Informatie over de printer Printer vaststellen Informatie over het bedieningspaneel De menu's op het bedieningspaneel gebruiken Printer vaststellen De printer is verkrijgbaar in twee basismodellen. In de volgende tabel worden enkele van de verschillen tussen de modellen aangegeven.
OPMERKING: U kunt maximaal vier optionele papierladen of drie laden en een duplexeenheid installeren. Nummer: Onderdeel: 1 Optionele uitvoerlade (650 vel) 2 Lade 1/standaardlade (500 vel) 3 Duplexeenheid (500 vel) 4 Enveloppenlader (85 enveloppen) 5 Lade 2 (250 of 500 vel) 6 Lade 3 (250 of 500 vel) 7 Lade 4 (250 of 500 vel) VOORZICHTIG: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit.
Hiermee kunt u binnen een scherm navigeren, bijvoorbeeld om van het ene item in het menuoverzicht naar een ander te gaan. U kunt de knoppen pijl-links of -rechts ook gebruiken om door tekst te bladeren die niet op het scherm past. 4 Knop Selecteren Hiermee kunt u een actie initiëren na een selectie. Druk op Selecteren als de cursor naast de gewenste selectie staat, zoals het volgen van een koppeling, het verzenden van een configuratie-item of het starten of annuleren van een taak.
Bijlage Beleid voor technische ondersteuning van Dell Contact opnemen met Dell Garantie en beleid voor retourneren Beleid voor technische ondersteuning van Dell Technische ondersteuning door een technicus vindt plaats in samenwerking met de klant.
BSD License and Warranty Statements Copyright (c) 1991 The Regents of the University of California. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2.
Informatie zoeken Gewenste informatie l l Stuurprogramma's voor de printer Gebruikershandleiding Bron Cd Drivers and Utilities U kunt met de cd stuurprogramma's verwijderen of opnieuw installeren, of de documentatie weergeven. De cd bevat mogelijk Leesmij-bestanden met de meest recente informatie over technische wijzigingen voor de printer of geavanceerd technisch referentiemateriaal voor ervaren gebruikers of technici.
GNU License GENERAL PUBLIC LICENSE Version 2, June 1991 Copyright (C) 1989, 1991 Free Software Foundation, Inc. 59 Temple Place, Suite 330, Boston, MA 02111-1307 USA Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document, but changing it is not allowed. Preamble The licenses for most software are designed to take away your freedom to share and change it.
2. You may copy and distribute verbatim copies of the Program's source code as you receive it, in any medium, provided that you conspicuously and appropriately publish on each copy an appropriate copyright notice and disclaimer of warranty; keep intact all the notices that refer to this License and to the absence of any warranty; and give any other recipients of the Program a copy of this License along with the Program.
Foundation. If the Program does not specify a version number of this License, you may choose any version ever published by the Free Software Foundation. 11. If you wish to incorporate parts of the Program into other free programs whose distribution conditions are different, write to the author to ask for permission. For software which is copyrighted by the Free Software Foundation, write to the Free Software Foundation; we sometimes make exceptions for this.
This license, the Lesser General Public License, applies to some specially designated software packages--typically libraries--of the Free Software Foundation and other authors who decide to use it. You can use it too, but we suggest you first think carefully about whether this license or the ordinary General Public License is the better strategy to use in any particular case, based on the explanations below. When we speak of free software, we are referring to freedom of use, not price.
A "library" means a collection of software functions and/or data prepared so as to be conveniently linked with application programs (which use some of those functions and data) to form executables. The "Library", below, refers to any such software library or work which has been distributed under these terms.
portions of the Library, and distribute that work under terms of your choice, provided that the terms permit modification of the work for the customer's own use and reverse engineering for debugging such modifications. You must give prominent notice with each copy of the work that the Library is used in it and that the Library and its use are covered by this License. You must supply a copy of this License.
YOU ASSUME THE COST OF ALL NECESSARY SERVICING, REPAIR OR CORRECTION. 16.
Gebruikershandleiding bij de Dell™ Laser Printer 5210n/5310n Klik op de koppelingen aan de linkerkant voor meer informatie over de functies en bediening van de printer. Zie Informatie zoeken voor meer informatie over andere documentatie bij de printer. U bestelt als volgt supplies bij Dell: 1. Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad. 2. Ga naar de website van Dell:www.dell.com/supplies 3. Bestel Dell-printersupplies per telefoon.
Storingen verhelpen Storingen identificeren Printerstoringen verhelpen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het afdrukmateriaal te kiezen en dit afdrukmateriaal op de juiste wijze te plaatsen. Raadpleeg Papierstoringen voorkomen voor meer informatie over het vermijden van papierstoringen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven.
Printerstoringen verhelpen Hoewel op verschillende plaatsen papierstoringen kunnen optreden, is het vrijmaken van de papierbaan relatief eenvoudig, afhankelijk van het storingsbericht of de storingsberichten op het bedieningspaneel. Papier kan op drie plaatsen vastlopen: aan de voorkant van de printer, binnenin de printer en aan de achterkant van de printer. Storingen aan de voorkant van de printer treden op in de invoeropties of in de lade voor dubbelzijdig afdrukken.
OPMERKING: Stel de cartridge niet te lang bloot aan licht. 5. Trek het afdrukmateriaal omhoog en naar u toe. OPMERKING: De toner op het afdrukmateriaal kan vlekken op uw huid of kleding maken. LET OP: Stop met trekken als het afdrukmateriaal niet meteen in beweging komen wanneer u trekt. In dit geval moet u het afdrukmateriaal via de achterklep van de printer verwijderen. VOORZICHTIG: Gebruik geen puntige voorwerpen om het papier te verwijderen.
9. Druk op de knop Selecteren . 202 Papier vast - Open achterklep 1. Als het papier uit de printer wordt gevoerd, trekt u het afdrukmateriaal recht naar buiten en drukt u op de knop Selecteren stap 2. 2. Open de achterklep van de printer. . Ga anders verder met VOORZICHTIG: De binnenkant van de printer is mogelijk erg warm. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen van het apparaat aanraakt. 3. Verwijder het vastgelopen afdrukmateriaal.
5. Druk op de knop Selecteren . 23x Papier vast - Open achterklep duplexeenh. 1. 2. Open de achterklep van de duplexeenheid. Verwijder het vastgelopen afdrukmateriaal. Trek het afdrukmateriaal naar boven of naar beneden, afhankelijk van de locatie van het afdrukmateriaal. 3. Sluit de achterklep van de duplexeenheid. Zorg ervoor dat de klep vastklikt. 4. Druk op de knop Selecteren .
2. Open de lade voor dubbelzijdig afdrukken en verwijder het afdrukmateriaal door het omhoog te trekken. 3. Open eventuele optionele laden van boven naar beneden en verwijder vastgelopen afdrukmateriaal. Trek het afdrukmateriaal naar boven of naar beneden. Als het in de ene richting niet gemakkelijk gaat, probeert u de andere richting. 4. Druk op de knop Selecteren . 250 Papier vast - Ctrl U-lader 1. Verwijder het papier uit de universeellader.
2. Buig het afdrukmateriaal, waaier het uit, stapel het en plaats het terug. 3. Plaats het afdrukmateriaal. 4. Schuif de papiergeleider aan de zijkant naar de binnenkant van de lade tot de geleider licht tegen de zijkant van het afdrukmateriaal rust. 5. Druk op de knop Selecteren . 260 Papier vast - Controleer env.lader Bij de invoer van enveloppen in de enveloppenlader wordt telkens de onderste envelop ingevoerd. De onderste envelop is in dit geval dus vastgelopen. 1.
2. Verwijder alle enveloppen. Als de vastgelopen envelop in de printer is gevoerd en niet naar buiten kan worden getrokken, verwijdert u de enveloppenlader. a. Trek de enveloppenlader recht omhoog uit de printer en leg deze vervolgens opzij. b. Verwijder de envelop uit de printer. OPMERKING: Als u de envelop niet kunt verwijderen, moet de tonercartridge worden verwijderd. Raadpleeg 200 en 201 Papier vast - Verwijder cartridge voor meer informatie. c. Plaats de enveloppenlader weer in de printer.
6. Laat het envelopgewicht zakken. 7. Druk op de knop Selecteren . 27x Papier vast - Ctrl uitv-lade x Een storing in de optionele uitvoerlade verhelpen: 1. Als het papier uit de printer wordt gevoerd, trekt u het afdrukmateriaal recht naar buiten en drukt u op de knop Selecteren stap 2. 2. Duw de achterklepvergrendelingen van de optionele uitvoerlade naar het midden toe. De achterkleppen vallen open. OPMERKING: Als u over slechts één uitvoeroptie beschikt, is er mogelijk maar één achterklep. .
3. Verwijder het vastgelopen afdrukmateriaal. 4. Sluit de achterkleppen van de uitvoerladen en controleer of deze goed dicht zitten. 5. Druk op de knop Selecteren .
Kennisgeving over licenties De software van de printer omvat: l Software die is ontwikkeld door, en waarop het copyright berust bij, Dell en/of derden l Door Dell aangepaste software die is gelicentieerd onder de bepalingen van versie 2 van GNU General Public License (GNU GPL) en versie 2.
Stuurprogramma's installeren voor lokaal afdrukken Windows Macintosh Linux/UNIX Een lokale printer is een printer die op één computer is aangesloten via een USB-kabel of parallelle kabel. Als de printer niet op uw computer, maar op een netwerk is aangesloten, gaat u naar Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk. Een printerstuurprogramma is software die ervoor zorgt dat de computer kan communiceren met de printer.
2. Klik in Windows XP op Start®Configuratiescherm®Printers en andere hardware®Printers en faxapparaten. Klik in alle andere besturingssystemen op Start®Instellingen®Printers. 3. Dubbelklik op Printer toevoegen. 4. Klik op Volgende. 5. Selecteer Lokale printer die met deze computer is verbonden en klik op Volgende. 6. Selecteer de poort die u wilt gebruiken voor deze printer en klik op Volgende. 7. Selecteer Bladeren. 8.
a. Plaats de cd Drivers and Utilities in het cd-romstation. b. Dubbelklik op Classic en vervolgens op het installatiepakket voor de printer. OPMERKING: Een PPD-bestand geeft Macintosh-computers gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer. c. Klik op de gewenste taal en klik op Continue (Ga door). d. Lees het Leesmij-bestand door en klik op Continue (Ga door). e. Lees de licentieovereenkomst door, klik op Continue (Ga door) en klik op Agree (Akkoord) om hiermee akkoord te gaan.
l Linspire Linux l RedHat Linux l SuSE Linux Systeemvereisten Linux Printerstuurprogramma's hebben minimale ruimtevereisten van 70 MB op /usr/local voor de installatie op een computer met Linux. Installeren op RedHat Linux of SuSE Linux 1. Lees Voor het installeren. 2. Plaats de cd. 3. Wijzig uw directory in de directory met het pakketbestand. Als u uw cd-rom hebt geplaatst op de locatie /mnt/cdrom: # cd /mnt/cdrom/unix/packages 4.
Als u alle pakketten wilt installeren, typt u "all" en drukt u vervolgens op Enter. Als u losse pakketten wilt installeren, typt u de nummers van alle pakketten die u wilt installeren gescheiden door komma's en drukt u vervolgens op Enter. Voorbeeld: 1,2,3. 4. Volg de aanwijzingen en beantwoord alle vragen die op het scherm verschijnen: a. Om de standaardinstellingen te accepteren, drukt u op Enter. b. Om ja/nee-vragen te beantwoorden, typt u y, n of ? en vervolgens drukt u op Enter. c.
Printer onderhouden Printer verplaatsen Printersupplies onderhouden Tonercartridge vervangen Onderdelen in de onderhoudskit vervangen U moet af en toe bepaalde handelingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Deze handelingen worden in dit hoofdstuk besproken. Als meerdere mensen gebruikmaken van de printer, kunt u één van hen vragen of hij/zij verantwoordelijk wil zijn voor de installatie en het onderhoud van het apparaat.
Voor transport van de printer per auto of koerier moet u de printer goed verpakken. De verpakte printer moet stevig op een pallet worden bevestigd. Vervoer de printer altijd alleen maar op een pallet. De printer moet tijdens het transport rechtop blijven staan. Als u niet meer over de oorspronkelijke verpakking beschikt, kunt u contact opnemen met de klantenservice om de set verpakkingsmateriaal te bestellen. Aanvullende instructies voor het verpakken van de printer vindt u in de set verpakkingsmateriaal.
informatie. Afdrukmateriaal N/vel afdrukken in het menu Instellingen® Afwerking Met deze instelling worden twee of meer pagina’s afgedrukt op één zijde van een vel. De mogelijke waarden voor N/vel afdrukken zijn 2, 3, 4, 6, 9, 12 en 16 per vel. In combinatie met de instelling Duplex kunt u met N/vel afdrukken maximaal 32 pagina's afdrukken op één vel papier (16 paginabeelden op elke zijde).
3. Til de tonercartridge uit de printer. VOORZICHTIG: Stel de tonercartridge tijdens de vervanging niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden. 4. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. Verwijder het beschermende schuimrubber, het rode plastic bandje en de tape, en gooi dit alles weg. 5. Schud de cartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen. 6.
7. Sluit de bovenste voorklep. 8. Sluit de universeellader. Onderdelen in de onderhoudskit vervangen De laadrollen vervangen Bestel een nieuwe laadrol wanneer er lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond van afgedrukte pagina’s verschijnen. 1. Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los. 2. Trek aan de uitsparing aan de voorkant van de printer om de universeellader te laten zakken.
3. Druk de ontgrendelingshendel naar rechts om de bovenste voorklep van de printer te openen. 4. Til de tonercartridge uit de printer. 5. Bevestig de kartonnen klephouder aan het haakje op de printer. 6. Plaats het haakje aan de onderzijde van de kartonnen klephouder in de sleuf op de printer. U dient hiervoor de bovenste voorklep te laten zakken. 7. Zoek de gebruikte laadrol boven de ruimte voor de tonercartridge. 8. Duw de laadrol naar links totdat de laadrol vrijkomt aan de rechterzijde.
9. Duw de laadrol naar rechts en uit de printer. 10. Lijn het blauw gemarkeerde linkeruiteinde van de laadrol uit met de uitsparing in de arm (gemarkeerd met een bijbehorend blauw pijltje), en plaats de laadrol in de uitsparing. Duw de laadrol naar links. 11. Til de rechterzijde van de laadrol omhoog en plaats deze in de uitsparing in de rechterarm. 12. Verwijder het verpakkingsmateriaal van de laadrol.
13. Verwijder de kartonnen klephouder. 14. Plaats de tonercartridge in de printer. 15. Sluit de bovenste voorklep. 16. Sluit de universeellader.
17. Sluit het netsnoer van de printer aan op een goed geaard stopcontact. Overdrachtsrol vervangen Bestel een nieuwe overdrachtsrol wanneer er lichte afdrukken, lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond van afgedrukte pagina’s verschijnen. 1. Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los. 2. Trek aan de uitsparing aan de voorkant van de printer om de universeellader te laten zakken. 3. Druk de ontgrendelingshendel naar rechts om de bovenste voorklep van de printer te openen. 4.
7. Til de overdrachtsrol omhoog en vervolgens recht uit de printer. Leg de rol opzij. 8. Haal de nieuwe overdrachtsrol uit de verpakking. 9. Zoek de kleine uitsparing aan de rechterzijde van de printer en plaats het metalen uiteinde van de overdrachtsrol in de uitsparing. 10. Laat de overdrachtsrol voorzichtig zakken totdat het metalen uiteinde links in de sleuf valt. Duw het uiteinde indien nodig aan zodat dit goed vastzit. 11. Plaats de tonercartridge in de printer.
12. Sluit de bovenste voorklep. 13. Sluit de universeellader. 14. Sluit het netsnoer van de printer aan op een goed geaard stopcontact. Grijprollen vervangen 1. Verwijder de standaardlade. 2. Zoek de arm van de grijprol onder de printer en trek deze omlaag.
3. Duw op het uitsteeksel aan het uiteinde van de rol. 4. Trek de grijprol van de arm. 5. Herhaal stap 3 en stap 4 aan de andere zijde om de andere grijprol te verwijderen. 6. Laat de arm van de grijprol voorzichtig los. 7. Gooi de gebruikte grijprollen weg. 8. Haal de twee grijprollen uit de verpakking. 9. Trek de arm van de grijprol omlaag. 10. Zoek de uitsparing in de grijprol en lijn deze uit met het uiteinde op de arm. OPMERKING: Op beide grijprollen staan twee pijlen.
12. Herhaal stap 10 en stap 11 om de andere grijprol te plaatsen. 13. Laat de arm van de grijprol voorzichtig los. 14. Plaats de standaardlade in de printer.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Ondersteund afdrukmateriaal Afdrukmateriaal selecteren Afdrukmateriaal bewaren Papierstoringen voorkomen De term afdrukmateriaal omvat papier, karton, transparanten, etiketten en enveloppen. De printer maakt afdrukken van hoge kwaliteit op verschillende soorten afdrukmateriaal. Er zijn diverse aspecten van afdrukmateriaal die u moet overwegen voordat u gaat afdrukken. Dit hoofdstuk bevat informatie die u kan helpen bij het kiezen van afdrukmateriaal.
JIS B5 182 x 257 mm Letter 216 x 279 mm Legal 216 mm x 356 mm Executive 184 x 267 mm Folio1 216 x 330 mm Statement1 140 x 216 mm Universal 140 x 210 mm tot 216 x 356 mm 2 70 x 127 mm tot 216 x 356 mm 70 x 127 mm tot 229 x 356 mm 148 x 182 mm tot 216 x 356 mm 7 ¾-envelop 98 x 191 mm 9-envelop 98 x 225 mm 10-envelop 105 x 241 mm DL-envelop 110 x 220 mm B5-envelop 176 x 250 mm C5-envelop 162 x 229 mm Andere envelop1 98 x 162 mm tot 176 x 250 mm 98 x 162 mm tot 229 x 342 mm Universe
Optionele lader voor 500 vel A4 210 x 297 mm A5 148 x 210 mm JIS B5 182 x 257 mm Letter 216 x 279 mm Legal 216 mm x 356 mm Executive 184 x 267 mm Folio1 216 x 330 mm Statement1 140 x 216 mm 2 140 x 210 mm tot 216 x 356 mm Universal 70 x 127 mm tot 229 x 356 mm 148 x 182 mm tot 216 x 356 mm Optionele enveloppenlader 7 ¾-envelop 98 x 191 mm 9-envelop 98 x 225 mm 10-envelop 105 x 241 mm DL-envelop 110 x 220 mm B5-envelop 176 x 250 mm C5-envelop 162 x 229 mm 1 Andere envelop 98
Etiketten — maximum Papier 180 g/m2 163 g/m2 N.v.t. 180 g/m2 OPMERKING: Niet ondersteund in de universeellader. Dual web-papier 180 g/m2 163 g/m2 180 g/m2 Niet ondersteund in de universeellader. Polyester 220 g/m2 220 g/m2 220 g/m2 OPMERKING: Niet ondersteund in de universeellader. Vinyl 300 g/m2 (schutvel) 260 g/m2 (schutvel) 300 g/m2 (schutvel) OPMERKING: Niet ondersteund in de universeellader.
l Sommige chemisch behandelde papiersoorten waarmee kopieën kunnen worden gemaakt zonder carbonpapier, ook wel "carbonless copy paper" (CCP) of "no carbon required paper" (NCR) genoemd l Voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer l Voorbedrukt papier dat niet voldoende bestand is tegen de temperatuur in het verhittingsstation l Voorbedrukte papiersoorten waarvoor een registrering (nauwkeurige positionering van de afdruk) van meer dan ±0,23 mm is vereist, zoals
hiervoor niet stijf genoeg, waardoor papierstoringen kunnen optreden. Het beste resultaat bereikt u met papier van 75 g/m2 met de vezels in de lengterichting. Als u papier wilt gebruiken dat smaller is dan 182 x 257 mm, moet het gewicht ten minste 90 g/m2 zijn.
plaatsen van enveloppen. OPMERKING: Als u de enveloppenlader gebruikt, hoort u mogelijk een dreunend geluid. Dit is normaal. Het geluid ontstaat als opgesloten lucht uit de enveloppen wordt geperst voordat deze worden bedrukt. U drukt als volgt af op enveloppen: l U bereikt de beste resultaten als u enveloppen van hoge kwaliteit gebruikt die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. l Stel het papierformaat/de papiersoort in het menu Papier in op U-lader, Handm. invoer env. of Env.
met de invoer en de afdrukkwaliteit leiden. l Gebruik geen etikettenvellen met glad rugmateriaal. l Plaats geen etikettenvellen waarop een aantal etiketten ontbreekt. Dit kan ertoe leiden dat etiketten losraken tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge vervallen.
kreuken. l Plaats niets op de pakken papier. l Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het in de printer gaat gebruiken. Papierstoringen voorkomen Gebruik geschikt afdrukmateriaal (papier, transparanten, etiketten en karton) zodat u probleemloos kunt afdrukken. Raadpleeg Ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. OPMERKING: Gebruik altijd eerst een paar testvellen van het afdrukmedium dat u wilt gaan gebruiken, voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
Informatie over menu's op bedieningspaneel Menu Papier Rapporten Instellingen Beveiliging Netwerk/poorten Er is een aantal menu's beschikbaar waarmee u op eenvoudige wijze printerinstellingen kunt aanpassen. In het diagram worden het menuoverzicht op het bedieningspaneel, de menu's en de items die onder elk menu beschikbaar, zijn weergegeven. De items in elk menu en de waarden die u kunt selecteren, worden verderop in dit hoofdstuk nader beschreven.
Letter* (VS) Legal Executive Folio Statement Universal 7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop DL-envelop C5-envelop Andere envelop Formaat/soort U-lader Hiermee stelt u de papiersoort in de universeellader vast. OPMERKING: Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast . Als twee of meer aangepaste soorten dezelfde naam hebben, staat deze naam slechts één keer in de lijst Papiersoort.
Papierstructuur Deze menuselectie wordt gebruikt om de structuur in te stellen voor elk van de gedefinieerde soorten afdrukmateriaal. Hiermee kan de afdrukkwaliteit voor de opgegeven papiersoort worden geoptimaliseerd in de printer. Menuselectie: Doel: Waarden: Normale structuur Hiermee wordt de structuur aangegeven van het afdrukmateriaal dat in een specifieke invoerlade is geplaatst. Glad Normaal* Ruw Structuur transparant Structuur etiket Structuur vinyletikett.
laden Bankpostpapier laden Briefhoofdpap. laden Voorbedrukt laden Gekleurd papier laden Karton laden Hiermee verwerkt u op correcte wijze voorbedrukt karton, ongeacht of het een dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak betreft. Duplex Wordt weergegeven als karton wordt ondersteund in de Uit* opgegeven invoerbron. Aangepast laden Hiermee verwerkt u op correcte wijze aangepast voorbedrukt papier, ongeacht of het een dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak betreft.
vol is, begint de printer de volgende gekoppelde lade te vullen, en gaat vervolgens verder met het een voor een vullen van alle gekoppelde laden. Soort/lade toewijzen Uitvoer is vol Afdruktaken worden naar de uitvoerlade gestuurd die aan die gebruiker is toegewezen en vervolgens worden de afdruktaken naar de toegewezen overlooplade gestuurd. Koppeling optioneel Alle optionele uitvoerladen worden gekoppeld tot een grote lade, maar de standaardlade blijft afzonderlijk adresseerbaar.
Deze menuselectie wordt gebruikt voor het afdrukken van informatie over de interne printerserver. Menuselectie: Doel: Waarden: NetWareinstall.pag. Hiermee drukt u informatie af over de interne printerserver en de netwerkinstellingen die zijn gedefinieerd in het menu-item Netwerkinst. in het menu Netwerk. Nadat u dit item hebt geselecteerd, wordt de pagina afgedrukt en krijgt de printer de status Gereed.
Time-outs Hiermee bepaalt u hoe lang (in seconden) de printer wacht alvorens terug te gaan naar het beginscherm, een melding voor einde taak te ontvangen of meer gegevens van de computer te ontvangen. Time-out scherm: 15–300 (30*) OPMERKING: Het menu-item Wachttime-out is alleen beschikbaar als u gebruikmaakt van PostScript-emulatie. Deze menuwaarde is niet van invloed op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie wordt gebruikt.
l Niet herstellen* Alle bronnen (lettertypen, macro's en symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn gedownload, worden verwijderd. (Bronnen in het optionele flash-geheugen of op de vaste schijf worden niet verwijderd.) De gebruikersinstellingen blijven van kracht. Menu Afwerking Gebruik deze menuselectie om in te stellen hoe het afgedrukte materiaal door de printer moet worden afgeleverd.
16 per vel N/vel-volgorde Hiermee bepaalt u de positie van afgebeelde pagina's als er meerdere pagina’s op een vel worden afgedrukt. Hiermee drukt u zestien paginabeelden per zijde af. Horizontaal* Verticaal Omgekeerd horizon. De positie hangt af van het aantal beelden en de afdrukstand van de beelden (staand of liggend).
alle taken op de vaste schijf of verwijdert u alle statistieken van de schijf. Hex Trace Helpt bij het opsporen van de bron van een afdrukprobleem. Wissen Hiermee verwijdert u alle taakstatistieken van de vaste schijf. Inschakelen Als Hex Trace is geselecteerd, worden alle gegevens die naar de printer worden gestuurd zowel in een hexadecimale weergave als in een tekenweergave afgedrukt. Besturingscodes worden niet uitgevoerd.
OPMERKING: De pitch wordt alleen weergegeven voor vaste (monogespatieerde) lettertypen. Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Afdrukstand: Staand* Liggend Met de instelling Staand drukt u de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af. Met de instelling Liggend drukt u de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af. Hiermee bepaalt u het aantal regels dat per pagina wordt afgedrukt.
TCP/IP Deze menuselectie wordt gebruikt om de TCP/IP-instellingen (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) te bekijken of te wijzigen. OPMERKING: Dit menu wordt niet weergegeven bij modellen zonder netwerkondersteuning. Menuselectie: Doel: Waarden: TCP/IP Inschakelen Aan* Uit Hostnaam weergeven Alleen bekijken Adres IP-adres met 4 velden Hiermee stelt u de netwerkoptie in op TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
In het menu USB kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een USB-poort (Universal Serial Bus) (USB ). Menuselectie: Doel: Waarden: PCL SmartSwitch Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan* De printer controleert de gegevens op de USB-poort en selecteert PCLemulatie als dit de vereiste printertaal is.
Parallelbuffer OPMERKING: Als u dit menu-item wijzigt, wordt de printer automatisch opnieuw ingesteld. Auto* De printer controleert welke indeling de gegevens hebben en past de verwerking aan. Hiermee configureert u de grootte van de parallelle invoerbuffer. Uitgeschakeld Schakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Naam weergeven Hiermee geeft u de toegewezen AppleTalk-naam weer. Als u Naam weergeven selecteert, wordt de AppleTalk-naam weergegeven op het bedieningspaneel. Adres weergeven Hiermee geeft u het toegewezen AppleTalk-adres weer. Als u Adres weergeven selecteert, wordt de AppleTalk-naam weergegeven op het bedieningspaneel. Inschakelen Hiermee schakelt u de AppleTalk-functie in of uit. Aan Hiermee schakelt u de AppleTalk-functie in. Uit Hiermee schakelt u de AppleTalk-functie uit.
Informatie over berichten op bedieningspaneel Op het bedieningspaneel worden berichten weergegeven over de actieve werkstand van de printer en mogelijke problemen die opgelost moeten worden. In dit hoofdstuk krijgt u een overzicht van alle printerberichten, wat ze betekenen en hoe u ze kunt wissen. De volgende tabel bevat de berichten in alfanumerieke volgorde. U kunt een bericht ook zoeken met behulp van de index. Bericht Actie 30 Vervang cartridge, onjuist gevuld Installeer een nieuwe cartridge.
l 51 Flash beschadigd Annuleer de actieve taak. Druk op de knop Selecteren om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. U moet ander flash-geheugen installeren voordat u bronnen in het flash-geheugen kunt laden. Raadpleeg Printergeheugen installeren voor meer informatie. 52 Onvoldoende ruimte in flashgeheugen voor bronnen l Druk op de knop Selecteren om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
aangegeven lade te gebruiken. 80 Onderhoud aanbevolen 88 Toner bijna op 200.yy Papier vast 201.yy Papier vast 202.yy Papier vast 231.yy Papier vast 232.yy Papier vast 233.yy Papier vast 234.yy Papier vast 235.yy Papier vast 236.yy Papier vast 237.yy Papier vast 238.yy Papier vast 239.yy Papier vast 24x.yy Papier vast 250.yy Papier vast 260.yy Papier vast 27x.yy Papier vast 280.yy Papier vast 281.
Als het onderhoudsbericht opnieuw wordt weergegeven, kunt u contact opnemen met de technische dienst. Meld hierbij het nummer van het bericht en beschrijf het probleem. Menuwijzigingen activeren Wacht tot het bericht is verdwenen. Bezig Wacht tot het bericht is verdwenen of annuleer de afdruktaak. Bezig met kalibreren Wacht tot het bericht is verdwenen. Annuleren niet beschikbaar Wacht tot het bericht is verdwenen. Bezig met annuleren Wacht tot het bericht is verdwenen.
Plaats duplexeenheid l l Plaats enveloppenlader l l Plaats invoerlade Zet de printer uit, haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en plaats de duplexeenheid. Sluit het netsnoer aan op een goed geaard stopcontact en zet de printer weer aan. Raadpleeg Duplexeenheid installeren voor meer informatie. Annuleer de actieve taak. Zet de printer uit, installeer de enveloppenlader en zet de printer weer aan. Raadpleeg Enveloppenlader installeren voor meer informatie. Annuleer de actieve taak.
Uitlijningspagina wordt afgedrukt Wacht tot het bericht is verdwenen. Bezig met prg. systeemcode Wacht tot het bericht is verdwenen en de printer opnieuw is ingesteld. OPMERKING: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden uitgezet. Flash wordt geprogrammeerd Wacht tot het bericht is verdwenen. OPMERKING: Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden uitgezet.
Supplies weergeven Hiermee wordt het actieve niveau van alle printersupplies weergegeven. Wachten De printer heeft een pagina met gegevens ontvangen om af te drukken, maar wacht op een opdracht voor einde taak, een papierinvoeropdracht of aanvullende gegevens. l l Druk op de knop Selecteren Annuleer de actieve taak. om de inhoud van de buffer af te drukken.
Stuurprogramma's installeren voor afdrukken via het netwerk Pagina met netwerkinstellingen afdrukken IP-adres toewijzen aan de printer IP-instellingen controleren Windows Macintosh Linux/UNIX NetWare Pagina met netwerkinstellingen afdrukken Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij het configureren van de printer in een netwerk. 1.
7. Voer de IP-netmasker in met behulp van het numerieke toetsenblok. Druk op de knop Selecteren nadat u het adres hebt ingevoerd. Selectie verzenden wordt kort weergegeven. 8. Druk op de pijl-omlaag totdat wordt weergegeven naast Gateway en druk vervolgens op de knop Selecteren 9. Voer de IP-gateway in met behulp van het numerieke toetsenblok. Druk op de knop Selecteren . nadat u het adres hebt ingevoerd. Selectie verzenden wordt kort weergegeven. 10.
2. De cd Drivers and Utilities start de installatiesoftware automatisch. Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u op Start®Uitvoeren, typt u D:\setup.exe (waarbij D de stationsaanduiding van de cd is) en klikt u vervolgens op OK. 3. Als de cd Drivers and Utilities wordt weergegeven, klikt u op Network Installation - Install the printer for use on a network (Netwerkinstallatie - De printer alleen voor gebruik op een netwerk installeren). 4.
Besturingssysteem: Gebruik dit type kabel: Windows Windows Windows Windows Windows Windows USB of parallel XP Professional x64 XP 2003 Server 2000 Me 98 SE Windows NT Parallel De printersoftware installeren OPMERKING: voor het installeren van printerstuurprogramma's onder Windows XP Professional x64, Windows XP Professional en Windows NT is beheerderstoegang vereist. 1. Zet de computer aan en plaats de cd Drivers and Utilities in het cd-romstation. De cd Drivers and Utilities start automatisch.
Windows NT Windows Me Windows 98 SE 9. PCL D:\Drivers\Print\Win_NT.40\dkaat2da.inf PS D:\Drivers\Print\Win_NT.40\dkaat1da.inf PCL D:\Drivers\Print\Win_9xme\dkaat2da.inf PS D:\Drivers\Print\Win_9xme\dkaat1da.inf Klik op Open (Openen) en vervolgens op OK. 10. Selecteer het type stuurprogramma dat u wilt installeren in de lijst met Fabrikanten en het printermodel in de lijst Printers. Klik op Volgende. 11.
printerobject wordt toegevoegd aan de map Printers. De tijd die hiervoor nodig is varieert afhankelijk van netwerkverkeer en andere factoren. 4. Sluit Mijn netwerklocaties of Netwerkomgeving. 5. Druk een testpagina af om de printerinstallatie te controleren. 6. Klik in Windows XP op Start®Configuratiescherm®Printers en andere hardware®Printers en faxapparaten. Klik in andere besturingssystemen op Start®Instellingen®Printers. 7. Selecteer de printer die u zojuist hebt gemaakt. 8.
3. Klik in het scherm Welcome (Welkomstscherm) op Continue (Ga door) en klik nogmaals op Ga door nadat u het Leesmij-bestand hebt gelezen. 4. Lees de licentieovereenkomst door, klik op Continue (Ga door) en klik op Agree (Akkoord) om akkoord te gaan met de voorwaarden van de licentieovereenkomst. 5. Kies een Destination (Bestemming) en klik op Continue (Ga door). 6. Klik in het scherm Easy Install (Standaard) op Install (Installeer). 7. Typ uw wachtwoord en klik op OK.
1. Plaats de cd Drivers and Utilities in het cd-romstation. 2. Dubbelklik op Classic en vervolgens op het installatiepakket voor de printer. OPMERKING: Een PPD-bestand geeft Macintosh-computers gedetailleerde informatie over de mogelijkheden van de printer. 3. Klik op de gewenste taal en klik op Continue (Ga door). 4. Lees het Leesmij-bestand door en klik op Continue (Ga door). 5. Lees de licentieovereenkomst door, klik op Continue (Ga door) en klik op Agree (Akkoord) om hiermee akkoord te gaan.
Controleer of u één van de volgende Linux-versies hebt met de nieuwste beschikbare wijzigingen. l Debian GNU/Linux l Linspire Linux l RedHat Linux l SuSE Linux Systeemvereisten Linux Printerstuurprogramma's hebben minimale ruimtevereisten van 70 MB op /usr/local voor de installatie op een computer met Linux. Installeren op RedHat Linux of SuSE Linux 1. Lees Voor het installeren. 2. Plaats de cd. 3. Wijzig uw directory in de directory met het pakketbestand.
¡ b. 3. Start het installatieprogramma van het pakket door te typen: # pkgadd -d /cdrom/unix/packages/print-drivers-solaris2-sparc.pkg Volg de aanwijzingen op het scherm. Er wordt een lijst van beschikbare pakketten weergegeven: Als u alle pakketten wilt installeren, typt u "all" en drukt u vervolgens op Enter. Als u losse pakketten wilt installeren, typt u de nummers van alle pakketten die u wilt installeren gescheiden door komma's en drukt u vervolgens op Enter. Voorbeeld: 1,2,3. 4.
Other Third-Party Licenses (Software) The Apache Software License, Version 1.1 Copyright (c) 2000 The Apache Software Foundation. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2.
"This product includes software developed by the JDOM Project (http://www.jdom.org/)." Alternatively, the acknowledgment may be graphical using the logos available at http://www.jdom.org/images/logos. THIS SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
Finally, any free program is threatened constantly by software patents. We wish to avoid the danger that companies distributing free software will individually obtain patent licenses, thus in effect transforming the program into proprietary software. To prevent this, we have made it clear that any patent must be licensed for everyone's free use or not licensed at all. Most GNU software, including some libraries, is covered by the ordinary GNU General Public License, which was designed for utility programs.
considered independent and separate works in themselves, then this License, and its terms, do not apply to those sections when you distribute them as separate works. But when you distribute the same sections as part of a whole which is a work based on the Library, the distribution of the whole must be on the terms of this License, whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless of who wrote it.
10. Each time you redistribute the Library (or any work based on the Library), the recipient automatically receives a license from the original licensor to copy, distribute, link with or modify the Library subject to these terms and conditions. You may not impose any further restrictions on the recipients' exercise of the rights granted herein. You are not responsible for enforcing compliance by third parties to this License. 11.
, 1 April 1990 Ty Coon, President of Vice That's all there is to it! wxWindows Library Licence, Version 3 Copyright (C) 1998 Julian Smart, Robert Roebling [, ...] Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this licence document, but changing it is not allowed.
Opties installeren en verwijderen Volgorde van installatie Lader voor 250 of 500 vel installeren Duplexeenheid installeren Optionele uitvoerlade installeren Enveloppenlader installeren Printergeheugen installeren Lettertype-ROM's installeren Volgorde van installatie Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig. Gebruik een printerstandaard of printerstelling als u gebruikmaakt van meerdere invoeropties of van een duplexeenheid en een invoeroptie.
1. Verwijder de papierlade uit het ladehuis. Verwijder al het verpakkingsmateriaal en het plakband van zowel het ladehuis als de lade. 2. Zet het ladehuis op een al eerder geïnstalleerde lader, of op de tafel of stelling waarop u de printer wilt gebruiken. U kunt de randen van het ladehuis eenvoudig uitlijnen met behulp van het nokje, de ronde pin en de vierkante gaatjes op de bovenzijde van een andere lader. Controleer of het ladehuis goed is aangebracht. 3.
De duplexeenheid wordt aangebracht onder de printer, onder de standaardinvoerlade en boven al geïnstalleerde laders. 1. Plaats de duplexeenheid op een reeds geïnstalleerde lader, of op de tafel of stelling waarop u de printer wilt gaan gebruiken. U kunt de randen van de eenheid eenvoudig uitlijnen met behulp van het nokje, de ronde pin en de vierkante gaatjes op de bovenzijde van een al geïnstalleerde lader. Controleer of de eenheid goed is aangebracht. 2. Sluit de printer aan. 3.
Nummer Onderdeel 1 Uitvoerlade 2 Etiketten 3 Metalen beugel en steun 4 Ondersteuning LET OP: De lade van de optionele uitvoerlade is alleen berekend op het gewicht van het afdrukmateriaal. Door te veel gewicht kan de lade losraken van het ladehuis. Installeer de uitvoerlade direct nadat u deze voorzichtig hebt uitgepakt, om te voorkomen dat het tafelblad of uw kleding door de randen van de montagebeugels wordt beschadigd. 1.
5. Schuif de onderste nokjes op de lade in de onderste sleuven op de optionele uitvoerlade. 6. Kantel de lade omhoog totdat de bovenste nokjes in de bovenste sleuven vastklikken. 7. Als u geen opties voor de verwerking van afdrukmateriaal meer installeert, bevestigt u de bovenklep op de optionele uitvoerlade. Enveloppenlader installeren De enveloppenlader wordt bevestigd aan de voorzijde van de printer, achter de universeellader.
Als de enveloppenlader juist is geïnstalleerd, is de enveloppenlader iets naar beneden gekanteld. Printergeheugen installeren VOORZICHTIG: Als u een printergeheugen wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Een printergeheugenkaart installeren OPMERKING: Printergeheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere printers, werken mogelijk niet met uw printer.
6. Zorg ervoor dat beide vergrendelingen in de uitsparingen aan beide zijden van de kaart passen. 7. Sluit de zijklep. Een printergeheugenkaart verwijderen 1. Open de zijklep. LET OP: Printergeheugenkaarten kunnen snel beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp, zoals het frame van de printer, aan voordat u een geheugenkaart aanraakt. 2. Duw de vergrendelingen aan beide uiteinden van de connector voor de printergeheugenkaart naar buiten.
3. Trek de geheugenkaart recht uit de connector. Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 4. Plaats de kaart in de originele verpakking. Als u het originele verpakkingsmateriaal niet hebt bewaard, wikkel de kaart dan in papier en bewaar deze in een doos. 5. Sluit beide vergrendelingen. 6. Sluit de zijklep. Lettertype-ROM's installeren OPMERKING: Lettertype-ROM's zijn wellicht niet beschikbaar in alle regio's.
OPMERKING: Als een optionele kaart is geïnstalleerd, moet u deze mogelijk verwijderen voordat u de lettertype-ROM installeert. 2. Pak de lettertype-ROM uit. LET OP: Lettertype-ROM's kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp, zoals het frame van de printer, aan voordat u een geheugenkaart aanraakt. 3. 4.
Lettertype-ROM's verwijderen 1. Open de zijklep. OPMERKING: Als een optionele kaart is geïnstalleerd, moet u deze mogelijk verwijderen voordat u de lettertype-ROM verwijdert. 2. Druk de vergrendelingsklemmen van de lettertype-ROM in. LET OP: Lettertype-ROM's kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp, zoals het frame van de printer, aan voordat u een geheugenkaart aanraakt. 3. Trek de kaart naar buiten.
Afdrukken Afdruktaak naar de printer sturen Afdruktaak annuleren Pagina met menu-instellingen afdrukken Pagina met netwerkinstellingen afdrukken Lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken Directorylijst afdrukken Beveiligde taken en wachttaken afdrukken Afdrukken op bijzonder afdrukmateriaal Standaardladen en optionele laden vullen Papiersoort en papierformaat instellen Universeellader vullen Enveloppenlader vullen Laden koppelen Uitvoerladen identificeren en koppelen Dit hoofdstuk bevat informatie ov
l ¡ Afdruktaken annuleren via de taakbalk ¡ Afdruktaken annuleren via het bureaublad Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer ¡ Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer met Mac OS 9 ¡ Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer met Mac OS X Afdruktaken annuleren via het bedieningspaneel van de printer Als de taak wordt verwerkt of reeds wordt afgedrukt, en Taak annuleren op de eerste regel van het display wordt weergegeven: 1.
Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer met Mac OS X Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, wordt in het Dock een symbool weergegeven dat de geselecteerde printer aangeeft. 1. Open Programma's® Hulpprogramma's en dubbelklik vervolgens op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 2. Dubbelklik op de printer waarnaar u de afdruktaak hebt verstuurd. 3. Selecteer in het printervenster de afdruktaak die u wilt annuleren. 4. Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
Een directorylijst bevat de bronnen die zijn opgeslagen in het flashgeheugen. U drukt als volgt deze lijst af: 1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed op het display verschijnt. 2. Druk op de knop Menu 3. Druk op de pijl-omlaag totdat wordt weergegeven naast Rapporten en druk vervolgens op de knop Selecteren 4. Druk op de pijl-omlaag totdat wordt weergegeven naast Directory afdrukken en druk vervolgens op de knop Selecteren op het bedieningspaneel. . .
3. Druk op de pijl-omlaag totdat wordt weergegeven naast Beveiligde taken en druk vervolgens op de knop Selecteren 4. Voer uw PIN-code in met de pijl-omhoog en de pijl-omlaag deze handeling voor elk getal. 5. Druk op de pijl-omlaag totdat wordt weergegeven naast de taak die u wilt afdrukken en druk vervolgens op de knop Selecteren 6.
2. Druk op de pijl-omlaag totdat wordt weergegeven naast uw gebruikersnaam en druk vervolgens op de knop Selecteren 3.
9. Klik op Druk af. Standaardladen en optionele laden vullen De printer is voorzien van een standaardlade voor 500 vel. Mogelijk hebt u ook één of meer optionele laden voor 250 vel of voor 500 vel aangeschaft. De stappen voor het vullen van een lade voor 250 vel zijn gelijk aan die voor het vullen van een lade voor 500 vel. U kunt als volgt afdrukmateriaal plaatsen: 1. Verwijder de lade uit de printer en leg deze op een vlak, horizontaal oppervlak.
5. Plaats het afdrukmateriaal in de lade: Plaats het afdrukmateriaal met de te bedrukken zijde omlaag als u enkelzijdig wilt afdrukken Plaats het afdrukmateriaal met de te bedrukken zijde omhoog als u dubbelzijdig wilt afdrukken OPMERKING: De stapel afdrukmateriaal mag niet boven de stapelhoogte-indicator uitkomen. Bij een te volle lade kunnen papierstoringen optreden. 6.
Papiersoort en papierformaat instellen Nadat u de papiersoort en het papierformaat hebt ingesteld op de juiste waarden van de soort en het formaat dat in de laden is geplaatst, worden laden met hetzelfde formaat en dezelfde soort papier automatisch gekoppeld door de printer. OPMERKING: Als u materiaal van hetzelfde formaat plaatst als voorheen, hoeft u de instelling Papierformaat niet te wijzigen. Instellingen Papierformaat en Papiersoort wijzigen: 1. Controleer of de printer is ingeschakeld. 2.
2. Trek het verlengstuk van de lade naar buiten. OPMERKING: Plaats geen voorwerpen op de universeellader. Oefen geen kracht uit op de universeellader. 3. Schuif de breedtegeleider helemaal naar rechts. 4. Buig de vellen of enveloppen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het afdrukmateriaal niet. Maak een rechte stapel op een platte ondergrond. OPMERKING: Houd transparanten bij de randen vast en raak de afdrukzijde niet aan.
5. Plaats het afdrukmateriaal in de lade. Bepaal de hoogte van de stapel die u plaatst aan de hand van het etiket voor de stapelhoogte. OPMERKING: Plaats nooit afdrukmateriaal van verschillende formaten tegelijk in de universeellader. Meng geen afdrukmateriaal van verschillende formaten of soorten in één lade.
d. e. Druk op de pijl-omlaag totdat wordt weergegeven naast Formaat/soort U-lader en druk vervolgens op de knop Selecteren Druk op de pijl-omlaag totdat wordt weergegeven naast het formaat afdrukmateriaal dat u hebt geplaatst en druk vervolgens op de knop Selecteren f. g. . .
1. Zet de enveloppensteun voorzichtig in de juiste stand voor de lengte van de enveloppen die u wilt plaatsen. l Geheel gesloten (naar binnen geduwd) voor korte enveloppen l In de middelste stand uitgetrokken voor enveloppen met een gemiddelde lengte l Geheel open (volledig uitgetrokken) voor lange enveloppen LET OP: Plaats geen voorwerpen op de enveloppenlader. Oefen geen overdreven kracht uit. 2. Kantel het envelopgewicht in de richting van de printer. Het gewicht blijft nu op zijn plaats. 3.
OPMERKING: Bij het plaatsen van enveloppen mag de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen. Bepaal de hoogte van de stapel die u plaatst aan de hand van het etiket voor de stapelhoogte. Let erop dat de geplaatste enveloppen niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen die door het etiket voor de stapelhoogte wordt aangegeven. Als er te veel enveloppen worden geplaatst, kan dit tot papierstoringen leiden. 6. Schuif de breedtegeleider naar links totdat deze licht tegen de stapel drukt.
U kunt de printer zo instellen dat laden automatisch worden gekoppeld wanneer u afdrukmateriaal van hetzelfde formaat en dezelfde soort plaatst in meerdere invoerbronnen. De printer koppelt de laden automatisch: als de ene lade leeg is, wordt afdrukmateriaal ingevoerd uit de volgende gekoppelde lade. Als u bijvoorbeeld dezelfde soort en hetzelfde formaat afdrukmateriaal hebt geplaatst in lade 2 en lade 4, gebruikt de printer eerst lade 2.
l 50 enveloppen (75 g/m2) Raadpleeg Optionele uitvoerlade installeren voor informatie over het installeren van een optionele uitvoerlade. Uitvoerladen koppelen Door uitvoerladen te koppelen kunt u één enkele uitvoerbron maken, zodat de printer automatisch kan overschakelen naar de volgende beschikbare lade. U kunt ook de soort uitvoer instellen voor afdrukmateriaal zoals karton of envelopformaten die niet naar een optionele uitvoerlade kunnen worden gestuurd.
Kennisgevingen over regelgevingen Kennisgeving over CE (Europese Unie) Kennisgeving over de CE-markering Conformiteit met EN 55022 (alleen Tsjechië) Kennisgeving door het Pools centrum voor testen en certificering (PCBC) Conformiteit met ENERGY STAR® Richtlijn WEEE, afdanken van elektrische en elektronische apparaten Kennisgevingen over regelgevingen voor draadloze opties Elektromagnetische storing (Electromagnetic Interference; EMI) verwijst naar een signaal of straling die vrijkomt in vrije ruimte of wor
l EN 55022 - Gegevensverwerkende apparatuur - Radiostoringskenmerken - Grenswaarden en meetmethoden. l EN 55024 - Gegevensverwerkende apparatuur - Immuniteitskenmerken - Grenswaarden en meetmethoden. l EN 61000-3-2 - Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 3: Limietwaarden - Sectie 2: Limietwaarden voor de emissie van harmonische stromen (ingangsstroom van de toestellen kleiner of gelijk aan 16 A per fase).
Kennisgeving door het Pools centrum voor testen en certificering (PCBC) Het apparaat moet stroom krijgen van een stopcontact met een aangesloten beveiligingscircuit (een stopcontact voor 3-pinsstekkers). Alle apparaten die samenwerken (computer, monitor, printer, enzovoort) moeten dezelfde stroombron hebben. De fasegeleider van de elektriciteitstoevoer van de ruimte moet een overspanningsbeveiliging hebben in de vorm van een stop met een nominale waarde die niet hoger is dan 16 ampère (A).
Het programma ENERGY STAR® van EPA is een samenwerkingsverband tussen de EPA en de fabrikanten om luchtvervuiling te beperken door het gebruik van energiebesparende producten te bevorderen. U kunt ook zelf het stroomgebruik en de bijwerkingen ervan verminderen door het product uit te zetten wanneer het een langere periode niet wordt gebruikt, vooral 's avonds en tijdens het weekend.
Euroopan unionissa tämä merkintä kertoo, että tuote tulee hävittää kotitalousjätteen mukana.. Se tulee hävittää niin, että se voidaan noutaa ja siirtää kierrätykseen. Lisätietoja tämän tuotteen kierrättämisestä maassasi on osoitteessa www.euro.dell.com/recycling. Directive WEEE (Waste from Electrical and Electronic Equipment, Déchets des équipements électroniques et électriques) Dans l'Union européenne, cette étiquette indique que ce produit ne doit pas être mis au rebut avec les déchets ménagers.
gjenopprettes og resirkuleres. Hvis du vil ha informasjon om hvordan du kan resirkulere dette produktet på riktig måte i ditt land, kan du gå til: www.euro.dell.com/recycling. Dyrektywa WEEE dotycząca zużytego sprzętu elektrycznego i elektronicznego W Unii Europejskiej etykieta ta oznacza, że produktu nie należy wyrzucać wraz z domowymi odpadkami. Produkt powinien zostać przekazany do właściwej firmy usługowej, gdzie będzie możliwa jego utylizacja.
WEEE-direktivet (Waste from Electrical and Electronic Equipment) Inom EU indikerar den här etiketten att produkten får inte slängas med hushållsavfall. Den ska lämnas in på en återvinningsstation. Mer information om hur du kan återvinna den här produkten på ett ansvarsfullt sätt i ditt land hittar du på: www.euro.dell.com/recycling.
Softwareoverzicht Dell™ Toner Management System Dell Local Printer Settings Utility Hulpprogramma voor het instellen van een IP-adres Dell Printer Software Uninstall Profiler voor het stuurprogramma Dell Printer Configuration Web Tool Gebruik de cd Drivers and Utilities die met de printer is meegeleverd om een combinatie van softwaretoepassingen te installeren, afhankelijk van uw besturingssysteem. OPMERKING: Deze softwaretoepassingen zijn niet beschikbaar in Linux of Macintosh.
Dell Local Printer Settings Utility OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar als de printer is aangesloten op een netwerk. Gebruik het Dell Local Printer Settings Utility om printerinstellingen te wijzigen en op te slaan die niet beschikbaar zijn via het printerstuurprogramma (bijvoorbeeld het activeren van de alarminstelling als u wilt dat de printer een alarmsignaal geeft als ingrijpen is vereist).
OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar als de printer lokaal is aangesloten op een computer. Met het Set IP Address Utility (hulpprogramma voor het instellen van IP-adres) kunt u een IP-adres en andere belangrijke IP-parameters instellen. U kunt als volgt het IP-adres handmatig instellen. 1. Start het Dell Printer Configuration Web Tool door het IP-adres van uw netwerkprinter in de webbrowser te typen. 2. Klik op Printer Settings (Printerinstellingen). 3.
papierlade? Een van de functies van het Dell Printer Configuration Web Tool is de functie Instellingen e-mailmeldingen, die ervoor zorgt dat u, of de key operator, een e-mailbericht ontvangt als de printer supplies nodig heeft of als ingrijpen is vereist. Als u voorraadrapporten voor de printer invult en de kenmerknummers van alle printers in uw gebied nodig hebt, kunt u deze op eenvoudige wijze opzoeken met de functie voor printerinformatie in het Dell Printer Configuration Web Tool.
Hiermee houdt u afdruktrends, zoals papierverbruik en soorten afdruktaken, bij. Printerinformatie Hiermee geeft u de informatie weer die u nodig hebt voor onderhoud, voorraadrapporten of de status van het beschikbare geheugen en de enginecodes. Instellingen e-mailmeldingen Hiermee kunt u opgeven dat u een e-mailbericht wilt ontvangen als de printer supplies nodig heeft of als ingrijpen van een operator vereist is.
Problemen oplossen Printerberichten Niet-reagerende printer controleren Printerproblemen oplossen Problemen met opties oplossen Problemen met de papierinvoer oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Printerberichten De printer geeft drie typen berichten weer: statusberichten, interventieberichten en onderhoudsberichten. Statusberichten verschaffen informatie over de actuele status van de printer. Er hoeft geen actie te worden ondernomen.
l U gebruikt het verkeerde printerstuurprogramma of u drukt af naar een bestand. ¡ Controleer of u het geschikte stuurprogramma gebruikt voor de printer. ¡ Als u via een USB-poort werkt, moet Windows XP Professional x64, Windows XP, Windows Server 2003, Windows 2000 of Windows 98/Me gebruiken als besturingssysteem en moet u een printerstuurprogramma gebruiken dat compatibel is met Windows XP, Windows Server 2003, Windows 2000 of Windows 98/Me.
Er komen onverwachte pagina-einden voor. Er is een time-out opgetreden bij het afdrukken van de taak. Stel Afdruktime-out in op een hogere waarde in het Menu Instellingen. Raadpleeg Informatie over menu's op bedieningspaneel voor meer informatie. Problemen met opties oplossen Ga als volgt te werk als een optie niet goed functioneert nadat deze is geïnstalleerd, of als de optie niet meer functioneert: l Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in.
l De geleiders van de geselecteerde lade zijn niet in de voor het geplaatste formaat papier geschikte positie gezet. Verschuif de geleiders naar de juiste positie. l Papier heeft vocht geabsorbeerd vanwege hoge luchtvochtigheid. Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. Raadpleeg Afdrukmateriaal bewaren voor meer informatie. l Het is mogelijk dat de grijprollen versleten zijn.
l Raadpleeg Tonercartridge vervangen voor meer informatie. Als u voorbedrukte formulieren gebruikt, controleer dan of de inkt bestand is tegen temperaturen van 230 °C. Afdrukken zijn te donker. l l l Wijzig de instelling voor Tonerintensiteit in het menu Kwaliteit. Wijzig de instelling voor Helderheid in het menu Kwaliteit. Wijzig de instelling voor Contrast in het menu Kwaliteit.
De optionele draadloze kaart installeren Minimale installatiebenodigdheden Instellingen voor het draadloze netwerk De optionele draadloze kaart installeren De optionele draadloze kaart configureren (Windows) De optionele draadloze kaart configureren (Macintosh) OPMERKING: De optionele draadloze kaart is mogelijk niet in alle regio's beschikbaar. Neem contact op met uw plaatselijke verkoopvertegenwoordiger van Dell voor informatie over de beschikbaarheid van de kaart.
De draadloze kaart installeren: 1. Open de zijklep. LET OP: Optionele kaarten zijn uitermate gevoelig voor statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u een optionele kaart aanraakt. 2. Kijk waar de connector voor de kaart zich bevindt op de systeemkaart. 3. Verwijder de schroef en de afdekplaat en bewaar deze. 4. Pak de kaart uit. Bewaar de verpakking. 5.
8. Bevestig de antenne op de optionele kaart. Zorg dat de antenne goed is vastgedraaid in de aansluiting. Als de antenne niet goed is aangesloten, kan dit leiden tot een zwak draadloos signaal. 9. Draai de antenne totdat u met het verbindingsstuk de antenne omhoog kunt laten wijzen. 10. Sluit de zijklep. 11. Sluit het netsnoer aan en schakel de printer in.
De optionele draadloze kaart configureren (Windows) Configuratieoverzicht Nadat de interne draadloze afdrukserver is geïnstalleerd in een printer, kan de afdrukserver op twee manieren worden geconfigureerd voor gebruik op een draadloos netwerk: de afdrukserver kan worden geconfigureerd met behulp van het hulpprogramma voor draadloze installatie of door handmatige configuratie.
In de Wizardmodus verzamelt het hulpprogramma voor draadloze installatie draadloze informatie van de computer waarop de printer is aangesloten. De resultaten van deze zoekactie bepalen het proces voor het selecteren van de juiste SSID. 1. Selecteer de juiste netwerknaam (SSID).
de draadloze communicatie over te slaan, en gaat u verder met stap 11. 10. 11. Controleer of de afdrukserver kan communiceren via het netwerk. l Zodra de afdrukserver op de juiste wijze is geconfigureerd en beschikbaar is op het netwerk, klikt u op Finish (Voltooien) om het hulpprogramma voor draadloze installatie te sluiten.
9. Klik op OK om het hulpprogramma te sluiten. Het verificatiemechanisme configureren l Als EAP-MD5, MSCHAPv2 of LEAP is geselecteerd als het verificatiemechanisme: a. Voer een correcte gebruikersnaam en een correct wachtwoord in voor de 802.1x — RADIUS-verificatieserver. b. Bevestig het wachtwoord. c. l l Als PEAP is geselecteerd als het verificatiemechanisme: a. Voer een correcte gebruikersnaam en een correct wachtwoord in voor de 802.1x — RADIUS-verificatieserver. b.
3. Klik op Browse (Bladeren) om naar de locatie te navigeren waar u het certificaat wilt opslaan. 4. Klik op OK om terug te keren naar het beginscherm van de geavanceerde modus en ga verder met stap 6 van de instructies voor de geavanceerde modus. De printer op het netwerk installeren Nadat de afdrukserver is geconfigureerd, keert het hulpprogramma voor draadloze installatie terug naar het beginscherm van de cd Drivers and Utilities.
1. Controleer of het lampje op de printer brandt. 2. Ga naar de parameters van het huidige draadloze netwerk van de computer en leg deze vast. Raadpleeg de documentatie voor het vinden van de huidige parameters van het draadloze netwerk, of neem contact op met degene die uw netwerk beheert. 3.
4. Ga terug naar het beginscherm van de geïntegreerde webpagina en ga naar stap 7 van de instructies voor De afdrukserver in ad-hoc-modus configureren. Een nieuw certificaat van de certificeringsinstantie installeren 1. Klik in Certificaatconfiguratie op Een nieuw Certificate Authority-certificaat installeren. 2. Blader naar de juiste certificaatlocatie en klik op Verzenden. Een nieuw ondertekend certificaat aanvragen en installeren 1.
Voordat u de draadloze afdrukserver configureert, dient u ervoor te zorgen dat uw printer correct is geïnstalleerd: l De optionele kaart voor de interne draadloze afdrukserver is correct in de printer geplaatst. l Alle beschermkappen en kleppen van de printer zijn teruggeplaatst of gesloten. l De toner- of printcartridges zijn correct geïnstalleerd. l Er is papier in de printer geplaatst. l De printer is ingeschakeld en klaar om te worden geïnstalleerd. De draadloze afdrukserver configureren 1.
2. Klik op Certificaatbeheer. 3. Kies de gewenste beheeroptie(s). 4. Ga terug naar het beginscherm van de geïntegreerde webpagina en ga naar stap 6 van de instructies voor De draadloze afdrukserver configureren. Een nieuw certificaat van de certificeringsinstantie installeren 1. Klik in Certificaatconfiguratie op Een nieuw Certificate Authority-certificaat installeren. 2. Blader naar de juiste certificaatlocatie en klik op Verzenden. Een nieuw ondertekend certificaat aanvragen en installeren 1.
Kennisgevingen over regelgevingen voor draadloze opties Informatie over de werking Draadloze interoperabiliteit De Dell 5210/5310 optionele draadloze kaart is zo ontworpen dat deze geschikt is voor elk draadloos LAN-product dat is gebaseerd op DDDS-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum) en OFDM (Orthogonal Frequency Division Multiplexing). De kaart is ook geschikt voor de volgende standaarden: l IEEE-standaard 802.11b-1999 op draadloze LAN (2,4 GHz) l IEEE-standaard 802.
WAARSCHUWING: Dell 5210/5310 optionele draadloze kaart Dit apparaat mag alleen binnenshuis worden gebruikt omdat het gebruikmaakt van het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz. Dit product moet van de FCC binnenshuis worden gebruikt voor het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz om het risico van nadelige interferentie met mobiele satellietsystemen met dezelfde frequentie te verlagen.
Dell Inc vakuuttaa täten että Dell 5210 / 5310 Wireless Option -tyyppinen laite on direktiivin 1999/5/EY oleellisten vaatimusten ja sitä koskevien direktiivin muiden ehtojen mukainen. Dell Inc déclare que l'option Sans fil Dell 5210 / 5310 décrite dans ce manuel d’utilisation répond aux principales exigences et aux autres dispositions respectives de la Directive européenne 1999/5/CE.
OPMERKING: De Dell 5210/5310 optionele draadloze kaart verzendt minder dan 100 mW aan vermogen, maar meer dan 10 mW. Radiogoedkeuringen Het is van belang dat u uw radioapparaat alleen gebruikt in landen waar het apparaat is goedgekeurd voor gebruik.