Dell G7 15 7500 Onderhoudshandleiding Regelgevingsmodel: P100F Regelgevingstype: P100F001 September 2020 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2020 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Werken binnenin de computer...................................................................................... 6 Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................................................................. 6 Veiligheidsinstructies.............................................................................................................................................................
Ventilator van de grafische kaart...................................................................................................................................... 39 De ventilator van de grafische kaart verwijderen......................................................................................................39 De ventilator van de grafische kaart installeren.........................................................................................................40 Netadapterpoort.................
Navigatietoetsen..................................................................................................................................................................70 Opstartvolgorde...................................................................................................................................................................70 Eenmalig opstartmenu..................................................................................................................................
1 Werken binnenin de computer Voordat u in de computer gaat werken Over deze taak OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. Stappen 1. Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende applicaties af. 2. Sluit de computer af. Klik op Start > Power > Shut down.
Raak tijdens het werk ook regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan om statische elektriciteit weg te leiden die de interne componenten kan beschadigen. WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de connector of het treklipje te trekken, niet aan de kabel zelf. Sommige kabels hebben aansluitingen met vergrendelingslipjes of duimschroeven die u moet ontgrendelen voordat u de kabel loskoppelt. Houd kabels bij het loskoppelen uitgelijnd om te voorkomen dat de connectorpinnetjes verbuigen.
● Antistatische mat - De antistatische mat is dissipatief en tijdens serviceprocedures kunnen er onderdelen op worden geplaatst. Uw polsband moet nauwsluitend zitten en het aardingssnoer moet aan de mat en aan onbewerkt metaal van het systeem waaraan u werkt zijn bevestigd wanneer u de antistatische mat gebruikt. Wanneer u het bovenstaande goed hebt uitgevoerd, kunt u serviceonderdelen uit de ESD-tas halen en die direct op de mat plaatsen.
4. Houd de last dichtbij. Hoe dichter bij uw ruggengraat, hoe minder kracht het op uw rug uitoefent. 5. Houd uw rug recht, of u de last nu optilt of neerzet. Voeg het gewicht van uw lichaam niet toe aan de last. Vermijd het draaien van uw lichaam en rug. 6. Volg dezelfde technieken in omgekeerde volgorde om de last neer te zetten. Nadat u aan de computer heeft gewerkt Over deze taak WAARSCHUWING: Uw computer kan beschadigd raken als u er losse schroeven in achterlaat. Stappen 1.
2 Onderdelen verwijderen en plaatsen OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. Aanbevolen hulpmiddelen Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig: ● Kruiskopschroevendraaier nr. 0 ● Kruiskopschroevendraaier nr.
Tabel 1. Lijst van schroeven (vervolg) Component Vast aan Type schroef Aantal Beeldschermscharnieren Palmsteun- en toetsenbordeenheid M2.5x2.5 8 I/O-kaart Palmsteun- en toetsenbordeenheid M2x4 2 Vingerafdruklezer Palmsteun- en toetsenbordeenheid M2x2.5 1 Ventilator van de grafische kaart De systeemkaart en de palmsteun-en toetsenbordeenheid M2x4 2 Afdekplaat van het thermische schild van de grafische kaart-processor Systeemkaart M2x2 2 G-toets Systeemkaart M2x2.
Onderplaat De onderplaat verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de onderplaat weer en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Stappen 1. Verwijder de zes schroeven (M2x5) waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 2. Draai de twee borgschroeven los waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. WAARSCHUWING: Trek en wrik niet aan de zijkant van de onderplaat waar de scharnieren zich bevinden, dit kan de onderplaat beschadigen.
3. Gebruik een plastic pennetje om de onderplaat vanaf rechtsboven los te wrikken en deze los te maken van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. Til de onderplaat weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. OPMERKING: De volgende stappen zijn alleen van toepassing als u eventuele andere componenten van uw computer wilt verwijderen. 4. Trek de batterijkabel los van de systeemkaart. 5. Draai uw computer om en houd de aan/uit-knop 15 seconden ingedrukt om de reststroom af te voeren.
Stappen 1. Als de batterij eerder is losgekoppeld, sluit u de batterijkabel aan op de systeemkaart.
2. Lijn de schroefgaten op de onderplaat uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid en klik vervolgens de onderplaat op zijn plaats. 3. Draai de twee geborgde schroeven vast waarmee de onderplaat aan de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Plaats de zes schroeven (M2x5) terug waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Stappen 1. Koppel de batterijkabel los van de systeemkaart als deze niet eerder is losgekoppeld. 2. Verwijder de vier schroeven (M2x4) waarmee de batterij aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Verwijder de vier schroeven (M2x3) waarmee de batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 4. Til de batterij weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de batterij uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de vier schroeven (M2x3) terug waarmee de batterij op de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Plaats de vier schroeven (M2x4) terug waarmee de batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Stappen 1. Koppel de kabel van de knoopbatterij los van de systeemkaart. 2. Verwijder de kabel van de knoopbatterij uit de geleider en haal deze onder de luidsprekerkabel weg. 3. Gebruik een plastic pennetje om de knoopbatterij van de palmsteun- en toetsenbordeenheid te trekken. De knoopcelbatterij plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Bevestig de knoopbatterij aan de polssteun- en toetsenbordeenheid. 2. Leid de kabel van de knoopbatterij onder de luidsprekerkabel door en door de geleiders. 3. Sluit de kabel van de knoopbatterij aan op de systeemkaart. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Achterplaat De achterplaat verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat.
Stappen 1. Verwijder de drie schroeven (M2x4) waarmee de achterplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 2. Verwijder de twee schroeven (M1.6 X4) waarmee de achterplaat aan de systeemkaart wordt bevestigd. 3. Duw de achterplaat weg van de systeemkaart en til deze uit de palmsteun-en toetsenbordeenheid. De achterplaat installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Schuif de achterplaat naar de systeemkaart. 2. Lijn de schroefgaten op de achterplaat uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Plaats de drie schroeven (M2x4) terug waarmee de achterplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Plaats twee schroeven (M1.6 X4) terug waarmee de achterplaat aan de systeemkaart wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Stappen 1. Plaats de vier schroeven (M2x5) terug waarmee de beugel van de achterplaat aan de systeemkaart wordt bevestigd. 2. Til de beugel van de achterplaat weg van de systeemkaart. De beugel van de achterplaat installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de beugel van de achterplaat weer en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de beugel van de achterplaat uit met de schroefgaten op de systeemkaart. 2. Plaats de vier schroeven (M2x5) terug waarmee de beugel van de achterplaat aan de systeemkaart wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de achterplaat. 2. Installeer de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Beeldschermassemblage De beeldschermeenheid verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
Onderdelen verwijderen en plaatsen 25
Stappen 1. Open de vergrendeling en koppel de beeldschermkabel los van de systeemkaart. 2. Verwijder de schroef (M2x4) waarmee het beeldschermscharnier aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Draai de computer om. 4. Verwijder de acht schroeven (M2.5x5) waarmee de beeldschermscharnieren aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid worden bevestigd. 5. Til de beeldschermscharnieren weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 6.
De beeldschermeenheid installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de beeldschermeenheid weer en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
Stappen 1. Lijn de lipjes op de scharnieren met de slots op de palmrest- en toetsenbordeenheid uit en plaats de beeldschermeenheid op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Lijn de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid uit met de schroefgaten op de rechter- en linkerbeeldschermscharnieren. 3. Plaats de acht schroeven (M2.5x5) terug waarmee de beeldschermscharnieren aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid worden bevestigd. 4.
Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de draadloze kaart aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Verwijder de schroef (M2x4) waarmee de beugel van de draadloze kaart aan de systeemkaart wordt bevestigd. 2. Til de beugel van de draadloze kaart van de draadloze kaart. 3. Haal de twee antennekabels los van de draadloze kaart. 4. Verwijder de draadloze kaart door deze uit de sleuf van de draadloze kaart te schuiven.
Stappen 1. Lijn de uitsparing op de draadloze kaart uit met het lipje op de sleuf voor de draadloze kaart en plaats de draadloze kaart onder een hoek in de sleuf. 2. Sluit de antennekabels aan op de draadloze kaart. In de volgende tabel ziet u het kleurenschema van de antennekabels voor de draadloze kaart die door uw computer wordt ondersteund. Tabel 2. Kleurschema antennekabels Connectoren op de draadloze kaart Kleur van de antennekabel Hoofd (witte driehoek) Wit Hulp (zwarte driehoek) Zwart 3.
Solid State-station De M.2 2230 Solid State-schijf verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. Over deze taak OPMERKING: Afhankelijk van de bestelde configuratie, kan uw computer een M.2 2230 SSD of een M.2 2280 SSD ondersteunen. De volgende afbeelding geeft de locatie aan van de M.2 2230 SSD en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1.
4. Schuif en til de SSD weg van de systeemkaart. De M.2 2230 Solid State-schijf plaatsen Vereisten Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak OPMERKING: Afhankelijk van de bestelde configuratie, kan uw computer een M.2 2230 SSD of een M.2 2280 SSD ondersteunen. De volgende afbeelding geeft de locatie aan van de M.2 2230 SSD en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1.
Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. De M.2 2280 Solid State-schijf verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. Over deze taak OPMERKING: Afhankelijk van de bestelde configuratie, kan uw computer een M.2 2230 SSD of een M.2 2280 SSD ondersteunen. De volgende afbeelding geeft de locatie aan van de M.2 2280 SSD en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Over deze taak OPMERKING: Afhankelijk van de bestelde configuratie, kan uw computer een M.2 2230 SSD of een M.2 2280 SSD ondersteunen. De volgende afbeelding geeft de locatie aan van de M.2 2280 SSD en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Lijn de uitsparing op de SSD uit met het lipje op de slot. 2. Schuif de solid-state schijf onder een hoek in de sleuf van de solid-state schijf. 3. Plaats met behulp van het uitlijnpunt de thermische beugel van de SSD over de SSD. 4.
Stappen 1. Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmetjes aan weerszijden van de sleuf van de geheugenmodule voorzichtig uit elkaar te duwen totdat de module omhoog komt. 2. Verwijder de geheugenmodule uit de sleuf. OPMERKING: Herhaal stappen 1 en 2 om de andere geheugenmodule te verwijderen, indien deze op uw computer is geïnstalleerd. De geheugenmodules plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Lijn de uitsparing in de geheugenmodule uit met het lipje op de sleuf van de geheugenmodule. 2. Schuif de geheugenmodule, onder de juiste hoek, stevig in de sleuf voor de geheugenmodule. 3. Druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt. OPMERKING: Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals. OPMERKING: Herhaal stappen 1 tot en met 3 om de andere geheugenmodule te installeren, indien beschikbaar op uw computer. Vervolgstappen 1.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M2x4) waarmee de processorventilator op de systeemkaart en de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 2. Koppel de kabel van de processorventilator los van de systeemkaart. 3. Til de processorventilator weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De processorventilator installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de processorventilator uit met de schroefgaten op de systeemkaart en de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Sluit de kabel van de processorventilator aan op de systeemkaart. 3. Plaats de twee schroeven (M2x4) terug waarmee de processorventilator aan de systeemkaart en de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M2x4) waarmee de ventilator van de grafische kaart op de systeemkaart en de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 2. Koppel de kabel van de ventilator van de grafische kaart los van de systeemkaart. 3. Til de ventilator van de grafische kaart weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten van de ventilator van de grafische kaart uit met de schroefgaten op de systeemkaart en de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Sluit de kabel van de ventilator van de grafische kaart aan op de systeemkaart. 3. Plaats de twee schroeven (M2x4) terug waarmee de ventilator van de grafische kaart aan de systeemkaart en de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Stappen 1. Plaats de netadapterpoort in de sleuf op de polssteun- en toetsenbordeenheid. 2. Lied de voedingsadapterpoort door de geleiders op de koelplaat. 3. Sluit de kabel van de netadapterpoort aan op de systeemkaart. 4. Lijn het schroefgat op de beugel van de voedingsadapterpoort uit met het schroefgat op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 5. Plaats de schroef (M2X2.5) terug waarmee de beugel van de voedingsadapterpoort op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Vervolgstappen 1.
Stappen 1. Verwijder de schroef (M2X2.5) waarmee de beugel van voedingsadapterpoort aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 2. Til de beugel van de voedingsadapterpoort van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Trek de kabel van de netstroomadapterpoort los uit de systeemkaart. 4. Verwijder de kabel van de voedingsadapterpoort uit de geleiders op de koelplaat. 5. Til de voedingsadapterpoort, samen met de kabel, uit de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
Stappen 1. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de aan-/uitknop met optionele vingerafdruklezer los van de connector op de I/O-kaart. 2. Verwijder de twee schroeven (M2x2.5) waarmee de aan-/uitknop met optionele vingerafdruklezer aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Til de aan/uit-knopkaart van de polssteun- en toetsenbordeenheid. 4. Verwijder de (M2x2.5) schroef waarmee de vingerafdruklezer aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 5.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de aan-/uitknop met optionele vingerafdruklezer uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de schroef (M2x2.5) terug waarmee de aan-/uitknop met optionele vingerafdruklezer aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. OPMERKING: Pas voldoende torsie toe wanneer u de schroef (M2x2.5) aandraait om schade aan de schroefdraad te voorkomen. 3.
Lichtbalk De lichtbalk verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. 3. Verwijder de batterij. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de lichtbalk aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de lichtbalk los van de systeemkaart. 2. Til de lichtbalk samen met de kabel weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
Stappen 1. Lijn de lichtbalk uit met de slots op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Sluit de lichtbalkkabel aan op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten. Vervolgstappen 1. Installeer de batterij. 2. Installeer de onderplaat. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. I/O-kaart De I/O-kaart verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat.
Stappen 1. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de vingerafdruklezer los van de aan-/uitkaart. 2. Open de vergrendeling en koppel de I/O-kabel los van de I/O-kaart. 3. Verwijder de twee schroeven (M2x4) waarmee de I/O-kaart op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Til de I/O-kaart weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
Stappen 1. Lijn het schroefgat op I/O-kaart uit met het schroefgat op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de twee schroeven (M2x4) terug waarmee de I/O-kaart op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de kabel van de I/O-kaart aan op de I/O-kaart en sluit de vergrendeling om de kabel te vergrendelen. 4. Sluit de kabel van de vingerafdruklezer aan op de I/O-kaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2.
Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de koelplaat aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Koppel de kabel van de voedingsadaptorpoort los van de systeemkaart en verwijder deze uit de kabelgeleiders op de koelplaat. 2. Maak de acht geborgde schroeven in omgekeerde volgorde (zoals aangegeven door de nummers op de koelplaat) los waarmee de koelplaat op de systeemkaart wordt bevestigd. 3. Til de koelplaat van de systeemkaart.
Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de koelplaat aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Lijn de schroefgaten in de koelplaat uit met de schroefgaten op de systeemkaart. 2. Maak in de juiste volgorde (zoals aangegeven door de nummers op de koelplaat) de acht geborgde schroeven vast waarmee de koelplaat op de systeemkaart wordt bevestigd. 3.
G-toets De G-toets verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de achterplaat. Verwijder de beugel van de achterplaat. Verwijder de processor ventilator. Verwijder de ventilator van de grafische kaart. Verwijder de koelplaat. Verwijder de netstroomadapterpoort. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de G-toets aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1.
De G-toets installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de G-toets aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Plaats de G-toets in het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Lijn de schroefgaten op de G-toets uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Plaats de schroef (M2x2.
Systeemkaart De systeemkaart verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. OPMERKING: De servicetag van uw computer wordt opgeslagen op de systeemkaart. Voer de servicetag in het BIOSinstallatieprogramma in nadat u de systeemkaart hebt teruggeplaatst. OPMERKING: Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt.
3. 5. 7. 9. Kabel van touchpad Kabel voor toetsenbordverlichting Luidsprekerkabel Kabel van de G-toets 4. Toetsenbordkabel 6. Kabel van de lichtbalk 8. Kabel van de knoopcelbatterij De volgende afbeeldingen geven de locatie van de systeemkaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M2x4) waarmee de beugel van de USB Type-C op de systeemkaart wordt bevestigd. 2. Til de beugel van de USB Type-C weg van de systeemkaart. 3.
De systeemkaart installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. OPMERKING: De servicetag van uw computer wordt opgeslagen op de systeemkaart. Voer de servicetag in het BIOSinstallatieprogramma in nadat u de systeemkaart hebt teruggeplaatst. OPMERKING: Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de systeemkaart uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de vijf schroeven (M2x2) terug waarmee de systeemkaart op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de kabel van de G-toets aan op de systeemkaart en sluit de vergrendeling. 4. Sluit de kabel van de knoopbatterij aan op de systeemkaart. 5. Sluit de luidsprekerkabel aan op de systeemkaart. 6.
11. Installeer de onderplaat. 12. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Luidsprekers De luidsprekers verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij. Verwijder de knoopbatterij. Verwijder de achterplaat. Verwijder de beugel van de achterplaat. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de M.2 2280 SSD of M.2 2230 SSD. Verwijder de geheugenmodules.
De luidsprekers installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de luidsprekers aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Plaats de luidsprekers met behulp van de uitlijningspunten en rubberen dichtingsringen in de slots op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2.
Toetsenblok De touchpad verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij. Verwijder de achterplaat. Verwijder de beugel van de achterplaat. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de M.2 2280 SSD of M.2 2230 SSD. Verwijder de geheugenmodules. Verwijder de processor ventilator. Verwijder de ventilator van de grafische kaart. Verwijder de systeemkaart.
De touchpad plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de touchpad aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Schuif de touchpad in het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. OPMERKING: Schuif de touchpad onder de klemmen zodat deze stevig op zijn plaats zit. 2.
7. Plaats de vijf schroeven (M2x2.5) terug waarmee de touchpad en de touchpadbeugel aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid worden bevestigd. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Installeer de systeemkaart. Installeer de ventilator van de grafische kaart. Installeer de processorventilator. Plaats de geheugenmodules. Installeer de M.2 2280 SSD of M.2 2230 SSD. Plaats de draadloze kaart. Installeer de beugel van de achterplaat. Installeer de achterplaat. Installeer de batterij.
Stappen 1. Verwijder de 41 schroeven (M1.2x2.5) waarmee de beugel van het toetsenbord aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 2. Til de beugel van het toetsenbord en het toetsenbord weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De toetsenbordkabel opvouwen Over deze taak De volgende afbeelding biedt een visuele weergave van het opvouwen van de toetsenbord kabel.
Stappen 1. Plaats het toetsenbord op een vlak en schoon oppervlak. 2. Vouw de toetsenbordkabel met behulp van de uitlijningslijnen op de beugel van het toetsenbord en de toetsenbordkabel op, zoals weergegeven in de afbeeldingen. OPMERKING: Zorg ervoor dat de QR-code op de kabel van het toetsenbord naar boven wijst voordat u deze op de systeemkaart aansluit. 3. Het toetsenbord plaatsen.
Stappen 1. Vouw de toetsenbordkabel op. 2. Lijn de schroefgaten op het toetsenbord en de toetsenbordbeugel uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Plaats de 41 schroeven (M1.2x2.5) terug waarmee de toetsenbordbeugel aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. Plaats de touchpad. Installeer de G-toets. Installeer de systeemkaart. Plaats de I/O-kaart. Plaats de lichtbalk.
Polssteun De palmsteun verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij. Verwijder de knoopbatterij. Verwijder de achterplaat. Verwijder de beugel van de achterplaat. Verwijder de beeldschermassemblage. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de M.2 2280 SSD of M.2 2230 SSD. Verwijder de processor ventilator. Verwijder de ventilator van de grafische kaart.
De palmsteun installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de palmsteun aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen Plaats de palmsteun op een schoon en vlak oppervlak. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. Het toetsenbord plaatsen. Plaats de touchpad. De luidsprekers plaatsen. Installeer de systeemkaart.
20. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
3 Apparaatstuurprogramma's Installatieprogramma voor Intel chipset-software Controleer in Apparaatbeheer of het chipsetstuurprogramma is geïnstalleerd. Installeer de updates voor de Intel chipset via www.dell.com/support. Videostuurprogramma's Controleer in Apparaatbeheer of het videostuurprogramma is geïnstalleerd. Installeer de update van het videostuurprogramma via www.dell.com/support. Stuurprogramma Intel Serial IO Controleer in Apparaatbeheer of het Intel Serial IO-stuurprogramma is geïnstalleerd.
4 Systeeminstallatie WAARSCHUWING: Tenzij u een computerexpert bent, dient u de instellingen voor dit programma niet te wijzigen. Door bepaalde wijzigingen is het mogelijk dat de computer niet goed meer werkt. OPMERKING: Voordat u het BIOS-setup-programma gebruikt, is het verstandig de scherminformatie van het BIOS-setupprogramma te noteren zodat u deze later ter referentie kunt gebruiken.
● het eenmalige opstartmenu openen door op de F12-toets te drukken. In het eenmalige opstartmenu staan de apparaten waar het systeem vanaf kan opstarten en de opties voor diagnostiek. De opties van het opstartmenu zijn: ● Verwijderbare schijf (mits beschikbaar) ● STXXXX-schijf (indien beschikbaar) OPMERKING: XXX staat voor het nummer van de SATA-schijf.
Tabel 3. Opties voor Systeeminstelling (vervolg) Overzicht Gezondheid Toont de actuele batterijcapaciteit. Voedingsadapter Geeft aan of een voedingsadapter is gekoppeld. Indien verbonden, het type voedingsadapter. PROCESSOR Processortype Toont het type processor. Maximale klokfrequentie Toont de maximale klokfrequentie van de processor. Minimale klokfrequentie Toont de minimale klokfrequentie van de processor. Huidige klokfrequentie Toont de huidige klokfrequentie van de processor.
Tabel 4. Opties voor System Setup—Opstartconfiguratiemenu (vervolg) Boot Configuration Beveiligd opstarten Beveiligd opstarten inschakelen Hiermee kunt u Veilig opstarten in- of uitschakelen. Standaard: UIT Veilige opstartmodus Hiermee kunt u de functie voor beveiligd opstarten in- of uitschakelen. Standaard: geïmplementeerde modus Expert Key Management Aangepaste modus inschakelen Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de beveiligingssleuteldatabases PK, KEK, db en dbx kunnen worden gewijzigd.
Tabel 6. Opties van System Setup - Storagemenu Opslag SATA Operation Hiermee kunt u de bewerkingsmodus van de geïntegreerde SATA hardeschijfcontroller configureren. Standaard: RAID On. SATA is geconfigureerd om de RAID-modus (Intel Rapid Restore Technology) te ondersteunen. Storage-interface Hiermee kunt u de SSD's in- of uitschakelen. Enable SMART Reporting (SMARTrapportage inschakelen) Hiermee kunt u SMART (Self-Monitoring, Analysis, and Reporting Technology) in- of uitschakelen.
Tabel 9. Opties van System Setup - Energiemenu (vervolg) Voeding Adaptive (Adaptief) is standaard geselecteerd. Advanced Configuration Enable Advanced Battery Charge Configuration (Geavanceerde configuratie voor het laden van de batterij inschakelen) Hiermee kunt u de functie Advanced Battery Charge Configuration (Configuratie geavanceerde batterijlading) inschakelen vanaf het begin van de dag tot een opgegeven werktijd.
Tabel 10. Opties voor System Setup - menu Security (Beveiliging) (vervolg) Beveiliging Standaard: UIT Wissen Hiermee schakelt u in of uit dat de computer de PTT-eigenaarsinformatie wist en de PTT terugzet naar de standaardinstelling. Standaard: UIT SMM Security Mitigation SMM Security Mitigation Hiermee kunt u extra instellingen voor UEFI SMM-beveiligingsbeperking in- of uitschakelen.
Tabel 11. Opties voor System Setup—Wachtwoordmenu (vervolg) Wachtwoorden Speciaal teken Wanneer dit is ingeschakeld, moet het wachtwoord minimaal één speciaal teken bevatten. Standaard: UIT Minimum aantal tekens Stelt het minimumaantal tekens in dat is toegestaan voor het wachtwoorden. Standaard: 04 Wachtwoord overslaan Wachtwoord overslaan Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden de wachtwoorden van het systeem en de harde schijf weergegeven wanneer de computer wordt ingeschakeld vanuit de Uitstand.
Tabel 12. Opties voor Systeeminstallatie - Updateherstelmenu-opties (vervolg) Updateherstel Standaard: AAN BIOSConnect BIOSConnect Hiermee kunt u het herstel van de cloudservicebesturingssysteem in- of uitschakelen als het hoofdbesturingssysteem niet wordt opgestart en het aantal fouten gelijk is aan of groter is dan de waarde die is opgegeven bij de installatieoptie Auto OS Recovery Threshold.
Tabel 14. Opties van System Setup - Toetsenbordmenu (vervolg) Toetsenbord Time-outwaarde van de toetsenbordverlichting op batterij Configureert de time-out-waarde voor het toetsenbord als de computer alleen op batterij wordt uitgevoerd. De time-outwaarde van de toetsenbordverlichting is alleen van kracht wanneer de achtergrondverlichting is ingeschakeld. Er wordt standaard 1 minuut geselecteerd. Tabel 15.
Tabel 17. Opties van System Setup - menu Performance (Prestaties) Prestaties Multi-Core Support Actieve cores Wijzigt het aantal CPU-cores dat beschikbaar is voor het besturingssysteem. De standaardwaarde is ingesteld op het maximumaantal cores. All Cores (Alle cores) is standaard geselecteerd.
Systeem- en installatiewachtwoord Tabel 19. Systeem- en installatiewachtwoord Type wachtwoord Omschrijving Systeemwachtwoord Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te loggen. Installatiewachtwoord Wachtwoord dat moet worden ingevoerd voor toegang en het aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw computer. U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
Stappen 1. Selecteer Systeembeveiliging in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie en druk op Enter. Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend. 2. Controleer in het scherm Systeembeveiliging of Wachtwoordstatus op Ontgrendeld staat. 3. Selecteer Systeemwachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande systeemwachtwoord en druk op Enter of Tab. 4. Selecteer Installatiewachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab.
5 Problemen oplossen SupportAssist-diagnose Over deze taak De SupportAssist-diagnose (voorheen bekend als ePSA-diagnose) voert een volledige controle van uw hardware uit. De SupportAssistdiagnose maakt deel uit van het BIOS en wordt door het BIOS intern gestart. De SupportAssist-diagnose biedt een aantal opties voor specifieke apparaten of apparaatgroepen.
Tabel 20. Led-codes (vervolg) Diagnostische lampjescodes Omschrijving van het probleem 2,2 Systeemkaart: BIOS of ROM-fout (Read-Only Memory) 2,3 Geen geheugen of RAM (Random-Access Memory) gedetecteerd 2,4 Geheugen- of RAM-fout (Random-Access Memory) 2,5 Ongeldig geheugen geïnstalleerd 2,6 Systeemkaart- of chipsetfout 2,7 Fout in beeldscherm 2,8 LCD-stroomrailfout.
Tabel 21. Functies (vervolg) M-BIST L-BIST Lampje of fout Batterij LED-lampje met aanhoudend oranje Batterij LED-foutcode van [2, 8] knippert 2x oranje, pauzeert vervolgens en knippert daarna 8x wit. Reparatie-instructie Geeft een fout met de systeemkaart aan. Geeft een fout met de systeemkaart aan. Ingebouwde zelftest van de systeemkaart (M-BIST) Over deze taak Stappen 1. Houd zowel de M-toets als de aan/uit-knop ingedrukt om de M-BIST te starten. 2.
Ingebouwde zelftest van het beeldscherm (LCD-BIST) Over deze taak Stappen 1. Houd de D-toets ingedrukt en druk vervolgens op de aan/uit-knop. 2. Laat de D-toets en de aan/uit-knop los wanneer de computer POST begint. 3. Het beeldscherm begint met het weergeven van een effen kleur of het bladeren door verschillende kleuren. OPMERKING: De volgorde van de kleuren kan variëren, afhankelijk van de verschillende beeldschermleveranciers.
Tabel 22. BIST-resultaat LCD-BIST Het LCD dat wit, rood, groen en blauw knippert geeft aan dat het beeldscherm goed werkt en er geen fouten in het LCD-paneel zijn opgetreden. BIOS flashen (USB-stick) Stappen 1. Volg de procedure van stap 1 tot en met stap 7 in "BIOS flashen" om het nieuwste bestand met het BIOS-installatieprogramma te downloaden. 2. Maak een opstartbaar USB-station. Zie het Knowledge Base-artikel SLN143196 op www.dell.com/support voor meer informatie. 3.
Wifi-stroomcyclus Over deze taak Als uw computer geen toegang tot het internet heeft vanwege problemen met Wifi kan een Wifi-stroomcyclusprocedure worden uitgevoerd. De volgende procedure bevat de instructies voor het uitvoeren van een Wifi-stroomcyclus: OPMERKING: Sommige ISP's (Internet Service Providers) bieden een gecombineerde modem/router. Stappen 1. Zet de computer uit. 2. Schakel de modem uit. 3. Schakel de draadloze router uit. 4. Wacht 30 seconden. 5. Schakel de draadloze router in. 6.
6 Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell Bronnen voor zelfhulp U kunt informatie en hulp bij Dell-producten en services krijgen door middel van deze bronnen voor zelfhulp. Tabel 23. Bronnen voor zelfhulp Bronnen voor zelfhulp Bronlocatie Informatie over producten en services van Dell www.dell.com Mijn Dell Tips Contact opnemen met de ondersteuning In Windows Zoeken typt u Contact Support en drukt u op Enter. Online help voor besturingssysteem www.dell.com/support/windows www.dell.
OPMERKING: Wanneer u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de contactgegevens vinden over uw aankoopfactuur, de verzendbrief, de rekening of in uw Dell productcatalogus.