Operation Manual

Het gebruik van digitale certificaten 301
f
Selecteer de categorie uit de lijst
Categorie
.
g
Selecteer het draadloos LAN (server) uit de lijst
Doeleinden certificaat
.
h
Selecteer in
Certificaatvolgorde
hoe de certificaten moeten worden gesorteerd in de
Certificaatlijst
. Deze
instelling is niet noodzakelijk wanneer u de certificaatvolgorde niet hoeft aan te geven.
i
Klik op
Lijst weergeven
om de pagina
Certificaatlijst
weer te geven.
j
Het certificaat dat met een asterisk als “
*Geldig
” in de kolom
Geldigheid
wordt weergegeven, is het certificaat
dat is gekoppeld aan het gebruiksdoel en wordt op dit moment gebruikt.
4
Stel WPA-Enterprise in voor PEAPV0-MS-CHAPV2, EAP-TTLS PAP of EAP-TTLS CHAP.
a
Start de
Dell Printer Configuration Web Tool
.
b
Klik op het tabblad
Afdrukserverinstellingen
.
c
Selecteer
Draadloos LAN
.
OPMERKING: deze instelling is alleen beschikbaar wanneer de optionele harde schijf is geïnstalleerd.
d
Selecteer één van de onderstaande mogelijkheden uit de
Coderingslijst
onder
Veilige instellingen
.
WPA-Enterprise-AES/WPA2-Enterprise-AES
•WPA-Enterprise-TKIP
OPMERKING: WPA-Enterprise-AES/WPA2-Enterprise-AES of WPA-Enterprise-TKIP kan alleen worden gebruikt
wanneer onderstaande stappen correct zijn uitgevoerd.
Een digitaal certificaat importeren
Een digitaal certificaat instellen
De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen
e
Stel de
EAP-identiteit
,
Inlognaam
en
Wachtwoord
van
WPA-Enterprise
in.
f
Selecteer één van onderstaande mogelijkheden uit de lijst
Verificatiemethode
voor
WPA-Enterprise
.
•PEAPV0 MS-CHAPV2
•EAP-TTLS PAP
•EAP-TTLS CHAP
g
Klik op
Nieuwe instellingen toepassen
.
Het clientcertificaat instellen voor IEEE 802.1x (EAP-TLS)
OPMERKING: voor het beheren van digitale certificaten moet u eerst de codering van de optionele harde schijf op Aan zetten
en dan de HTTPS-communicatie instellen. Zie “Voorbereiding op het beheer van certificaten” voor meer informatie.
OPMERKING: deze functie is alleen beschikbaar wanneer IEEE 802.1x (EAP-TLS) ingesteld is op Aan.
1
Importeer een certificaat om te gebruiken met SSL Client. Raadpleeg voor meer informatie “Een digitaal
certificaat importeren”.
2
Stel een certificaat in om te gebruiken met SSL Client. Raadpleeg voor meer informatie “Een digitaal certificaat
instellen”.
3
Controleer of het certificaat correct ingesteld is. Raadpleeg voor meer informatie “De instellingen van een digitaal
certificaat bevestigen”.
4
Na het opnieuw opstarten van de printer, wordt het IEEE 802.1x (EAP-TLS)-certificaat getoond wanneer de IEEE
802.1x-communicatie met de RADIUS-server gestart wordt. Wanneer er ingesteld is dat de RADIUS-server een
clientcertificaat vereist, controleert de RADIUS-server het clientcertificaat dat aangebracht wordt door de printer.