Dell B5465dnf multifunctionele laserprinter Gebruikershandleiding Februari 2014 www.dell.com | dell.com/support/printers Handelsmerken De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. © 2014 Dell, Inc. Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van reproductie zonder schriftelijke toestemming van Dell Inc. is ten strengste verboden.
Inhoudsopgave 2 Inhoudsopgave Informatie over veiligheid............................................................................8 Omgaan met de printer..............................................................................10 Informatie zoeken over de printer..........................................................................................................10 Een plaats voor de printer bepalen..................................................................................................
Inhoudsopgave 3 Een Internal Solutions Port installeren .............................................................................................................35 Vaste schijf van printer installeren ...................................................................................................................40 Vaste schijf van de printer verwijderen ............................................................................................................44 Hardwareopties installeren.........
Inhoudsopgave 4 Papier selecteren ..............................................................................................................................................81 Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier selecteren.............................................................................81 Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken ........................................................................................81 Papier bewaren..........................................
Inhoudsopgave 5 Een uitgaande fax annuleren.................................................................................................................134 Faxen in een wachtrij zetten en doorsturen.........................................................................................135 Informatie over de faxopties.................................................................................................................136 Bezig met scannen....................................................
Inhoudsopgave 6 Printer onderhouden................................................................................232 Printeronderdelen reinigen...................................................................................................................232 De printer reinigen..........................................................................................................................................232 De glasplaat reinigen ...............................................................
Inhoudsopgave 7 [x] pagina's vastgelopen, open lade [x]. [24x].......................................................................................260 [x] pagina's vastgelopen, maak handmatige invoer vrij. [250]..............................................................261 [x] pagina's vastgelopen, open bovenklep van automatische invoer. [28y.xx].....................................262 Problemen oplossen.................................................................................
Informatie over veiligheid 8 Informatie over veiligheid Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Informatie over veiligheid 9 LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen.
Omgaan met de printer 10 Omgaan met de printer Informatie zoeken over de printer Gewenste informatie Bron Eerste installatie-instructies: Installatiedocumentatie: de installatiedocumentatie is bij de printer geleverd. • De printer aansluiten • De printersoftware installeren Extra installatieopties en instructies voor het gebruik Gebruikershandleiding en Naslagkaart: de handleidingen staan mogelijk op de cd Software en documentatie.
Omgaan met de printer 11 Gewenste informatie Bron • Software en stuurprogramma's: gecertificeerde Cd Software en documentatie stuurprogramma's voor uw printer en installatieprogramma's voor Dell printersoftware • Leesmij-bestanden: de laatste informatie over technische wijzigingen of geavanceerd technisch referentiemateriaal voor ervaren gebruikers of technici. • Supplies en accessoires voor uw printer • Vervangende tonercartridge. Dell website voor printersupplies: www.dell.
Omgaan met de printer 12 5 4 1 1 3 1 Rechterkant 152 mm (6 inch) 2 Voorkant 394 mm (15,5 inch) 3 Linkerkant 152 mm (6 inch) 4 Achterkant 152 mm (6 inch) 5 Bovenkant 152 mm (6 inch) 2 Printerconfiguraties LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Als u meerdere invoeropties gebruikt, dient u een printerstandaard of een printerbasis te gebruiken.
Omgaan met de printer 13 Basismodel 1 2 3 4 5 6 7 1 Automatische documentinvoer (ADI) 2 ADF-lade 3 ADF-uitvoerlade 4 Standaarduitvoerlade 5 Bedieningspaneel van de printer 6 Universeellader voor 100 vel 7 Standaardlade voor 550 vel
Omgaan met de printer 14 Volledig geconfigureerd model De volgende illustratie toont het maximale aantal optionele laden dat door de printer wordt ondersteund. Meer informatie over andere opstellingen vindt u op onze website. 1 3 1 1 2 1 Optionele laden voor 550 vel Opmerking: Een vergrendelbare lade voor 550 vel is ook beschikbaar. Neem voor meer informatie contact op met het verkooppunt waar u de printer hebt gekocht.
Omgaan met de printer 15 De ADF en de glasplaat gebruiken Glasplaat A B C Automatische documentinvoer (ADI) Gebruik de ADF als u documenten met meerdere pagina's wilt Gebruik de glasplaat voor documenten van één pagina of boekpascannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte (duplex) pagina's. gina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de ADF of de glasplaat gebruiken om documenten te scannen.
Informatie over het bedieningspaneel 16 Informatie over het bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Onderdeel Resultaat 1 Display 2 Startscherm (knop) Naar het startscherm gaan. 3 Slaapknop De slaapstand of sluimerstand inschakelen. Met de volgende handelingen wordt de slaapstand uitgeschakeld: • Printerstatus en -berichten weergeven. • De printer configureren en bedienen. • • • • • Raak het scherm aan of druk op een printerknop. Open een klep of paneel.
Informatie over het bedieningspaneel 17 Indicatielampje Printerstatus Knippert rood De printer vereist interventie door de gebruiker. Lampje van slaapknop Printerstatus Uit De printer is uitgeschakeld, niet actief of staat in de stand Gereed. Brandt oranje De printer bevindt zich in de slaapstand. Knippert oranje De sluimerstand van de printer wordt in- of uitgeschakeld. Knippert oranje volgens een langzaam patroon waarbij de knop 0,1 seconde brandt en 1,9 seconde uit gaat.
Informatie over het bedieningspaneel Aanraken 9 Bladwijzers 18 Tot Hiermee kunt een verzameling met bladwijzers (URL's) maken, indelen en opslaan in een structuurweergave met mappen en bestandskoppelingen. Opmerking: De structuurweergave ondersteunt alleen bladwijzers die met deze functie zijn gemaakt; bladwijzers van andere toepassingen worden niet ondersteund. 10 USB-station Hiermee kunt u foto's en documenten vanaf een flashstation weergeven, selecteren, afdrukken, scannen of e-mailen.
Informatie over het bedieningspaneel 19 Functie Beschrijving IP-adres printer Bijv.: U vindt het IP-adres van uw netwerkprinter in de linkerbovenhoek van het beginscherm. Het adres bestaat uit vier getallenreeksen die door punten worden gescheiden. U kunt het IP-adres gebruiken voor toegang tot de Embedded Web Server, zodat u printerinstellingen op afstand kunt bekijken en configureren. U hoeft dus niet fysiek bij de printer te staan. 123.123.123.
Informatie over het bedieningspaneel Aanraken Annuleren He&rstellen Resultaat • Een actie of een selectie annuleren. • Een venster sluiten en terugkeren naar het vorige venster zonder wijzigingen op te slaan. Waarden op het scherm herstellen.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 21 Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken Opmerking: Uw startscherm kan er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste instellingen, beheerdersinstellingen en actieve toepassingen. Sommige toepassingen worden alleen ondersteund op bepaalde printermodellen. Het IP-adres van de printer zoeken Opmerking: Zorg ervoor dat uw printer verbonden is met een netwerk of een afdrukserver.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 22 Opmerking: Een IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld 123.123.123.123. 2 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. 3 Druk op Enter. Opmerking: Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. Het beginscherm aanpassen 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 23 Optie Resultaat Scannen naar netwerk Scan een document en verstuur het naar een gedeelde netwerkmap. Zie “Scannen via een netwerk instellen” op pagina 26 voor meer informatie. Toepassingen in het beginscherm activeren Informatie over de toepassingen in het beginscherm zoeken Op uw printer zijn bij levering al beginschermtoepassingen geïnstalleerd.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 24 Als u de toepassing wilt gebruiken, raakt u Formulieren en favorieten aan in het beginscherm van de printer en navigeert u vervolgens door de formuliercategorieën. U kunt formulieren ook zoeken op basis van formuliernummer, -naam of -omschrijving. Pas kopiëren instellen Opmerking: Het kan zijn dat een nieuwere versie van deze Gebruikershandleiding een directe koppeling naar de Beheerdershandleiding van deze toepassing bevat.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 25 Mijn snelkoppeling gebruiken Opmerking: Het kan zijn dat een nieuwere versie van deze Gebruikershandleiding een directe koppeling naar de Beheerdershandleiding van deze toepassing bevat. Om te controleren of er updates van deze gebruikershandleiding zijn, gaat u naar www.dell.com/support/manuals. Selecteren Functie Snelkoppelingen maken op de printerstartpagina, met instellingen voor maximaal 25 veelgebruikte kopieer-, fax- of e-mailtaken.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 26 Scannen via een netwerk instellen Opmerking: Het kan zijn dat een nieuwere versie van deze Gebruikershandleiding een directe koppeling naar de Beheerdershandleiding van deze toepassing bevat. Om te controleren of er updates van deze gebruikershandleiding zijn, gaat u naar www.dell.com/support/manuals. Selecteren Functie Een document scannen en versturen naar een gedeelde netwerkmap. U kunt maximaal 30 unieke doelmappen definiëren.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken 27 3 Schakel het selectievakje Ingeschakeld in en pas de instellingen aan. 4 Klik op Verzenden. Klik op Extern bedieningspaneel >VNC-applet starten om de toepassing te gebruiken. Een configuratie exporteren of importeren U kunt configuratie-instellingen naar een tekstbestand exporteren en dit bestand vervolgens importeren om de instellingen toe te passen op andere printers. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Extra printer instellen 28 Extra printer instellen Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Extra printer instellen 29 LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer. 1 Open de toegangsklep van de controllerkaart.
Extra printer instellen 30 3 Verwijder de plaat. 4 Gebruik de volgende illustratie om de juiste aansluiting te vinden. Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u de elektronische componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
Extra printer instellen 5 Plaats de afdekplaat terug en zorg ervoor dat de schroeven zich voor de openingen bevinden. 6 Draai de schroeven van de afdekplaat vast.
Extra printer instellen 32 7 Sluit de toegangsklep. Geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Extra printer instellen 33 3 Breng de uitsparing (1) op de geheugenkaart op één lijn met de ribbel (2) op de connector. 1 2 4 Druk de geheugenkaart in de connector en druk de kaart in de richting van de wand van controllerkaart tot deze op zijn plaats klikt. 5 Bevestig de afdekplaat van de controllerkaart en sluit vervolgens de toegangsklep van de controllerkaart.
Extra printer instellen 34 Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u de elektronische componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt. 1 Open het toegangspaneel van de controllerkaart. Zie “Toegang verkrijgen tot de controllerkaart.” op pagina 28 voor meer informatie. 2 Haal de optionele kaart uit de verpakking.
Extra printer instellen 35 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats zoals op de afbeelding te zien is. Let op—Kans op beschadiging: Een onjuiste installatie van de kaart kan schade veroorzaken aan de kaart en de controllerkaart. Opmerking: De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de controllerkaart. 5 Sluit de toegangsklep van de controllerkaart.
Extra printer instellen 36 Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak op de printer aan voordat u de elektronische onderdelen of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt. 1 Open het toegangspaneel van de controllerkaart. Zie “Toegang verkrijgen tot de controllerkaart.” op pagina 28 voor meer informatie.
Extra printer instellen 4 Verwijder de metalen klep van de ISP-opening. a Draai de schroef los. b Til de metalen klep omhoog en trek deze volledig naar buiten.
Extra printer instellen 38 5 Lijn de uiteinden van de plastic beugel uit met de openingen op de controllerkaartbehuizing en druk vervolgens de plastic beugel op de controllerkaartbehuizing totdat deze vastklikt. Opmerking: Zorg ervoor dat de plastic beugel volledig is vergrendeld en dat de plastic beugel goed vastzit op de controllerkaartbehuizing. 6 Installeer de ISP op de plastic beugel.
Extra printer instellen 39 7 Laat de ISP zakken richting de plastic beugel totdat de ISP zich tussen de geleiders van de plastic beugel bevindt. 8 Gebruik de meegeleverde duimschroef voor de ISP om de plastic beugel aan de ISP te bevestigen. Opmerking: Draai de schroef rechtsom, voldoende om de ISP op zijn plaats te houden, maar draai deze nog niet volledig vast.
Extra printer instellen 40 9 Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de ISP vast te maken aan de beschermkap van de controllerkaart. 10 Draai de duimschroef op de ISP vast. Let op—Kans op beschadiging: Draai deze niet te strak aan. 11 Sluit de interfacekabel van de ISP-oplossing aan op de aansluiting op de controllerkaart. Opmerking: De pluggen en aansluitingen zijn met kleuren gemarkeerd.
Extra printer instellen 41 Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u de elektronische componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt. 1 Open het toegangspaneel van de controllerkaart. Zie “Toegang verkrijgen tot de controllerkaart.” op pagina 28 voor meer informatie. 2 Haal de vaste schijf van de printer uit de verpakking.
Extra printer instellen 42 U installeert de vaste schijf van een printer als volgt op de ISP: a Verwijder de schroeven waarmee de montagebeugel aan de vaste schijf van de printer is bevestigd en verwijder vervolgens de montagebeugel. b Lijn de afstandbussen van de vaste schijf van de printer uit met de openingen in de ISP en druk de vaste schijf van de printer omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats klikken. Waarschuwing voor installatie: Houd de printplaats bij de zijkanten vast.
Extra printer instellen 43 Het rechtstreeks in de controllerkaartbehuizing installeren van een vaste schijf van een printer gaat als volgt: a Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de controllerkaartbehuizing en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten. Waarschuwing voor installatie: Houd de printplaats bij de zijkanten vast. Druk niet op het midden van de vaste schijf van de printer en raak het ook niet aan.
Extra printer instellen 44 b Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de vaste schijf vast te zetten. c Plaats de plug van de interfacekabel van de vaste schijf in de aansluiting op de controllerkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd. Vaste schijf van de printer verwijderen Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
Extra printer instellen 45 Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u de elektronische componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt. 1 Open het toegangspaneel van de controllerkaart. Zie “Toegang verkrijgen tot de controllerkaart.” op pagina 28 voor meer informatie.
Extra printer instellen 46 4 Verwijder de vaste schijf van de printer. 5 Leg de vaste schijf van de printer opzij. Hardwareopties installeren Volgorde van installatie LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg (40 lb) en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild.
Extra printer instellen 47 Optionele laden installeren De printer ondersteunt de volgende optionele invoerbronnen: • 550 vel, lade voor • 2100 vel, lade voor LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg (40 lb) en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild.
Extra printer instellen 48 4 Haal het verpakkingsmateriaal uit de lade. 5 Schuif de lade in de basiseenheid. 6 Plaats de lade in de buurt van de printer. 7 Vergrendel de wieltjes van het onderstel zodat de printer stevig op de grond staat, lijn de printer uit met de lade en laat de printer langzaam op zijn plaats zakken. Opmerking: Optionele laden grijpen in elkaar als ze worden gestapeld. 1 8 Sluit het netsnoer aan op de printer, steek de stekker in een geaard stopcontact en schakel de stroom in.
Extra printer instellen 49 1 2 Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie “Beschikbare opties toevoegen aan het printerstuurprogramma” op pagina 52 voor meer informatie.
Extra printer instellen 50 7 6 5 1 2 4 3 1 Onderdeel Resultaat EXT-poort Extra apparaten (telefoon of antwoordapparaat) aansluiten op de printer en de telefoonlijn. Gebruik deze poort als u geen aparte faxlijn hebt voor de printer en als deze verbindingmethode wordt ondersteund in uw land of regio. Opmerking: verwijder de afdekplug als u de poort wilt gebruiken.
Extra printer instellen 51 Kabels organiseren Plaats de Ethernet-kabel en het stroomsnoer en bevestig de kabels netjes in de daarvoor bestemde ruimte aan de achterzijde van de printer. De printersoftware instellen De printer installeren 1 Verkrijg een exemplaar van het software-installatiepakket. 2 Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het beeldscherm van de computer. 3 Voor Macintosh-gebruikers: voeg de printer toe.
Extra printer instellen 52 Beschikbare opties toevoegen aan het printerstuurprogramma Voor Windows-gebruikers 1 Open de map Printers, en selecteer vervolgens uw printer. 2 Open de printereigenschappen en voeg opties toe of installeer ze handmatig. 3 Pas de wijzigingen toe. Voor Macintosh-gebruikers 1 Via Systeemvoorkeuren in het Apple-menu: navigeer naar uw printer en selecteer vervolgens Opties en benodigdheden >Stuurprogramma. 2 Voeg eventueel geïnstalleerde hardwareopties toe.
Extra printer instellen 53 Configuratie van printer op een draadloos netwerk voorbereiden Opmerkingen: • Zorg dat uw draadloze netwerkadapter geïnstalleerd is op de printer en correct werkt. Raadpleeg voor meer informatie de instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd. • Zorg dat uw toegangspunt (draadloze router) is ingeschakeld en correct werkt.
Extra printer instellen 54 Printer aansluiten met de wizard voor draadloze configuratie Controleer het volgende voor u begint: • Er is een draadloze netwerkadapter in de printer geïnstalleerd, deze is aangesloten en werkt correct. Raadpleeg voor meer informatie de instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd. • De Ethernet-kabel is losgemaakt van de printer. • Actieve NIC is ingesteld op Auto.
Extra printer instellen 55 3 Open een webbrowser en typ het IP-adres van het toegangspunt in de adresbalk. Opmerkingen: • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 4 Open de WPS-instellingen. Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt voor meer informatie. 5 Voer de PIN van acht cijfers in en sla de instelling op.
Extra printer instellen 56 Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP Opmerkingen: • Als de printer een vast IP-adres heeft, hoeft u geen wijzigingen door te voeren. • Als de computers zijn geconfigureerd om de netwerknaam te gebruiken (en dus niet een IP-adres), hoeft u geen wijzigingen door te voeren.
Extra printer instellen 57 Printerconfiguratie controleren Als alle hardware- en softwareopties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld, controleert u of de printer correct is ingesteld door het volgende af te drukken: • Pagina met menu-instellingen: gebruik deze pagina om te controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd. Onder aan de pagina verschijnt een lijst met geïnstalleerde opties. Als een door u geïnstalleerde optie niet is vermeld, is deze niet correct geïnstalleerd.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 58 Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 249 en “Papier bewaren” op pagina 83 voor meer informatie.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 59 1 2 Druk de breedtegeleider in en schuif dan de geleider naar de juiste positie voor het gebruikte papierformaat tot de geleider vastklikt. 1 2 1 Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met de aanduiding voor papierformaat onder in de lade.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 60 1 3 Ontgrendel de lengtegeleider, druk de nokjes van de geleider samen en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. 1 2 3 1 Opmerkingen: • Vergrendel de lengtegeleiders voor alle papierformaten. • Stel de geleiders in op de juiste positie met de aanduiding voor papierformaat onder in de lade.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 61 1 4 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 5 Plaats de stapel papier met de afdrukzijde naar beneden in de printer. Opmerking: Controleer of het papier of de enveloppen correct zijn geplaatst.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 62 • Schuif het papier niet in de lade. Plaats het papier zoals in de afbeelding is aangegeven. 1 • Als u enveloppen plaatst, moet u ervoor zorgen dat de flap naar boven is gericht en de enveloppen aan de linkerzijde van de lade zijn geplaatst.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen • Zorg dat het papier niet boven de doorgetrokken lijn voor de maximale stapelhoogte uitkomt. Let op—Kans op beschadiging: Bij een te volle lade kan het papier in de printer vastlopen.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen • Als u karton, etiketten, of andere typen speciaal afdrukmateriaal gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat het papier onder de stippellijn is; dit is de lijn voor maximale stapelhoogte voor ander afdrukmateriaal. 6 Pas voor aangepast papier of papier van het formaat Universal de papiergeleiders zo aan dat de geleiders de zijkanten van de papierstapel net raken en vergrendel vervolgens de lengtegeleider.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 65 7 Plaats de lade terug. 1 8 Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Opmerking: Stel de juiste waarden in voor papiersoort en -formaat om papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen. De lade voor 2100 vel laden LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 66 Papier van het formaat A5 plaatsen a Trek de breedtegeleider omhoog en schuif deze naar de juiste positie voor A5-papier. 1 2 b Druk de lengtegeleider in en schuif dan de geleider naar de positie voor A5-papier tot de geleider vastklikt.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 67 c Verwijder de A5-lengtegeleider uit de houder. d Plaats de A5-lengtegeleider in de betreffende sleuf. 1 2 Opmerking: Druk op de A5-lengtegeleider tot deze vastklikt. Papier van het formaat A4, Letter, Legal, Oficio en Folio plaatsen a Trek de breedtegeleider omhoog en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 68 b Verwijder de A5-lengtegeleider als deze nog aan de lengtegeleider is bevestigd. Ga verder met stap d als er geen A5-lengtegeleider is bevestigd. c Plaats de A5-lengtegeleider in de houder.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 69 d Druk de lengtegeleider in en schuif deze dan naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. 3 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 4 Plaats de stapel papier met de afdrukzijde naar beneden in de printer. • Controleer of het papier op de juiste wijze is geplaatst.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 70 Enkelzijdig afdrukken C AB Dubbelzijdig afdrukken (duplex) C AB • Zorg dat de stapel niet boven de lijn voor de maximale hoeveelheid uitkomt. Let op—Kans op beschadiging: Bij een te volle lade kan het papier in de printer vastlopen. 5 Plaats de lade terug. Opmerking: Druk de papierstapel omlaag wanneer u deze in de lade plaatst.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 6 Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Opmerking: Stel de juiste waarden in voor papiersoort en -formaat om papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen. De universeellader vullen 1 Trek de klep van de universeellader naar beneden. Opmerking: U dient de universeellader niet te vullen of te sluiten terwijl er een taak wordt afgedrukt.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 2 Trek het verlengstuk van de universeellader uit. Opmerking: trek voorzichtig aan het verlengstuk tot de universeellader volledig is uitgetrokken en geopend. 3 Schuif de breedtegeleider naar de juiste positie voor het formaat van het papier dat u wilt plaatsen. Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met de aanduiding voor papierformaat onder in de lade.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 73 4 Bereid het papier of speciale afdrukmateriaal voor om het te plaatsen. • Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. • Houd transparanten bij de randen vast en waaier ze vervolgens uit. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Opmerking: Raak de afdrukbare zijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 74 5 Plaats het papier of speciaal materiaal. Opmerking: Schuif het materiaal voorzichtig in de universeellader tot het niet meer verder kan. • Plaats nooit papier of speciaal afdrukmateriaal van verschillende formaten en soorten tegelijk. • Zorg ervoor dat het papier losjes in de universeellader past, vlak ligt, en niet is omgebogen of gekreukt.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 75 6 Pas voor aangepast papier of papier van het formaat Universal de papiergeleiders zo aan dat de breedtegeleiders de zijkanten van de papierstapel net raken. 7 Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Opmerking: Stel de juiste waarden in voor papiersoort en -formaat om papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 76 • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Menu Papier. 3 De instellingen voor het papierformaat en de papiersoort wijzigen voor de laden die u wilt koppelen. • Om laden te koppelen moeten het papierformaat en de papiersoort die in beide laden worden gebruikt hetzelfde zijn.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 77 Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen Embedded Web Server gebruiken Wijs een aangepaste papiersoortnaam aan een lade toe bij het koppelen of ontkoppelen van laden. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 78 Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Opmerkingen: • Controleer of de instellingen voor papierformaat en papiersoort correct zijn ingesteld op de computer of het bedieningspaneel van de printer. • Buig het speciale afdrukmateriaal, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het materiaal in de printer plaatst. • De printer kan mogelijk langzamer werken om schade aan het verhittingsstation te voorkomen.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal – – – – – – 79 metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten; zijn samengevouwen; postzegels bevatten een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt; gebogen hoeken hebben; een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben. • Pas de breedtegeleiders aan zodat deze overeenkomen met de breedte van de enveloppen.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 80 Tips voor het gebruik van transparanten • Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de instellingen voor het formaat, de soort, de structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met de transparanten die in de lade zijn geplaatst. • • • • • Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft. Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 81 Laat het papier gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken acclimatiseren in de originele verpakking en in dezelfde omgeving als de printer. Verleng de acclimatiseringperiode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving erg verschilde van de printeromgeving. Dik papier kan een langere acclimatiseringsperiode nodig hebben. Vezelrichting De vezelrichting heeft betrekking op de uitlijning van de papiervezels in een vel papier.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 82 Hoewel er niet per definitie kan worden gesteld dat alle soorten kringlooppapier correct kunnen worden ingevoerd, testen wij doorlopend papiersoorten die vallen in de categorie op maat gesneden kringlooppapier voor kopieerapparaten, die wereldwijd verkrijgbaar zijn. Deze vakkundige tests worden uiterst nauwkeurig en methodisch uitgevoerd.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 83 • voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer; • voorbedrukt papier dat kan worden aangetast door de temperatuur in het verhittingsstation van de printer; • Voorbedrukt papier waarvoor registratie (nauwkeurige positionering van het afdrukgebied op de pagina) van meer dan ±2,3 mm (±0,9 inch) is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character recognition; optische tekenherkenning).
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 84 Papierformaat1 Afmetingen A4 210 x 297 mm A5 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) A6 105 x 148 mm (4,1 x 5,8 inch) X JIS B5 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 inch) X Letter 216 x 279 mm Legal 216 x 356 mm Executive 184 x 267 mm (7,3 x 10,5 inch) Oficio (Mexico) 216 x 340 mm (8,5 x 13,4 inch) Folio 216 x 330 mm (8,5 x 13 inch) Statement 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 inch) X Universeel 105 x 148 mm tot 216 x 356 mm (4,13 x 5,83 inch tot 8,5 x 14 inc
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal 85 Papierformaat1 Afmetingen C5-envelop 162 x 229 mm (6,38 x 9,01 inch) X X X B5-envelop 176 x 250 mm (6,93 x 9,84 inch) X X X Andere envelop 98 x 162 mm (3,9 x 6.
Afdrukken 86 Afdrukken Formulieren en documenten afdrukken Formulieren afdrukken U kunt de toepassing Formulieren en favorieten gebruiken om snel en eenvoudig toegang te krijgen tot veelgebruikte formulieren of andere informatie die regelmatig wordt afgedrukt. Voordat u de toepassing kunt gebruiken, moet u deze eerst configureren op de printer. Zie “Formulieren en favorieten instellen” op pagina 23 voor meer informatie.
Afdrukken Tonerintensiteit aanpassen 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Afdrukinstellingen >Menu Kwaliteit >Tonerintensiteit.
Afdrukken 88 Opmerkingen: • Als er een flashstation wordt geplaatst, verschijnt er in het startscherm van de printer een flashstationpictogram. • De printer negeert het flashstation als u het aansluit terwijl de printer een probleem heeft, zoals een storing. • Wanneer u het flash-station aansluit terwijl de printer bezig is met het verwerken van andere afdruktaken, verschijnt het bericht Printer is bezig op het display van de printer.
Afdrukken 89 Aanbevolen flashstations Bestandstype Veel flashstations zijn getest en goedgekeurd voor gebruik met de printer. Ga naar www.dell.com/support/printers voor meer informatie. Documenten: • .pdf • .xps Afbeeldingen: • • • • • • • • .dcx .gif .jpeg of .jpg .bmp .pcx .tiff of .tif .png .
Afdrukken 90 • Raadpleeg de documentatie bij uw mobiele apparaat voor informatie over het configureren van de draadloze instellingen. 1 Download de toepassing Dell Mobiel afdrukken van Google Play. 2 Tik op op het hoofdscherm van uw mobiele apparaat. 3 Selecteer het item dat u wilt afdrukken.
Afdrukken Optie 91 Tot Opmerkingen: • Vertrouwelijke, geverifieerde, gereserveerde en herhaalde afdruktaken kunnen worden verwijderd als de printer extra geheugen nodig heeft voor de verwerking van andere wachttaken. • U kunt de printer zo instellen dat afdruktaken worden opgeslagen in het printergeheugen tot u de afdruktaak start vanaf het bedieningspaneel van de printer. • Alle afdruktaken die bij de printer zelf kunnen worden uitgevoerd door de gebruiker, worden taken in wacht genoemd.
Afdrukken 92 5 Geef de afdruktaak vrij vanaf het startscherm van de printer.
Afdrukken 93 Afdruktaak annuleren Afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 1 Raak Taak annuleren aan op het bedieningspaneel van de printer of druk op op het toetsenblok. 2 Raak de afdruktaak aan die u wilt annuleren en raak vervolgens Geselecteerde taken verwijderen aan. Opmerking: Als u op startscherm.
Bezig met kopiëren 94 Bezig met kopiëren Glasplaat A B C Automatische documentinvoer (ADI) Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's, maar ook dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
Bezig met kopiëren 95 3 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren > geef de kopieerinstellingen op >Kopiëren Kopiëren met de glasplaat 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren > geef de kopieerinstellingen op >Kopiëren Plaats het volgende document op de glasplaat en raak Volgende pagina scannen aan als u nog meer pagina's wilt scannen. 3 Raak Taak voltooien aan.
Bezig met kopiëren 96 3 Ga naar: Kopiëren naar > selecteer de lade met de transparanten >Kopiëren Als er geen lades met transparanten zijn, gaat u naar: Handmatige invoer > > selecteer het formaat van de transparanten > >Transparanten > 4 Plaats transparanten in de universeellader en raak Kopiëren aan. Kopiëren op briefhoofdpapier 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Bezig met kopiëren 97 Kopieerinstellingen aanpassen Kopiëren op een ander formaat 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat.
Bezig met kopiëren 98 Kopiëren op verschillende papierformaten Gebruik de ADI om originele documenten te kopiëren met verschillende papierformaten. Afhankelijk van de papierformaten die in de laden zijn geplaatst en de instellingen "Kopiëren naar" en "Kopiëren van", wordt elke kopie afgedrukt op verschillende papierformaten (voorbeeld 1) of passend gemaakt voor één formaat papier (voorbeeld 2).
Bezig met kopiëren 99 Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat. • Het ADF-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Bezig met kopiëren 100 • Het ADF-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen. 3 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren >Inhoud 4 Raak de knop aan die het beste de inhoud beschrijft van het document dat u wilt kopiëren. • Tekst: de inhoud van het originele document bestaat vooral uit tekst en lijnillustraties.
Bezig met kopiëren 101 3 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren > voer het aantal exemplaren in >Sorteren > selecteer de volgorde van de pagina's > >Kopiëren Scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Bezig met kopiëren 102 3 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren >Geavanceerde opties >Papierbesparing > selecteer de gewenste uitvoer > >Kopiëren Opmerking: Als Papierbesparing op Uit staat, is de optie Paginaranden afdrukken niet beschikbaar. Een aangepaste kopieertaak maken U gebruikt een aangepaste kopieertaak of taak om één kopieertaak samen te stellen uit een of meer sets originelen. Elke set kan volgens verschillende taakparameters worden gescand.
Bezig met kopiëren 103 Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat. • Het ADF-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Bezig met kopiëren 104 Een kopieertaak annuleren terwijl de pagina's worden afgedrukt 1 Raak Taak annuleren aan op het bedieningspaneel van de printer of druk op op het toetsenblok. 2 Raak de taak aan die u wilt annuleren en raak Geselecteerde taken verwijderen aan. Opmerking: Als u op raken.
Bezig met kopiëren 105 Intensiteit Met deze optie kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder de kopieën moeten worden ten opzichte van het originele document. Zijden (duplex) Met deze optie kunt u enkel- of dubbelzijdige kopieën maken van enkel- of dubbelzijdige originele documenten. Sorteren Met deze optie houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren van het document afdrukt. Exemplaren Met deze optie kunt u het aantal exemplaren instellen dat u wilt afdrukken.
Bezig met kopiëren 106 De geavanceerde opties gebruiken Maak een keuze uit de volgende instellingen: • Duplex geavanceerd: hiermee kunt u de afdrukstand van het document opgeven, opgeven of documenten op één zijde of beide zijden bedrukt zijn en opgeven hoe documenten zijn gebonden.
E-mailen 107 E-mailen Glasplaat A B C Automatische documentinvoer (ADI) Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's, maar ook dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften).
E-mailen 108 Een e-mailsnelkoppeling maken Een e-mailsnelkoppeling maken met de Embedded Web Server 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen.
E-mailen 109 Een document per e-mail verzenden U kunt de printer op verschillende manieren gebruiken om gescande documenten via e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden. U kunt het e-mailadres typen, een snelkoppelingsnummer of het adresboek gebruiken. U kunt ook gebruikmaken van Meerdere items verzenden of Mijn snelkoppeling vanaf het beginscherm van de printer. Zie “Toepassingen in het beginscherm activeren” op pagina 23 voor meer informatie.
E-mailen 110 Een e-mail verzenden via het adresboek 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat. • Het ADF-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst.
E-mailen 111 • Het ADF-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen. 3 Blader in het beginscherm naar: E-mail >Ontvanger(s) > typ het e-mailadres >Gereed >Verzenden als 4 Raak de knop aan die overeenkomt met het bestandstype dat u wilt verzenden. • PDF: maak één bestand met meerdere pagina's. • Beveiligde PDF: maak een gecodeerd PDF-bestand.
E-mailen 112 Opslaan als snelkoppeling Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan als snelkoppeling door een snelkoppelingsnaam toe te wijzen. Opmerking: Door deze optie te selecteren, wordt het volgende beschikbare snelkoppelingsnummer automatisch toegewezen. Origineel Hiermee stelt u het papierformaat in voor de documenten die u per e-mail gaat versturen.
E-mailen 113 Verzenden als Met deze optie kunt u het soort uitvoer voor de scanafbeelding instellen. Selecteer een van de volgende opties: • PDF: hiermee kunt u één bestand met meerdere pagina's maken. Opmerking: PDF is de standaardinstelling. • Beveiligde PDF: hiermee kunt u een gecodeerd PDF-bestand maken waarvan de inhoud is beveiligd tegen ongeautoriseerde toegang. • TIFF: hiermee kunt u meerdere bestanden of één bestand maken.
Faxen 114 Faxen Glasplaat A B C Automatische documentinvoer (ADI) Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's, maar ook dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Printer instellen voor faxen LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Faxen 115 Eerste faxconfiguratie In veel landen en regio's is het verplicht dat uitgaande faxen de volgende informatie bevatten boven of onder aan elke verzonden pagina, of op de eerste pagina van de verzending: faxnaam (identificatie van afzender: een bedrijf of andere entiteit, of een persoon) en faxnummer (telefoonnummer van het verzendende faxapparaat, een bedrijf of andere entiteit, of een persoon).
Faxen Een faxverbinding kiezen Scenario 1: standaardtelefoonlijn Configuratie 1: printer is aangesloten op een aparte faxlijn Verbinding instellen: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos.
Faxen 117 Tips voor deze configuratie: • U kunt de printer instellen om faxen automatisch (Automatisch beantwoorden: Aan) of handmatig (Automatisch beantwoorden: Uit) te beantwoorden. • Als u faxen automatisch wilt ontvangen (Automatisch beantwoorden: Aan), kunt u elk gewenst aantal belsignalen instellen waarna de printer de oproep aanneemt.
Faxen 118 Aangesloten op verschillende wandaansluitingen PHONE LINE Verbinding instellen: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos. Tips voor deze configuratie: • Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, moet u de printer instellen op het automatisch ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Aan).
Faxen 119 Configuratie 3: printer deelt de lijn met een telefoon met een abonnement op een voicemaildienst 02 Verbinding instellen: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos. 3 Sluit de telefoon aan op de -poort van de printer. Tips voor deze configuratie: • Deze configuratie is het meest geschikt als u een abonnement op een speciaal belsignaal hebt.
Faxen 120 • U kunt de printer ook instellen op het automatisch ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Aan), maar dan moet u de voicemaildienst uitschakelen wanneer u een fax verwacht. Deze instelling is het meest geschikt als u de voicemaildienst vaker gebruikt dan de fax. Scenario 2: Digital Subscriber Line (DSL) DSL splitst een gewone telefoonlijn in twee kanalen: spraakoproepen en internet.
Faxen 121 3 Als u de computer wilt blijven gebruiken voor internettoegang, sluit u de computer aan op de DSL HPN-poort op het DSL-filter. 4 Als u een telefoon wilt aansluiten op de printer, moet u eventueel geïnstalleerde adapterstekkers verwijderen uit de -poort van de printer en de telefoon aansluiten op deze poort. Scenario 3: VoIP-telefoondienst Verbinding instellen: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer.
Faxen 122 Tips voor deze configuratie: • Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de VoIP-adapter actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief. • Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken.
Faxen 123 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de poort met het label Phone Line 1 (telefoonlijn 1) of Phone Port (telefoonpoort) op het kabelmodem. Opmerking: De poort met het label Phone Line 2 (telefoonlijn 2) of Fax Port (faxpoort) is niet altijd actief. VoIPaanbieders kunnen u extra geld in rekening brengen voor het activeren van een tweede telefoonpoort.
Faxen 124 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge telefoonwandcontactdoos. 3 Sluit uw analoge telefoon aan op de -poort van de printer. Scenario 5: Landen of regio's met afwijkende telefoonwandcontactdozen en pluggen In sommige landen en regio's zijn de aansluitingen voor de telefoonwandcontactdozen anders dan diegene die bij de printer geleverd zijn.
Faxen 125 Printer aansluiten op een niet-RJ-11-wandaansluiting 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ-11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op de wandaansluiting. 3 Als u een ander apparaat (telefoon of antwoordapparaat) op deze wandaansluiting wilt aansluiten, moet u dit apparaat rechtstreeks aansluiten op de telefoonadapter als het apparaat een niet-RJ-11-connector heeft.
Faxen 126 De printer aansluiten op een wandaansluiting in Duitsland De Duitse wandaansluiting heeft twee soorten poorten. De N-poorten zijn voor faxapparaten, modems en antwoordapparaten. De F-poort is voor telefoons.
Faxen 127 Sluit de printer aan op een van de N-poorten. 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de -poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de RJ‑11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op een N-poort. 3 Als u een telefoon en een antwoordapparaat wilt aansluiten op dezelfde wandaansluiting, moet u de apparaten aansluiten zoals aangegeven. Opmerking: Verwijder de adapterstekker niet uit de of cascade-geschakeld telefoonsysteem.
Faxen 128 Abonneren op speciale belsignalen Een abonnement op speciale belsignalen is mogelijk beschikbaar bij uw telefoonbedrijf. Dit abonnement maakt het mogelijk om meerdere telefoonnummers te hebben op één telefoonlijn, waarbij elk telefoonnummer een ander signaal heeft. Dit kan nuttig zijn als u onderscheid wilt maken tussen faxoproepen en telefoongesprekken.
Faxen 129 De datum en tijd instellen U kunt de datum en tijd instellen zodat op elke fax die u verzendt, de datum en tijd wordt afgedrukt. 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
Faxen 130 Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat. • Het ADF-indicatielampje begint te branden wanneer het papier correct is geplaatst. 2 Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen. 3 Raak Faxen aan in het startscherm. 4 Voer het faxnummer of een snelkoppeling in.
Faxen 131 Een fax versturen door een snelkoppelingsnummer te gebruiken Faxsnelkoppelingen werken zoals de nummers onder sneltoetsen op een telefoon of faxapparaat. Een snelkoppelingsnummer (1 – 999) kan één of meerdere ontvangers bevatten. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Faxen 132 3 Blader in het beginscherm naar: Faxen > voer het faxnummer in >Opties >Vertraagd verzenden Opmerking: Als de Faxmodus op Faxserver staat ingesteld, wordt de knop Vertraagd verzenden niet weergegeven. Faxen die wachten op verzending, staan vermeld in de faxwachtrij. 4 Geef de tijd op waarop u de fax wilt verzenden en raak aan. 5 Raak Faxen aan. Opmerking: Het document wordt op het geplande tijdstip gescand en gefaxt.
Faxen 133 Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het bedieningspaneel van de printer 1 Raak in het startscherm Fax aan en voer het faxnummer in. Opmerking: Als u een groep met faxnummers wilt maken, raakt u Volgend nr. aan en geeft u het volgende faxnummer op. 2 Raak aan. 3 Typ een unieke naam voor de snelkoppeling en raak daarna Gereed aan. 4 Controleer of de naam van de snelkoppeling juist is en raak vervolgens OK aan.
Faxen 134 3 Blader in het beginscherm naar: Fax > voer het faxnummer in >Opties 4 Pas de intensiteit van de fax aan en druk op Faxen. Een faxlog bekijken 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123.
Faxen 135 Een fax annuleren nadat de originelen naar het geheugen zijn gescand 1 Raak Taken annuleren aan op het beginscherm. Het scherm Taken annuleren wordt weergegeven. 2 Raak de taak of taken aan die u wilt annuleren. Er worden slechts drie taken weergegeven op het scherm. Raak de pijl omlaag aan totdat de door u gewenste taak wordt weergegeven en raak vervolgens de taak aan die u wilt annuleren. 3 Raak Geselecteerde taken verwijderen aan.
Faxen 136 Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Klik op Instellingen >Faxinstellingen. 3 Selecteer in het menu Fax doorsturen de optie Afdrukken, Afdrukken en doorsturen of Doorsturen. 4 Selecteer in het menu Doorsturen Fax, E‑mail, FTP, LDSS of eSF.
Faxen 137 Selecteer een van de volgende opties: • • • • Standaard: hiermee faxt u de meeste documenten. Fijn 200 dpi: hiermee faxt u documenten met kleine letters. Superfijn 300 dpi: hiermee faxt u documenten met kleine details. Ultrafijn 600 dpi: hiermee faxt u documenten met afbeeldingen en foto's. Intensiteit Met deze optie kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder de faxen moeten worden ten opzichte van het originele document.
Bezig met scannen 138 Bezig met scannen Scannen naar netwerk gebruiken Met Scannen naar netwerk kunt u documenten naar door uw systeembeheerder opgegeven netwerklocaties scannen. Nadat de bestemmingen (gedeelde netwerkmappen) zijn ingesteld op het netwerk, moet de toepassing worden geïnstalleerd en geconfigureerd op de betreffende printer(s) met de Embedded Web Server. Zie “Scannen via een netwerk instellen” op pagina 26 voor meer informatie.
Bezig met scannen 139 Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Ga naar: Instellingen > gebied Overige instellingen >Snelkoppelingen beheren >Instellingen FTP-snelkoppeling 3 Voer de juiste gegevens in.
Bezig met scannen 140 Scannen naar een FTP-adres met behulp van een snelkoppelingsnummer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF-lade. Plaats deze items op de glasplaat.
Bezig met scannen 141 Scannen naar een computer of flashstation Glasplaat A B C Automatische documentinvoer (ADI) Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's, maar ook dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer of naar een flash-station scannen.
Bezig met scannen 142 Opmerkingen: • Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. • Het lampje van de ADI gaat branden wanneer het papier correct is geplaatst. b Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen. c Voer een van de volgende handelingen uit: • Druk op # en voer uw snelkoppelingsnummer in met het toetsenblok.
Bezig met scannen 143 Informatie over de scanopties FTP Met deze optie kunt u het IP-adres voor de FTP-bestemming invoeren. Opmerking: Een IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld 123.123.123.123. Bestandsnaam Met deze optie kunt u de bestandsnaam voor de scanafbeelding invoeren. Opslaan als snelkoppeling Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan als snelkoppeling door een snelkoppelingsnaam toe te wijzen.
Bezig met scannen 144 Intensiteit Met deze optie kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder de gescande documenten moeten worden ten opzichte van het originele document. Pagina-instelling Met deze optie kunt u de volgende instellingen wijzigen: • Zijden (Duplex): hiermee wordt ingesteld of het originele document op één zijde of op beide zijden van het papier bedrukt is.
Bezig met scannen 145 De geavanceerde opties gebruiken Maak een keuze uit de volgende instellingen: • Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u instellingen voor Achtergrond verwijderen, Kleurbalans, Weggevallen kleur, Contrast, JPEG-kwaliteit, Spiegelafbeelding, Negatiefafbeelding, Rand tot rand scannen, Schaduwdetail, Scherpte en Temperatuur aanpassen voor u het document scant. • Aangepaste taak: hiermee kunt u meerdere scantaken combineren in één taak.
Informatie over de printermenu's 146 Informatie over de printermenu's Overzicht van menu's Menu Papier Rapporten Netwerk/poorten Beveiliging Standaardbron Papierformaat/-soort Configuratie U-lader Ander formaat Pagina met menu-instellingen Apparaatstatistieken Netwerkconfiguratiepagina Pagina met netwerkinstellingen [x] Actieve NIC Beveiligingsinstellingen bewerken Overige beveiligingsinstellingen Vertrouwelijk afdrukken Tijdelijke gegevensbestanden wissen Papierstructuur Papiergewicht Papier plaa
Informatie over de printermenu's 147 Papiermenu Menu Standaardbron Optie Tot Standaardbron Lade [x] Universeellader Handmatige papierinvoer Handmatige envelopinvoer Een standaardpapierbron instellen voor alle afdruktaken. Opmerkingen: • "(Lade 1) (standaardlade)" is de standaardinstelling. • In het menu Papier stelt u Configuratie U-lader in op "Cassette" om Universeellader als menuinstelling weer te geven.
Informatie over de printermenu's 148 Menu Papierformaat/-soort Optie Resultaat Formaat lade [x] A4 A5 A6 JIS‑B5 Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universeel 7 3/4‑envelop 9-envelope 10-envelop DL-envelop C5-envelop B5-envelop Andere envelop Het formaat van het papier in de afzonderlijke papierladen opgeven.
Informatie over de printermenu's 149 Optie Resultaat Formaat U-lader A4 A5 A6 JIS B5 Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universeel 7 3/4‑envelop 9-envelope 10-envelop DL-envelop C5-envelop B5-envelop Andere envelop Het papierformaat in de universeellader opgeven.
Informatie over de printermenu's 150 Optie Resultaat Papierformaat handm. invoer A4 A5 A6 JIS B5 Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universeel Het formaat opgeven van het papier dat u handmatig plaatst. Papiersoort handm. invoer Normaal papier Karton Transparantie Kringloop Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast [x] De soort papier opgeven die u handmatig plaatst.
Informatie over de printermenu's Optie Resultaat Standaard ADF-afdrukmateriaal Specificeer welk afdrukmateriaal er in de ADF wordt geplaatst. Normaal papier Opmerking: "Normaal papier" is de standaardinstelling. Karton Transparantie Kringloop Etiketten Vinyletiketten Bankpost Envelop Ruwe envelop Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast [x] Opmerking: Alleen laden en invoerladen die zijn geïnstalleerd, staan in dit menu vermeld.
Informatie over de printermenu's Optie Tot Structuur transparant Glad Normaal Ruw Geef de relatieve structuur op van de transparanten die in een specifieke lade zijn geplaatst. Struct. kringl.pap. Glad Normaal Ruw Geef de relatieve structuur op van het kringlooppapier dat in een specifieke lade is geplaatst. Struct etiketten Glad Normaal Ruw Geef de relatieve structuur op van de etiketten die in een specifieke lade zijn geplaatst. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 153 Optie Tot Structuur zwaar Glad Normaal Ruw Geef de relatieve structuur op van het zware papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur ruw/katoen Ruw Geef de relatieve structuur op van het ruwe papier of katoenpapier dat in een specifieke lade is geplaatst. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Opmerking: "Ruw" is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 154 Optie Tot Gewicht envelop Licht Normaal Zwaar Het relatieve gewicht van de geplaatste enveloppen opgeven. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Gewicht ruwe envelop Het relatieve gewicht van de geplaatste ruw enveloppen opgeven. Licht Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Normaal Zwaar Gewicht briefhoofd Licht Normaal Zwaar Het relatieve gewicht van het geplaatste briefhoofdpapier opgeven.
Informatie over de printermenu's 155 Optie Tot Kringl.pap. plaatsen Dubbelzijdig Uit Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Kringlooppapier als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Etiketten laden Dubbelzijdig Uit Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Etiketten als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Vinyletiketten plaatsen Dubbelzijdig Uit Bepalen en instellen dat alle afdruktaken met Vinyletiketten als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Informatie over de printermenu's 156 Custom Types (Aangepaste soorten), menu Optie Tot Aangepast [x] Koppel een papiersoort of speciale materiaalsoort aan een standaardnaam of een aangepaste naam die door een gebruiker is gemaakt met de Embedded Web Server. Papier Karton Opmerkingen: Transparantie • "Papier" is de standaardinstelling. Ruw/katoen • U kunt alleen afdrukken maken met de aangepaste materiaalsoort als deze wordt ondersteund door de Etiketten geselecteerde lade of de universeellader.
Informatie over de printermenu's 157 Menu Aangepaste scanformaten Optie Resultaat Aangepast scanformaat [x] Een naam opgeven voor het aangepaste scanformaat en de scanformaten en opties instellen. De naam die u opgeeft, vervangt de tekst Aangepast scanformaat [x] in de printermenu's. Naam scanformaat Materiaalsoort Opmerkingen: ADF-afdrukmateriaal • ADF-afdrukmateriaal is de fabrieksinstelling voor aangepaste scanformaten 3, 4, 5 en 6.
Informatie over de printermenu's Optie Tot Breedte Staand 3 – 8,5 inch 76 – 216 mm Stel de breedte in van de staande richting. 158 Opmerkingen: • Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale breedte, gebruikt de printer de maximaal toegestane breedte. • 8,5 inch is de standaardinstelling in de VS. U kunt de breedte vergroten in stappen van 0,01 inch. • 216 mm is de internationale standaardinstelling. U kunt de breedte vergroten in stappen van 1 mm.
Informatie over de printermenu's 159 Optie Resultaat Kieslog faxnummers Een rapport afdrukken met informatie over de laatste 100 pogingen om een oproep te plaatsen, de ontvangen oproepen en de geblokkeerde oproepen. Opmerkingen: • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als Opdrachtlog inschakelen in het menu Faxinstellingen is ingesteld op Aan. • Dit menu wordt alleen ondersteund op bepaalde modellen. Kopieersnelkoppelingen Een rapport afdrukken met informatie over kopieersnelkoppelingen.
Informatie over de printermenu's 160 Optie Tot PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens niet en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Instellingen.
Informatie over de printermenu's Optie Tot Mac binair PS Aan Uit Automatisch Printer instellen voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh. Standaardnetwerkinstelling OF Netwerk [x] instellen Rapporten Netwerkkaart TCP/IP IPv6 Draadloos AppleTalk De netwerkinstellingen van de printer weergeven en instellen. 161 Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die het standaardprotocol gebruiken.
Informatie over de printermenu's 162 Optie Tot Time-out voor taak 0, 10–225 seconden Instellen na hoeveel seconden een via het netwerk opgegeven afdruktaak kan worden geannuleerd. Opmerkingen: • De standaardfabrieksinstelling is "90 seconden". • Als u de waarde op 0 zet, wordt de time-out uitgeschakeld. • Als u een waarde tussen de 1 en 9 selecteert, wordt op het display Ongeldig weergegeven en wordt de waarde niet opgeslagen. Voorblad Uit Aan Een bannerpagina afdrukken met de printer.
Informatie over de printermenu's 163 Optie Tot HTTP-server inschakelen Ja Nee De ingebouwde webserver (Embedded Web Server) inschakelen. Indien ingeschakeld, kan de printer op afstand worden gecontroleerd en beheerd via een webbrowser. WINS-serveradres Het huidige WINS-serveradres bekijken of wijzigen. DDNS inschakelen Ja Nee De huidige DDNS-instelling bekijken of wijzigen. mDNS inschakelen Ja Nee De huidige mDNS-instelling bekijken of wijzigen.
Informatie over de printermenu's 164 Draadloos, menu Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar op printermodellen die zijn verbonden met een draadloos netwerk of printermodellen met een draadloze netwerkadapter. Voer toegang tot het menu, navigeert u naar: Netwerk/poorten >Netwerk [x] >Netwerk [x] instellen >Draadloos Optie Tot Wi‑Fi Protected Setup Methode met drukknop starten Startmethode met pincode Een draadloos netwerk instellen en netwerkbeveiliging inschakelen.
Informatie over de printermenu's 165 Optie Tot Naam weergeven De toegewezen AppleTalk-naam weergeven. Opmerking: U kunt de AppleTalk-naam alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Adres weergeven Het toegewezen AppleTalk-adres weergeven. Opmerking: U kunt het AppleTalk-adres alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Zone instellen [lijst met zones beschikbaar op het netwerk] Een lijst met AppleTalk-zones weergeven die op het netwerk beschikbaar zijn.
Informatie over de printermenu's Optie Functie USB-buffer Uitgeschakeld Automatisch 3 KB tot [maximum toegestane grootte] De grootte van de USB-invoerbuffer instellen. 166 Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Taken die al in de buffer op de vaste schijf van de printer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken wordt hervat.
Informatie over de printermenu's 167 Optie Functie PCL SmartSwitch Aan Uit Printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Informatie over de printermenu's Optie Functie Taken in buffer Uit Aan Automatisch Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat deze worden afgedrukt. 168 Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen. • Afdruktaken worden alleen automatisch opgeslagen in de buffer als de printer bezig is met de verwerking van gegevens vanaf een andere invoerpoort.
Informatie over de printermenu's 169 Menu Serieel [x] Opmerking: Dit menu verschijnt alleen als een optionele, seriële kaart is geïnstalleerd. Optie Functie PCL SmartSwitch Aan Uit Printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet.
Informatie over de printermenu's Optie Functie Taken in buffer Uit Aan Automatisch Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat deze worden afgedrukt. 170 Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. De printer buffert de afdruktaken niet op de vaste schijf van de printer. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Informatie over de printermenu's Optie Functie DSR honoreren Aan Uit Bepalen of de printer al dan niet het DSR-signaal gebruikt. 171 Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • DSR is een handshaking-signaal dat wordt gebruikt door de meeste seriële kabels. DSR wordt door de seriële poort gebruikt om onderscheid te maken tussen gegevens die door de computer zijn verzonden en gegevens die zijn veroorzaakt door elektrische ruis in de seriële kabel.
Informatie over de printermenu's 172 Optie Resultaat Door het apparaat geïnitieerde e-mail Geen SMTP-referenties voor apparaat gebruiken Opgeven welke referenties worden gebruikt bij het communiceren met de SMTP-server. Sommige SMTP-servers vereisen referenties om e-mail te kunnen verzenden.
Informatie over de printermenu's 173 Optie Resultaat Toegangscontrole bewerken Beheerdersmenu's Toegang tot functies Beheer Oplossingen Taken op het apparaat annuleren De toegang tot de printermenu’s, firmware-updates, wachttaken en andere toegangspunten beheren.
Informatie over de printermenu's Optie Resultaat Verificatie LDAP-certificaat Vereisen Proberen Toestaan Nooit Toestaan dat gebruikers een servercertificaat kunnen aanvragen. 174 Opmerkingen: • Met Vereisen wordt een servercertificaat aangevraagd. Als een onjuist certificaat of geen certificaat wordt geleverd, wordt de sessie meteen afgebroken. Vereisen is de standaardinstelling. • Met Proberen wordt een servercertificaat aangevraagd.
Informatie over de printermenu's 175 Optie Resultaat Vervaltijd taak controleren Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Een tijdlimiet instellen voor het bewaren van vertrouwelijke afdruktaken waarvoor verificatie vereist is. Vervaltijd gereserveerde taak Een tijdlimiet instellen voor het bewaren van afdruktaken die op een later tijdstip worden afgedrukt. Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 176 Optie Tot Log verwijderen Ja Nee Geef op of controlelogbestanden wel of niet worden verwijderd. Opmerking: Ja is de standaardinstelling. Log configureren Geef op of er wel of geen controlelogbestanden worden gemaakt en hoe deze worden gemaakt. Controle inschakelen Opmerkingen: Ja • Met Controle inschakelen wordt bepaald of gebeurtenissen worden geregistreerd in het Nee beveiligde controlelog en in het externe systeemlog. "Nee" is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 177 Optie Resultaat Verificatie inschakelen Aan Uit De verificatie-instelling in- of uitschakelen. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Instellingen, menu Algemene instellingen, menu Optie Tot Taal op display Engels Francais Deutsch Italiano Espanol Dansk Norsk Nederlands Zweeds Portugees Suomi Russisch Polski Grieks Magyar Turkce Cesky Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Koreaans Japans De taal van de tekst op de printerdisplay selecteren.
Informatie over de printermenu's 178 Optie Tot Pieptoon ADF geplaatst Ingeschakeld Uitgeschakeld Aangeven of de ADF een pieptoon laat horen als het papier is geplaatst. Sensor ADF-univ.lader Aan Uit Detecteren wanneer de ADF meer dan één vel papier tegelijk pakt. Stille modus Uit Aan De hoeveelheid geluid reduceren die de printer produceert. Opmerking: Ingeschakeld is de standaardinstelling. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 179 Optie Tot Papierformaten V.S. Metrisch De standaardmaateenheden voor papier opgeven. Opmerkingen: • US is de standaardinstelling. • De eerste instelling wordt bepaald door het land of de regio die u selecteert in de installatiewizard. • Als u deze instelling wijzigt, verandert ook de standaardinstelling voor elke invoerbron in het menu Papierformaat/-soort.
Informatie over de printermenu's Optie 180 Tot Weergegeven informatie De weergegeven informatie aanpassen voor Toneroverloopfles, Papier vast, Plaats papier en (vervolg) Servicefouten. Toneroverloopfles Maak een keuze uit de volgende instellingen: Papier vast Display Plaats papier Ja Fouten die onderhoud vereisen Nee Berichten die moeten worden weergegeven Standaard Alternatief Standaard [tekstinvoer] Alternatief [tekstinvoer] Opmerkingen: • Nee is de standaardinstelling voor Weergeven.
Informatie over de printermenu's 181 Optie Tot Kopie van één pagina Uit Aan Instellen dat er één pagina per keer via de glasplaat mag worden gekopieerd. Uitvoerverlichting Modus Normaal/stand-by Uit Gedimd Helder Hiermee stelt u de hoeveelheid licht in voor de standaarduitvoerlade. Foutlampjes Aan Uit Bepaalt of de lampjes knipperen wanneer er op de printer fouten optreden. Audiofeedback Knopfeedback Aan Uit Volume 1-10 Het geluidsvolume voor de knoppen instellen.
Informatie over de printermenu's 182 Optie Tot Locatie De locatie van de printer opgeven. Opmerking: De locatie wordt opgeslagen op de Embedded Web Server. Alarmen Alarminstelling Cartridge-alarm Een alarmsignaal instellen dat wordt afgespeeld wanneer de gebruiker moet ingrijpen. Selecteer een van de volgende opties voor de afzonderlijke alarmen: Uit Eén keer Continu Opmerkingen: • "Eén keer" is de standaardinstelling voor Alarminstelling.
Informatie over de printermenu's 183 Optie Tot Time-outs Time-out scherm 15–300 Instellen na hoeveel seconden de printer terugkeert naar de werkstand Gereed. Time-outs Time-out scherm verlengen Aan Uit Hier wordt de printer ingesteld om door te gaan met de gespecificeerde taak zonder terug te keren naar het startscherm als de timer voor de scherm time-out verstrijkt.
Informatie over de printermenu's 184 Optie Tot Afdrukherstel Herstel na storing Aan Uit Automatisch Opgeven of de printer vastgelopen pagina's opnieuw moet afdrukken. Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af, tenzij het geheugen om de pagina's op te slaan benodigd is voor andere afdruktaken. • Als Aan de instelling is, worden vastgelopen pagina's opnieuw afgedrukt.
Informatie over de printermenu's 185 Optie Tot Standaardfabrieksinstellingen Niet herstellen Nu herstellen De printerinstellingen terugzetten naar de standaardinstellingen. Opmerkingen: • "Niet herstellen" is de standaardinstelling. Hiermee blijven de gebruikersinstellingen van kracht. • Als "Nu herstellen" is ingesteld, worden alle printerinstellingen teruggezet in de standaardinstellingen, met uitzondering van de menu-instellingen voor Netwerk en Poorten.
Informatie over de printermenu's 186 Optie Functie Paginaranden afdruk. Aan Uit Opgeven of er een rand wordt afgedrukt. Sorteren (1,1,1) (2,2,2) (1,2,3) (1,2,3) De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden bij het afdrukken van meerdere exemplaren.
Informatie over de printermenu's 187 Optie Functie Donker 1–9 Het intensiteitsniveau voor de kopieertaak opgeven. Aantal exemplaren 1–999 Het aantal exemplaren voor de kopieertaak opgeven. Koptekst/voettekst [Locatie] Uit Datum/tijd Paginanummer Aangepast tekst Afdrukken op Alle pagina's Alleen eerste pagina Alles behalve eerste pagina Aangepast tekst De kop- of voettekstgegevens en de locatie van deze gegevens op de pagina opgeven.
Informatie over de printermenu's Optie 188 Functie Kleur wegfilteren Opgeven welke kleur tijdens het scannen wordt weggefilterd en in de filterinstelling aanpassen voor elke kleurdrempel. Kleur wegfilteren Geen Opmerkingen: Rood • Geen is de standaardinstelling voor Kleur wegfilteren. Groen • 128 is de standaardinstelling voor elke drempelwaarde voor kleur.
Informatie over de printermenu's 189 Optie Functie Handmatig faxen inschakelen Aan Uit De printer zo instellen dat handmatig kan worden gefaxt via een telefoonlijnsplitter en een telefoon. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Gebruik vervolgens een normale telefoon om een binnenkomende faxtaak te beantwoorden en een faxnummer te kiezen. • Raak # 0 op het numerieke toetsenblok aan om rechtstreeks naar de functie voor handmatig faxen te gaan.
Informatie over de printermenu's Optie 190 Functie Faxvoorblad Het voorblad van de fax configureren. Faxvoorblad Opmerkingen: Standaard uitgeschakeld • Standaard uitgeschakeld is de standaardinstelling voor Faxvoorblad. Standaard ingeschakeld • "Uit" is de standaardinstelling voor alle andere menuopties.
Informatie over de printermenu's 191 Selecteren Functie Origineel formaat Letter Legal Executive Folio Statement Oficio (Mexico) Universeel Automatische formaatdetectie Gemengde formaten A4 A5 A6 JIS B5 Aangepast scanformaat [x] Boek origineel Visitekaartje 3 x 5 inch 4 x 6 inch Het papierformaat van het originele document opgeven. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Opgeven in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.
Informatie over de printermenu's 192 Selecteren Functie Automatisch opnieuw kiezen 0–9 Opgeven hoe vaak de printer moet proberen een fax naar het opgegeven nummer te verzenden. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. Aantal keren opnieuw kiezen 1–200 Het aantal minuten tussen elke kiespoging opgeven. Achter een PABX Ja Nee Bellen zonder kiestoon in- of uitschakelen. ECM inschakelen Ja Nee De foutcorrectiemodus voor faxtaken in- of uitschakelen.
Informatie over de printermenu's 193 Selecteren Functie Kleurbalans Cyaan - Rood Magenta - Groen Geel - Blauw Kleurbalans inschakelen voor de kleuren in de gescande afbeelding. Kleur wegfilteren Kleur wegfilteren Geen Rood Groen Blauw Standaarddrempelwaarde rood 0–255 Standaarddrempelwaarde groen 0–255 Standaarddrempelwaarde blauw 0–255 Opgeven welke kleur tijdens het scannen wordt weggefilterd en in de filterinstelling aanpassen voor elke kleurdrempel.
Informatie over de printermenu's 194 Selecteren Functie Kleurenfaxen automatisch converteren naar zwart-witfaxen Aan Uit Alle uitgaande faxen converteren naar zwart-witfaxen. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Optie Functie Faxen ontvangen inschakelen Aan Uit Toestaand dat de printer faxtaken kan ontvangen. Faxtaak in wachtrij Geen Toner Toner en supplies Faxtaken verwijderen uit de afdrukwachtrij als deze taken bepaalde niet-beschikbare bronnen vereisen.
Informatie over de printermenu's 195 Optie Functie Voettekst fax Aan Uit De transmissie-informatie onder aan elke pagina van een ontvangen fax afdrukken. Max. snelheid 2400 4800 9600 14400 33600 De maximumsnelheid in baud opgeven waarmee faxen worden ontvangen. Fax doorsturen Afdrukken Afdrukken en doorsturen Doorsturen Doorsturen van ontvangen faxen naar een andere ontvanger inschakelen. Doorsturen naar Faxen E-mail FTP LDSS eSF Opgeven naar welk type ontvanger faxen worden doorgestuurd.
Informatie over de printermenu's 196 Optie Functie Automatisch logs afdrukken Aan Uit Instellen dat logbestanden voor faxen automatisch worden afgedrukt. Papierbron logs Lade [x] Multifunctionele invoer De papierbron opgeven voor het afdrukken van logbestanden. Weergave logs Naam station op afstand Gekozen nummer Opgeven of op afgedrukte logbestanden het gekozen nummer of de geretourneerde faxnaam wordt weergegeven.
Informatie over de printermenu's Optie 197 Functie Alle belsignalen De belpatronen opgeven die worden gebruikt wanneer de printer oproepen beantwoordt. Alleen één keer Opmerking: De standaardinstelling is Alle belsignalen. Alleen twee keer Alleen drie keer Alleen één of twee keer Alleen één of drie keer Alleen twee of drie keer Menu E-mailinstellingen Optie Functie Instellingen e-mailserver Onderwerp Bericht Bestandsnaam De gegevens van de e-mailserver opgeven.
Informatie over de printermenu's 198 Optie Functie Indeling PDF (.pdf) Beveiligde PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) De indeling opgeven van het bestand dat wordt gescand. PDF-versie 1.2–1.7 A–1a De versie instellen van het PDF-bestand dat wordt gescand voor e-mailen. Soort origineel Afbeeldingen Tekst Tekst/foto Foto De inhoud van het originele document opgeven.
Informatie over de printermenu's 199 Optie Functie Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Oficio (Mexico) Universeel Automatische formaatdetectie Gemengde formaten A4 A5 A6 JIS B5 Lastig afdrukmateriaal - Letter Lastig afdrukmateriaal - A5 Lastig afdrukmateriaal - Legal Lastig afdrukmateriaal - A4 Aangepast scanformaat [x] Boek origineel Visitekaartje 3 x 5 inch 4 x 6 inch Het papierformaat opgeven van het document dat wordt gescand.
Informatie over de printermenu's 200 Optie Functie Standaardinstelling Foto 5–90 De kwaliteit van een foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 50 is de standaardinstelling. E-mailafbeeldingen verzenden als Bijlage Webkoppeling Opgeven hoe afbeeldingen worden verzonden. Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Kiezen tussen TIFF-bestanden met één pagina of met meer pagina's.
Informatie over de printermenu's 201 Optie Functie Opslaan als snelkoppeling toestaan Aan Uit E-mailadressen opslaan als snelkoppelingen. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze optie is ingesteld op Uit, wordt de knop Opslaan als snelkoppeling niet weergegeven op het scherm E-mailbestemming. Achtergrond verwijderen ‑4 tot 4 Instellen hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een gescande afbeelding.
Informatie over de printermenu's 202 Optie Functie Cc:/Bcc: gebruiken Uit Aan Gebruik van de velden "Cc:" en "Bcc:" inschakelen. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Menu FTP-instellingen Optie Functie Indeling PDF (.pdf) Beveiligde PDF (.pdf) TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) De indeling opgeven van het bestand dat wordt verzonden via FTP. PDF-versie 1.2–1.7 A–1a De versie instellen van het PDF-bestand dat wordt verzonden via FTP.
Informatie over de printermenu's 203 Optie Functie Richting Staand Liggend De afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven.
Informatie over de printermenu's 204 Optie Functie Standaardinstelling Tekst/foto 5–90 De kwaliteit van een afbeelding met tekst of een foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 75 is de standaardinstelling. Standaardinstelling Foto 5–90 De kwaliteit van een afbeelding voor foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 50 is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's Optie 205 Functie Opslaan als snelkoppeling toestaan Instellen dat snelkoppelingen voor FTP-adressen kunnen worden gemaakt. Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Uit Achtergrond verwijderen ‑4 tot 4 Instellen hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Kleurbalans Cyaan - Rood Magenta - Groen Geel - Blauw Kleurbalans inschakelen voor de kleuren in de gescande afbeelding. Opmerking: 0 is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 206 Menu Flashstation Scaninstellingen Optie Functie Indeling PDF (.pdf) Beveiligde PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) De indeling opgeven van het bestand dat moet worden verzonden via FTP. PDF-versie 1.2–1.7 A‑1a De versie instellen van het PDF-bestand dat moet worden verzonden via FTP. Soort origineel Tekst Afbeeldingen Tekst/foto Foto De inhoud van het originele document opgeven.
Informatie over de printermenu's 207 Optie Functie Origineel formaat Letter Legal Executive Folio Statement Oficio (Mexico) Automatische formaatdetectie Gemengde formaten A4 A5 A6 JIS B5 Lastig afdrukmateriaal - Letter Lastig afdrukmateriaal - A5 Lastig afdrukmateriaal - Legal Lastig afdrukmateriaal - A4 Aangepast scanformaat [x] Boek origineel Visitekaartje 3 x 5 inch 4 x 6 inch Het papierformaat van het originele document opgeven.
Informatie over de printermenu's 208 Optie Functie Standaardinstelling Foto 5–90 De kwaliteit van een foto instellen op basis van de bestandsgrootte en de kwaliteit. Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Instellen dat gebruikers kunnen kiezen tussen TIFF-bestanden met één pagina of met meer pagina's.
Informatie over de printermenu's 209 Optie Functie Rand tot rand scannen Uit Aan Instellen of het originele document van rand tot rand wordt gescand. Scherpte 1–5 De scherpte van een gescande afbeelding instellen. Temperatuur ‑4 tot 4 Instellen dat gebruikers de kleurtemperatuur van de uitvoer 'warmer' of 'kouder' kunnen maken. 'Koude' uitvoer bevat meer blauw dan de standaarduitvoer en 'warme' uitvoer bevat meer rood dan de standaarduitvoer. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 210 Optie Functie Rand papierbesparing Geen Effen Een rand afdrukken rond elk paginabeeld. Indeling papierbesparing Horizontaal Omgekeerd horizon. Omgekeerd verticaal Verticaal Hiermee drukt u afbeeldingen van meerdere pagina’s af op één zijde van het papier. Scheidingsvellen Uit Tussen exemplaren Tussen taken Tussen pagina's Instellen of er lege scheidingsvellen moeten worden ingevoegd. Opmerking: Geen is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 211 Optie Resultaat Taak in wachtrij Aan Uit Aangeven dat afdruktaken uit de afdrukwachtrij worden verwijderd als ze niet-beschikbare printeropties of aangepaste instellingen vereisen. Ze worden in een aparte afdrukwachtrij opgeslagen, zodat andere afdruktaken normaal kunnen worden afgedrukt. Wanneer de ontbrekende gegevens of opties beschikbaar zijn, worden de opgeslagen taken afgedrukt. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 212 Menu Afwerking Optie Functie Zijden (duplex) 1-zijdig 2-zijdig Instellen of dubbelzijdig afdrukken standaard wordt gebruikt voor alle afdruktaken. Opmerkingen: • 1-zijdig is de standaardinstelling. • U kunt dubbelzijdig afdrukken instellen in de printersoftware. Windows: Klik op Bestand >Afdrukken en Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Informatie over de printermenu's 213 Optie Functie Papierbesparing Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Indeling papierbesparing Horizontaal Omgekeerd horizon. Omgekeerd verticaal Verticaal De volgorde opgeven waarin pagina's worden afgedrukt op één vel wanneer Papierbesparing wordt gebruikt. Stand papierbesparing Automatisch Liggend Staand De afdrukstand opgeven waarin pagina's worden afgedrukt op één vel.
Informatie over de printermenu's Optie 214 Tot Dunne lijnen verbeteren Een afdrukmodus inschakelen die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Aan Uit Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • U kunt deze optie instellen in de printersoftware.
Informatie over de printermenu's Optie 215 Resultaat Actie schijf bijna vol Instellen hoe de printer reageert als de vaste schijf van de printer bijna vol is. Geen Opmerkingen: Huidig logbestand e-mailen • Geen is de standaardinstelling. Huidig logbestand e‑mailen en verwijderen • De waarde die is opgeven bij Schijf bijna vol bepaalt wanneer deze actie Oudste logbestand e-mailen en verwijderen wordt uitgevoerd.
Informatie over de printermenu's Optie Functie Flash formatteren Ja Nee Formatteer het flashgeheugen. 216 Let op—Kans op beschadiging: Zet de printer niet uit als het flashgeheugen wordt geformatteerd. Opmerkingen: • Als u Ja selecteert, worden alle gegevens in het flashgeheugen verwijderd. • Als u Nee selecteert, wordt het verzoek om de vaste schijf te formatteren geannuleerd. • Met het flashgeheugen wordt het geheugen bedoeld dat u toevoegt door een flashgeheugenkaart in de printer te installeren.
Informatie over de printermenu's Optie 217 Functie Aantekeningen Aantekeningen in een PDF-bestand afdrukken. Niet afdrukken Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. Afdrukken PostScript, menu Optie Tot PS-fout afdrukken Aan Uit Een pagina afdrukken die de PostScript-fout bevat. PS-opstartmodus vergrendelen Aan Uit Het bestand SysStart uitschakelen. Lettertypeprioriteit Resident Flash/schijf De volgorde instellen waarin de printer lettertypen zoekt.
Informatie over de printermenu's 218 Optie Tot Symbolenset 10U PC‑8 12U PC‑850 De symbolenset voor elke lettertypenaam weergeven. Opmerkingen: • "10U PC‑8" is de standaardinstelling in de VS. "12U PC‑850" is de internationale standaardinstelling. • Een symbolenset is een set met alfabetische en numerieke tekens, interpunctie en speciale symbolen. Symbolensets ondersteunen de verschillende talen of specifieke toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke teksten.
Informatie over de printermenu's 219 Optie Tot Instell. PCL-emulatie Automatisch HR na NR Aan Uit Opgeven of de printer automatisch een harde return (CR) moet geven na de opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF). Instell. PCL-emulatie Automatisch NR na HR Aan Uit Aangeven of de printer automatisch een nieuwe regel (NR) uitvoert na een opdracht voor een harde return (HR). Lade-nr. wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0–199 Waarde lade [x] Uit Geen 0–199 Waarde handm.
Informatie over de printermenu's 220 Menu HTML Optie Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Intl CG Times Intl Courier Intl Univers Functie Joanna MT Het standaardlettertype voor HTML-documenten instellen.
Informatie over de printermenu's Optie 221 Functie Achtergronden Instellen of achtergronden in HTML-documenten worden afgedrukt. Niet afdrukken Opmerking: Afdrukken is de standaardinstelling. Afdrukken Menu Afbeelding Optie Functie Autom. aanpassen. Aan Uit Optimale waarden selecteren voor papierformaat, schaal en afdrukstand. Omkeren Aan Uit Tweekleurige zwart-witafbeeldingen omkeren. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Informatie over de printermenu's 222 Menuoptie Beschrijving Handleiding FTP Bevat informatie over het rechtstreeks verzenden van gescande documenten naar een FTP-server via een FTP-adres, snelkoppelingsnummers of het adresboek en over het wijzigen van instellingen. Handleiding voor afdrukstoringen Biedt hulp bij het verhelpen van terugkerende storingen bij het kopiëren en afdrukken. Informatiehandleiding Biedt hulp bij het zoeken naar aanvullende informatie.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 223 Geld besparen en het milieu een handje helpen Papier en toner besparen Onderzoek heeft aangetoond dat wel 80% van de koolstofvoetafdruk van een printer te maken heeft met papierverbruik. U kunt uw koolstofvoetafdruk aanzienlijk verkleinen door het gebruik van kringlooppapier en door middel van de volgende afdruksuggesties, zoals dubbelzijdig afdrukken en het afdrukken van meerdere pagina’s op een enkel vel papier.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 224 Energie besparen Ecomodus gebruiken 1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123. • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 225 Optie Tot Uit Beperk het geluid van de printer. Opmerkingen: • De verwerking van afdruktaken duurt langer. • Motoren van de printer starten niet tot een document gereed is om te worden afgedrukt. Het kan daarom even duren voordat de eerste pagina wordt afgedrukt. Aan Standaardinstellingen te gebruiken. Opmerking: Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer. 3 Klik op Verzenden.
Geld besparen en het milieu een handje helpen 226 Sluimerstand gebruiken In de sluimerstand verbruikt de printer bijna geen stroom. Opmerkingen: • De standaardtijd voordat de printer overschakelt naar de sluimerstand is drie dagen. • Schakel de sluimerstand uit voordat u een afdruktaak verzendt. U schakelt de sluimerstand uit met een harde reset of door de slaapknop ingedrukt te houden. • Als de sluimerstand is ingeschakeld, is de Embedded Web Server uitgeschakeld.
Geld besparen en het milieu een handje helpen Recycling Dell-producten recyclen Dell-producten voor recycling retourneren: 1 Ga naar onze website op www.dell.com/recycle. 2 Selecteer uw land of regio. 3 Volg de instructies op het beeldscherm.
Printer beveiligen 228 Printer beveiligen Kennisgeving van vluchtigheid De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen en gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen. Soorten geheugen Beschrijving Vluchtig geheugen De printer gebruikt standaard RAM-geheugen (Random Access Memory) om tijdelijk gebruikersgegevens te bufferen tijdens eenvoudige afdruktaken.
Printer beveiligen 229 Niet-vluchtig geheugen wissen Voer de volgende stappen uit om afzonderlijke instellingen, apparaat- en netwerkinstellingen, beveiligingsinstellingen en embedded solutions te wissen: 1 Zet de printer uit. 2 Houd 2 en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven. De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven.
Printer beveiligen 230 • Schijf wissen kan van enkele minuten tot meer dan een uur duren. De printer kan gedurende deze bewerking niet worden gebruikt voor andere taken van gebruikers. 5 Raak Terug >Menu Configuratie afsluiten aan. De printer wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld en keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
Printer beveiligen 231 • Schijfcodering kan van enkele minuten tot meer dan een uur duren. De printer kan gedurende deze bewerking niet worden gebruikt voor andere taken van gebruikers. • Er wordt een statusbalk weergegeven met de voortgang van de wisbewerking op de vaste schijf. Nadat de schijf is gecodeerd, schakelt de printer over naar het scherm Inschakelen/uitschakelen. 5 Raak Terug >Menu Configuratie afsluiten aan.
Printer onderhouden 232 Printer onderhouden Let op—Kans op beschadiging: Als de printer niet optimaal kan presteren en onderdelen en supplies niet worden vervangen, kan de printer beschadigd raken. Printeronderdelen reinigen De printer reinigen Opmerking: mogelijk moet u dit om de paar maanden doen. Let op—Kans op beschadiging: schade aan de printer door onjuiste behandeling valt niet onder de garantie.
Printer onderhouden 233 De glasplaat reinigen Reinig de glasplaat als er problemen zijn met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld als er strepen worden weergegeven op gekopieerde of gescande afbeeldingen. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje enigszins vochtig met water. 2 Open de klep van de scanner. 3 Verwijder de witte onderzijde van de klep van de scanner.
Printer onderhouden 234 4 Open de onderste ADF-klep. 2 1 5 Veeg de glasplaat van de ADF onder de ADF-klep schoon. 6 Sluit de onderste ADF-klep. 7 Plaats de witte onderzijde van de scannerklep op de glasplaat, en sluit vervolgens de klep van de scanner.
Printer onderhouden 235 8 Veeg de aangegeven gedeelten schoon en laat ze drogen. 1 Witte onderzijde van de scannerklep 2 Glasplaat 3 ADF-glasplaat 4 Witte onderzijde van de ADI-klep 9 Sluit de klep van de scanner. De status van de onderdelen en supplies controleren Er verschijnt een bericht op het display als er een vervangende supply nodig is of als er onderhoud moet worden gepleegd.
Printer onderhouden 236 Geschat aantal resterende pagina's Het geschatte aantal resterende pagina's is gebaseerd op de recente afdrukgeschiedenis van de printer. De nauwkeurigheid ervan kan aanzienlijk variëren en hangt van veel factoren af, zoals de werkelijke documentinhoud, de instellingen voor de afdrukkwaliteit en andere printerinstellingen.
Printer onderhouden 237 Supplies vervangen Tonercartridge vervangen 1 Til de voorklep op en laat de deur van de universeellader zakken. 1 2 2 Trek de cartridge uit de printer met behulp van de hendel.
Printer onderhouden 238 3 Pak de nieuwe tonercartridge uit, verwijder het verpakkingsmateriaal en schud de cartridge heen en weer om de toner te verdelen. 4 Plaats de tonercartridge in de printer door de rails aan de zijkant van de cartridge uit te lijnen met de pijlen op de rails aan de binnenkant van de printer. Opmerking: Zorg ervoor dat de cartridge volledig naar binnen is geduwd.
Printer onderhouden 239 5 Sluit de klep van de universeellader en de voorklep.
Printer onderhouden 240 De beeldverwerkingseenheid vervangen 1 Til de voorklep op en laat de deur van de universeellader zakken. 1 2 2 Trek de tonercartridge uit de printer met behulp van de hendel.
Printer onderhouden 241 3 Til de blauwe hendel op en trek de beeldverwerkingseenheid uit de printer. 4 Pak de nieuwe beeldverwerkingseenheid uit en schud deze. 5 Verwijder alle verpakkingsmateriaal uit de beeldverwerkingseenheid. Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
Printer onderhouden 242 6 Plaats de beeldverwerkingseenheid in de printer door de pijlen op de rails aan de zijkant van de beeldverwerkingseenheid uit te lijnen met de pijlen op de rails aan de binnenkant van de printer. 7 Plaats de tonercartridge in de printer door de rails aan de zijkant van de cartridge uit te lijnen met de pijlen op de rails aan de binnenkant van de printer.
Printer onderhouden 243 8 Sluit de klep van de universeellader en de voorklep. 2 1 Help bij transport LET OP—KANS OP LETSEL: de printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild. Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: neem de volgende richtlijnen door voor u de printer verplaatst om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt: • Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en trek de stekker uit het stopcontact.
Printer onderhouden 244 • Als er een optionele lade is geïnstalleerd, moet u deze eerst verwijderen van de printer. Schuif de hendel aan de rechterzijde van de lade naar de voorkant van de lade tot de hendel vastklikt om de lade te verwijderen. • Gebruik bij het tillen van de printer de handgrepen aan de zijkanten. • Let erop dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u het apparaat neerzet.
Printer beheren 245 Printer beheren Printerberichten beheren Gebruik de toepassing voor statusberichten om berichten te bekijken over fouten die op uw printer voorkomen en waarvoor actie moet worden ondernomen om ze te verhelpen. Wanneer er een fout is, wordt met een tekstballon weergegeven wat er fout is en wordt u naar de juiste herstelinformatie verwezen.
Printer beheren 246 • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen. 2 Controleer het virtuele display dat wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm. De virtuele display werkt net zoals een echt display op het bedieningspaneel van de printer.
Printer beheren 247 Opmerkingen: • U kunt selecteerbare meldingen instellen voor de tonercartridge, beeldverwerkingseenheid en onderhoudskit. • U kunt alle selecteerbare meldingen instellen voor de statussen bijna leeg, leeg en zeer leeg. Niet alle selecteerbare meldingen kunnen worden ingesteld voor het einde van de levensduur van de supply. Voor alle supplystatussen is een selecteerbare e‑mailmelding beschikbaar.
Printer beheren Blader in het beginscherm naar: >Instellingen >Algemene instellingen >Fabrieksinstellingen >Nu herstellen >Verzenden 248
Papierstoringen verhelpen 249 Papierstoringen verhelpen Selecteer papier en speciaal afdrukmateriaal zorgvuldig en plaats het correct om papierstoringen te voorkomen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit hoofdstuk worden beschreven. Let op—Kans op beschadiging: gebruik nooit gereedschap om een papierstoring te verhelpen. Hiermee kunt u het verhittingsstation permanent beschadigen.
Papierstoringen verhelpen 250 • Schuif het papier niet in de lade. Plaats het papier zoals in de afbeelding is aangegeven. 1 • Zorg ervoor dat de geleiders in de papierlade of de universeellader op de juiste wijze zijn ingesteld en niet strak tegen het papier of de enveloppen zijn geplaatst. • Duw de lade stevig in de printer nadat u het papier hebt geplaatst. Gebruik aanbevolen papier • Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal.
Papierstoringen verhelpen 251 Opmerkingen: • Als Storingsassistentie is ingesteld op Aan, voert de printer lege of gedeeltelijk afgedrukte pagina's automatisch uit naar de standaardlade nadat een vastgelopen pagina is verwijderd. Kijk of er onbedrukte pagina's uit de printer komen. • Als Herstel na storing op Aan of Automatisch staat, drukt de printer de vastgelopen pagina's opnieuw af. Dat gebeurt echter alleen als er voldoende printergeheugen beschikbaar is.
Papierstoringen verhelpen 252 [x] pagina's vastgelopen, til voorklep op om cartridge te verwijderen. [200–201] LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 1 Til de voorklep op en laat de deur van de universeellader zakken. 1 2 2 Til de blauwe hendel omhoog en trek de tonercartridge uit de printer. 3 Zet de tonercartridge opzij.
Papierstoringen verhelpen 253 4 Til de blauwe hendel op en trek de beeldverwerkingseenheid uit de printer. 1 2 5 Leg de beeldverwerkingseenheid opzij op een vlakke, gladde ondergrond. Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan.
Papierstoringen verhelpen 254 7 Plaats de beeldverwerkingseenheid. Opmerking: Volg daarbij de pijlen op de zijkant van de printer. 8 Plaats de tonercartridge in de printer en zet de blauwe hendel terug in de juiste positie. Opmerkingen: • Zorg ervoor dat de pijlen op de geleiders van de tonercartridge overeenstemmen met de pijlen in de printer. • Zorg ervoor dat de cartridge volledig naar binnen is geduwd.
Papierstoringen verhelpen 255 9 Sluit de klep van de universeellader en de voorklep. 2 1 10 Raak op het bedieningspaneel van de printer Gereed aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. [x] pagina's vastgelopen, open bovenste achterklep. [202] LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
Papierstoringen verhelpen 256 1 Trek de achterklep omlaag. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de achterklep. 4 Raak op het bedieningspaneel van de printer Gereed aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. [x]‑pagina's vastgelopen, open bovenste en onderste achterklep. [231–234] LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn.
Papierstoringen verhelpen 1 Trek de achterklep omlaag. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de achterklep.
Papierstoringen verhelpen 258 4 Druk tegen de achterkant van de standaardlade. 5 Duw de achterklep van de duplexeenheid omlaag, pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het er voorzichtig uit. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 6 Plaats de standaardlade terug. 7 Raak op het bedieningspaneel van de printer Gereed aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. [x] pagina's vastgelopen, verhelp papierstoring in standaardlade.
Papierstoringen verhelpen 259 2 Raak op het bedieningspaneel van de printer Gereed aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. [x] pagina's vastgelopen, verwijder lade 1 om papierstoring in duplexeenheid te verhelpen. [235–239] 1 Trek de lade volledig naar buiten. Opmerking: Til de lade iets op en trek deze uit de printer. 2 3 1 2 Duw de voorklep van de duplexeenheid omlaag, pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het voorzichtig naar rechts en uit de printer.
Papierstoringen verhelpen 260 3 Plaats de lade terug. 4 Raak op het bedieningspaneel van de printer Gereed aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. [x] pagina's vastgelopen, open lade [x]. [24x] 1 Controleer welke lade wordt aangegeven op het printerdisplay en trek de lade naar buiten. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Papierstoringen verhelpen 261 3 Plaats de lade terug. 4 Raak op het bedieningspaneel van de printer Gereed aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. [x] pagina's vastgelopen, maak handmatige invoer vrij. [250] 1 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de universeellader. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 2 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet.
Papierstoringen verhelpen 262 4 Schuif de papiergeleider voorzichtig tegen de rand van het papier. 5 Raak op het bedieningspaneel van de printer Gereed aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. [x] pagina's vastgelopen, open bovenklep van automatische invoer. [28y.xx] 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADF-lade. Opmerking: Deze melding verdwijnt als de pagina’s zijn verwijderd uit de ADF-lade. 2 Open de klep van de ADF.
Papierstoringen verhelpen 263 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Sluit de ADF-klep. 5 Open de klep van de scanner. 6 Als de storing zich is in de onderste ADI-klep of in ADI-uitvoerlade bevindt, open dan de onderste ADI-klep, en pak het klemzittende papier stevig aan beide kanten vast. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Papierstoringen verhelpen 264 7 Sluit de onderste ADF-klep. 8 Zet de stapel originele documenten recht, plaats deze in de ADF en pas de papiergeleider aan. 9 Raak op het bedieningspaneel van de printer Gereed aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Problemen oplossen 265 Problemen oplossen Printerberichten Cartridge bijna leeg [88.xy] Mogelijk moet u een nieuwe tonercartridge bestellen. Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om verder te gaan met afdrukken. Cartridge bijna leeg [88.xy] Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Cartridge vrijwel leeg, [x] geschat aantal resterende pagina's is [88.
Problemen oplossen 266 Wijzig [papierbron] in [papierformaat], plaats [afdrukstand] Probeer een of meer van de oplossingen: • Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de lade of invoerlade, selecteer het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier vervangen voltooid aan. • Raak Actieve lade herstellen aan om de actieve uitvoerlade voor een reeks gekoppelde laden op de beginwaarde in te stellen.
Problemen oplossen 267 Sluit klep van de flatbed en plaats originelen bij het opnieuw starten van taak [2yy.xx] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Scannen vanaf de automatische invoer aan om direct door te gaan met het scannen via de ADF na de laatste voltooide scantaak. • Raak Scannen vanaf de flatbed aan om direct door te gaan met het scannen via de glasplaat na de laatste voltooide scantaak. • Raak Opdracht afmaken zonder nog te scannen aan om de laatste scantaak te voltooien.
Problemen oplossen 268 Flash beschadigd [51] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vervang de beschadigde flashgeheugenkaart. • Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te negeren en verder te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. Schijf vol [62] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en verder te gaan met verwerken.
Problemen oplossen Faxgeheugen vol Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen. Faxpartitie werkt niet. Raadpleeg de systeembeheerder. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen. • Schakel de printer uit en weer in. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven. Faxserver 'Volgens indeling' is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.
Problemen oplossen 270 Beeldverwerkingseenheid vrijwel leeg, [x] geschat aantal resterende pagina's is [84.xy] Mogelijk moet u de beeldverwerkingseenheid zeer binnenkort vervangen. Raadpleeg het gedeelte “Supplies vervangen” in de Gebruikershandleiding voor meer informatie. Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om verder te gaan met afdrukken. Incompatibele lade [x] [59] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de aangegeven lade.
Problemen oplossen 271 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Start de printer opnieuw. • Annuleer de huidige taak. • Herstel de actieve lade. Plaats invoerlade [x] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats de aangegeven lade: 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Plaats de aangegeven lade. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. • Annuleer de afdruktaak.
Problemen oplossen 272 Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht worden niet hersteld [37] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen. • Verwijder andere taken in de wachtrij om extra printergeheugen vrij te maken.
Problemen oplossen 273 Plaats [papiersoort] [papierformaat] [papierafdrukstand] in [papierbron] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats papier met het juiste formaat en van de juiste papiersoort in de aangegeven lade of invoer. • Raak Papier geplaatst aan op het bedieningspaneel van de printer om de lade of invoer met papier van het juiste formaat en de juiste soort te gebruiken.
Problemen oplossen 274 Plaats [papiersoort] [papierformaat] [papierafdrukstand] in handmatige invoer Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de invoer. • Raak op het bedieningspaneel van de printer Vragen bij elke pagina, papier is geplaatst of Niet vragen, papier is geplaatst aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Problemen oplossen 275 Softwarefout netwerk [x] [54] Probeer een of meer van de oplossingen: • Raak op het bedieningspaneel van de printer Doorgaan aan om verder te gaan met afdrukken. • Schakel de printer uit en schakel de printer na ongeveer tien seconden weer in. • Werk de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver bij. Neem voor meer informatie contact op met de technische ondersteuning of uw leverancier van Dell-printers. Geen analoge telefoonlijn aangesloten op de modem, fax is uitgeschakeld.
Problemen oplossen 276 Papier moet worden vervangen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Huidige supplies gebruiken aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. Parallelle poort [x] uitgeschakeld [56] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen. • Activeer de parallelle-poort.
Problemen oplossen 277 Verwijder defecte schijf [61] Verwijder en vervang de defecte vaste schijf van de printer. Verwijder verpakkingsmateriaal, controleer [naam gebied] Verwijder al het resterende verpakkingsmateriaal uit de aangegeven locatie. Verwijder papier uit standaarduitvoerlade Verwijder de papierstapel uit de standaardlade. Plaats alle originelen terug als u de taak opnieuw start.
Problemen oplossen 278 Plaats vastgelopen origin. terug bij opn. starten taak. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Taak annuleren aan om het bericht te wissen en de scantaak te annuleren. • Raak Scannen vanaf de automatische invoer aan om direct door te gaan met het scannen via de ADF na de laatste voltooide scantaak. • Raak Scannen vanaf de flatbed aan om direct door te gaan met het scannen via de ADF na de laatste voltooide scantaak.
Problemen oplossen 279 Vervang de papierscheiding Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vervang de papierscheiding. Raadpleeg de instructies bij de supply voor meer informatie. • Raak Negeren aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen. Vervang niet-ondersteunde cartridge [32.xy] Vervang de tonercartridge en installeer een ondersteund exemplaar om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Problemen oplossen 280 Scanner uitgeschakeld door beheerder [840.01] Druk af zonder de scanner of neem contact op met de systeembeheerder. Scanner uitgeschakeld. Neem contact op met de systeembeheerder als het probleem zich blijft voordoen. [840.02] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan met scanner uitgeschakeld aan om terug te gaan naar het beginscherm en neem vervolgens contact op met uw systeembeheerder.
Problemen oplossen Sommige taken in wacht zijn niet hersteld Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om de aangegeven taak te wissen. Opmerking: Onderbroken taken die niet worden hersteld, blijven op de vaste schijf opgeslagen en zijn niet toegankelijk. Softwarefout in standaardnetwerk [54] Probeer een of meer van de oplossingen: • Raak op het bedieningspaneel van de printer Doorgaan aan om verder te gaan met afdrukken. • Schakel de printer uit en weer in.
Problemen oplossen 282 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. Te veel laden aangesloten [58] 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de extra laden. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. Papierformaat in lade [x] niet ondersteund Vervang het papier door een ondersteund papierformaat.
Problemen oplossen 283 USB-poort [x] uitgeschakeld [56] Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen. Opmerkingen: • De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld. Weblinkserver niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder. Raak Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen.
Problemen oplossen 284 Actie Ja Nee Stap 5 Controleer of de kabels waarmee de printer is aangesloten op de computer in de correcte poorten zitten. Naar stap 6. Zorg dat de volgende items met elkaar overeenkomen: • het USB-symbool op de kabel met het USB-symbool op de printer Zitten de kabels in de correcte poorten? • De juiste Ethernetkabel met de juiste Ethernet-poort Stap 6 Schakel de schakelaar in Naar stap 7.
Problemen oplossen Actie 285 Ja Stap 12 Het probleem is Schakel de printer uit en schakel de printer na ongeveer 10 seconden weer in. opgelost. Werkt de printer? Nee Contact technische ondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. Printerdisplay is leeg Actie Ja Nee Stap 1 Druk op de slaapknop op het bedieningspaneel van de printer. Het probleem is opgelost. Naar stap 2.
Problemen oplossen 286 Handeling Ja Nee Stap 4 a Controleer of de interne optie is geselecteerd. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning. Actie Ja Nee Stap 1 Installeer de interne afdrukserver opnieuw. a Verwijder de interne afdrukserver en installeer deze opnieuw. Zie “Een Internal Solutions Port installeren” op pagina 35 voor meer informatie.
Problemen oplossen Actie 287 Ja Stap 2 Het probleem is opgelost. Controleer de kabel en de ISP-aansluiting. a Gebruik de juiste kabel en zorg ervoor dat deze stevig is aangesloten op de ISP. b Controleer of de interfacekabel van de ISP-oplossing stevig is aangesloten op de aansluiting van de controllerkaart. Nee Contact technische ondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. Opmerking: De interfacekabel van de ISP-oplossing en de aansluiting op de controllerkaart zijn gecodeerd met kleuren.
Problemen oplossen 288 Actie Ja Nee Stap 4 Controleer of de lade beschikbaar is in het printerstuurprogramma. Het probleem is opgelost. Contact technische ondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. Ja Nee Opmerking: Voeg de lade handmatig toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken (indien nodig). Zie “Beschikbare opties toevoegen aan het printerstuurprogramma” op pagina 52 voor meer informatie.
Problemen oplossen 289 Papier loopt regelmatig vast Actie Ja Nee Stap 1 a Trek de lade naar buiten en voer een van de volgende stappen uit: Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. Het probleem is opgelost. • Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst. • Controleer of de indicatoren voor papierformaat op de papiergeleiders zijn uitgelijnd met de indicatoren voor papierformaat in de lade. • Controleer of de papiergeleiders tegen de randen van het papier zijn geplaatst.
Problemen oplossen 290 Problemen met afdrukken oplossen Afdrukproblemen Vertrouwelijke en andere taken in de wachtrij worden niet afgedrukt Opmerking: Vertrouwelijke, geverifieerde, gereserveerde en herhaalde afdruktaken kunnen worden verwijderd als de printer extra geheugen nodig heeft voor de verwerking van andere wachttaken. Handeling Ja Nee Stap 1 Open de map met onderbroken taken op de printerdisplay en controleer of uw afdruktaak wordt weergegeven. Naar stap 2.
Problemen oplossen 291 Envelop wordt dichtgeplakt tijdens afdrukken Actie Ja Nee Het probleem is Contact technische ondersteuningaan als u opgelost. Opmerking: Tijdens het bedrukken van een vochtige envelop kunnen de nog meer pagina's wilt plakranden worden dichtgeplakt. scannen. b Verzend de afdruktaak opnieuw. a Gebruik enveloppen die in een droge omgeving zijn bewaard.
Problemen oplossen 292 Er worden verkeerde tekens afgedrukt Actie Ja Nee Stap 1 Zorg dat de printer zich niet in de modus Hex Trace bevindt. Deactiveer de modus Hex Trace. Naar stap 2. Opmerking: Als Gereed Hex wordt weergegeven op het printerdisplay, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in om de modus Hex Trace te deactiveren. Staat de printer in de modus Hex Trace? Stap 2 a Selecteer op het bedieningspaneel van de printer de optie Standaardnetwerk of Netwerk [x] en zet SmartSwitch op Aan.
Problemen oplossen 293 grote afdruktaken worden niet gesorteerd Actie Ja Nee Stap 1 a Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Afwerking de optie Sorteren in op (1,2,3) (1,2,3). b Verzend de afdruktaak opnieuw. Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. Is de taak correct afgedrukt en gesorteerd? Stap 2 a Stel in de printersoftware de optie Sorteren in op (1,2,3) (1,2,3).
Problemen oplossen 294 Afdruktaken worden niet afgedrukt Handeling Ja Stap 1 Het probleem is a Open het dialoogvenster voor afdrukken vanuit het document dat u wilt opgelost. afdrukken en controleer of u de juiste printer hebt geselecteerd. Nee Naar stap 2. Opmerking: Als de printer niet de standaardprinter is, moet u de printer selecteren voor elk document dat u wilt afdrukken. b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen 295 Afdruktaak duurt langer dan verwacht Actie Ja Nee Stap 1 De instellingen voor energiegebruik voor de printer wijzigen. a Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Stap 2 Het probleem is opgelost. Gebruik minder lettertypen en kleinere lettergrootten, beperk het aantal afbeeldingen en gebruik eenvoudige afbeeldingen en verlaag het aantal af te drukken pagina's in de taak en verstuur de taak opnieuw. Naar stap 3.
Problemen oplossen 296 Afdrukken gaat langzamer Opmerkingen: • Wanneer u afdrukt op smal papier, werkt de printer op een lagere snelheid om beschadiging van het verhittingsstation te voorkomen. • De printersnelheid kan afnemen bij langdurig afdrukken of bij het afdrukken op hogere temperaturen. Actie Ja Nee Stap 1 a Zorg dat het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst, overeenkomt met het type verhittingsstation. Het probleem is opgelost. Naar stap 2.
Problemen oplossen Actie 297 Ja Stap 2 Het probleem is a Geef de soort en het formaat van het papier in de lades die u wilt koppelen opgelost. op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Opmerking: De soort en het formaat van het papier moet voor alle gekoppelde laden hetzelfde zijn. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Nee Contact technische ondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen.
Problemen oplossen 298 Actie Ja Nee Stap 1 a De een lijst met lettertypevoorbeelden af om te controleren of de gebruikte lettertypen worden ondersteund door de printer. 1 Blader op het bedieningspaneel van de printer naar: Naar stap 2. Het probleem is opgelost. >Rapporten >Lettertypen afdrukken 2 Raak PCL-lettertypen of PostScript-lettertypen aan. b Gebruik een lettertype dat door de printer wordt ondersteund of installeer het lettertype dat u wilt gebruiken.
Problemen oplossen Handeling 299 Ja Stap 2 Naar stap 3. Geef de soort en het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Nee Voer een of meer van de volgende handelingen uit: • Geef bij de instellingen voor de lade het formaat op van het papier dat in de lade is geplaatst.
Problemen oplossen 300 Actie Ja Nee Stap 1 a Zorg dat het formaat van het papier dat in de lade is geplaatst, overeenkomt met het type verhittingsstation. Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Opmerking: Gebruik een 110-volt verhittingsstation voor afdrukken op papier van Letter-formaat en een 220-volt verhittingsstation voor afdrukken op papier van A4‑formaat. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Zijn de afbeeldingen nog steeds gecomprimeerd? Stap 2 Het probleem is a Vervang het verhittingsstation.
Problemen oplossen 301 Handeling Ja Nee Stap 3 Vervang de beeldverwerkingseenheid en verzend de afdruktaak opnieuw. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning. Handeling Ja Nee Stap 1 a Controleer of uw software het juiste vulpatroon gebruikt. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. Het probleem is opgelost. Naar stap 4. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning. Het probleem is opgelost.
Problemen oplossen 302 Verkeerde marges op afdrukken ABCD ABCD ABCD Handeling Ja Stap 1 Het probleem is a Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier opgelost. dat in de printer is geplaatst. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Nee Naar stap 2. Zijn de marges correct? Stap 2 Geef het formaat van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Naar stap 3.
Problemen oplossen 303 Gekruld papier Handeling Ja Stap 1 Naar stap 2. Stel de breedte- en lengtegeleiders in de lade in op de juiste positie voor het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst. Nee Pas de breedte- en lengtegeleiders aan. Staan de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie? Stap 2 Geef de instellingen voor papiersoort en -gewicht van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Naar stap 3.
Problemen oplossen 304 Handeling Ja Nee Stap 1 a Controleer of alle verpakkingsmateriaal is verwijderd van de beeldverwerkingseenheid. 1 Verwijder de tonercartridge en vervolgens de beeldverwerkingseenheid. 2 Controleer of het verpakkingsmateriaal correct is verwijderd van de beeldverwerkingseenheid. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning. Het probleem is opgelost.
Problemen oplossen 305 Handeling Ja Nee Stap 1 a Plaats de beeldverwerkingseenheid terug in de printer. 1 Verwijder de tonercartridge en vervolgens de beeldverwerkingseenheid. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning. Het probleem is opgelost. Ja Nee Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
Problemen oplossen 306 Handeling Ja Stap 4 Controleer of het papier in de lade een structuur of ruwe afwerking heeft. Geef de structuur van Naar stap 5. het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Drukt af op papier met structuur of ruwe afwerking? Stap 5 a Laad papier uit een nieuw pak. Nee Naar stap 6. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning of de leverancier van uw Dell printer. Het probleem is opgelost.
Problemen oplossen Handeling 307 Ja Stap 2 Naar stap 3. a Geef de instellingen voor papiersoort, -structuur en -gewicht van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen 308 Afdruk is te licht Handeling Ja Nee Stap 1 a Geef een hogere waarde op voor tonerintensiteit in het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Opmerking: 8 is de standaardinstelling. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Is de afdruk nog steeds te licht? Stap 2 Naar stap 3. Geef de instellingen voor papiersoort, -structuur en -gewicht van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer.
Problemen oplossen 309 Handeling Ja Nee Stap 6 a Verdeel de toner gelijkmatig over de beeldverwerkingseenheid. 1 Verwijder de tonercartridge en vervolgens de beeldverwerkingseenheid. 2 Schud de beeldverwerkingseenheid goed heen en weer. Naar stap 7. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning. Het probleem is opgelost. Ja Nee Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht.
Problemen oplossen 310 Schaduwafbeeldingen op afdrukken Leading edge A AB BC CD D A B C D ABCD Trailing edge Handeling Ja Nee Stap 1 Plaats papier van het juiste formaat en gewicht in de lade. Naar stap 2. Plaats papier van het juiste formaat en gewicht in de lade. Naar stap 3. Zorg dat het papier in de lade overeenkomt met de instellingen voor soort en gewicht die zijn opgegeven bij de instellingen voor de lade.
Problemen oplossen Handeling 311 Ja Naar stap 2. Stap 1 a Stel de breedte- en lengtegeleiders in de lade in op de juiste positie voor het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Nee Het probleem is opgelost. Zijn afdrukken nog steeds scheef? Stap 2 a Controleer of u afdrukt op papier dat wordt ondersteund door de lade. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Contact opnemen met technische ondersteuning. Het probleem is opgelost.
Problemen oplossen 312 Handeling Ja Nee Stap 4 a Plaats de beeldverwerkingseenheid terug in de printer. 1 Verwijder de tonercartridge en vervolgens de beeldverwerkingseenheid. Naar stap 5. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning. Het probleem is opgelost. Ja Nee Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
Problemen oplossen Handeling 313 Ja Stap 2 Naar stap 3. Geef de instellingen voor papierstructuur, -soort en gewicht van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Nee Voer een of meer van de volgende handelingen uit: • Geef bij de instellingen voor de lade de structuur, de soort en het gewicht op van het papier dat in de lade is geplaatst.
Problemen oplossen 314 Afdrukken bevatten lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond ABCDE ABCDE ABCDE Handeling Ja Nee Stap 1 Plaats de beeldverwerkingseenheid terug in de printer. a Verwijder de beeldverwerkingseenheid en installeer deze vervolgens opnieuw. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Contact opnemen met technische ondersteuning of de leverancier van uw Dell printer. Het probleem is opgelost.
Problemen oplossen 315 Afdrukken bevatten tonervlekjes Handeling Ja Nee Vervang de beeldverwerkingseenheid en verzend de afdruktaak opnieuw. Contact opnemen met technische ondersteuning. Het probleem is opgelost. Ja Nee Bevatten de afdrukken tonervlekjes? Slechte afdrukkwaliteit op transparanten Handeling Stap 1 Naar stap 2. Geef de soort van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Stel de papiersoort in op Transparant.
Problemen oplossen 316 Handeling Ja Nee Stap 1 a Controleer of uw software het juiste vulpatroon gebruikt. Naar stap 2. Het probleem is opgelost. Naar stap 3. Stap 2 a Geef de instellingen voor papiersoort en -gewicht van het papier in de lade op in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. b Verzend de afdruktaak opnieuw. Het probleem is opgelost. b Verzend de afdruktaak opnieuw.
Problemen oplossen 317 De kopieerfunctie reageert niet Actie Ja Stap 1 Wis het fout- of statusControleer of er een fout- of statusbericht op het display wordt weergegeven. bericht. Nee Naar stap 2. Wordt er een fout- of statusbericht weergegeven? Stap 2 Controleer of het netsnoer is aangesloten op de printer en een geaard stopcontact. Naar stap 3. Sluit het netsnoer aan op de printer en op een geaard stopcontact.
Problemen oplossen 318 Slechte kwaliteit van kopieën Actie Ja Stap 1 Wis het fout- of statusControleer of er een fout- of statusbericht op de display wordt weergegeven. bericht. Nee Naar stap 2. Wordt er een fout- of statusbericht weergegeven? Stap 2 Controleer de kwaliteit van het originele document. Naar stap 3. Is de kwaliteit van het origineel in orde? Stap 3 Naar stap 4.
Problemen oplossen 319 Actie Ja Nee Stap 8 Controleer of er op afdrukken tekst ontbreekt of dat deze vaag is. a Blader in het scherm Kopiëren naar: Geavanceerde opties >Geavanceerde beeldverwerking b Pas de instellingen aan: Naar stap 9. Het probleem is opgelost. • Scherpte— verhoog de huidige instelling. • Contrast—Verhoog de huidige instelling. c Verzend de kopieertaak opnieuw. Ontbreekt er op afdrukken tekst of is deze vaag? Stap 9 Controleer of de afdruk flets of overbelicht is.
Problemen oplossen 320 Nummerweergave werkt niet. Actie Ja Neem contact op met uw telecommunicatiebedrijf om te verifiëren of u bent Het probleem is geabonneerd op de dienst Nummerweergave. opgelost. Opmerkingen: Nee Contact technische ondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. • Als er in uw regio meerdere patronen voor beller-ID's worden ondersteund, dient u mogelijk de standaardinstelling te wijzigen. Er zijn twee instellingen beschikbaar: FSK (patroon 1) en DTMF (patroon 2).
Problemen oplossen 321 Actie Ja Nee Stap 5 a Controleer de wandaansluiting voor telefoons. 1 Sluit de telefoon aan op de wandcontactdoos. Het probleem is opgelost. Naar stap 6. 2 Luister of u een kiestoon hoort. 3 Als u geen kiestoon hoort, sluit u een andere telefoonkabel op de wantcontactdoos aan. 4 Hoort u nog steeds geen kiestoon, dan sluit u de telefoonkabel op een andere wandcontactdoos aan. 5 Als u een kiestoon hoort, sluit u de printer op die wandcontactdoos aan.
Problemen oplossen 322 Actie Ja Stap 7 Luister of u een kiestoon hoort. Naar stap 8. Nee • Probeer het faxnummer te bellen om te controleren dat het goed werkt. Hoorde u een kiestoon? • Als de telefoonlijn door een ander apparaat bezet is, wacht u met het verzenden van de fax totdat de lijn weer vrij is. • Als u de functie Kiezen met hoorn op haak gebruikt, verhoogt u het volume om te controleren of u een kiestoon hoort.
Problemen oplossen 323 Kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden Actie Ja Stap 1 Het probleem is opgelost. Controleer of de printer in faxmodus staat. In het beginscherm raakt u Fax aan om de printer in de faxmodus te zetten, vervolgens verzendt u de fax. Nee Naar stap 2. Opmerking: De applicatie Meerdere items verzenden heeft geen ondersteuning voor het uitvoertype XPS. Gebruik de gewone faxmethode om XPS te gebruiken. Kunt u faxen verzenden? Stap 2 Het probleem is opgelost. Naar stap 3.
Problemen oplossen 324 Actie Ja Stap 2 Het probleem is opgelost. Controleer de instellingen voor het maximale aantal belsignalen. a Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Nee Naar stap 3. Opmerkingen: • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
Problemen oplossen 325 Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit Actie Ja Nee Stap 1 Vraag de afzender van de fax om het volgende: a Controleer of het originele document van goede kwaliteit is. Het probleem is opgelost. Naar stap 2. Het probleem is Stap 2 opgelost. Verlaag de faxtransmissiesnelheid voor binnenkomende faxen. a Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Naar stap 3. b Verhoog de scanresolutie van de fax (indien mogelijk). c Verzend de fax opnieuw.
Problemen oplossen 326 • “Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen” op pagina 328 • “De scanner reageert niet” op pagina 329 Kan niet vanaf een computer scannen Actie Ja Nee Stap 1 Ga naar stap 3. Naar stap 2. Controleer of de printer is ingeschakeld en dat Gereed op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven voordat u gaat scannen.
Problemen oplossen Handeling 327 Ja Stap 3 Naar stap 4. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Nee Raadpleeg “De glasplaat reinigen” op pagina 233. Is de glasplaat schoon? Naar stap 5. Stap 4 Controleer de plaatsing van het document of de foto. Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden. Plaats het document of de foto met de afdrukzijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Problemen oplossen 328 Handeling Ja Nee Stap 2 Controleer of de bestandsnaam al wordt gebruikt. Wijzig de bestandsnaam. Naar stap 3. Sluit het bestand dat u scant. Naar stap 4. Contact technische ondersteuning. Schakel het selectievakje Tijdstempel toevoegen of Overschrijf bestaand bestand in de configuratie-instellingen van de bestemming in.
Problemen oplossen 329 De scanner reageert niet Actie Ja Nee Stap 1 Controleer of de printer is ingeschakeld. Naar stap 2. Zet de printer aan. Naar stap 3. Sluit de printerkabel stevig aan op de printer en op de computer, afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat. Naar stap 4. Sluit het netsnoer aan op de printer en op een geaard stopcontact.
Problemen oplossen 330 Probleem met toepassingen van het startscherm oplossen Er is een toepassingsfout opgetreden Actie Ja Naar stap 2. Stap 1 Controleer het systeemlogbestand op relevante details. a Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: Nee Contact technische ondersteuningaan als u nog meer pagina's wilt scannen. • Controleer het IP-adres op het startscherm van de printer.
Problemen oplossen 331 Actie Ja Nee Stap 3 Controleer of de netwerkverbinding actief is. Naar stap 4. Neem contact op met de afdeling voor systeemondersteuning. Stap 4 Naar stap 5. Zorg ervoor dat de kabelverbindingen met de printer en afdrukserver goed zijn bevestigd. Raadpleeg de meegeleverde installatiedocumentatie van de printer voor meer informatie. Controleer de kabelverbinding.
Bijlage 332 Bijlage Beleid voor technische ondersteuning van Dell Technische ondersteuning door een technicus vindt plaats in samenwerking met de klant. Tijdens deze procedure wordt het probleem vastgesteld en worden oplossingen geleverd waarmee het besturingssysteem, de toepassingen en de hardwarestuurprogramma's kunnen worden hersteld naar de originele standaardconfiguratie waarmee het product door Dell is geleverd.
Bijlage 333 Garantie en beleid voor retourneren Dell Inc. ('Dell') vervaardigt hardwareproducten met onderdelen en componenten die nieuw of zo goed als nieuw zijn, in overeenstemming met de geldende praktijken binnen de branche. Raadpleeg de Handleiding met productinformatie voor meer informatie over de Dell garantie voor de printer.
Index 334 Index Cijfers 2100 vel, lade voor installeren 47 papier in de printer plaatsen 65 550 vel, lade voor installeren 47 plaatsen 58 [ [x] pagina's vastgelopen, maak handmatige invoer vrij. [250] 261 [x] pagina's vastgelopen, open bovenklep van automatische invoer. [28y.xx] 262 [x] pagina's vastgelopen, open bovenste achterklep. [202] 255 [x] pagina's vastgelopen, open bovenste en onderste achterklep. [231–234] 256 [x] pagina's vastgelopen, open lade [x].
Index printer drukt effen zwarte pagina's af 304 schaduwafbeeldingen op afdrukken 310 scheve afdruk 310 tekens hebben gekartelde randen 297 toner laat los 314 tonervlekjes, op afdrukken 315 verschillen in afdrukdichtheid 315 verticale strepen 312 witte strepen 315 afdruktaak annuleren, vanaf computer 93 afdruktaak annuleren vanaf een computer 93 via het bedieningspaneel van de printer 93 Afwerking, menu 212 AirPrint gebruiken 89 Ander formaat, menu 151 antwoordapparaat instellen 116 AppleTalk, menu 164 B
Index display, bedieningspaneel van de printer 16 aanpassen, helderheid 226 displayproblemen oplossen printerdisplay is leeg 285 documenten afdrukken vanuit Windows 86 via Macintosh 86 draadloos netwerk configuratiegegevens 53 Draadloos, menu 164 draadloze netwerkinstallatie met de Embedded Web Server 55 Drukknop, configuratiemethode gebruiken 54 DSL-filter 120 dubbelzijdig 98 E e-mail, verzenden met behulp van het adresboek 110 snelkoppelingsnummer gebruiken 109 e-mailfunctie instellen 107 e-mailopties g
Index faxen doorsturen 135 faxen in wachtrij 135 faxen, problemen oplossen kan geen faxen verzenden of ontvangen 320 kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden 323 kan wel faxen verzenden, maar niet ontvangen 323 nummerweergave werkt niet 320 ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit 325 Faxgeheugen vol 269 faxinstellingen digitale telefoondienst 122 DSL-verbinding 120 land- of regiospecifieke installatie 124 standaardtelefoonverbinding 116 VoIP 121 faxlog bekijken 134 faxlog bekijken 134 Faxmodus
Index faxopties 136 installeren, Internal Solutions Port 35 installeren, lade voor 2100 vel 47 installeren, lade voor 550 vel 47 installeren, vaste schijf van printer 40 instellen, fax digitale telefoondienst 122 DSL-verbinding 120 land- of regiospecifieke installatie 124 standaardtelefoonverbinding 116 VoIP-verbinding 121 instellen, serieel afdrukken 56 instellen, Universalpapierformaat 58 instelling papierformaat 58 papiersoort 58 TCP/IP-adres 162 instelling, Ecomodus 224 Instellingen SMTP, menu 171 Inst
Index instellen 25 Menu Aangepaste scanformaten 157 Menu E-mailinstellingen 197 Menu Extra 215 Menu Flashstation 206 Menu Help 221 Menu Kwaliteit 213 Menu Overige beveiligingsinstellingen 173 Menu Papierformaat/-soort 148 Menu Papiergewicht 153 Menu Papierstructuur 151 Menu Serieel [x] 169 menu Tijdelijke gegevensbestanden wissen 175 menu's Aangepaste namen 156 Aangepaste scanformaten 157 Aangepaste soorten 156 Actieve NIC 159 Afbeelding 221 Afwerking 212 Ander formaat 151 AppleTalk 164 Beveiligingsinstell
Index Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht zijn verwijderd [37] 271 Onvoldoende vrije ruimte in flashgeheugen voor bronnen [52] 275 Opslaan als snelkoppeling e-mailopties 112 kopieeropties 105 scanopties 143 opslaan, afdruktaken 90 opslag papier 83 supplies 236 opties firmwarekaarten 28 geheugenkaart 28, 32 Internal Solutions Port, installeren 35 lade voor 2100 vel, installeren 47 lade voor 550 vel, installeren 47 vaste schijf van de printer, verwijderen 44 vaste schijf van printer, installeren 40
Index Plaats vastgelopen origin. terug bij opn. starten taak.
Index Plaats [naam aangepaste soort] [papierafdrukstand] in handmatige invoer 273 Plaats [papierformaat] [afdrukstand papier] in [papierbron] 272 Plaats [papierformaat] [papierafdrukstand] in handmatige invoer 273 Plaats [papiersoort] [papierformaat] [afdrukstand papier] in [papierbron] 273 Plaats [papiersoort] [papierformaat] [afdrukstand papier] in handmatige invoer 274 Plaats [tekenreeks voor aangepast papier] [afdrukstand papier] in [papierbron] 272 Plaats alle originelen terug als u de taak opnieuw st
Index niet-reagerende printer controleren 283 problemen oplossen, afdrukken afdrukken gaat langzamer 296 afdruktaak duurt langer dan verwacht 295 envelop wordt dichtgeplakt tijdens afdrukken 291 er komen onverwachte paginaeinden voor 297 foutbericht lezen flashstation 291 gekruld papier 303 grote afdruktaken worden niet gesorteerd 293 laden koppelen lukt niet 296 meertalige PDF-bestanden worden niet afgedrukt 293 papier loopt regelmatig vast 289 taak wordt afgedrukt op verkeerd papier 292 taak wordt afgedr
Index snelkoppelingsnummer gebruiken 140 Scannen naar netwerk gebruiken 138 instellen 26 scannen naar netwerklocaties 138 scannen, problemen oplossen documenten of foto's worden gedeeltelijk gescand 326 kan niet vanaf een computer scannen 326 klep scannereenheid sluit niet 319, 328 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen 328 scantaak mislukt 327 scanner Automatische documentinvoer (ADI) 15 functies 14 glasplaat 15 Scanner uitgeschakeld door beheerder [840.
Index plaatsen 71 tips 80 U Universal-instelling, menu 157 Universal-papierformaat instelling 58 USB-/parallelle interfacekaart problemen oplossen 288 USB-poort 49 USB-poort [x] uitgeschakeld [56] 283 V van fax verzenden 130, 131 verzenden op een gepland tijdstip 131 vaste schijf van printer codering 230 installeren 40 schoonvegen 229 verwijderen 44 weggooien 228 veiligheidsinformatie 8, 9 verbinding maken met een draadloos netwerk configuratiemethode met drukknop (PBC) gebruiken 54 configuratiemethode m