Users Guide

Faxen
237
Transmissies bevestigen
Wanneer de laatste pagina van uw document met succes is verzonden, piept de printer en keert de printer terug in
de stand-by stand.
Als er tijdens het verzenden van uw fax iets verkeerd is gegaan, verschijnt er een foutbericht op het display.
Als u een foutbericht ontvangt,
drukt
u op de knop
(Instellen) om het bericht te wissen en probeert u het
document nogmaals te verzenden.
U kunt uw printer zodanig instellen dat er automatisch na elke faxverzending een bevestigingsoverzicht wordt
afgedrukt. Zie "Afdrukken van een rapport" op pagina 250 voor meer informatie.
Automatisch opnieuw kiezen
Als het nummer dat u hebt gekozen, bezet is of als er geen antwoord komt wanneer u een fax stuurt, kiest de printer
het nummer om de minuut automatisch nogmaals op basis van het nummer dat in de herkiesinstellingen is
ingesteld.
Als u het tijdsinterval tussen het opnieuw kiezen en het aantal herkiespogingen wilt wijzigen, raadpleegt u
"Beschikbare faxinstellingopties" op pagina 232.
OPMERKING:
De printer kiest een nummer dat handmatig is ingevoerd en bezet is niet automatisch nogmaals.
Een uitgestelde fax verzenden
U kunt gescande documenten opslaan om ze op een specifieke tijd te verzenden, zodat u kunt profiteren van lagere
langeafstandstarieven.
1
Laad de documenten met de beeldzijde omhoog in de AOD, waarbij de bovenrand van de documenten eerst wordt
ingevoerd.
OF
Leg één document met de af te drukken zijde naar beneden op de document-glasplaat en sluit de documentklep.
Zie "Kopieën maken met behulp van de AOD" op pagina 197 of "Kopieën maken met behulp van de document-
glasplaat" op pagina 195 voor meer informatie over het plaatsen van documenten.
2
Druk op de knop
(Fax)
.
3
Voer het faxnummer van het externe faxapparaat in met behulp van het numerieke toetsenblok en druk vervolgens
op de knop
(Instellen)
.
U kunt ook snel- of groepkiesnummers gebruiken om het faxnummer op te geven. Zie "Automatisch kiezen" op
pagina 243 voor meer informatie.
4
Druk op de knop totdat
Voorkeuren
is gemarkeerd en druk vervolgens op de knop
(Instellen)
.
5
Druk op de knop totdat
Uitgestelde start
is gemarkeerd en druk dan op de knop
(Instellen)
.
6
Druk op de knop totdat
Aan
is gemarkeerd en druk vervolgens op de knop
(Instellen)
.
7
Gebruik het numerieke toetsenblok of druk op de knop of om de begintijd op te geven, en druk vervolgens
op de knop
(Instellen)
.
Lichter2 Maakt de fax lichter dan het origineel. Werkt goed met donkere tekst.
Lichter1
Normaal* Werkt goed met normale getypte of gedrukte documenten.
Donkerder1 Maakt de fax donkerder dan het origineel. Werkt goed met licht drukwerk of lichte potloodstrepen.
Donkerder2