Users Guide

Faxen 387
22
Faxen
OPMERKING: indien in de Veilige ontvangst de instelling voor Fax op Aan(wachtwoord) staat, moet u het 4-cijferige
wachtwoord invoeren om de faxfunctie te kunnen gebruiken. Indien in de Veilige ontvangst de instelling voor
Fax op Uit staat,
is de faxfunctie uitgeschakeld en wordt het menu niet weergegeven op het scherm. Zie “Functie ingeschakeld” voor meer
informatie.
OPMERKING: wanneer de mogelijkheid Paneelvergrendeling is ingesteld op Ingeschakeld, moet u uw
viercijferige wachtwoord invoeren in het menu BeheerinDocumentation-diskstellingen.
Oorspronkelijke faxinstellingen specificeren met behulp van de Navigator
voor eenvoudige installatie
U kunt het land, lijntype, toon/puls, ontvangstfunctie, DRPD-patroon, naam van de faxkoptekst en het faxnummer
specificeren.
1
Plaats de bij de printer geleverde
Software and Documentation
-disk in de computer. Het bestand
Navigator voor
eenvoudige installatie
wordt automatisch geopend.
2
Klik op
Geavanceerde hulpmiddelen
in het venster
Navigator voor eenvoudige installatie
.
Het venster
Geavanceerde hulpmiddelen
verschijnt.
3
Klik op
Faxconfiguratie
.
4
Volg de instructies op het scherm.
Beschikbare instellingen zijn:
•Land
Lijntype
Toon/puls
Ontvangstfunctie
•DRPD-patroon
(Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer er door uw telefoonmaatschappij een unieke beltoon op uw
telefoonlijn is geïnstalleerd.)
Naam faxkoptekst
Faxnummer
OPMERKING: om de eerste instellingen vanaf het bedieningspaneel van de printer te maken, raadpleegt u “Uw land
instellen”.