Users Guide
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Informatie over veiligheid
- Omgaan met de printer
- Extra printer instellen
- Interne opties installeren
- Hardwareopties installeren
- Kabels aansluiten
- Printerconfiguratie controleren
- De printersoftware instellen
- Draadloos afdrukken instellen
- Printer installeren op een bedraad netwerk
- Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuw netwerk Interne 'Solutions' Poort (ISP)
- Serieel afdrukken instellen
- Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
- Papiersoort en papierformaat instellen
- Instellen dat de printer het papierformaat in een lade kan detecteren
- Instellingen voor universeel papier configureren
- De standaardlade of optionele lade voor 250 vel of 550 vel
- De lade voor 2000 vel laden
- De universeellader vullen
- De enveloppenlader vullen
- Laden koppelen en ontkoppelen
- Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal
- Softwareoverzicht
- Bezig met afdrukken van
- Printermenu's
- Menuoverzicht
- Papiermenu
- Default Source (Standaardbron), menu
- Paper Size/Type (Papierformaat/-soort), menu
- Configure MP (Configuratie U-lader), menu
- Envelopbescherming
- Substitute Size (Ander formaat), menu
- Menu Papierstructuur
- Menu Papiergewicht
- Paper Loading (Papier plaatsen), menu
- Custom Types (Aangepaste soorten), menu
- Universal-instelling, menu
- Bin Setup (Lade-instelling), menu
- Reports (Rapporten), menu
- Menu Network/Ports (Netwerk/poorten)
- Security (Beveiliging), menu
- Settings (Instellingen), menu
- Menu Help
- Printer onderhouden
- Beheerdersondersteuning
- Papierstoringen verhelpen
- Papierstoringen voorkomen
- Informatie over storingsnummers en -locaties
- 200 papier vast
- 201 papier vast
- Papierstoring 202 en 203
- 230 Papier vast
- 231–239 papierstoringen (optionele externe duplexeenheid)
- 241–245 papierstoringen
- 250: papierstoring
- 260 Papier vast
- 271–279: papierstoringen
- 280 papierstoringen
- 281 papier vast
- 282 Papier vast
- 283: nietapparaat vast
- Problemen oplossen
- Algemene problemen oplossen
- Printerberichten
- Wijzig [invoerbron] in [Aangepaste soortnaam]
- Wijzig [invoerbron] in [Aangepaste reeks]
- Verander
in - Verander
in - Controleer aansluiting duplexeenheid
- Controleer aansluiting invoerlade
- Sluit klep
- Sluit klep of plaats cartridge
- Sluit zijklep van finisher
- Sluit bovenklep van finisher
- Schijf corrupt
- Plaats invoerlade
- Installeer uitvoerbak
of annuleer afdruktaak - Installeer duplexeenheid of annuleer afdruktaak
- Installeer enveloppenlader of annuleer afdruktaak
- Installeer lade
of annuleer afdruktaak - Plaats MICR-cartridge
- Vul
met - Vul
met - Vul
met - Vul
met - Vul handmatige invoer met
- Vul handmatige invoer met
- Vul handinvoer met
- Vul handmatige. invoer met
- Nietjes laden
- Plaats uitvoerlade
terug - Plaats bak terug
– - Plaats enveloppenladerterug
- Verwijder papier uit standaarduitvoerlade
- Verwijder papier uit uitvoerlade
- Verwijder papier uit alle uitvoerladen
- Verwijder papier uit
- Schijfindeling niet ondersteund
- 30.yy Ongeldige navulling, vervang cartridge
- 31.yy Vervang defecte of ontbrekende cartridge
- 32.yy Artikelnummer cartridge wordt niet ondersteund door apparaat
- 34 Papier te kort
- 35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor bronnenopslag
- 37 Onvoldoende geheugen voor sorteren
- 37 Onvoldoende geheugen voor defragmentatie Flash-geheugen
- 37 Onvold. geheugen, sommige taken in wacht verwijderd
- 38 Geheugen vol
- 39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt
- 50 PPDS-lettertypefout
- 52 Onvoldoende ruimte in flashgeheugen voor bronnen
- 53 Flash niet geformatteerd
- 54 Standard network software error (54 Softwarefout in standaardnetwerk)
- 55 Niet-ondersteunde optie in sleuf
- 56 Standaard USB-poort uitgeschakeld
- 56 Standaard parallelle poort uitgeschakeld
- 58 Te veel schijven geïnstalleerd
- 58 Te veel flashopties geïnstalleerd
- 58 Te veel laden aangesloten
- 59 Duplex incompatibel
- 59 Incompatibele enveloppenlader
- 59 Incompatibele uitvoerlade
- 59 Incompatibele lade
- 61 Schijf beschadigd
- 80 Gebruikelijk onderhoud vereist
- 84 Fc-kit bijna versleten
- 84 Vervang fc-kit
- 88 Cartridge bijna leeg
- 88.yy Vervang de cartridge
- 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie
- Problemen met de printer oplossen
- Meertalige PDF's worden niet afgedrukt
- Display op het bedieningspaneel van de printer is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven
- Taken worden niet afgedrukt
- Vertrouwelijke en andere taken in de wachtrij worden niet afgedrukt
- Het afdrukken van de taak duurt langer dan verwacht
- Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde papier
- Er worden verkeerde tekens afgedrukt
- Laden koppelen lukt niet
- Grote afdruktaken worden niet gesorteerd
- Er komen onverwachte pagina-einden voor
- Problemen met accessoires oplossen
- Problemen met de papierinvoer
- Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
- Problemen met afdrukkwaliteit opsporen
- Lege pagina's
- Onvolledige afbeeldingen
- Zwevende afbeeldingen
- Grijze achtergrond
- Onjuiste marges
- Gekruld papier
- Onregelmatigheden in de afdruk
- Herhaalde storingen
- Scheve afdruk
- Transparanten of vellen papier bevatten effen zwarte of witte strepen
- Afdruk is te donker
- Afdruk is te licht
- Pagina's met effen kleuren
- Verticale strepen
- Horizontale strepen
- Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond
- De toner laat los
- Tonervlekjes
- Slechte afdrukkwaliteit op transparanten
- Verschillen in afdrukdichtheid
- Contact opnemen met klantenondersteuning
- Bijlage
- Index
WIJZIG DE INSTELLING VOOR PAGINABEVEILIGING NAAR UIT
1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
2 Druk op de pijl-omhoog of -omlaag tot Instellingen wordt weergegeven en druk op .
3 Druk op de pijl-omhoog of -omlaag tot Algemene instellingen wordt weergegeven en druk op .
4 Druk op de pijl-omhoog of -omlaag tot Afdrukherstel wordt weergegeven en druk op .
5 Druk op de pijl-omhoog of -omlaag tot Pagina-beveiliging wordt weergegeven en druk op .
6 Druk op de pijl-omhoog of -omlaag tot Uit wordt weergegeven en druk op .
Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde
papier
C
ONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT
Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:
1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken:
• Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
• Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.
Er worden verkeerde tekens afgedrukt
Z
ORG DAT DE PRINTER ZICH NIET IN DE MODUS HEX TRACE BEVINDT.
Als Ready Hex (Gereed hex) op het display wordt weergegeven, dient u de modus Hex Trace te verlaten
voordat u de taak kunt afdrukken. Schakel de printer uit en weer in om de werkstand Hex Trace uit te schakelen.
Laden koppelen lukt niet
Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:
PLAATS PAPIER VAN HETZELFDE FORMAAT EN DEZELFDE SOORT
• Plaats papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort in iedere lade die u wilt koppelen.
• Schuif de papiergeleiders naar de juiste positie voor het papierformaat dat in iedere lade is geplaatst.
GEBRUIK DEZELFDE INSTELLINGEN VOOR PAPIERFORMAAT EN PAPIERSOORT
• Druk een pagina met menu-instellingen af en vergelijk de instellingen voor iedere lade.
• Pas de instellingen indien nodig aan in het menu Papierformaat/-soort.
Opmerking: De universeellader detecteert niet automatisch het papierformaat. U moet het papierformaat
instellen in het menu Papierformaat/-soort.
Problemen oplossen
179