Users Guide

Dellâ„¢ Printer Configuration Web Tool 153
Poging. nr.herh. Geeft het aantal pogingen weer om het nummer te herhalen als de lijn
bezet is.
Interval voor opnieuw
kiezen
Geeft de tijdsinterval weer tussen de pogingen om het nummer te
herhalen.
Uitgestelde nieuwe
verzending
Geeft de tijdsinterval weer tussen de pogingen om opnieuw te verzenden.
Toon/puls Geeft weer of er gebruik gemaakt wordt van kiezen met tonen of pulsen.
Voorkiezen Geeft weer of er een voorkiesnummer gedraaid moet worden.
Voorkiesnummer Geeft een voorkiesnummer weer. Dit nummer wordt gedraaid voordat
eventuele automatische nummers worden gedraaid. Dit is nuttig voor
toegang tot de PABX-telefooncentrale.
Faxvoorblad Geeft weer of er een schutblad toegevoegd moet worden aan faxen.
Faxkoptekst Geeft weer of de informatie van de afzender in de koptekst van een fax
afgedrukt moet worden.
ECM Geeft weer of de foutcorrectiemodus (ECM) is ingeschakeld.
Modemsnelheid Geeft de modemsnelheid weer.
Handm. faxontvangers
weergeven
Geeft weer of het faxnummer van de ontvanger moet worden
weergegeven op het scherm Fax verzenden wanneer u een fax handmatig
verstuurt.
Faxactiviteit Geeft weer of er na elke 50 binnenkomende en uitgaande faxberichten
een automatisch activiteitenrapport moet worden afgedrukt.
Standaardinst. Scannen Bestandsformaat Geeft het bestandsformaat weer waarin gescande documenten moeten
worden opgeslagen.
Uitvoerkleur Geeft weer of gescand moet worden in kleur of in zwart/wit.
Resolutie Geeft de standaardresolutie bij het scannen weer.
Originele formaat Geeft de papierformaatinstelling van het origineel weer.
Dubbelzijdig scannen Geeft weer of beide kanten van een document moeten worden gescand.
Origineel inbinden Geeft de inbindpositie voor het dubbelzijdig scannen weer.
Donkerder/lichter Geeft de standaardwaarde van de helderheid van een scan weer.
Scherpte Geeft de standaardwaarde voor de scherpte weer.
Contrast Geeft de standaardwaarde voor het contrast weer.
Autom. belichting Geeft weer of de achtergrond van het origineel onderdrukt moet worden
om de tekst op een scan beter uit te laten komen.
Niveau autom. belichting Geeft het onderdrukkingsniveau voor de achtergrond weer.
Marge boven/onder Geeft de waarde van de boven- en ondermarges weer.
Marge links/rechts Geeft de waarde van de linker- en rechterkantlijn weer.
Marge midden Geeft de waarde van de middenmarge weer.
TIFF bestandsform. Geeft het geselecteerde TIFF-bestandsformaat weer, TIFF V6 of TTN2.
Beeldcompressie Geeft het niveau van beeldcompressie weer.
Max. e-mailformaat Geeft de maximale grootte van een te versturen e-mail weer.
Modus Bestanden
benoemen
Toont de modus die gebruikt wordt om een naam toe te kennen aan
gescande documenten.
Voornr./achternr. Toont de tekenreeks die toegevoegd zal worden aan de bestandsnaam.
Map maken Toont de map waarin gescande documenten moeten worden opgeslagen.