Dell G15 5510 Onderhoudshandleiding Regelgevingsmodel: P105F Regelgevingstype: P105F002 February 2021 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2021 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Werken binnenin de computer...................................................................................... 6 Voordat u aan de computer gaat werken...........................................................................................................................6 Voordat u begint.............................................................................................................................................................. 6 Veiligheidsinstructies........
De voedingsadapterpoort plaatsen..............................................................................................................................37 Ventilatoren.......................................................................................................................................................................... 37 De rechterventilator verwijderen.................................................................................................................................
Back-upmedia en herstelopties..........................................................................................................................................75 Reststroom afvoeren (hard reset uitvoeren)...................................................................................................................75 Wifi-stroomcyclus................................................................................................................................................................
1 Werken binnenin de computer Voordat u aan de computer gaat werken OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. Voordat u begint Stappen 1. Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende applicaties af. 2. Sluit de computer af. Klik op Start > Aan/uit > Afsluiten.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de connector of het treklipje te trekken, niet aan de kabel zelf. Sommige kabels hebben aansluitingen met vergrendelingslipjes of duimschroeven die u moet ontgrendelen voordat u de kabel loskoppelt. Houd kabels bij het loskoppelen uitgelijnd om te voorkomen dat de connectorpinnetjes verbuigen. Zorg er bij het aansluiten van kabels voor dat de poorten en de connectoren de juiste richting hebben en correct zijn uitgelijnd.
● ● ● ● ● ● uit de ESD-tas halen en die direct op de mat plaatsen. ESD-gevoelige items zijn veilig in uw hand, op de ESD-mat, in het systeem of in een zak. Polsband en aardingssnoer - De polsband en het aardingssnoer kunnen ofwel direct tussen uw pols en blank metaal op de hardware worden bevestigd als de ESD-mat niet vereist is, of worden verbonden met de antistatische mat om hardware te beschermen die tijdelijk op de mat is geplaatst.
4. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact. 5. Zet de computer aan.
2 Onderdelen verwijderen en plaatsen OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. Aanbevolen hulpmiddelen Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig: ● Kruiskopschroevendraaier nr.
Tabel 1.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
Onderdelen verwijderen en plaatsen 13
Stappen 1. Draai de vier geborgde schroeven los waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Verwijder de vier schroeven (M2x6) waarmee de onderplaat aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. OPMERKING: Als u de twee geborgde schroeven aan de voorkant van de computer losmaakt, ontstaat er een opening die kan worden gebruikt om de onderplaat los te wrikken van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3.
Onderdelen verwijderen en plaatsen 15
Stappen 1. Als de batterijkabel eerder is losgekoppeld, sluit u de batterijkabel aan op de systeemkaart. 2. Lijn de schroefgaten op de onderplaat uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid en klik vervolgens de onderplaat op zijn plaats. 3. Plaats de vier schroeven (M2x6) terug waarmee de onderplaat aan de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Draai de vier geborgde schroeven vast waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
De batterij plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de batterij aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Schuif de batterij onder een hoek in het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Lijn de schroefgaten op de batterij uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3.
OPMERKING: Als u de oude batterij wilt vervangen door de nieuwe batterij, gebruikt u de batterijkabel die bij de oude batterij is geleverd. Als u de batterijkabel wilt vervangen, moet u deze apart aanschaffen. 4. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Toetsenblok De touchpad verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. 3.
De touchpad plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de touchpad aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Lijn de touchpad uit en plaats die in de sleuf op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Lijn de beugel van de touchpad uit en plaats die in de sleuf op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3.
Over deze taak OPMERKING: Deze procedure geldt alleen voor computers die worden geleverd met een 2230 SSD in SSD-slot één. OPMERKING: Afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld, kan uw computer een 2230 SSD of 2280 SSD in SSD-slot één ondersteunen. De volgende afbeelding geeft de locatie aan van de 2230 SSD in SSD-slot één en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1.
Stappen 1. Lijn de uitsparingen op de SSD uit met het lipje op het SSD-slot. 2. Schuif de solid-state schijf onder een hoek in de sleuf van de solid-state schijf. 3. Plaats het thermische schild op de Solid State-schijf. 4. Lijn de schroefgaten op het thermische schild uit met de schroefgaten op de SSD en de systeemkaart. 5. Plaats de twee schroeven (M2x4) terug waarmee het thermische schild aan de SSD en de systeemkaart wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M2x4) waarmee het thermische schild aan de systeemkaart en de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Til het thermische schild weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Schuif en til de SSD uit het SSD-slot op de systeemkaart om deze te verwijderen. De 2280 SSD in SSD-slot twee plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u de bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Lijn de uitsparingen op de SSD uit met het lipje op het SSD-slot. 2. Schuif de solid-state schijf onder een hoek in de sleuf van de solid-state schijf. 3. Plaats de beugel van de SSD op de SSD 4. Lijn de schroefgaten op het thermische schild uit met de schroefgaten op de SSD en de systeemkaart. 5. Plaats de twee schroeven (M2x34) terug waarmee de SSD aan de systeemkaart is bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
4. Zie De 2230 SSD installeren om de 2230 SSD te plaatsen. 5. Zie De 2280 SSD installeren om de 2280 SSD te plaatsen. Draadloze kaart De draadloze kaart verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de draadloze kaart aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen 1. Verwijder de schroef (M2x4) waarmee de draadloze kaart aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Til de beugel op waarmee de draadloze kaart aan de systeemkaart wordt bevestigd. 3. Haal de twee antennekabels los van de draadloze kaart. 4. Verwijder de draadloze kaart door deze uit de sleuf van de draadloze kaart te schuiven. De draadloze kaart installeren Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Sluit de antennekabels aan op de draadloze kaart. In de volgende tabel ziet u het kleurenschema van de antennekabels voor de draadloze kaart die door uw computer wordt ondersteund. Tabel 2. Kleurschema antennekabels Connectoren op de draadloze kaart Kleur van de antennekabel Hoofd (witte driehoek) Wit Hulp (zwarte driehoek) Zwart 2. Lijn de uitsparing op de draadloze kaart uit met het lipje op de sleuf voor de draadloze kaart en plaats de draadloze kaart onder een hoek in de sleuf. 3.
Geheugenmodule De geheugenmodule verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de geheugenmodules aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmetjes aan weerszijden van de sleuf van de geheugenmodule voorzichtig uit elkaar te duwen totdat de module omhoog komt. 2. Verwijder de geheugenmodule uit de sleuf.
Stappen 1. Lijn de uitsparing in de geheugenmodule uit met het lipje op de slot van de geheugenmodule. 2. Schuif stevig de geheugenmodule schuin in het slot. 3. Druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt. OPMERKING: Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals. OPMERKING: Herhaal stappen 1 tot en met 3 om de andere geheugenmodule te installeren, indien beschikbaar op uw computer. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2.
Stappen 1. Noteer hoe de kabel loopt waarmee de linkerluidspreker aan de rechterluidspreker wordt bevestigd en verwijder deze uit de geleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. OPMERKING: Noteer de positie van de rubberen dichtingsringen voordat u de luidsprekers optilt. 2. Trek de tape los waarmee de luidsprekerkabel aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
Stappen 1. Gebruik de uitlijningspunten en rubberen dichtingsringen om de luidsprekers in de sleuven op de palmsteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen OPMERKING: Als de rubberen dichtingsringen bij het verwijderen van de luidsprekers uit de luidsprekers worden geschoven, duwt u deze er weer in voordat u de luidsprekers terugplaatst. 2. Sluit de luidsprekerkabel aan op de systeemkaart en leid de kabel onder de USB-kaart door. 3. Bevestig de luidsprekerkabel aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M2x2) waarmee de achterplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Verwijder de twee schroeven (M2.5x5) waarmee de achterplaat aan de systeemkaart is bevestigd. 3. Duw de achterplaat weg van de systeemkaart en til deze uit de palmsteun-en toetsenbordeenheid. De achterplaat installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Schuif de achterplaat richting de systeemkaart totdat deze op zijn plaats klikt. 2. Lijn de schroefgaten op de achterplaat uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Plaats de twee schroeven (M2.5x5) terug waarmee de achterplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Plaats de twee schroeven (M2x2) terug waarmee de achterplaat aan de systeemkaart wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2.
Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de beeldschermeenheid weer en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen 1. Verwijder de tapes waarmee de kabel van de draadloze kaart aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Noteer hoe de kabel van de draadloze kaart loopt en verwijder de kabel uit de linkerventilator. 3. Trek de tape los, open de vergrendeling en koppel vervolgens de beeldschermkabel los van de systeemkaart. 4. Draai de computer om en plaats deze op een vlak en schoon oppervlak. 5. Verwijder de kabel van de draadloze kaart uit de geleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 6.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de beeldschermscharnieren uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid en plaats de beeldschermeenheid op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Leid de kabel van de draadloze kaart door de geleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid en naar de bovenzijde van de computer en langs de linkerkant van de voedingsadapterpoort.
3. Plaats de acht schroeven (M2.5x4) terug waarmee de beeldschermscharnieren aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid worden bevestigd. 4. Draai het beeldscherm om. 5. Sluit de beeldschermkabel aan op de connector op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten. 6. Bevestig de beeldschermkabel met de tape op de systeemkaart. 7.
3. Trek de kabel van de netstroomadapterpoort los uit het moederbord. 4. Til de voedingsadapterpoort, samen met de kabel, uit de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De voedingsadapterpoort plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de voedingsadapterpoort aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1.
2. Verwijder de onderplaat. 3. Verwijder de achterplaat. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de rechterventilator aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. De richting is gebaseerd op de stand van de ventilator wanneer u aan de computer werkt. Stappen 1. Verwijder de tapes waarmee de kabel van de draadloze kaart aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Noteer hoe de kabel van de draadloze kaart loopt en verwijder de kabel uit de rechterventilator. 3.
Stappen 1. Lijn de rechterventilator uit en plaats die op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de twee schroeven (M2x6) terug waarmee de rechterventilator aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de kabel van de linker ventilator aan op de systeemkaart. 4. Leid de kabel van de draadloze kaart door de geleiders op de ventilator. 5. Bevestig de tapes waarmee de kabel van de draadloze kaart aan de systeemkaart is bevestigd. Vervolgstappen 1. Plaats de achterplaat 2.
Stappen 1. Koppel de linker ventilatorkabel los van de systeemkaart. 2. Verwijder de twee schroeven (M2x6) waarmee de linkerventilator aan de systeemkaart is bevestigd. 3. Til de linkerventilator weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De linkerventilator plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Lijn de linkerventilator uit en plaats die op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de twee schroeven (M2x6) terug waarmee de linkerventilator aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de kabel van de linker ventilator aan op de systeemkaart. Vervolgstappen 1. Plaats de achterplaat 2. Installeer de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Systeemkaart De systeemkaart verwijderen Vereisten 1.
10. Verwijder de linkerventilator. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de connectoren op de systeemkaart aan. 1. 3. 5. 7. Beeldschermkabel Luidsprekerkabel Kabel voor toetsenbordverlichting Kabel aan-/uitknop 2. Kabel van de voedingsadapterpoort 4. Toetsenbordkabel 6. Kabel van touchpad De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen 1. OPMERKING: Beweeg met de klok mee om de kabels los te koppelen van de systeemkaart. Verwijder de tape waarmee de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Open de vergrendeling en koppel de beeldschermkabel los van de systeemkaart en plaats die op een vlak en schoon oppervlak. 3. Til de vergrendeling omhoog en ontkoppel de kabel van de netadapterpoort van de systeemkaart. 4. Maak de luidsprekerkabel los van de systeemkaart. 5.
10. Nadat u alle bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, tilt u de systeemkaart samen met de I/O-kaart, de USB-kaart en de koelplaat weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 11. Draai de systeemkaart om en verwijder de I/O-kaart, USB-kaart en koelplaat. 12. Nadat u alle bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, blijft de systeemkaart over. De systeemkaart installeren Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
1. 3. 5. 7. Beeldschermkabel Luidsprekerkabel Kabel voor toetsenbordverlichting Kabel aan-/uitknop 2. Kabel van de voedingsadapterpoort 4. Toetsenbordkabel 6. Kabel van touchpad De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Stappen 1. OPMERKING: Plaats de systeemkaart op een schone en vlakke ondergrond. Plaats de I/O-kaart, USB-kaart en koelplaat terug. 2. Draai de systeemkaart om. 3. Lijn de schroefgaten op de systeemkaart uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Plaats de vier schroeven (M2x4) terug waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. OPMERKING: Beweeg met de klok mee om de kabels aan de systeemkaart te koppelen. 5.
5. 6. 7. 8. 9. 10. Plaats de SSD 2. Plaats de SSD 1. Plaats de achterplaat Installeer de batterij. Installeer de onderplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Warmteafleider De koelplaat verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor warmeoverdracht op de warmteafleider niet aan.
Stappen 1. Draai de systeemkaart om. 2. Verwijder de zes schroeven (M2x4) waarmee de koelplaat aan de systeemkaart wordt bevestigd. 3. Til de koelplaat van de systeemkaart. De koelplaat installeren Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de koelplaat aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Stappen 1. Plaats de koelplaat op de systeemkaart en lijn de schroefgaten in de koelplaat uit met de schroefgaten op de systeemkaart. 2. Plaats de zes schroeven (M2x4) terug waarmee de koelplaat aan de systeemkaart wordt bevestigd. 3. Draai de systeemkaart om en lijn de schroefgaten op de systeemkaart uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Installeer de systeemkaart. Plaats de linkerventilator. Plaats de rechterventilator.
USB-kaart De USB-kaart verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij. Verwijder de achterplaat. Verwijder de SSD 1. Verwijder de SSD 2. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de geheugenmodule. Verwijder de rechterventilator. Verwijder de linkerventilator. Verwijder de systeemkaart. OPMERKING: De systeemkaart kan worden verwijderd met de koelplaat, I/O-kaart en USB-kaart aangesloten.
De USB-kaart plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de I/O-kaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de USB-kaart uit met de schroefgaten op de systeemkaart en plaats de USB-kaart in de systeemkaart. 2.
I/O-kaart De I/O-kaart verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij. Verwijder de achterplaat. Verwijder de SSD 1. Verwijder de SSD 2. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de geheugenmodule. Verwijder de rechterventilator. Verwijder de linkerventilator. Verwijder de systeemkaart. OPMERKING: De systeemkaart kan worden verwijderd met de koelplaat, I/O-kaart en USB-kaart aangesloten.
De I/O-kaart installeren Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de I/O-kaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Plaats de I/O-kaart onder een hoek van 45 graden in het slot op de systeemkaart. 2. Lijn de schroefgaten op de I/O-kaart uit met de schroefgaten op de systeemkaart. 3.
Aan-uitknop De aan/uit-knop verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij. Verwijder de achterplaat. Verwijder de SSD. Verwijder de SSD 2. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de geheugenmodule. Verwijder de rechterventilator. Verwijder de linkerventilator. Verwijder de systeemkaart. OPMERKING: De systeemkaart kan worden verwijderd met de koelplaat, I/O-kaart en USB-kaart aangesloten.
De aan/uit-knop plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de aan/uit-knop aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Stappen 1. Plaats de aan/uit-knop in het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de twee schroeven (M2x2) terug waarmee de aan/uit-knop aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3.
Polssteun- en toetsenbordeenheid De palmsteun- en toetsenbordeenheid verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij. Verwijder de touchpad. Verwijder de achterplaat. Verwijder de beeldschermeenheid. Verwijder de SSD. Verwijder de SSD 2. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de geheugenmodule. Verwijder de netstroomadapterpoort. Verwijder de rechterventilator.
De palmsteun- en toetsenbordeenheid installeren Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak Plaats de palmsteun- en toetsenbordeenheid op een vlak oppervlak. OPMERKING: Als u de palmsteun terugplaatst, moet de bevestigingsbeugel van de SSD worden overgezet van de huidige palmsteun naar de nieuwe palmsteun. Vervolgstappen 1. Plaats de aan/uit-knop. 2. Installeer de systeemkaart.
3 Drivers en downloads Bij het oplossen van problemen met drivers of het downloaden of installeren hiervan is het raadzaam om het Dell Knowledge-artikel SLN128938 over veelgestelde vragen over drivers en downloads te lezen.
4 System Setup WAARSCHUWING: Tenzij u een computerexpert bent, dient u de instellingen voor het BIOS-installatieprogramma niet te wijzigen. Door bepaalde wijzigingen is het mogelijk dat de computer niet goed meer werkt. OPMERKING: Afhankelijk van de computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte worden vermeld wel of niet worden weergegeven.
Eenmalig opstartmenu Als u naar het eenmalige opstartmenu wilt gaan, start u de computer op en drukt u meteen op F2. OPMERKING: Het wordt aanbevolen om de computer af te sluiten als deze is opgestart. In het eenmalige opstartmenu staan de apparaten waar het systeem vanaf kan opstarten en de opties voor diagnostiek. De opties van het opstartmenu zijn: ● Verwijderbare schijf (mits beschikbaar) ● STXXXX-schijf (indien beschikbaar) OPMERKING: XXX staat voor het nummer van de SATA-schijf.
Tabel 4. Opties van System Setup - menu System Information (Systeeminformatie) (vervolg) Overzicht Processor L3 Cache Toont de L3 cache-grootte van de processor. Current Clock Speed Toont de huidige klokfrequentie van de processor. Minimum Clock Speed Toont de minimale klokfrequentie van de processor. Microcodeversie Toont de microcodeversie. Geschikt voor Intel Hyper-Threading Toont of de processor geschikt is voor Hyper-Threading (HT).
Tabel 6. Opties van System Setup - menu System Configuration Systeemconfiguratie Date/Time Datum Toont de systeemdatum in de indeling MM/DD/JJJJ. Wijzigingen aan de datum worden direct van kracht. Tijd Hiermee stelt u de computertijd in op de 24-uursindeling UU/MM/SS. U kunt schakelen tussen de 12-uurs- en 24-uursklok. Wijzigingen aan de tijd worden direct van kracht.
Tabel 6. Opties van System Setup - menu System Configuration (vervolg) Systeemconfiguratie Touchscreen Hiermee schakelt u het aanraakscherm voor het besturingssysteem in of uit. OPMERKING: Het aanraakscherm zal altijd in de BIOS-setup werken, ongeacht deze instelling. Standaard: AAN. Tabel 7. Opties van System Setup - menu Video Video LCD Brightness Helderheid op batterij Hiermee wordt de helderheid van het scherm ingesteld als het systeem alleen op batterij wordt uitgevoerd.
Tabel 8. Opties voor System Setup - menu Security (Beveiliging) (vervolg) Beveiliging Intel SGX Hiermee schakelt u de Intel Software Guard Extensions (SGX) in of uit om een veilige omgeving te bieden voor het uitvoeren van codes en het opslaan van gevoelige informatie. Standaard: softwaregestuurd SMM Security Mitigation Hiermee kunt u extra instellingen voor UEFI SMM-beveiligingsbeperking in- of uitschakelen. Standaard: UIT.
Tabel 11. Opties van System Setup - menu Performance (Prestaties) (vervolg) Prestaties Standaard: AAN. Intel SpeedStep Hiermee schakelt u de Intel SpeedStep-technologie in of uit om de processorspanning en de core-frequentie dynamisch aan te passen en zo het gemiddelde energieverbruik en de warmte te verlagen. Standaard: AAN. Intel TurboBoost Technology Met deze optie wordt de Intel TurboBoost-modus van de processor in- of uitgeschakeld. De computer zal niet automatisch worden opgestart.
Tabel 12. Opties van System Setup - menu Power Management (Energiebeheer) (vervolg) Power Management Standaard: AAN. Lid Switch Hiermee kan de computer opstarten wanneer die uitstaat en het beeldscherm wordt opengeklapt. Standaard: AAN. Tabel 13. Opties van System Setup - menu Wireless Draadloos Wireless Switch Hiermee bepaalt u welke draadloze apparaten kunnen worden beheerd door de schakelaar voor draadloos netwerken. Voor Windows 8-systemen wordt dit direct geregeld door een besturingssysteemschijf.
Tabel 14. Opties van System Setup - menu POST Behavior (POST-gedrag) (vervolg) POST-gedrag Standaard: Prompt on Warnings and Errors (Vragen bij waarschuwingen en foutmeldingen). Stopt, vraagt en wacht voor input van de gebruiker wanneer waarschuwingen of fouten worden gedetecteerd. OPMERKING: Fouten die als kritiek worden gezien voor de bewerking van de systeemhardware zullen het systeem altijd stoppen. Tabel 15.
Tabel 17. Opties van System Setup - menu System Logs (Systeemlogboeken) (vervolg) Systeemlogboeken BIOS-logboek Toont BIOS-gebeurtenissen. Standaard: bewaren. Logboek voor thermische gebeurtenissen Toont thermische gebeurtenissen. Standaard: bewaren. Tabel 18. Opties voor System Setup - menu SupportAssist SupportAssist Dell Auto OS Recovery Threshold Hiermee kunt u automatisch opstarten voor SupportAssist System Resolution Console en voor de Dell OS Recovery-tool ondersteunen. Standaard: 2.
OPMERKING: Volg de instructies op het scherm. Het BIOS bijwerken op systemen waarop BitLocker is ingeschakeld WAARSCHUWING: Als BitLocker niet wordt onderbroken voordat het BIOS wordt bijgewerkt, herkent het systeem de BitLocker-sleutel niet de volgende keer dat u het systeem opnieuw opstart. U wordt vervolgens gevraagd om de herstelsleutel in te voeren om verder te gaan en het systeem zal dit bij elke herstart vragen.
Het Dell BIOS bijwerken in Linux en Ubuntuomgevingen Zie https://www.dell.com/support/article/sln171755/ als u het systeem-BIOS wilt bijwerken in een Linux-omgeving zoals Ubuntu. Het flashen van het BIOS vanuit het eenmalige F12opstartmenu Werk het BIOS van uw computer bij met behulp van het BIOS update.exe-bestand dat naar een FAT32 USB-schijf is gekopieerd en start het op vanuit het eenmalige F12-opstartmenu.
Tabel 19. Systeem- en installatiewachtwoord (vervolg) Type wachtwoord Omschrijving Installatiewachtwoord Wachtwoord dat moet worden ingevoerd voor toegang en het aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw computer. U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken. WAARSCHUWING: De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de data in uw computer.
4. Selecteer Setup Password, wijzig of verwijder het bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab. OPMERKING: Als u het systeem- en/of beheerderswachtwoord wijzigt, voert u het nieuwe wachtwoord opnieuw in wanneer dit wordt gevraagd. Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord verwijdert, moet u de verwijdering bevestigen wanneer u hierom wordt gevraagd. 5. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan. 6.
5 Problemen oplossen SupportAssist-diagnose Over deze taak De SupportAssist-diagnose (voorheen bekend als ePSA-diagnose) voert een volledige controle van uw hardware uit. De SupportAssistdiagnose maakt deel uit van het BIOS en wordt door het BIOS intern gestart. De SupportAssist-diagnose biedt een aantal opties voor specifieke apparaten of apparaatgroepen.
Tabel 20. Codes diagnostische voedingsled (vervolg) Codes diagnostische lampjes (oranje, wit) Omschrijving van het probleem Aanbevolen oplossingen 2,2 Systeemkaart: BIOS of ROM-fout (Read-Only Nieuwste BIOS-versie flashen. Vervang de systeemkaart Memory) als het probleem aanhoudt. 2,3 Geen geheugen of RAM (Random-Access Memory) gedetecteerd Bevestig dat de geheugenmodule goed is geïnstalleerd. Vervang de geheugenmodule als het probleem aanhoudt.
Stappen 1. Zet de computer aan. 2. Ga naar www.dell.com/support. 3. Klik op Product support (productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (verzenden). OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig bladeren voor uw model computer. 4. Klik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf). 5. Selecteer het besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd. 6.
5. Houd de aan/uit-knop 20 seconden ingedrukt om de reststroom af te voeren. 6. Plaats de batterij. 7. Installeer de onderplaat. 8. Sluit de voedingsadapter aan op uw computer. 9. Schakel de computer in. OPMERKING: Zie het knowledge base-artikel SLN85632 op www.dell.com/support voor meer informatie over het uitvoeren van een harde reset.
6 Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell Bronnen voor zelfhulp U kunt informatie en hulp voor producten en services van Dell krijgen door middel van deze bronnen voor zelfhulp. Tabel 21. Bronnen voor zelfhulp Bronnen voor zelfhulp Bronlocatie Informatie over producten en services van Dell www.dell.com Mijn Dell Tips Contact opnemen met de ondersteuning In Windows Zoeken typt u Contact Support en drukt u op Enter. Online help voor besturingssysteem www.dell.com/support/windows www.dell.