Operation Manual

Het gebruik van digitale certificaten 297
Het certificaat instellen in de IPsec digitale handtekeningmodus
OPMERKING: wanneer u digitale certificaten wilt beheren, moet u eerst de codering van de optionele harde schijf op Aan
zetten en daarna de HTTPS-communicatie instellen. Zie “Voorbereiding op het beheer van certificaten” voor meer informatie.
1
Importeer het certificaat dat u wilt gebruiken met IPsec. Zie “Een digitaal certificaat importeren” voor meer
informatie.
2
Configureer het certificaat dat u wilt gebruiken met IPsec. Zie “Een digitaal certificaat instellen” voor meer
informatie.
3
Controleer of het certificaat juist is ingesteld in IPsec. Zie “De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen”
voor meer informatie.
4
Selecteer
Afdrukserverinstellingen
links op de pagina.
5
Klik op het tabblad
Beveiliging
.
6
Selecteer
IPsec
.
7
Schakel het selectievakje
Inschakelen
in bij
Protocol
.
8
Selecteer
Digitale handtekening
in de
IKE-
lijst.
9
Voer de vereiste waarden in.
10
Klik op
Nieuwe instellingen toepassen
.
11
Nadat de printer opnieuw is gestart, is IPsec- communicatie met behulp van digitale handtekening ingeschakeld. U
kunt IPsec-communicatie (Digitale handtekeningmodus) uitvoeren tussen de printer en het netwerkapparaat
(zoals een pc) waarbij het certificaat en IPsec dezelfde instelling hebben als op dit apparaat.
Het instellen van het SSL-use servercertificaat (HTTP/IPP)
OPMERKING: wanneer u digitale certificaten wilt beheren, moet u eerst de codering van de optionele harde schijf op Aan
zetten en daarna de HTTPS-communicatie instellen. Zie “Voorbereiding op het beheer van certificaten” voor meer informatie.
1
Importeer het certificaat dat gebruikt moet worden voor de SSL-use server. Zie “Een digitaal certificaat
importeren” voor meer informatie.
2
Importeer het certificaat dat gebruikt moet worden voor de SSL-use server. Zie “Een digitaal certificaat instellen”
voor meer informatie.
3
Controleer of het certificaat juist is ingesteld. Zie “De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen” voor
meer informatie.
OPMERKING: controleer of het nieuwe certificaat, niet het zelfondertekende certificaat, is gekoppeld.
4
Nadat de printer opnieuw is gestart, wordt het certificaat dat is ingesteld zoals hierboven omschreven gebruikt als
het servercertificaat wanneer er communicatie plaatsvindt tussen HTTP/IPP-SSL/TLS.
LDAP-SSL/TLS-communicatie instellen
OPMERKING: deze instelling is alleen beschikbaar als de optionele harde schijf is geïnstalleerd en codering is ingeschakeld.
1
Selecteer
Afdrukserverinstellingen
links op de pagina.
2
Klik op het tabblad
Beveiliging
.
3
Selecteer
SSL/TLS
.
4
Schakel het selectievakje
Inschakelen
in voor
LDAP-SSL/TLS-communicatie
.
5
Klik op
Nieuwe instellingen toepassen
.
6
LDAP-SSL/TLS-communicatie
is ingeschakeld nadat de printer opnieuw is gestart.