Dell Command | Integration Suite for System Center Versie 5.3 Gebruikershandleiding October 2020 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2020 Dell Inc. of haar dochterondernemingen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding......................................................................................................................5 Nieuw in deze versie............................................................................................................................................................. 5 De belangrijkste functies.......................................................................................................................................................
Logboekregistratie.........................................................................................................................................................22 Remote provisioning............................................................................................................................................................23 Vereisten voor remote provisioning............................................................................................................................
1 Inleiding Dit document beschrijft de activiteiten die u kunt uitvoeren met Dell Command | Integration Suite for System Center op systemen waarop Microsoft System Center Configuration Manager wordt uitgevoerd. Onderwerpen: • • • • Nieuw in deze versie De belangrijkste functies Ondersteunde System Center Configuration Manager-versies Ondersteunde besturingssystemen Nieuw in deze versie ● In de functie Wachtwoord is de optie Lengte vervangen door de optie Configureren.
Ondersteunde System Center Configuration Managerversies Dell Command | Integration Suite for System Center ondersteunt de volgende versies van Configuration Manager: ● ● ● ● Microsoft System Center 2012 Configuration Manager Microsoft System Center 2012 SP1 Configuration Manager Microsoft System Center 2012 R2 Configuration Manager Microsoft System Center Current Branch Configuration Manager OPMERKING: Dell Command | Integration Suite for System Center-versies 4.
● Windows Server 2012 R2 ● Windows Server 2012 Inleiding 7
2 Dell Command | Integration Suite for Microsoft System Center installeren, verwijderen en upgraden Beheer het installeren, verwijderen en upgraden van Dell Command | Integration Suite for Microsoft System Center. Controleer voordat u een van de hieronder beschreven procedures uitvoert, de lijst met Ondersteunde besturingssystemen.
2. Klik in de Configuration Manager console op Beheer. 3. Vouw Overzicht > Siteconfiguratie uit en klik op Sites. 4. Klik met de rechtermuisknop op de site die u wilt configureren en selecteer vervolgens Siteonderdelen configureren > Softwaredistributie.. Het scherm Eigenschappen softwaredistributiecomponenten wordt weergegeven. 5. Klik op het tabblad Netwerktoegangsaccount. 6. Selecteer de optie Specificeer het account met toegang tot netwerklocaties en klik vervolgens op Instellen. 7.
Met de reparatieoptie in het installatieprogramma kunt u eventueel de reparatie-installatiefouten die tijdens de installatie optraden repareren. 1. Open het Configuratiescherm en klik op Programma's en onderdelen en klik vervolgens op het tabblad Verwijderen. 2. Klik op Dell Command | Integration Suite for System Center en volg daarna de instructies van het verwijderingsprogramma om uw installatie te verwijderen, te wijzigen of te herstellen.
3 Dell Command | Integration Suite for System Center gebruiken Voordat u begint met Dell Command | Integration Suite for System Center, zorgt u dat de Dell doelclientsystemen zijn geregistreerd als Configure Manager-clients en worden vermeld onder Alle systemen op de Configuration Manager-console. Voor meer informatie over het configureren van clients via Configuration Manager raadpleegt u het Microsoft TechNet-artikel op technet.microsoft.com/en-us/ library/gg682144.
gebruikt om driverbibliotheken in een WinPE-pakket te importeren, moet u het driverbibliotheekbestand downloaden voordat u aan het hieronder beschreven proces begint. OPMERKING: Zorg ervoor dat Microsoft Windows Deployment Kit is geïnstalleerd voordat u verdergaat met deze functie. 1. Start de Configuration Manager console. 2. Klik op Softwarebibliotheek. 3. Vouw Overzicht > Besturingssystemen uit. 4. Klik met de rechtermuisknop op Boot Images en klik op Dell Command | WinPE-driverbibliotheek importeren.
1. Start de Configuration Manager console. 2. Klik op Softwarebibliotheek. 3. Vouw Overzicht > Besturingssystemen uit. 4. Klik met de rechtermuisknop op Driverpakketten en klik op Dell Command | Systeemdriverbibliotheek importeren. De wizard Systeemdriverbibliotheek importeren wordt geopend. 5. Selecteer een bron voor de driverbibliotheek: ● Dell Update/Support-site: selecteer de optie Huidige internetproxy-instellingen gebruiken of de optie Aangepaste proxyinstellingen gebruiken .
3. Vouw Overzicht > Applicatiebeheer uit. 4. Klik met de rechtermuisknop op Pakketten en klik vervolgens op Dell Command | Integration Suite > Dell Command | Configure-pakket importeren. De Wizard Dell Command | Configure-pakket importeren wordt weergegeven. 5. Klik op Bladeren en navigeer naar de locatie van het Dell Command | Configure SCE-bestand. OPMERKING: Het Dell Command | Configure SCE-bestand wordt gegenereerd door het exporteren van aangepaste instellingen vanaf Dell Command | Configure.
1. Start de Configuration Manager console. 2. Klik op Softwarebibliotheek. 3. Vouw Overzicht > Besturingssystemen uit. 4. Klik met de rechtermuisknop op Taakreeksen en klik vervolgens op Dell Command | Integration Suite > Operating System Deployment-taakreeks maken. Het venster Client Operating System Deployment-taakreeks wordt weergegeven. 5. Typ de naam van de taakreeks in het veld Naam taakreeks. 6. Selecteer onder Clienthardwareconfiguratie de hardware-items die u wilt configureren in deze taakreeks.
● Self-Contained Executable (SCE): klik op Configuration.exe exporteren op het scherm Configuratie maken om de configuratie-instellingen te exporteren als een SCE (.exe-bestand). Het dialoogvenster Validatiewachtwoord wordt weergegeven waarin de gebruiker een wachtwoord kan invoeren (optioneel). Als u het systeem- of installatiewachtwoord hebt geconfigureerd in het doelsysteem, typt u hetzelfde systeem- of installatiewachtwoord in het dialoogvenster Validatiewachtwoord.
C:\Windows\DCC\SCE>"" --valsetuppwd= Voorbeeld van het opgeven van het systeemwachtwoord: C:\Windows\DCC\SCE>""--valsyspwd= Een image van een besturingssysteem toepassen OPMERKING: Voordat u met deze taak begint, zorgt u ervoor dat u beschikt over het vereiste imagebestand voor het besturingssysteem (.wim-bestand) onder de structuur Besturingssysteembeelden in Configuration Manager. Een image van een besturingssysteem toepassen: 1.
6. Selecteer de standaardoptie Huidige internetproxy-instellingen gebruiken of selecteer de optie Aangepaste proxy-instellingen gebruiken en voer de gewenste instellingen in. 7. Klik op Volgende. Configuration Manager downloadt en toont de lijst met momenteel beschikbare Dell applicaties voor systeembeheer. 8. U kunt ook in het venster Software selecteren een filter maken met behulp van de criteria Besturingssysteem, Architectuur en Titel en vervolgens op Pagina filteren klikken om het filter toe te passen.
4 De Dell Command | Intel vPro Out of Bandapplicatie De Dell Command | Intel vPro Out of Band-applicatie biedt een out-of-band beheeroplossing via een zelfstandige applicatie op het systeem waarop Dell Command | Integration Suite for System Center wordt uitgevoerd. Met de applicatie kunt u op afstand clientsystemen beheren, ongeacht de staat van het systeem en of deze is ingeschakeld.
WinRM configureren op clientsystemen Als WinRM niet is geconfigureerd op clientsystemen die niet zijn ingericht via de functie Remote provisioning, voert u de volgende opdracht uit bij een admin-opdrachtprompt: OPMERKING: Configureer de firewall van clientsystemen zodat WinRM-opdrachten geaccepteerd worden. OPMERKING: Om de huidige WinRM-instellingen op te halen, gebruikt u de volgende opdracht: winrm get winrm/config.
de apparaatverzamelingen. Mogelijk moet u handmatig het lidmaatschap van de apparaatverzamelingen bijwerken of de Configuration Manager-beheerconsole opnieuw starten om de apparaatverzamelingen te vernieuwen. OPMERKING: Alle Dell clientsystemen die terechtkomen in de apparaatverzameling vPro-AMT Provisioned - Compliant worden ook weergegeven in de lijst Beschikbare clients voor de bewerkingen in de Dell Command | Intel vPro Out of Band applicatie.
● Poortnummer - Het poortnummer van het listener-IP-adres. De standaardwaarde is 65000. 4. Klik op OK. Alle abonnementen opzeggen Gebruik de knop Alles opzeggen om alle abonnementen van alle clients te verwijderen in gevallen waarin indicatiebewerkingen de prestaties van het netwerk negatief beïnvloeden en u wilt zorgen dat er minder verkeer is. 1. Start de Dell Command | Intel vPro Out of Band applicatie. 2. Klik op het instellingenpictogram in de rechterbovenhoek van het scherm.
● Geen - Er worden geen logboeken vastgelegd. ● Normaal - Gebruikelijke logboekregistratie voor normaal werkende clientsystemen. Dit Logboekregistratieniveau is de aanbevolen instelling. ● Debug - Gedetailleerde logboekfunctie voor probleemoplossing bij onverwachte problemen. 5. Klik op Bladeren... om de locatie te kiezen waar uw logbestanden worden gemaakt. 6. Om bestaande logbestanden weer te geven, klik op Map weergeven. 7. Klik op OK.
Voor het verkrijgen van servercertificaatbestand voor AMT provisioning van een vertrouwde certificeringsinstantie voert u de volgende stappen uit: 1. Maak een CSR-tekstbestand (Certificate Signing Request). a. Klik op CSR-bestand maken. b. Vul het formulier Een CSR-tekstbestand (Certificate Signing Request) maken in en geef een Algemene naam, Organisatienaam, Plaats, Staat/Provincie en Landcode op. c. Klik op CSR-bestand maken. 2.
Provisioning van remote clientsystemen Vanuit de Configuration Manager-beheerconsole doet u het volgende: 1. Implementeer de vPro-AMT Client Configure taakreeks op de vPro-AMT Capable apparaatverzameling of een aangepaste apparaatverzameling. De taakreeks wordt uitgevoerd op alle clientsystemen in de doelapparaatverzameling en er wordt een poging gedaan de clientsystemen in te richten voor AMT.
Indicaties De Dell Command | Intel vPro Out Of Band applicatie biedt een indicatiefunctie waarmee u op afstand clients kunt bewaken, diagnosticeren en beheren met behulp DMTF-filters (Distributed Management Task Force) (indicaties) voor elke client. OPMERKING: Meer informatie over DMTF-filters kunt u vinden op de DMTF-website: www.dmtf.org.
3. Voer een naam in voor het beleid. De naam mag niet hetzelfde zijn als een bestaande beleidsnaam, mag alleen alfanumerieke tekens en spaties bevatten en kan maximaal 64 tekens lang zijn. 4. Selecteer de filter(s) die u wilt opnemen in uw beleid. U moet ten minste één filter selecteren om een nieuw beleid te maken, maar niet meer dan twee filters, bestaande uit het filter CorePlatform (aanbevolen) en één van de optionele filters.
● ● ● ● ● Actief Bezig met stoppen Voltooid Voltooid met fout(en) Gestopt U kunt de abonnemententabel sorteren in oplopende of aflopende volgorde door te klikken op de gewenste kolomtitel. Kolommen in de tabel Abonnementen zijn: ● ● ● ● Abonnementnaam Bewerking Modifier - wijzigt de bewerking. Op dit moment is Stoppen de enige modifier.
1. Klik op Indicaties > Abonnementen configureren. OPMERKING: U kunt een actief abonnement niet verwijderen. 2. Selecteer het abonnement dat u wilt verwijderen. 3. Klik op de knop Verwijderen. Een abonnement toepassen OPMERKING: U kunt geen nieuw abonnement toepassen als het listener-IP-adres niet is ingesteld. Klik op Instellingen > Indicaties voor het instellen van een IP-adres listener.
● Status ● Client ● Beleidsfilter Klik op Vernieuwen om de Abonnementenstatustabel te vernieuwen. Een abonnement stoppen Als één of meer rijen van een abonnement de status Gereed, Bezig met verwerken of Wacht op nieuwe poging hebben, kunt u het abonnement stoppen. Stoppen van een abonnement heeft geen invloed op de rijen van een abonnement die de status Geslaagd of Mislukt hebben.
Gebeurtenissen toevoegen aan de zwarte lijst U kunt voorkomen dat specifieke soorten gebeurtenissen (Bericht-id's) in de gebeurtenissenlijst worden vermeld, door ze toe te voegen aan de zwarte lijst: 1. Klik op Indicaties > Gebeurtenissen in het linkerdeelvenster. 2. Selecteer de bericht-id's die u wilt toevoegen aan de zwarte lijst door een vinkje te zetten in de betreffende vakken. 3. Klik op TOEVOEGEN AAN ZWARTE LIJST.
Het tabblad Taak inplannen wordt weergegeven. 7. U kunt kiezen of de wijzigingen meteen of later wilt laten uitvoeren. Afhankelijk van uw schema, selecteert u een van de volgende opties: ● Nu uitvoeren - de veranderingen in de Energieprofielen worden onmiddellijk toegepast. ● Uitvoeren om - de wijzigingen in de Energieprofielen worden geplaatst in de Takenwachtrij. OPMERKING: U kunt de Takenwachtrij starten om de lijst met afgeronde en wachtende taken in te zien.
11. Klik op Voltooien. Het venster Takenwachtrij wordt geopend en afhankelijk van hoe u de taak gepland heeft, wordt deze onmiddellijk uitgevoerd of in de wachtrij geplaatst. BIOS-instellingen configureren Met deze functie kunt u op afstand BIOS-instellingen op één of meerdere clientsystemen configureren, wijzigen en resetten. OPMERKING: De ondersteunde BIOS-configuratie-opties variëren per clientsysteem. 1. Start de Intel vPro OOB Management-extensies. 2. Klik op Clientconfiguratie > BIOS-instellingen. 3.
● Configureren - Hiermee kunt u de functie voor sterke wachtwoorden in- of uitschakelen of kunt u verschillende wachtwoordregels aanpassen. 4. Als u wilt dat de taakuitvoering doorgaat naar verdere clientsystemen wanneer er een fout optreedt, selecteer dan de optie Doorgaan bij fout. Anders stopt de taakuitvoering bij het eerste clientsysteem waarbij een fout is opgetreden. 5.
OPMERKING: Windows-firewall kan vriendelijk verzoek voor energiebeheer blokkeren door Dell Command | Integration Suite for System Center. 1. Start de Dell Command | Intel vPro Out of Band applicatie. 2. Klik op Bewerkingen > Energiebeheer. Het tabblad Energiebeheer wordt weergegeven. 3. Selecteer de energiebeheer-optie die u wilt toepassen op de clientsystemen in de vervolgkeuzelijst. 4. Klik op Volgende. Het tabblad Clientselectie wordt weergegeven. 5.
5. Het tabblad Taak inplannen wordt weergegeven. 6. U kunt kiezen of u de taken meteen of later wilt laten uitvoeren. Afhankelijk van uw schema, selecteert u een van de volgende opties: ● Nu uitvoeren - De bewerkingen voor het wissen van clientdata worden onmiddellijk toegepast en de status Actief wordt weergegeven in de Takenwachtrij. OPMERKING: Als de clientsystemen niet zijn verbonden met het netwerk, voert u de taak opnieuw uit.
● Hardware-inventaris - verzamelt de inventarisinformatie van alle clientsystemen in het netwerk. 4. Na het selecteren van het type rapport dat u wilt genereren, kunt u één van de volgende acties uitvoeren: ● Plannen - zie voor meer informatie Rapporten inplannen. ● Ophalen - zie voor meer informatie Rapporten ophalen. Rapporten inplannen Genereer rapporten voor de geselecteerde clientsystemen op het netwerk. Een rapport plannen: 1. Klik op Plannen. Het tabblad Clientselectie wordt weergegeven. 2.
Het tabblad Overzicht wordt weergegeven. 7. Klik op Voltooien. Het venster Takenwachtrij wordt geopend en afhankelijk van hoe u de taak hebt gepland, wordt deze onmiddellijk uitgevoerd of in de wachtrij geplaatst. Takenwachtrij Het venster Takenwachtrij geeft geplande en voltooide taken weer. U kunt ook klikken op: ● Vernieuwen - Hiermee vernieuwt u de takenwachtrij. ● Weergeven - Als u gedetailleerde informatie over een afzonderlijke taak in de takenwachtrij wilt verkrijgen.
5 Problemen oplossen In dit gedeelte vindt u informatie over het oplossen van problemen voor de Dell Command | Integration Suite for System Center.
Om de KVM-link te behouden, krijgt ME eerst controle over de draadloze verbinding. De time-out is standaard ingesteld op 10 minuten om het systeem voldoende tijd te bieden om het herstartproces uit te voeren. ME behoudt ook de controle nadat het besturingssysteem opnieuw is opgestart als het opstarten is voltooid in minder dan 10 minuten. Om onmiddellijk de controle aan het besturingssysteem terug te geven, moet de gebruiker Tools > Linkvoorkeur > OS is eigenaar van draadloos selecteren.
8. Klik op Toepassen. 9. Klik op het tabblad Opties. 10. Schakel de optie Deze stap uitschakelen uit. 11. Klik op Toepassen.
6 Verwante informatie Behalve deze handleiding zijn er ook andere producthandleidingen die u als naslagwerk bij de hand moet houden. U kunt de volgende handleidingen vinden op de Dell Support website op support.dell.com/manuals. ● De Dell Command | Configure gebruikershandleiding beschrijft de installatie en het gebruik van de Dell Command | Configure voor het configureren van diverse BIOS-functies voor zakelijke Dell clientplatforms.