Service Manual

6. Bevestig een crossover-netwerkkabel tussen ethernetpoort twee op de Edge Gateway en de geconfigureerde ethernetpoort op de
computer.
7. Start op de Windows-computer Remote Desktop Connection.
8. Sluit de Edge Gateway aan met behulp van het IP-adres 192.168.2.1. De standaardgebruikersnaam en het
standaardwachtwoord zijn beide admin.
Ubuntu Core 16
Opstarten en inloggen - Directe systeemconfiguratie
1. Schakel de Edge Gateway in. Het systeem stelt het besturingssysteem automatisch in en start meerdere malen opnieuw op om alle
configuraties toe te passen. Het duurt ongeveer een minuut om het systeem op te starten naar het besturingssysteem.
2. Gebruik de standaardgegevens wanneer hierom wordt gevraagd. De standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord zijn
beide admin. De standaardnaam van de computer is de servicetag.
Bijvoorbeeld;
Ubuntu Core 16 on 127.0.0.1 (tty1)
localhost login: admin
Password: admin
Opstarten en inloggen – Externe systeemconfiguratie
1. Sluit een netwerkkabel van de ethernetpoort op de Edge Gateway aan op een DHCP-netwerk of een router met IP-adressen.
2. Op de DHCP-server van uw netwerk gebruikt u het commando dhcp-lease-list voor het verkrijgen van het IP-adres dat is
gekoppeld aan het MAC-adres van de Edge Gateway.
3. Stel een SSH-sessie in met een SSH-terminal-emulator (bijvoorbeeld systeemeigen commando-ssh-client op Linux of PuTTY op
Windows).
OPMERKING: De SSH-service is standaard ingeschakeld op Ubuntu Core 16.
4. Voer de opdracht ssh admin@
<IP address>
in, gevolgd door de standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord. De
standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord zijn beide <codeph>admin</codeph>.
Bijvoorbeeld;
lo@lo-Latitude-E7470:~$ ssh admin@10.101.46.209
admin@10.101.46.209's password:
Opstarten en inloggen – Statische IP-systeemconfiguratie
Hierdoor kunt u uw Edge Gateway aansluiten via een hostcomputer die zich op hetzelfde subnet moet bevinden.
OPMERKING: Het statische IP-adres van de ethernetpoort twee op de Edge Gateway is ingesteld op de volgende
standaardwaarden:
IP-adres: 192.168.2.1
Subnetmasker: 255.255.255.0
DHCP-server: niet van toepassing
1. Op de hostcomputer configureert u de ethernetadapter die is verbonden met de Edge Gateway met een statisch IPv4-adres onder
hetzelfde subnet. Stel het IPv4-adres in op 192.168.2.x (waarbij x staat voor het laatste cijfer van het IP-adres, bijv.
192.168.2.2).
OPMERKING: Stel het IPv4-adres niet in op hetzelfde IP-adres als de Edge Gateway. Gebruik een IP-adres tussen
192.168.2.2 en 192.168.2.254.
2. Stel het subnetmasker in op 255.255.255.0).
70