Users Guide
Afdrukken 231
3
Selecteer
Een netwerkprinter, een draadloze printer of een Bluetooth printer
toevoegen.
4
Selecteer de printer die u wilt gebruiken uit de lijst met beschikbare printers en klik daarna op
Volgende
.
OPMERKING: in de lijst van beschikbare printers wordt de WSD-printer weergegeven met
http://IP address/ws/
.
OPMERKING: als er geen WSD-printer in de lijst voorkomt moet u het IP-adres van de printer handmatig invoeren om een
WSD-printer aan te maken. Volg de onderstaande instructies voor het invoeren van het IP-adres van de printer.
Voor Windows Server 2008 R2 moet u lid zijn van de beheerdersgroep om een WSD-printer te kunnen aanmaken.
1. Klik op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst.
2. Selecteer Een printer met behulp van een TCP/IP-adres of hostnaam toevoegen en klik op Volgende.
3. Selecteer Apparaat voor webservices bij Apparaattype.
4. Typ het IP-adres van de printer in het veld Hostnaam of IP-adres en klik op Volgende.
OPMERKING: voordat u het stuurprogramma installeert met de Wizard Printer toevoegen in Windows Server 2008 R2 of
Windows 7 moet u één van de volgende handelingen verrichten:
• Maak verbinding met Internet zodat Windows Update uw computer kan scannen.
• Voeg het printerstuurprogramma toe aan uw computer.
5
Installeer het printerstuurprogramma op uw computer als u daarom wordt gevraagd. Als u wordt gevraagd om een
beheerderswachtwoord of een bevestiging, voer dan het wachtwoord in of geef een bevestiging.
6
Doorloop de aanvullende stappen in de wizard en klik daarna op
Voltooien
.
7
Druk een testpagina af om te zien of de installatie van de printer is gelukt.
a
Klik op
Start
→
Apparaten en printers
(
Start
→
Configuratiescherm
→
Hardware en geluiden
→
Printers
voor
Windows Vista en Windows Server 2008).
Voor Windows 8 en Windows Server 2012:
Klik in de bureaubladmodus met de rechtermuisknop op de linkeronderhoek van het scherm en klik vervolgens
op
Configuratiescherm
→
Hardware en geluiden
(
Hardware
voor Windows Server 2012)
→
Apparaten en
printers
.
b
Klik met de rechtermuisknop op de printer die u zojuist hebt aangemaakt en klik vervolgens op
Printereigenschappen
(
Eigenschappen
voor Windows Vista en Windows Server 2008).
c
Klik op het tabblad
Algemeen
op
Testpagina afdrukken
. Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is het
installeren van de printer voltooid.
Afdrukken met Wi-Fi Direct™
Dit onderdeel biedt u informatie over het afdrukken met Wi-Fi Direct. Met Wi-Fi Direct kunnen uw mobiele
apparaten met Wi-Fi zoals computers, smartphone en tablets via een Wi-Fi-netwerk rechtstreeks verbinding maken
met de printer. Met Wi-Fi Direct kunt u documenten, foto's of e-mail rechtstreeks vanaf uw mobiele apparaten met
Wi-Fi afdrukken zonder een draadloos toegangspunt.
OPMERKING: Wi-Fi Direct is alleen beschikbaar wanneer de optionele draadloze adapter is geïnstalleerd.
OPMERKING: Wi-Fi Direct is zelfs beschikbaar als de printer via de als optie verkrijgbare draadloze adapter met uw draadloos
netwerk is verbonden.
OPMERKING: Alleen de afdrukfunctie is beschikbaar via het Wi-Fi Direct-netwerk.
OPMERKING: Het maximale aantal apparaten dat met het Wi-Fi Direct-netwerk kan worden verbonden, is 1.
OPMERKING: U kunt met uw mobiel apparaat het internet niet op via het Wi-Fi Direct-netwerk van de printer.
OPMERKING: Afhankelijk van het toestel kan het kanaal dat gebruikt wordt om het toestel via Wi-Fi Direct te verbinden met de
printer verschillen van het kanaal dat gebruikt wordt door de printer om via de Wi-Fi-infrastructuurmodus een verbinding te
maken met een netwerk. In dat geval is het mogelijk dat een gelijktijdige verbinding met Wi-Fi Direct en de
Wi-Fi-infrastructuurmodus niet correct werkt.