Users Guide
258 Het gebruik van digitale certificaten
1
Importeer het certificaat dat gebruikt moet worden voor de SSL-use server. Raadpleeg “Een digitaal certificaat
importeren” voor meer informatie.
2
Importeer het certificaat dat gebruikt moet worden voor de SSL-use server. Raadpleeg “Een digitaal certificaat
instellen” voor meer informatie.
3
Controleer of het certificaat correct ingesteld is. Raadpleeg “De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen”
voor meer informatie.
OPMERKING: controleer of het nieuwe certificaat, niet het zelfondertekende certificaat, is gekoppeld.
4
Nadat de printer opnieuw is gestart, wordt het certificaat dat is ingesteld zoals hierboven omschreven gebruikt als
het servercertificaat wanneer er communicatie plaatsvindt tussen HTTP/IPP-SSL/TLS.
Instellingen voor draadloos LAN WPA-Enterprise (EAP-TLS)
OPMERKING: Om digitale certificaten te beheren, moet u HTTPS-communicatie configureren. Zie “Voorbereiding op het
beheer van certificaten” voor meer informatie.
OPMERKING: WPA-Enterprise is alleen beschikbaar indien infrastructuur als netwerktype is geselecteerd.
OPMERKING: zorg ervoor dat het certificaat via Internet Explorer wordt geïmporteerd.
OPMERKING: na het importeren van een certificaat in PKCS#12 formaat, wordt de geheime code niet mee geëxporteerd, zelfs
als u het exporteren zelf uitvoert.
1
Importeer het certificaat dat in combinatie met een draadloos LAN (server of basiscertificaat) moet worden
gebruikt. Zie “Een digitaal certificaat importeren” voor meer informatie.
2
Stel het digitale certificaat in voor een draadloos LAN (server of basiscertificaat).
a
Start de
Dell Printer Configuration Web Tool
.
b
Selecteer
Afdrukserverinstellingen
.
c
Klik op het tabblad
Beveiliging
.
d
Selecteer
SSL/TLS
.
e
Klik op
Certificaatbeheer
om de pagina
Certificaatbeheer
weer te geven.
f
Selecteer de optie
Vertrouwde certificeringsinstanties
onder
Categorie
.
g
Selecteer het draadloos LAN (server) uit de lijst
Doeleinden certificaat
.
h
Selecteer in
Certificaatvolgorde
hoe de certificaten moeten worden gesorteerd in de
Certificaatlijst
. Deze
instelling is niet noodzakelijk wanneer u de certificaatvolgorde niet hoeft aan te geven.
i
Klik op
Lijst weergeven
om de pagina
Certificaatlijst
weer te geven.
j
Selecteer het betreffende certificaat. Zorg ervoor dat de
Geldigheid
van het geselecteerde certificaat op
Geldig
staat.
k
Klik op
Certificaatgegevens
om de pagina
Certificaatgegevens
weer te geven.
l
Controleer de inhoud en klik rechtsboven op
Dit certificaat gebruiken
.
3
Controleer of het certificaat correct ingesteld is. Zie “De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen” voor
meer informatie.
4
Importeer het certificaat dat in combinatie met een draadloos LAN (client of client-certificaat) moet worden
gebruikt. Zie “Een digitaal certificaat importeren” voor meer informatie.
5
Stel het digitale certificaat in voor een draadloos LAN (client of client-certificaat).
a
Start de
Dell Printer Configuration Web Tool
.
b
Selecteer
Afdrukserverinstellingen
.
c
Klik op het tabblad
Beveiliging
.