Users Guide
Faxen 393
OPMERKING: voorkiezen ondersteunt alleen de omgeving waar u een fax naar de externe lijn stuurt. Als u Voorkiezen wilt
gebruiken, moet u het volgende vanaf het bedieningspaneel uitvoeren.
Poging. nr.herh. U kunt het aantal pogingen instellen voor nummerherhaling
binnen het bereik van 0 tot 13 keer wanneer de bestemmingsfax
bezet is. Als de waarde 0 ingevoerd wordt, zal de printer het
nummer niet herhalen.
Interval voor
opnieuw kiezen
Uw printer kan het nummer van een extern faxapparaat als deze
bezet was, automatisch opnieuw kiezen. Er kan een interval tussen
1 en 15 minuten worden ingevoerd.
Toon/puls U kunt het standaard beltype selecteren.
•Toon
•
Puls (10PPS)
•
Puls (20PPS)
Voorkiezen U kunt aangeven of een voorkiesnummer al dan niet moet worden
ingesteld. Indien u Voorkiesnummer op Aan zet, wordt het
nummer dat is ingesteld onder Voorkiesnummer gedraaid
voordat eventuele automatische nummers worden gedraaid. Dit is
handig voor toegang tot Private Automatic Branch Exchange
(PBX). U kunt een voorkiesnummer van maximaal vijf cijfers
instellen.
Faxvoorpagina U kunt instellen of er een voorblad aan faxen wordt toegevoegd
wanneer u faxen verstuurt.
Faxkoptekst De informatie van de afzender wordt in de koptekst van faxen
afgedrukt.
Selecteer
Uit om de functie uit te schakelen.
Selecteer
Aan om de functie in te schakelen.
Merk op dat als Verenigde Staten als instelling bij Land is
geselecteerd, deze optie niet op het menu verschijnt. De instelling
staat altijd aan en kan niet worden gewijzigd.
Zie “Uw land instellen” voor meer informatie over de
landinstelling.
ECM U kunt instellen of ECM (Error Correction Mode) wordt in- of
uitgeschakeld.
Modemsnelheid U kunt de modemsnelheid instellen.
Handm.
faxontvangers
weergeven
U kunt instellen of het faxnummer van de ontvanger moet worden
weergegeven op het scherm Fax verzenden wanneer u een fax
handmatig verstuurt.
Faxoverzichten Faxactiviteit U kunt instellen of er automatisch een faxactiviteitenrapport
wordt afgedrukt na elke 50 inkomende en uitgaande
faxcommunicaties.
Faxverzending U kunt instellen of er na een faxverzending een verzendresultaat
wordt afgedrukt.
Faxrondzending U kunt instellen of er na een faxverzending naar meerdere locaties
een verzendresultaat wordt afgedrukt.
Faxprotocol U kunt instellen of het protocolmonitorrapport na een
faxverzending moet worden afgedrukt om problemen met het
faxprotocol bij te houden.
Optie Beschrijving










