Users Guide

Printerdrivers installeren op Macintosh-computers
63
Bij gebruik van IP-afdrukken
1
Zet de printer aan.
2
Zorg dat de Macintosh-computer op het netwerk is aangesloten.
Als u kabels gebruikt, sluit u een Ethernet-kabel tussen de printer en het netwerk aan.
Als u een draadloze verbinding gebruikt, moet u zorgen dat de draadloze verbinding correct op uw Macintosh-
computer en de printer is geconfigureerd.
3
Voor Mac OS X 10.6: Open
Systeemvoorkeuren
en klik op
Afdrukken en faxen
.
Voor OS X 10.7 en OS X 10.8: Open
Systeemvoorkeuren
en klik op
Afdrukken en scannen
.
Voor OS X 10.9 en OS X 10.10: Open
Systeemvoorkeuren
en klik op
Printers en scanners
.
4
Klik op het plusteken (+) en selecteer
Voeg printer of scanner toe
(
Voeg andere printer of scanner toe
voor OS X
10.7).
Voor Mac OS X 10.6 klikt u gewoon op het Plus-teken (+).
5
Klik op
IP
en selecteer
Line Printer Daemon - LPD
onder
Protocol
.
6
Voer het IP-adres voor de printer in het gedeelte
Adres
.
7
Selecteer de naam van uw printer voor
Gebruiken
(
Druk af via
voor Mac OS X 10.6 en OS X 10.7).
OPMERKING:
Als afdrukken met gebruik van IP-printing is geconfigureerd, wordt de wachtrijnaam leeg weergegeven. U
hoeft deze niet te specificeren.
8
Klik op
Toevoegen
.