Operation Manual

202 Begrip van de printermenu’s
Waarden:
Status draadloos
OPMERKING: de functie Status draadloos is alleen beschikbaar als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk.
Toepassing:
Bevestigen van de draadloze communicatiestatus.
Waarden:
Draadloos instellen
OPMERKING: draadloos instellen is alleen beschikbaar als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk.
Toepassing:
De draadloze netwerkinterface configureren.
Waarden:
Auto
*
Detecteert de Ethernet-instellingen automatisch.
10BASE- T Half Maakt gebruik van 10BASE-T Half-duplex.
10BASE- T Full Maakt gebruik van 10BASE-T Full-duplex.
100BASE- TX Half Maakt gebruik van 100BASE-TX Half-duplex.
100BASE- TX Full Maakt gebruik van 100BASE-TX Full-duplex.
1000BASE- T Full Maakt gebruik van 1000BASE-T Full-duplex.
Aansluiting (Goed)
(Acceptabel)
(Laag)
(Geen ontvangst)
SSID Geeft de naam weer waarmee het draadloze netwerk wordt aangeduid.
Codering Geeft het coderingstype aan.
Toegang selecteren Selecteer het toegangspunt uit de lijst.
Invoer WEP-code Voer de WEP-code in wanneer u een toegangspunt kiest
waarbij WEP wordt gebruikt als de beveiligingsmethode.
Voor codes van 64bit kunt u maximaal 10 hexadecimale
tekens invoeren. Voor codes van 128bit kunt u maximaal 26
hexadecimale tekens invoeren.
Invoer wachtwoord Voer het wachtwoord van 8 tot 63 alfanumerieke tekens in
wanneer u een toegangspunt kiest waarbij WPA, WPA2 of
Gemengd als coderingstype wordt gebruikt.
Handmatig instellen Netwerk invoeren (SSID) Geeft een naam weer waarmee het draadloze netwerk wordt
aangeduid. U kunt maximaal 32 alfanumerieke tekens
invoeren.
Infrastructuur Selecteer deze optie als u de draadloze instelling
configureert via het toegangspunt, bijvoorbeeld een
draadloze router.