Blanco pagina's overslaan -CM=waarde Kiest uitvoer in kleur.
2 sRGB 3 Standaard/ Normaal 4 Presentatie Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -Gc=waarde Bepaalt de RGB gammacorrectie. De keuzes voor RGB kleurgammacorrectie zijn als volgt. 1.0 1.0 1.4 1.4 1.8 1.8 2.2 2.2 2.6 2.6 uit Uit Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -Sc=waarde Kiest het raster. De mogelijkheden voor het raster zijn als volgt.
Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk. -Ct Kiest de kleurtransformatie. Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk. -Br=waarde Bepaalt de helderheidsbijregeling. De beschikbare helderheidsbijregelingswaarden zijn als volgt. +5 Helder 5 +4 Helder 4 +3 Helder 3 +2 Helder 2 +1 Helder 1 +0 Normaal -1 Donker 1 -2 Donker 2 -3 Donker 3 -4 Donker 4 -5 Donker 5 -RGBc=waarde Bepaalt de RGB kleurcorrectie. De beschikbare RGB kleurcorrectiewaarden zijn als volgt.
-RGBPr=waarde Bepaalt het RGB invoerprofiel. De beschikbare waarden voor het RGB invoerprofiel zijn als volgt. 0 sRGB 1 AdobeRGB Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn. -RGBTp=waarde Bepaalt de RGB kleurtemperatuur. De beschikbare waarden voor de RGB kleurtemperatuur zijn als volgt. 5000 5.000K 6000 6.000K 9300 9.300K Deze optie is alleen beschikbaar voor kleurendruk en wanneer de inkomende gegevens RGB gegevens zijn.
Waar geen waarde is gekozen, wordt er ingesteld op "0" (Normaal).
Wanneer er een ontoelaatbaar letterteken is gekozen voor de taakeigenaar-naam, wordt er "Onbekende gebruiker" toegepast voor de taakeigenaar-naam. OPMERKING: Toegestane lettertekens voor de taakeigenaar-naam zijn letters, cijfers en leestekens, behalve de spatie en de dubbele punt. OPMERKING: Er kunnen tot 32 lettertekens worden gekozen voor de taakeigenaar-naam.
bestand dat overeenkomt met de printernaam in /etc/lp/interfaces/. Een printer die is geregistreerd via het UX-filter mag niet worden gewijzigd met admintool. Wanneer er Inhoudstypes: postscript verschijnt wanneer u intikt lpstat -p printernaam -l, zal het nodig zijn de printer te verwijderen en opnieuw te installeren. Voor het installeren van het UX-filter in de standaard directory (/usr/local/dellbin3130), zal het nodig zijn van tevoren eerst de /usr/local directory te creëren.
regelt. Dus wanneer de uitvoer van txt2ps2 moet worden toegepast als de uitvoer van een andere applicatie (psrev van TRANSCRIPT, enz.), zult u de aanduiding van het paginanummer alleen kunnen toevoegen door invoegen van het regelcommando (-Iregels). Als er een BS code wordt gevonden aan het begin van een regel, zal de afdrukpositie van het volgende letterteken naar links opschuiven aan het begin van de regel.
Afdrukken van PostScript-bestanden (Solaris/HP-UX) Als een optie, zoals het papierformaat, wordt gekozen voor een PostScript bestand waarvoor dezelfde optie al was gespecificeerd via dellpsif (Linux) of het lp commando (Solaris/HP-UX), zal een dergelijke overbodige optie worden genegeerd. Afdrukken van beeldbestanden (Solaris) Om beeldbestanden af te drukken onder Solaris kan de gebruiker niet rechtstreeks het beeldbestand kiezen met het lp commando voor afdrukken.
Als voor libtiff Copyright © 1988-1997 Sam Leffler Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc. DEZE SOFTWARE WORDT VERSTREKT "AS-IS", D.W.Z. ZONDER ENIGE GARANTIE, EXPLICIET, IMPLICIET OF ANDERSZINS, INCLUSIEF ZONDER BEPERKINGEN, ENIGE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR BEPAALDE DOELEINDEN.
Terug naar inhoud pagina Afdrukken met CUPS (Linux) Werking met Turbolinux FUJI of RedHat ES 4.0/5.0 Bediening voor SUSE Linux Enterprise Desktop 10 Dit hoofdstuk biedt aanwijzingen voor het afdrukken en het installeren van het printerstuurprogramma met CUPS (Common UNIX Printing System) op Turbolinux FUJI, RedHat ES 4.0/5.0 of SUSE Linux Enterprise Linux 10. Werking met Turbolinux FUJI of RedHat ES 4.0/5.0 Installatie-overzicht Turbolinux FUJI of RedHat ES 4.0/5.0: 1.
Formaat: lpd://xxx.xxx.xxx.xxx (IP-adres van de printer) 8. Selecteer Dell uit het Maken menu, en klik dan op Doorgaan. 9. Selecteer Dell 3130cn Color Laser... uit het Model menu, en klik dan op Doorgaan. De mededeling Printer xxx is met succes toegevoegd. verschijnt. Hiermee is de installatie compleet. Wanneer u klaar bent met het opzetten van de wachtrij, kunt u taken afdrukken vanuit het software-programma. Start de afdruktaak in het software-programma en kies dan de wachtrij in het afdruk-dialoogkader.
Bediening voor SUSE Linux Enterprise Desktop 10 Installeren van het printer-stuurprogramma 1. Dubbel-klik op Dell-3130cn-Color-Laser-x.x-x.noarch.rpm in de Stuurprogramma's en hulpprogramma's-CD. 2. Tik het beheerderswachtwoord in en klik op Installeren. Het installeren begint. Wanneer de installatie voltooid is, zal het venster automatisch sluiten. Opzetten van de wachtrij Om te gaan afdrukken, moet u eerst de printer-wachtrij opzetten op uw werkstation. 1. Selecteer Computer® Meer Applicaties...
b. Selecteer Netwerk-printers als Printer-type en klik dan op Volgende. c. Selecteer Afdrukken via LPD-type Netwerk-server als Printer-type, en klik dan op Volgende. d. Tik het IP-adres van de printer in Host-naam van de print-server En tik de naam van de printer-wachtrij in Naam van de wachtrij elders, en klik dan op Volgende. e. Tik de naam van de printer in in Naam voor afdrukken. De Beschrijving van de printer en Plaats van de printer hoeven niet ingevuld te worden. f.
Dan verschijnt het CUPS venster. OPMERKING: Stel het wachtwoord in voor privileges als printer-beheerder voordat u de printer-wachtrij opzet. Als u het nog niet hebt ingesteld, gaat u naar "Instellen van het wachtwoord voor status als printer-beheerder". 4. Klik op Beheer printers. 5. Kies de gewenste instellingen, en klik dan op Doorgaan. De mededeling Printer xxx is met succes toegevoegd. verschijnt. De installatie is voltooid. Nu kunt u gaan afdrukken vanuit het applicatieprogramma.
Terug naar inhoud pagina Appendix Dell technisch ondersteuningsbeleid Garantie en beleid voor retourzending Contact opnemen met Dell Dell technisch ondersteuningsbeleid Technische ondersteuning door onderhoudstechnici vereist de medewerking en participatie van de klant in het proces van storingzoeken, en bestaat uit het herstellen van het besturingssysteem, software-programma en hardware-stuurprogramma's in hun oorspronkelijke configuratie zoals bij aflevering door Dell, en ook de verificatie van de
sales_canada@dell.com (alleen Canada) Anoniem bestandsoverdracht-protocol (FTP) ftp.dell.com Meld u aan als gebruiker: anonymous, en gebruik uw e-mail adres als uw wachtwoord. Garantie en beleid voor retourzending Dell Computer Corporation ("Dell") vervaardigd alle apparatuur uit onderdelen en componenten die nieuw zijn of zo goed als nieuw, in overeenstemming met de gangbare industriële standaardnormen. Nadere informatie over de Dell-garantie voor uw printer vindt u in de support.dell.com.