Users Guide
De printerstuurprogramma’s installeren op Windows
®
-computers 71
8
Klik op
Bladeren
om het dialoogvenster
Installeren vanaf schijf
te openen.
9
Klik op
Bladeren
en selecteer de map waarin de bestanden hebt overgebracht in stap 1.
10
Klik op
OK
.
11
Selecteer de naam van uw printer en klik op
Volgende
.
12
Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de printernaam in het vak
Printernaam
en klikt u op
Volgende
.
Als u deze printer wilt gebruiken als standaardprinter, schakelt u het selectievakje
Stel deze printer in als de
standaardprinter
in en klikt u op
Volgende
.
13
Als u de enige bent die deze printer gebruikt, selecteert u
Deze printer niet delen
.
Als u de printer wel deelt,
selecteert u
Deze printer delen zodat anderen op het netwerk hem kunnen vinden en gebruiken
.
14
Klik op
Volgende
.
Het installeren begint.
15
Na voltooiing van de installatie van het stuurprogramma, klikt u op
Een testpagina afdrukken
om een testpagina
af te drukken.
16
Klik op
Voltooien
.
Windows Server 2008 R2
1
Breng de bestanden in het volgende zip-bestand over naar de gewenste locatie.
D:\Drivers\XPS\Win_7Vista\XPS-V3_C2660.zip
(D is daarbij de stationsletter van de optische
drive)
2
Klik op
Start
→
Apparaten en printers
.
3
Klik op
Een printer toevoegen
.
4
Klik op
Netwerkprinter
,
draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen
.
5
Selecteer de printer of klik op
De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst
.
OPMERKING: als u op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst klikt, wordt het venster Printer op naam of op
TCP/IP-adres zoeken weergegeven. Zoek op het scherm uw printer op.
Als het dialoogvenster
Gebruikersaccountbeheer
verschijnt, klikt u op
Doorgaan
.
OPMERKING: als u de beheerder van de computer bent, klikt u op Doorgaan; anders neemt u contact op met de
beheerder om door te gaan met de gewenste actie.
6
Klik op
Bladeren
om het dialoogvenster
Installeren vanaf schijf
te openen.
7
Klik op
Bladeren
en selecteer de map waarin de bestanden hebt overgebracht in stap 1.
8
Klik op
OK
.
9
Selecteer de naam van uw printer en klik op
Volgende
.
10
Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de printernaam in het vak
Printernaam
en klikt u op
Volgende
.
Als u deze printer wilt gebruiken als standaardprinter, schakelt u het selectievakje
Stel deze printer in als de
standaardprinter
in en klikt u op
Volgende
.
11
Als u de enige bent die deze printer gebruikt, selecteert u
Deze printer niet delen
.
Als u de printer wel deelt,
selecteert u
Deze printer delen zodat anderen op het netwerk hem kunnen vinden en gebruiken
.
12
Klik op
Volgende
.
Het installeren begint.
13
Na voltooiing van de installatie van het stuurprogramma, klikt u op
Een testpagina afdrukken
om een testpagina
af te drukken.
14
Klik op
Voltooien
.