Users Guide

Uw projector gebruiken 43
KLEURTEMP.—Hiermee kunt u de kleurtemperatuur aanpassen. Het scherm
lijkt koeler bij hogere kleurtemperaturen en warmer bij lagere
kleurtemperaturen. Wanneer u de waarden in het menu Kleur aanp.
aanpast, wordt de Aangepaste modus geactiveerd. De waarden worden
opgeslagen in deAangepaste modus.
REGEL GEBRUIKTE KLEURHiermee kunt u de rood, groen en blauw kleuren
handmatig aanpassen.
VERZADIGINGHiermee kunt u de videobron aanpassen van zwart-wit tot
volledig verzadigde kleuren. Druk op om de hoeveelheid kleur in een
afbeelding te verhogen en op om deze hoeveelheid te verlagen.
SCHERPTEDruk op om de scherpte te verhogen en op om de
scherpte te verlagen.
TINTDruk op om de hoeveelheid groen in een afbeelding te verhogen
en op om de hoeveelheid groen in de afbeelding te verlagen (alleen
beschikbaar voor NTSC).
WITBALANSDruk op en gebruik en om de witbalans weer te
geven.
KLEURENRUIMTEHiermee kunt u de kleurenruimte selecteren. De opties
zijn: RGB, YCbCr en YPbPr.
VGA-UITGANGSelecteer Aan of Uit voor de VGA-uitvoerfunctie in de
stand-bystatus van de projector. De standaardinstelling is Uit.
OPMERKING:
1 Als u de instellingen voor Kleurtemp., Regel Gebruikte Kleur, Verzadiging,
Scherpte, Tint en Witbalans aanpast, schakelt de projector automatisch
over op Aangepaste modus.
2 Verzadiging, Scherpte en Tint zijn alleen beschikbaar wanneer de
ingangsbron Composiet of S-Video is.
B
EELDINST
. (
GEEN
INGANGSBRON
)—
Selecteer en druk op om de beeldinstellingen
te activeren. Het menu Beeldinstellingen biedt de volgende opties: