Users Guide

Begrip van de Werkset-menu’s 215
Paneeltaal
Toepassing:
Geeft de faxinstellingen van de printer weer.
Waarden:
Printeronderhoud
Het tabblad Printeronderhoud bevat tevens de pagina’s Systeeminstellingen - Algemeen, Systeeminstellingen -
Timers, Systeeminstellingen - Uitvoerinstellingen, Serviceprogramma’s, Ladebeheer, Paneeltaal, TCP/IP-
instellingen, Netwerkinstellingen, Standaardwaarden kopiëren., Standaardwaarden scannen, Standaardwaarden
faxen, Standaard instellingen voor afdrukken van USB en Faxinstellingen.
Systeeminstellingen - Algemeen
Toepassing:
Om het stroomvoorzieningsbeheer van de printer, de datum en tijd, mm/inch-instelling, waarschuwingstonen,
automatisch afdrukken van de takenlog en de instelling van het aanvullende geheugen te kunnen configureren.
Wis formaat Geeft weer of tekst of afbeeldingen onderaan een faxpagina gewist mogen
worden, als de gehele pagina niet op het papier past.
Poging. nr.herh. Geeft het aantal pogingen weer voor het opnieuw kiezen van het nummer.
Interval voor opnieuw kiezen Geeft de interval weer waarna het nummer opnieuw wordt geprobeerd.
Uitgestelde nieuwe verzending Geeft de interval tussen overdrachtspogingen weer.
Toon/puls Geeft weer of er gebruik gemaakt wordt van kiezen met tonen of pulsen.
Voorkiezen Geeft weer of er een voorkiesnummer gedraaid moet worden.
Voorkiesnummer Geeft een voorkiesnummer weer. Dit nummer wordt gedraaid voordat
eventuele automatische nummers worden gedraaid. Dit is nuttig voor toegang
tot de PABX-telefooncentrale.
Faxvoorblad Geeft weer of er een schutblad bevestigd moet worden aan faxen.
Naam faxkoptekst
*1
Geeft weer of de informatie van de afzender in de koptekst van een fax
afgedrukt moet worden.
ECM Geeft weer of de foutcorrectiemodus (ECM) is ingeschakeld.
Modemsnelheid Geeft de snelheid weer van de faxmodem wanneer er fouten optreden bij het
verzenden of ontvangen van een fax.
Handm. faxontvangers weergeven Geeft weer of het faxnummer van de ontvanger moet worden weergegeven op
het scherm Fax verzenden wanneer u een fax handmatig verstuurt.
Faxactiviteit Geeft weer of er na elke 50 binnenkomende en uitgaande faxberichten een
automatisch activiteitenrapport moet worden afgedrukt.
Faxverzending Geeft weer of er na elk faxbericht of uitsluitend na een foutbericht een
verzendingsrapport moet worden afgedrukt.
Fax-rondzending Geeft weer of er na elk faxbericht aan meerdere bestemmingen of uitsluitend
na een foutbericht een verzendingsrapport moet worden afgedrukt.
Faxprotocol Geeft weer of er na elk faxbericht of uitsluitend na een foutbericht een
protocol-monitorrapport moet worden afgedrukt.
*1
Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optie Land is ingesteld op Verenigde Staten.
Paneeltaal Geeft de taal weer die wordt gebruikt op het scherm van het touch-paneel.