Users Guide

OPMERKING: U kunt maar één actieve kleur tegelijkertijd selecteren voor de
toetsenbordverlichting.
6. Configureer de waarden voor Rood, Groen en Blauw (RGB) als u CustomColor1 of CustomColor2
hebt geselecteerd.
U stelt als volgt de RGB-waarden in voor customcolor1 of customcolor2:
a. Klik op WIJZIGEN.
b. Kies de kleur in het kleurencanvas.
c. Klik op Selecteren.
7. Klik op OK.
8. U past de wijzigingen toe door de configuratie in .ini- of .exe-indeling te exporteren. Zie De BIOS-
configuratie exporteren.
Geavanceerd systeembeheer
Geavanceerde systeembeheer is een functie die wordt ondersteund op Dell Precision R7610, T5810,
T7810, T7910 en latere werkstations. De functie geeft informatie weer over voltage-, temperatuur-,
stroomsterkte-, koelapparaat- en voedingssensoren. De functie stelt u er ook toe in staat de niet-kritieke
bovengrenswaarden in te stellen voor voltage-, stroomsterkte-, koelings- en temperatuursensoren.
De niet-kritieke drempelwaarden instellen
OPMERKING: U kunt alleen de kritieke en niet-kritieke bovengrenzen instellen voor voltage-,
stroomsterkte-, koelings- en temperatuursensoren.
U stelt als volgt de niet-kritieke drempelwaarden in voor de sensoren:
1. Klik op de gewenste optie:
Multiplatformpakket maken
Pakket voor lokaal systeem maken
Een opgeslagen pakket openen
OPMERKING: Als u een opgeslagen pakket wilt openen, klikt u op Een opgeslagen pakket
openen, bladert u naar de bestandslocatie en klikt u op Openen.
2. Klik op Bewerken of dubbelklik op de optie.
3. Klik in de optierij advsm op Weergeven/Wijzigen in de kolom In te stellen waarde.
Het venster Geavanceerd systeembeheer wordt weergegeven.
OPMERKING:
Als u de niet-kritieke drempelwaarden voor Pakket voor lokaal systeem maken instelt,
worden de volgende kolommen weergegeven: Beschrijving, Type, Index, Locatie,
Minimum, Maximum, Kritieke bovengrens, Niet-kritieke bovengrens en Verwijderen. Het
systeem geeft de details voor de beschikbare sensoren weer. Het is niet mogelijk de velden
Typeen Index van de genoemde sensoren te bewerken.
Als u de niet-kritieke drempelwaarden instelt voor Multiplatformpakket maken, worden de
volgende kolommen weergegeven: Type, Index, Niet-kritieke bovengrens en Verwijderen.
Het systeem geeft geen waarden weer voor de sensoren. U moet voor elke van de
geselecteerde sensoren de waarden instellen voor de velden Index en Niet-kritieke
bovengrens. Stel de waarde van Index in op basis van de sensoren die in het systeem actief
zijn. De waarde van Niet-kritieke bovengrens moet binnen het bereik van de kritieke
bovengrens vallen.
4. Als u de niet-kritieke drempelwaarden wilt instellen voor een nieuwe sensor, klikt u op Sensor
toevoegen en typt u de waarden in de vereiste velden.
18