Operation Manual

Afdrukmediarichtlijnen 235
17
Afdrukmediarichtlijnen
Afdrukmedia verwijst naar papier, etiketten, enveloppen, gecoat papier en andere materialen. Uw printer biedt
afdrukken van hoge kwaliteit op een ruime keuze aan afdrukmedia. De keuze van de juiste afdrukmedia voor uw
printer helpt afdrukproblemen te voorkomen. Dit hoofdstuk beschrijft hoe u afdrukmedia moet kiezen en bewaren.
OPMERKING: gebruik alleen afdrukmedia die geschikt zijn voor laserprinters. Gebruik in deze printer geen papier voor
inkjetprinters.
Papier
Voor de beste afdrukkwaliteit in kleur, gebruikt u 75 g/m
2
(20 lb) xerografisch lengte-grein papier. Voor de beste
afdrukkwaliteit in zwart-wit, gebruikt u 90 g/m
2
(24 lb) xerografisch lengte-grein papier. Voordat u grote
hoeveelheden van een bepaald afdrukmedium koopt, raden wij u aan om eerst een test uit te voeren.
Kijk bij het plaatsen van papier op de verpakking, controleer wat de aanbevolen afdrukzijde is en bepaal aan de hand
daarvan hoe u het papier moet plaatsen. Zie
Afdrukmedia plaatsen in Lade 1 en de optionele lade voor 550 vel
en
Afdrukmedia plaatsen in de MPF
voor meer informatie over het plaatsen van papier.
Papiereigenschappen
De volgende eigenschappen van papier zijn van invloed op de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de afdruk. U
wordt geadviseerd deze richtlijnen te volgen bij het beoordelen van nieuw afdrukpapier.
Gewicht
De lade voert automatisch papier in met een gewicht van 60 g/m
2
tot 216 g/m
2
(16 lb tot 80 lb bond), lengte-grein.
De multifunctionele invoer (MPF) voert automatisch papier in met een gewicht van 60 g/m
2
tot 216 g/m
2
(16 lb tot
80 lb bond), lengte-grein. Papier dat lichter is dan 60 g/m
2
(16 lb) wordt mogelijk niet goed ingevoerd en zou
papierstoringen kunnen veroorzaken. Voor het beste resultaat gebruikt u 75 g/m
2
(20 lb bond) lengte-grein papier.
Omkrullen
Omkrullen is de neiging van afdrukmedia om langs de randen krom te trekken. Overmatig omkrullend papier kan in
de printer vastlopen. Gewoonlijk krult het papier om nadat het door de printer is gegaan en aan de hoge
temperaturen binnenin is blootgesteld. Het onverpakt bewaren van papier, ook al ligt het in de papierlade, kan de
vellen doen omkrullen vóór het afdrukken, wat doorvoerproblemen kan veroorzaken, ongeacht de luchtvochtigheid.
Als het afdrukpapier is omgekruld, strijkt u het glad en voert u het in via de MPF.
Gladheid
De gladheid van het papier heeft een directe invloed op de afdrukkwaliteit. Als het papier te ruw is, kan de toner niet
gelijkmatig aan het papier hechten, wat een lagere afdrukkwaliteit tot gevolg heeft. Als het papier echter te glad is,
kan dat problemen geven met de papierdoorvoer. Een gladheid tussen 150 en 250 Sheffield-punten geeft de beste
afdrukresultaten.
Vochtgehalte
De hoeveelheid vocht in het papier is ook van invloed op de afdrukkwaliteit en op het vermogen van de printer het
papier correct in te voeren. Laat het papier in de oorspronkelijke verpakking totdat u het gaat gebruiken. Zo
voorkomt u dat het papier wordt blootgesteld aan wisselingen in de luchtvochtigheid, die een nadelige invloed
kunnen hebben.