Operation Manual

138 Problemen oplossen
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
Controle Actie Interface
Controleer of uw Dell-
machine, toegangspoort/
router of netwerkhub is
ingeschakeld.
Controleer het volgende:
Het netsnoer is goed aangesloten en de Dell-machine is
ingeschakeld.
De toegangspoort/router of hub is ingeschakeld en de
verbindingsknop knippert.
Alle beschermende verpakkingsmaterialen zijn van de machine
verwijderd.
De tonercartridge en drumeenheid zijn correct geïnstalleerd.
De voorklep en achterklep zijn goed gesloten.
Het papier is op de juiste manier in de papierlade geplaatst.
• (Voor bedrade netwerken) Een netwerkkabel is stevig
aangesloten op de Dell-machine en de router of hub.
Bedraad/draadloos
Controleer de
Link Status in het
netwerkconfiguratierapport.
Druk het netwerkconfiguratierapport af en controleer dat Ethernet
Link Status of Wireless Link Status op Link OK is ingesteld.
Bedraad/draadloos
Controleer of u de Dell-
machine kunt pingen vanaf
uw computer.
Ping de Dell-machine vanaf uw computer door bij de Windows
®
-
opdrachtprompt of in een Macintosh-toepassing het IP-adres of de
knooppuntnaam te typen:
ping <ipaddress> of <nodename>.
Succesvol: uw Dell-machine werkt correct en is op hetzelfde
netwerk aangesloten als uw computer.
Niet succesvol: uw Dell-machine is niet aangesloten op hetzelfde
netwerk als uw computer.
Controleer of het IP-adres en het subnetmasker correct zijn ingesteld.
Bedraad/draadloos
Controleer of de Dell-
machine verbonden is met
het draadloze netwerk.
Druk het WLAN-rapport af en controleer de foutcode op het
afgedrukte rapport.
Draadloos
Als u al het bovenstaande gecontroleerd en geprobeerd hebt, maar nog steeds problemen ondervindt, raadpleegt u de
handleiding van uw draadloze LAN-toegangspoort/router voor het vinden van de SSID- en netwerksleutelgegevens
en stelt u deze correct in.