Owners Manual

De projector gebruiken 387
HELDERHEIDGebruik
en om
de
helderheid van het beeld aan te passen.
C
ONTRASTGebruik
en
om het
verschil tussen de helderste en donkerste
delen van het beeld te regelen. Als u het
contrast aanpast, wordt de hoeveelheid zwart
en wit in het beeld gewijzigd.
K
LEURTEMPPast de kleurtemperatuur aan.
Hoe hoger de temperatuur, hoe blauwer het
scherm wordt weergegeven; hoe lager de
temperatuur, hoe roder het scherm wordt
weergegeven. Met de gebruikersmodus
worden de waarden in het menu
Kleurinstelling geactiveerd.
K
LEURINSTELLINGPas handmatig het rood,
groen en blauw aan.
T
RAPEZIUMPast de beeldvervorming aan die door het kantelen (±16 graden) van
de projector wordt veroorzaakt.
AUTO KEYSTONEPast automatisch de beeldvervorming aan die wordt veroorzaakt
door het kantelen van de projector.
BEELDVERHOUDINGSelecteer een beeldverhouding om de weergave van het beeld
aan te passen.
1:1 - De invoerbron wordt weergegeven zonder enige schaling.
Gebruik de beeldverhouding 1:1 als u een van de volgende zaken gebruikt:
VGA-kabel en een computer met een resolutie die lager is dan XGA (1024 x
768)
Componentkabel (576p/480i/480p)
S-video-kabel
–Composiet-kabel
16:9 – De invoerbron wordt geschaald zodat het beeld op de breedte van het
scherm past.
4:3 – De invoerbron wordt geschaald zodat het beeld op het scherm past.
Gebruik de beeldverhouding 16:9 of 4:3 als u een van de volgende zaken gebruikt:
Computer met een resolutie die hoger is dan XGA
Componentkabel (1080i of 720p)
VIDEOMODUSSelecteer een modus om het weergegeven beeld te optimaliseren op
basis van het gebruik van de projector.
Video
, Spel, PC, sRGB (biedt een
nauwkeurigere kleurvoorstelling) en GEBR (stel u voorkeursinstellingen in. Als u
de instellingen voor Witbalans of Degamma aanpast, schakelt de projector
automatisch naar GEBR.
W
ITBALANSStel de waarde in op 0 om de kleurreproductie te maximaliseren en op
10 om de helderheid te maximaliseren.
D
EGAMMAPas de waarde aan van 1 tot 4 om de kleurprestaties van het scherm te
wijzigen.