Users Guide
394 Faxen
1
Druk op de knop
(Informatie)
.
2
Selecteer het tabblad
Extra
en selecteer dan
Beheerinstellingen
.
3
Selecteer totdat
Faxinstellingen
verschijnt en selecteer dan
Faxinstellingen
.
4
Selecteer
Faxlijninstellingen
.
5
Selecteer totdat
Lijnmonitor
verschijnt en selecteer dan
Lijnmonitor
.
6
Selecteer
PBX
en dan OK.
7
Selecteer .
8
Selecteer
Standaardinstellingen verzending
.
9
Selecteer totdat
Voorkiesnummer
verschijnt en selecteer dan
Voorkiesnummer
.
10
Selecteer
Aan
.
11
Selecteer het vakje
Voorkiesnummer
.
12
Voer een voorkiesummer in met behulp van de numerieke toetsen en selecteer
OK
. Voor het invoeren van
voorkiesnummers kunt u de cijfers 0 - 9, evenals een * en # gebruiken. Een voorkiesnummer mag uit maximaal 5
tekens bestaan.
13
Schakel de printer uit en opnieuw in om de instellingen toe te kunnen passen.
Geavanceerde faxinstellingen
OPMERKING: de geavanceerde faxinstellingen zijn alleen bedoeld voor geavanceerde gebruikers. Door onjuiste instellingen
zou de printer beschadigd kunnen worden.
Als u fouten bij het verzenden of ontvangen van faxen tegenkomt, is het menu voor geavanceerde faxinstellingen
beschikbaar, waar u de instellingen dienovereenkomstig kunt wijzigen.
Volg de instructies om het menu Diagnose (klantfunctie) te openen.
1
Zet de printer uit.
2
Ontkoppel alle netwerkkabels, telefoonlijnen en USB-kabels van de printer.
3
Schakel de printer in en houd de knoppen
8
en
2
van het numerieke toetsenbord ingedrukt om de
Klantfunctie
te starten.
Als alle geavanceerde faxinstellingen zijn gemaakt, moet u de printer uit en aan zetten,
zodat de nieuwe
instellingen van kracht worden.
Coderingsmethode voor faxgegevens
Bepaalde oudere faxapparaten ondersteunen geen coderingsmethode met JBIG-gegevens (Joint Bi-level Image
Experts Group). U komt mogelijk fouten bij het verzenden of ontvangen van faxen tegen vanwege deze
coderingsmethode van gegevens. U kunt JBIG uitschakelen en codering met MH (Modified Huffman), MR
(Modified Read) of MMR (Modified Modified Read) selecteren met behulp van de volgende instructies.
U kunt de codering van modemtransmissies met de volgende instructies wijzigen.
1
Schakel de printer in en houd de knoppen
8
en
2
van het numerieke toetsenbord ingedrukt om de Klantfunctie te
starten.
2
Druk op de knop om het
Fax/Scanner dialoogvenster
te selecteren en selecteer dan
OK
.
3
Druk op de knop tot
Parameters
verschijnt en selecteer dan
OK
.
4
Controleer of
FAXparameters
verschijnt en selecteer dan
OK
.
5
Druk op de knop tot
G3M TX-codering
verschijnt en selecteer dan
OK
.
6
Druk op de knop tot de gewenste codering verschijnt en selecteer dan
OK
.
U kunt kiezen tussen
MH
,
MR
of
MMR
.










