Dell™ Color Cloud Multifunction Printer | H625cdw Dell™ Color Cloud Multifunction Printer | H825cdw Dell™ Color Smart Multifunction Printer | S2825cdn Gebruikershandleiding Standaard model: H625cdw H825cdw S2825cdn
Opmerkingen, aanwijzingen en waarschuwingen OPMERKING: • een OPMERKING geeft u belangrijke informatie voor het optimaal gebruik van de printer. OPGELET: • de aawijzing OPGELET attendeert u op mogelijke schade aan de hardware of verlies van gegevens indien de aanwijzingen niet worden opgevolgd. WAARSCHUWING: • een WAARSCHUWING attendeert u op mogelijke schade aan eigendommen, persoonlijk letsel of dodelijke afloop. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. © 2015 Dell Inc.
ICC Profile Header Copyright (c) 1994-1996 SunSoft, Inc.
wallace.ps.gz is a PostScript file of Greg Wallace's introductory article about JPEG. This is an update of the article that appeared in the April 1991 Communications of the ACM. jpeg.documents.gz tells where to obtain the JPEG standard and documents about JPEG-related file formats. jfif.ps.gz is a PostScript file of the JFIF (JPEG File Interchange Format) format specification. jfif.txt.
This software is provided 'as-is', without any express or implied warranty. In no event will the authors be held liable for any damages arising from the use of this software. Permission is granted to anyone to use this software for any purpose, including commercial applications, and to alter it and redistribute it freely, subject to the following restrictions: 1. The origin of this software must not be misrepresented; you must not claim that you wrote the original software.
Inhoudsopgave Opmerkingen, aanwijzingen en waarschuwingen 1 Voordat u begint 13 Over deze handleiding 14 Toelichting 14 Informatie zoeken 15 Producteigenschappen 16 Printeroverzicht 19 Voor- en achteraanzicht 19 Papierlade voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (DADF) 21 Bedieningspaneel 21 Optioneel accessoire 23 Grafische symbolen op de printer en hun betekenissen 2 De printer configureren 25 26 De configuratie van de printer voorbereiden 27 Ruimtevereisten 27 De printer bevei
Uw printer verbinden met mobiele apparaten 56 Wi-Fi Direct 56 Dell Document Hub 59 AirPrint 60 Google Cloud Print 60 Mopria Print Service 65 De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) 66 Gebruik op Red Hat Enterprise Linux 6-werkstation 66 Gebruik met SUSE Linux Enterprise Desktop 11 68 Gebruik op Ubuntu 12.
Scan naar USB 129 Scan naar computer 129 Fax 132 PDF/TIFF afdrukken 133 JPEG afdrukken 134 Dell Document Hub 135 SharePoint 139 App toevoegen 140 Dell™ Printer Configuration Web Tool Voorbereidingen voor het gebruik van Dell Printer Configuration Web Tool 141 Dell Printer Configuration Web Tool starten 142 Pagina weergaveformaat 142 De instellingen van menu-items wijzigen 145 Afdrukmediarichtlijnen 201 Ondersteund papiergewicht 204 Afdrukmedia die niet worden aanvaard 204 Aanbe
Kopiëren 234 Kopieën maken met behulp van de document-glasplaat 234 Kopieën maken met behulp van de DADF 234 De ID kopiëren gebruiken 235 De standaardkopieerinstellingen wijzigen 235 Scannen 237 Overzicht scannen 237 Scannen naar een computer via een USB-verbinding 238 Scannen naar een computer via een netwerkverbinding 239 Vanaf een computer scannen met behulp van Web Services on Devices (WSD) 241 Scannen met de TWAIN-driver 242 ® Scannen met het stuurprogramma Windows Image Acquisition
Door bestanden bladeren en ze afdrukken 293 Scannen 294 5 Uw printer leren kennen Werken met de software van uw printer 297 Status Monitor Widget voor Macintosh gebruiken 300 De Status Monitor Console voor Linux gebruiken 305 Software bijwerken 311 312 Gebruikersaccounts maken en bewerken 312 Inloggen op de gebruikersaccount 314 Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen Een nieuwe tegel toevoegen Het adresboek en telefoonboek gebruiken 316 316 319 Soorten adresboeken 319 Vermeldingen to
Faxspecificaties 351 Specificaties draadloze verbinding 351 6 Uw printer onderhouden 353 Uw printer onderhouden 354 De status van de benodigdheden controleren 354 Besparen op materiaalkosten 354 Bestellen van benodigdheden 355 Opslag van afdrukmedia 355 Opslag van verbruiksmaterialen 356 Tonercassettes vervangen 356 Afdrukmodule vervangen 358 Toneropvangbak vervangen 364 De binnenkant van de printer reinigen 366 De scanner reinigen 371 De DADF-invoerrollen reinigen 373 De print
| Garantie en beleid voor retourzending 421 Contact opnemen met Dell 421 Inhoudsopgave
1 Voordat u begint Over deze handleiding 14 Informatie zoeken 15 Producteigenschappen 16 Printeroverzicht 19 Grafische symbolen op de printer en hun betekenissen 24 | 13
Over deze handleiding Klik op de bladwijzers links voor informatie over de kenmerken, optionele accessoires en bediening van uw Dell H625cdw, Dell H825cdw of Dell S2825cdn. Zie “Informatie zoeken” voor informatie over de overige documentatie die met uw printer is meegeleverd. OPMERKING: • in deze handleiding verwijst Dell H625cdw, Dell H825cdw of Dell S2825cdn naar de “printer”. • In deze handleiding worden de procedures voor de computer uitgelegd met behulp van Microsoft® Windows® 7 tenzij anders vermeld.
Informatie zoeken Wat zoekt u? Hier vindt u het Stuurprogramma's en handleidingen voor mijn printer Software and Documentation-disk: De disc Software and Documentation bevat handleidingen, stuurprogramma's en software voor de printer. U kunt de disc Software and Documentation gebruiken om stuurprogramma's en software te installeren, en handleidingen te raadplegen.
Producteigenschappen Dit hoofdstuk beschrijft de producteigenschappen en geeft hun links aan. Dell Document Hub-app Met de Dell Document Hub-app kunt u eenvoudig documenten, afbeeldingen en digitale inhoud openen en delen. Met deze innovatieve cloudoplossing kunt u uw printer en apparaten verbinden met populaire clouddiensten, waardoor het mogelijk wordt om nagenoeg overal op een flexibele en veilige manier samen te werken.
Converteren en opslaan met Dell Document Hub (Dell H625cdw en Dell H825cdw) Met Dell Document Hub kunt u papieren documenten scannen en deze rechtstreeks opslaan in uw favoriete cloudopslagservice. U kunt papieren documenten ook omzetten in bewerkbare digitale inhoud voordat u ze naar de cloudopslag verzendt. Zie ”Het document scannen met behulp van Optische tekenherkenning (OCR)”.
Scan naar USB U hebt geen pc nodig om gescande gegevens op te slaan op een USB-flashstation met de functie Scan naar USB. U kunt het USB-flashstation dat op de printerpoort is aangesloten, selecteren als locatie om de gegevens op te slaan wanneer u scant. Zie “Scannen naar een USB-flashstation”. Scannen vanaf de automatische papierlade voor dubbelzijdig afdrukken (DADF) Met behulp van de DADF kunt u losse vellen papier scannen. Zie “Kopieën maken met behulp van de DADF”.
Printeroverzicht Voor- en achteraanzicht Vooraanzicht 1 2 3 4 5 12 6 11 10 9 8 7 1 Verlenging opvangbak 7 Klep rechterkant 2 USB-poort voorzijde 8 Voorklep 3 Bedieningspaneel 9 Lade 1 4 Papierlade voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (DADF) 10 Optionele 550-velinvoer (lade 2) 5 Afdrukmodules 11 6 Toneropvangbak 12 Tonercassettes Multifunctionele papierlade (MPF) OPMERKING: • Plaats of verwijder geen tonercassettes terwijl de printer in werking is.
Achteraanzicht 9 1 8 2 3 6 4 7 5 1 Telefoonaansluiting 6 “Blauw” dopje 2 Aansluiting op de telefoon 7 Duplexeenheid 3 Ethernet-poort 8 Fusereenheid 4 USB-poort 9 Achterklep 5 Stroomaansluiting 20 | Printeroverzicht
Papierlade voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (DADF) 2 1 3 8 4 5 6 7 1 DADF-klep 5 Papierlade 2 Documentgeleiders 6 Documentstopper 3 DADF-kokerklep 7 Documentuitvoerlade 4 Document-glasplaat 8 DADF-invoerrollen OPMERKING: • trek de documentstopper naar buiten om te voorkomen dat het document van de printer valt.
Dell S2825cdn 1 2 14 13 (Home) 3 4 5 7 12 8 9 11 Hiermee komt u in het Home -scherm. 1 Knop 2 Knop (Inloggen/Uitloggen) Hiermee kunt u uitloggen wanneer de gebruiker is ingelogd. 3 Touch-paneel De instellingen worden weergegeven wanneer het scherm wordt aangeraakt. Geeft verschillende instellingen, instructies en foutberichten weer. 4 Gereed/ Fout-LED Brandt groen wanneer de printer gereed is voor gebruik en knippert groen wanneer gegevens worden ontvangen.
11 Knop / (Snelkiestoets 1 / Snelkiestoets 2) 12 Knop 13 Knop 14 Knop * (Verwijderen) (Taakstatus) (Informatie) Kiest het nummer dat respectievelijk geregistreerd staat als “001” en “002” in de functie FAX-snelkiezen. Deze functie is alleen actief wanneer het Home-scherm wordt weergegeven. Worden cijfers en letters mee gewist. Hiermee komt u in het Taakstatus scherm. Vanuit dit scherm kunt u actieve taken controleren of annuleren. Hiermee komt u in het Informatie -scherm.
Grafische symbolen op de printer en hun betekenissen Gebruik geen papier met nietjes of paperclips. Gebruik geen gevouwen, gekreukt of omgekruld papier. Gebruik geen papier dat bestemd is voor inkjetprinters. Gebruik geen OHP-vellen. Gebruik geen papier dat al aan één zijde is bedrukt. Opgelet Werp een tonercassette nooit in een open vlam. Werp een afdrukmodule nooit in een open vlam. Stel niet bloot aan licht. Raak niet aan. Opgelet (heet oppervlak) Demonteer het product niet.
2 De printer configureren Overzicht van de printerconfiguratie 26 De configuratie van de printer voorbereiden 27 Uw printer op een telefoonlijn aansluiten 28 De printer in-/uitschakelen 31 Uw printer verbinden met een computer 38 Uw printer verbinden met mobiele apparaten 56 De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) 66 Instellen van het IP-adres 74 | 25
Overzicht van de printerconfiguratie Hierna worden de nodige procedures beschreven om de printer te configureren.
De configuratie van de printer voorbereiden Ruimtevereisten Laat voldoende ruimte rondom de printer voor de papierlade, kleppen en accessoire installeren en voor de nodige ventilatie. 260 mm (10,24 inch) 500 mm/ 19,69 inch 250 mm/9,84 inch 100 mm (3,94 inch) 420 mm/16,54 inch 340 mm (13,4 inch) 503,5 mm/19,82 inch 560 mm (22 inch) De printer beveiligen U kunt de printer beschermen tegen diefstal door een Kensington-slot te gebruiken. Bevestig het Kensington-slot in de veiligheidssleuf van de printer.
Uw printer op een telefoonlijn aansluiten OPGELET: • Sluit de printer niet rechtstreeks aan op een Digital Subscriber Line (DSL). De printer zou daardoor beschadigd kunnen raken. Om een DSL te gebruiken hebt u een geschikte DSL-filter nodig. Neem voor het DSL-filter contact op met uw service provider. • Om het risico op schokken of brand te verkleinen, gebruikt u alleen telefoonkabel van het type nr. 26 AWG of dikker.
2 Sluit de “gele” stekker aan op de telefoonaansluiting. “Gele” stekker De printer op een modem aansluiten U kunt de printer aansluiten op een computer met een modem op dezelfde telefoonlijn als de printer. Zorg ervoor dat de modem aangesloten is op een actieve muuraansluiting en verbind vervolgens een telefoonkabel met de telefoonaansluiting op de modem. Sluit het andere uiteinde van het snoer aan op de muuraansluiting op de achterzijde van de printer.
1 Controleer of een telefoonlijn op de printer is aangesloten. Zie “De printer met een muuraansluiting verbinden”. 2 Verwijder het “Blauwe” dopje van de telefoonaansluiting. “Blauwe” dopje 3 Sluit een snoer van een telefoonlijn of antwoordapparaat aan op de telefoonaansluiting aan de achterzijde van de printer. Sluit het andere uiteinde van het snoer aan op een externe telefoon of een antwoordapparaat.
De printer in-/uitschakelen OPMERKING: • De afbeeldingen in dit hoofdstuk zijn van de Dell H625cdw en Dell H825cdw, tenzij anders vermeld. De printer aanzetten WAARSCHUWING: • gebruik geen verlengsnoeren of losse contactdozen. • De printer mag niet worden aangesloten op een UPS-systeem (noodstroomvoorziening). 1 Sluit de voedingskabel aan op de stroomaansluiting achter op de printer en vervolgens op een stopcontact. 2 Druk op de knop (Voeding) op het bedieningspaneel.
De printer uitschakelen OPMERKING: • De gegevens worden uit het geheugen gewist wanneer u de printer uitschakelt. Houd de knop (Voeding) ingedrukt tot het scherm Energiebeheer verschijnt op het touch-paneel en tik vervolgens op Uitschakelen. OPGELET: • De printer kan worden uitgeschakeld door deze knop gedurende zes seconden of langer ingedrukt te houden. Houd er echter rekening mee dat gegevens in het geheugen hierdoor verloren kunnen gaan.
Geografische regio Tijdzone Afrika (UTC) Accra, Bamako, Dakar, Nouakchott (UTC) Casablanca (UTC +01:00) Algiers, Douala, Libreville, Loeanda (UTC +01:00) Tunis (UTC +01:00) Windhoek (UTC +02:00) Caïro (UTC +02:00) Harare, Johannesburg, Kinshasa, Tripoli (UTC +03:00) Addis Abeba, Khartoem, Mogadishu, Nairobi Amerika (UTC -10:00) Adak (UTC -09:00) Alaska (UTC -08:00) Pacific Time (VS en Canada) (UTC -08:00) Tijuana (UTC -07:00) Arizona, Dawson Creek, Sonora (UTC -07:00) Chihuahua, Mazatlan (UTC -07:00) M
Geografische regio Tijdzone Antarctica (UTC -04:00) Palmer-archipel, Santiago (UTC -03:00) Rothera (UTC +03:00) Syowa (UTC +06:00) Mawson, Vostok (UTC +07:00) Davis (UTC +08:00) Casey (UTC +10:00) Dumont d'Urville (UTC +12:00) McMurdo Azië (UTC +02:00) Amman (UTC +02:00) Beiroet (UTC +02:00) Damascus (UTC +02:00) Jeruzalem (UTC +02:00) Nicosia (UTC +02:00) Palestina (UTC +03:00) Aden, Bagdad, Qatar, Riyad (UTC +03:30) Teheran (UTC +04:00) Bakoe (UTC +04:00) Dubai, Muscat, Tbilisi (UTC +04:00) Jerevan (
Geografische regio Tijdzone Atlantische Oceaan (UTC -04:00) Bermuda (UTC -04:00) Stanley (UTC -02:00) Zuid-Georgië (UTC -01:00) Azoren, Scoresbysund (UTC -01:00) Kaap Verdië (UTC) Reykjavik Australië (UTC +08:00) Perth (UTC +08:45) Eucla (UTC +09:30) Adelaide (UTC +09:30) Darwin (UTC +10:00) Brisbane, Lindeman (UTC +10:00) Hobart, Melbourne, Sydney (UTC +10:30) Lord Howe-eiland Europa (UTC) Dublin, Edinburgh, Lissabon, Londen (UTC +01:00) Amsterdam, Berlijn, Rome, Stockholm, Wenen (UTC +01:00) Belgra
Geografische regio Tijdzone Grote Oceaan (UTC -11:00) Midway-eilanden, Niue, Samoa (UTC -10:00) Cookeilanden, Hawaï, Tahiti (UTC -09:30) Marquesaseilanden (UTC -09:00) Gambiereilanden (UTC -08:00) Pitcairneilanden (UTC -06:00) Paaseiland (UTC -06:00) Galapagoseilanden (UTC +09:00) Palau (UTC +10:00) Guam, Port Moresby, Saipan (UTC +11:00) Efate, Guadalcanal, Kosrae (UTC +11:30) Norfolkeiland (UTC +12:00) Auckland (UTC +12:00) Fiji, Marshalleilanden (UTC +12:45) Chatham (UTC +13:00) Tongatapu (UTC +14:00)
Colombia Letter Denemarken A4 Frankrijk A4 Duitsland A4 Ierland A4 Italië A4 Luxemburg A4 Maleisië A4 Mexico Letter Nederland A4 Nieuw-Zeeland A4 Noorwegen A4 Singapore A4 Zuid-Afrika A4 Spanje A4 Zweden A4 Zwitserland A4 Thailand A4 Groot-Brittannië A4 Verenigde Staten Letter Onbekend Letter d Tik op Volgende. Om het instellen te beëindigen, selecteert u Nee, ik doe het later. 14 Wanneer het bericht Gefeliciteerd, de configuratie is voltooid.
Uw printer verbinden met een computer U kunt de printer rechtstreeks met een computer verbinden via USB of u kunt de printer met een draadloos of bedraad netwerk verbinden. OPMERKING: • De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. Overzicht Hierna volgen eenvoudige procedures die aanbevolen worden om de printer te verbinden. Draadloze verbinding Noodzakelijke voorbereidingen Controleer de instellingen van uw toegangspunt of draadloze router.
Bekabelde verbinding (Ethernet of USB) Noodzakelijke voorbereidingen Sluit een ethernetkabel of USB-kabel aan op de poort op de achterzijde van de printer.
4 Nadat de printer gevonden is, klikt u op Installeren. Volg de instructies op het scherm om de configuratie te voltooien. Verbinden met WPS WPS-PBC en WPS-PIN zijn eenvoudige manieren om een draadloze verbinding te configureren. Voor WPS-PBC drukt u op de daartoe voorziene knop op uw toegangspunt of draadloze router en voert u vervolgens de WPS-PBC-configuratie uit op het bedieningspaneel. Deze instelling is alleen beschikbaar als het toegangspunt ondersteuning biedt voor WPS.
2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Netwerk inst. Drukknopbediening Configuratie starten. Wi-Fi WPS 3 Zet de printer uit en daarna weer aan. De instelling van de draadloze LAN-verbinding is gereed. Nadat het instellen voltooid is, installeert u de software. Zie “De software op Windows®-computers installeren” of “De software op Macintosh-computers installeren”. WPS-PIN 1 Druk op de knop (Wi-Fi). Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie “Paneelvergrendeling”.
Als het coderingstype van het geselecteerde toegangspunt in stap 4 op WEP staat: a Tik op het tekstvak WEP-code en voer vervolgens de WEP-sleutel in. b Tik op OK. Als het coderingstype van het geselecteerde toegangspunt in stap 4 op WPA™, WPA2™ of Gemengd staat: a Tik op het tekstvak Wachtwoordzin en voer de wachtwoordzin in. b Tik op OK. OPMERKING: • Een wachtwoordzin is een coderingssleutel waarmee toegangspunten of routers beveiligd kunnen zijn.
Als u WEP-codering gebruikt: a Tik op tot WEP verschijnt en tik vervolgens op WEP. b Tik op het tekstvak WEP-code en voer vervolgens de WEP-sleutel in. c Tik op Verzendingscode en selecteer de gewenste verzendsleutel uit Auto of WEP-code 1 tot WEP-code 4. d Tik op OK. Ga door met stap 8. OPMERKING: • Een wachtwoordzin is een coderingssleutel waarmee toegangspunten of routers beveiligd kunnen zijn. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding die geleverd is bij het toegangspunt of de router.
Verbinden met een bedraad netwerk (ethernetnetwerk) De ethernetkabel aansluiten U sluit de printer aan op een ethernetnetwerk door een ethernetkabel met het ene uiteinde aan te sluiten op de ethernetpoort aan de achterzijde van de printer en met het andere uiteinde op een ethernetaansluiting of -hub. Ethernetaansluiting/-hub OPMERKING: • Om verbinding te maken van het draadloze netwerk, moet de ethernetkabel losgekoppeld zijn.
3 Wacht totdat de wizard Dell Printer Easy Install uw printer vindt. 4 Nadat de printer gevonden is, selecteert u die en klikt u op Volgende. Volg de instructies op het scherm om de configuratie te voltooien. Configureren via andere methodes Zie “De software op Windows®-computers installeren” of “De software op Macintosh-computers installeren” voor meer informatie.
2 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Volgende. Dell Printer Easy Install begint naar uw printer te zoeken. 3 Wacht totdat de wizard Dell Printer Easy Install uw printer vindt en installeert. Configureren via andere methodes Zie “De software op Windows®-computers installeren” of “De software op Macintosh-computers installeren” voor meer informatie.
3 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Instellen. 4 Selecteer een manier om verbinding te maken met de printer. 5 Volg de instructies op het scherm tot het scherm Gereed om af te drukken! verschijnt. 6 Klik op Finish. OPMERKING: • U kunt nagaan of de installatie gelukt is door op Testpagina afdrukken te klikken.
b Voer D:\setup.exe (D is de stationsletter van het optische station) in en klik op OK. 2 Klik op Hoofdmenu. 3 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Verbinden. 4 Selecteer USB-kabelverbinding en klik dan op Volgende. 5 Volg de instructies op het scherm tot het scherm Gereed om af te drukken! verschijnt. 6 Klik op Finish. OPMERKING: • U kunt nagaan of de installatie gelukt is door op Testpagina afdrukken te klikken.
5 Klik op Have Disk Bladeren. 6 Selecteer het inf-bestand dat bij stap 1 werd uitgepakt en klik vervolgens op OK. 7 Selecteer de printernaam en klik op Volgende. Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de printernaam in het vak Printernaam en klikt u op Volgende. 8 Selecteer Deze printer niet delen of Deze printer delen zodat anderen in uw netwerk deze kunnen vinden en gebruiken en klik vervolgens op Volgende.
1 Plaats de Software and Documentation-disk in uw computer. OPMERKING: • Als de disc Software and Documentation niet opstart, doet u het volgende. a Voor Windows® 7: Klik op Start Alle programma's Bureau-accessoires Uitvoeren. Voor Windows® 10: Klik met de rechtermuisknop op de startknop en klik vervolgens op Uitvoeren. b Voer D:\setup.exe (D is de stationsletter van het optische station) in en klik op OK. 2 Klik op Hoofdmenu. 3 Klik in het venster Dell Printer Easy Install op Verbinden.
4 Selecteer een printer en klik op Volgende. Of Klik op De printer die ik wil selecteren staat niet in de lijst. Als u de printer selecteert, gaat u door naar stap 7. Als u op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst klikt, gaat u naar stap 5. 5 Selecteer Een printer toevoegen met gebruik van een TCP/IP-adres of hostnaam en klik vervolgens op Volgende. 6 Selecteer TCP/IP-apparaat in Apparaattype, typ het IP-adres bij Hostnaam of IP-adres en klik dan op Volgende.
Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de printernaam in het vak Printernaam en klikt u op Volgende. 8 Na voltooiing van de installatie van het stuurprogramma, klikt u op Een testpagina afdrukken om de installatie te controleren. Als u de printer als standaardprinter wilt gebruiken, selecteert u het keuzevakje Als standaardprinter instellen. 9 Klik op Finish.
3 Selecteer uit de lijst met beschikbare printers degene die u wilt gebruiken en klik daarna op Volgende. OPMERKING: • in de lijst van beschikbare printers wordt de Web Services on Devices (WSD)-printer weergegeven in de vorm http://IP address/ws/. • Als er geen Web Services on Devices (WSD)-printer in de lijst voorkomt moet u het IP-adres van de printer invoeren om een Web Services on Devices (WSD)-printer te creëren. Voer de volgende procedure uit om het IP-adres van de printer in te voeren.
6 Als u de Softwarelicentieovereenkomst hebt gelezen, klikt u op Doorgaan. 7 Als u akkoord gaat met de voorwaarden in de Softwarelicentieovereenkomst, klikt u op Akkoord om door te gaan met het installatieproces. 8 Geef de installatielocatie op en klik vervolgens op Doorgaan. 9 Klik op Installeren. Als u een aangepaste installatie wilt selecteren, klikt u op Aanpassen om de opties te kiezen die u wilt installeren.
Een printer toevoegen via Bonjour De volgende procedure gebruikt OS X 10.10 als voorbeeld. 1 Zet de printer aan. 2 Controleer of de Macintosh-computer en de printer op elkaar zijn aangesloten. Als u een bedrade verbinding gebruikt, sluit u de printer aan op het netwerk via een ethernetkabel. Als u een draadloze verbinding gebruikt, moet u zorgen dat de draadloze verbinding correct op uw Macintosh-computer en de printer is geconfigureerd.
Uw printer verbinden met mobiele apparaten U kunt de printer rechtstreeks verbinden met mobiele apparaten zoals computers, smartphones en tablets en vervolgens snel en eenvoudig documenten, foto's, webpagina's of e-mails afdrukken of scannen. Wi-Fi Direct Via Wi-Fi Direct kunnen mobiele apparaten rechtstreeks verbinding maken met de printer via een Wi-Fi-netwerk.
5 Zorg ervoor dat geen apparaat verbonden is met Wi-Fi Direct. OPMERKING: • Als er een ander mobiel apparaat verbonden is, worden de apparaatnaam en Verbonden weergegeven bij Gekoppeld apparaat en kunt u de Wi-Fi Direct-verbinding niet gebruiken. Verbreek de verbinding tussen het andere mobiele apparaat en het Wi-Fi Direct-netwerk. Zie “De verbinding met het Wi-Fi Direct-netwerk verbreken”. 6 Zet de printer uit en daarna weer aan.
Voor Android: De procedure verschilt afhankelijk van het gebruikte mobiele apparaat. Raadpleeg de handleiding van uw mobiele apparaat. Afdrukken via Wi-Fi Direct Het printerstuurprogramma installeren Voor u kunt afdrukken, moet u eerst het printerstuurprogramma installeren. Voor Windows® 7/Windows® 10: U moet de printerstuurprogramma installeren op het mobiele apparaat. Zie “De software op Windows®-computers installeren”. Voor OS X 10.10: U moet de printerstuurprogramma installeren op het mobiele apparaat.
4 Tik op Nu loskoppelen of Loskopp. en wachtwrdzin opn. Inst Ja. De wachtwoordzin opnieuw instellen 1 Druk op de knop (Wi-Fi). Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie “Paneelvergrendeling”. 2 Tik op Wi-Fi Direct. 3 Tik op tot Wachtwoordzin verschijnt en tik vervolgens op Wachtwoordzin. 4 Tik op Wachtwrd-zin opn. inst. Ja. De verbinding met Wi-Fi Direct wordt verbroken en de wachtwoordzin wordt opnieuw ingesteld.
Scan de QR Code voor snelle toegang tot de relevante applicatiewinkel. AirPrint Met AirPrint kunt u afdrukken via een netwerk vanaf een apparaat waarop iOS of OS X geïnstalleerd is. Zorg ervoor dat de recentste versie van iOS geïnstalleerd is op het iOS-apparaat. Als u met OS X werkt, moet u OS X en de apps die u gekocht hebt in de App Store updaten via de functie Software-update. AirPrint instellen op uw printer OPMERKING: • De AirPrint-instelling is standaard geactiveerd.
De printer voorbereiden om te gebruiken met Google Cloud Print Om Google Cloud Print te kunnen gebruiken, moet u de volgende voorbereidingen treffen: • Sluit de printer aan op een netwerk met internettoegang. OPMERKING: • Google Cloud Print ondersteunt alleen IPv4-verbindingen. • Als de printer via een proxyserver aangesloten is op een netwerk, moet u de instellingen voor Proxyserver opgeven via Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Proxyserver”. • • Maak een Google-account en een Gmail -adres aan.
Google Cloud Print versie 2.0 verstuurt de afdrukgegevens via het internet of via een lokaal netwerk naar de printer. Deze versie wordt aanbevolen voor omgevingen waar het internet niet kan worden gebruikt. OPMERKING: • de beschikbare afdrukopties kunnen variëren afhankelijk van uw toestel of de versie van de Google Cloud Print dienst. • U kunt niet tegelijk versie 1.1 en versie 2.0 van de service Google Cloud Print op dezelfde printer gebruiken.
3 Klik onderaan de pagina op Geavanceerde instellingen weergeven. 4 Klik op Google Cloud Print Beheren. OPMERKING: • Als er onder Nieuwe apparaten een bericht verschijnt waarin u gevraagd wordt om zich aan te melden bij Chrome, klikt u op inloggen en meldt u zich aan bij Chrome. 5 Klik op Registreren voor de printer die u wilt registreren. OPMERKING: • Als Bonjour (mDNS) uitgeschakeld is, wordt de nieuw toegevoegde printer niet weergegeven bij Nieuwe apparaten.
2 Klik op Afdrukserverinstellingen Registratie annuleren. 3 Controleer of Dit apparaat registreren bij Google Cloud Print weergegeven wordt. Afdrukken via Google Cloud Print De afdrukprocedure verschilt afhankelijk van de gebruikte toepassing of het gebruikte apparaat. U kunt via de Google-website de lijst raadplegen met toepassingen die de service Google Cloud Print ondersteunen.
3 Controleer of uw printer in het Bestemmingsgebied voorkomt. Indien dit niet het geval is klikt u op Wijzigen en selecteert u uw printer. 4 Klik op Afdrukken. Mopria Print Service Via Mopria Print Service kunt u met een Android telefoon of tablet (Android versie 4.4 of later) een verbinding maken en zonder extra instellingen afdrukken op Mopria-gecertificeerde printers. Download en installeer eerst de Mopria Print Service app van Google Play store op uw mobiel toestel: https://play.google.
De printerstuurprogramma’s op Linux-computers installeren (CUPS) In dit hoofdstuk staat informatie met betrekking tot het installeren of instellen van het printerstuurprogramma met Common UNIX Printing System (CUPS) op Red Hat® Enterprise Linux® 6 Desktop, SUSE® Linux Enterprise Desktop 11 of Ubuntu 12.04 LTS. In de volgende procedure wordt de Dell H825cdw gebruikt als voorbeeld.
4 Voer de naam in van de printer in het vakje Naam in het venster Printer toevoegen en klik vervolgens op Doorgaan. U kunt naar keuze de locatie en de beschrijving van de printer invoeren voor meer informatie. 5 Selecteer Dell Color MFP H825cdw vxxxx.PS (en) in het menu Model en klik vervolgens op Printer toevoegen. Afdrukken vanuit het programma Wanneer u klaar bent met het instellen van de wachtrij, kunt u afdrukken vanuit programma's.
Het printerstuurprogramma verwijderen 1 Selecteer Applicaties Systeemtools Terminal. 2 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in om de afrukwachtrij te wissen. su [Beheerderwachtwoord] /usr/sbin/lpadmin -x [naam van de wachtrij] 3 Herhaal bovenstaande opdracht voor alle wachtrijen van hetzelfde model. 4 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in.
De afdrukwachtrij configureren Om te gaan afdrukken moet u eerst de afdrukwachtrij configureren op uw werkstation. 1 Selecteer Computer Meer toepassingen... en selecteer vervolgens YaST in de toepassingenbrowser. 2 Voer het beheerderwachtwoord in en klik op Doorgaan. 3 Selecteer Hardware Printer. Voor netwerkverbindingen: a Klik op Toevoegen. b Klik op de Connection Wizard. c Kies het Line Printer Daemon (LPD) Protocol uit Access Networkprinter or Printserver Box via.
5 Controleer of de printer die u wilt instellen in de lijst Aansluiting geselecteerd is. 6 Schakel het keuzevakje Default Printer. 7 Controleer de instellingen en klik daarna op OK. Keuze van de afdrukopties U kunt de gewenste afdrukfuncties kiezen, zoals in kleur afdrukken. 1 Open een webbrowser. 2 Voer http://localhost:631/admin in bij Locatie en druk vervolgens op op het toetsenbord. 3 Klik op Manage Printers.
su [Beheerderwachtwoord] /usr/sbin/lpadmin -x [naam van de wachtrij] 3 Herhaal bovenstaande opdracht voor alle wachtrijen voor de printer. 4 Voer de volgende opdracht in het terminalvenster in. su [Beheerderwachtwoord] rpm -e Dell-MFP-S2825cdn-H825cdw Gebruik op Ubuntu 12.04 LTS Overzicht configuratie 1 Installeer het printerstuurprogramma. 2 Configureer de afdrukwachtrij. 3 Configureer de standaardwachtrij. 4 Kies de afdrukopties.
3 Voer de gebruikersnaam en het beheerderwachtwoord in en klik op OK. 4 Selecteer een van de volgende opties overeenkomstig het type printerverbinding. Voor netwerkverbindingen: a Selecteer LPD/LPR-host of -printer in het menu Overige netwerkprinters en klik vervolgens op Doorgaan. b Voer het IP-adres van de printer in Aansluiting in en klik vervolgens op Doorgaan. Indeling: lpd://xxx.xxx.xxx.
Keuze van de afdrukopties U kunt de gewenste afdrukfuncties kiezen, zoals 2-zijdig afdrukken. 1 Open de URL http://localhost:631 met een webbrowser. 2 Klik op Beheer Printers beheren. 3 Klik op de naam van de afdrukwachtrij waarvan u de afdrukopties in wilt stellen. 4 Selecteer Set Default Options in het menu Administration. 5 Klik op het gewenste instellingsitem en voer de nodige instellingen in. 6 Klik op Standaardopties instellen.
Instellen van het IP-adres Een IP-adres toewijzen U kunt de IP-modus selecteren uit Dual Stack, IPv4 en IPv6. Als uw netwerk zowel IPv4 als IPv6 ondersteunt, moet u Dual Stack kiezen. Kies de IP-modus van uw werkomgeving en stel vervolgens het IP-adres, subnetmasker (alleen voor IPv4) en het Gateway-adres in. OPMERKING: • toewijzing van een IP-adres dat al in gebruik is kan leiden tot problemen met de netwerkfuncties. • IP-adressen moeten toegewezen worden door geavanceerde gebruikers of systeembeheerders.
4 Klik op Configureer de instellingen van het IP-adres. Volgende. 5 Volg de instructies op het scherm tot het scherm Printerconfiguratie verschijnt. 6 Klik op Geavanceerd. 7 Specificeer de IP-adresinstellingen overeenkomstig uw netwerkomgeving. 8 Klik op Volgende en volg de instructies op het scherm. Bij gebruik van het bedieningspaneel 1 Druk op de knop (Informatie). 2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Netwerk. Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen.
De cursor verspringt naar het volgende octet. OPMERKING: • U kunt slechts één octet per keer invoeren en moet elke keer octet heeft ingevoerd. selecteren nadat u een c Voer de rest van de octetten in en tik vervolgens op OK. d Tik op Subnetmasker. e Gebruik de numerieke toetsen om het subnetmasker in te voeren en tik vervolgens op OK. f Tik op Gateway-adres. g Gebruik de numerieke toetsen om het gatewayadres in te voeren en tik vervolgens op OK. 7 Zet de printer uit en daarna weer aan.
3 Uw printer gebruiken Het bedieningspaneel gebruiken 78 Begrip van de systeemmenu’s 85 Begrip van de taakmenu’s 123 Dell™ Printer Configuration Web Tool 141 Afdrukmediarichtlijnen 201 Inleggen van de afdrukmedia 208 Documenten plaatsen 220 | 77
Het bedieningspaneel gebruiken Het bedieningspaneel bestaat uit een touch-paneel, een Gereed/Fout-LED, bedieningsknoppen, een knop (Voeding) en een numeriek klavier. Gebruik het touch-paneel en het numerieke klavier om te bladeren door de menu's van het bedieningspaneel en tekst en getallen in te voeren. Zie “Bedieningspaneel” voor meer informatie over de namen van onderdelen. OPMERKING: • De schermafbeeldingen in dit onderdeel zijn van de Dell H625cdw en Dell H825cdw, tenzij anders aangegeven.
2 Informatiebalk Toont de status van de printer wanneer (Hendel) naar beneden wordt geduwd. Trek (Hendel) omhoog om het scherm te sluiten. U kunt hier de helderheid van het scherm aanpassen, tonerinformatie bekijken, actieve taken controleren of waarschuwingen bekijken. • Om de helderheid van het scherm aan te passen, versleept u de schuifbalk bij Helderheid scherm. • Om Informatie over toner te bekijken, tikt u op Supplies. De tonerinformatie wordt voor elke toner apart weergegeven.
Scrollen door het scherm of een lijst met items Veeg over het scherm door met je vinger erover te slepen. Home Guest Scan naar email Kopiëren Fax Scan naar netwerkmap Om sneller te scrollen sleept u uw vinger snel over het scherm. Home Guest Scan naar email Kopiëren Fax Scan naar netwerkmap OPMERKING: • Als het op sommige schermen niet lukt om veegbewegingen te maken, tikt u op de tegels of gebruikt u de knoppen.
U kunt de tegel ook naar andere pagina's verplaatsen. Home Home Guest Fax Guest Kopiëren ëren Scan naar email Kopiëren Afdrukken Scan naar netwerkmap Scan naar netwerkmap Scan naar computer Sca Scan naa email OPMERKING: • De tegels op het groepsscherm Recent van het Dock-menu kunnen niet verplaatst worden. Tegels toevoegen Veeg over het scherm om de laatste pagina van het Home-scherm of het groepsscherm weer te geven, en tik vervolgens op App toevoegen.
Het toetsenbord gebruiken dat op het touch-paneel wordt weergegeven Als de printer in gebruik is verschijnt soms een toetsenbord voor het invoeren van tekst. Hieronder wordt beschreven hoe tekst moet worden ingevoerd. Terug Gereed Terug Gereed QWERTY Terug AZERTY Gereed QWERTZ U kunt de volgende tekens invoeren: Item Beschrijving Letters invoeren Om hoofdletters in te kunnen voeren moet u op tikken. Om terug te keren naar onderkast (kleine letters) moet u opnieuw op tikken.
Paneelvergrendeling inschakelen 1 Druk op de knop (Informatie). 2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen. 3 Tik op tot Veilige instellingen verschijnt en tik vervolgens op Veilige instellingen. 4 Tik op Paneelvergrendeling Pan.vergr. inst. Inschakelen OK. 5 Voer het nieuwe wachtwoord in en tik op OK. 6 Voer het wachtwoord nogmaals in en tik op OK. OPGELET: • Zorg ervoor dat u het wachtwoord niet vergeet. Als u het toch vergeet, kunt u via de volgende procedure het wachtwoord resetten.
De energiebesparingstimer instellen De printer gaat in energiespaarstand wanneer hij een bepaalde tijd niet wordt gebruikt. Via het bedieningspaneel kunt u de Timer Energiespaarstand voor de printer instellen. 1 Druk op de knop (Informatie). 2 Tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Systeeminstellingen Algemeen Timer Energiespaarstand. Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie “Paneelvergrendeling”. 3 Tik op Slaap of Diepe slaap.
Begrip van de systeemmenu’s De systeemmenu’s kunnen geconfigureerd worden via de tabbladen Informatie, Verbruiksartik. en Extra, die geopend kunnen worden door op de knop (Informatie) op het bedieningspaneel te drukken. U kunt de toegang tot bepaalde menu’s beperken door een wachtwoord in te stellen. Op die manier kunt u voorkomen dat andere gebruikers het bedieningspaneel gebruiken en per ongeluk de instellingen wijzigen. Zie “Paneelvergrendeling”.
❚ Rapport/lijst > Foutgeschiedenis Drukt een gedetailleerde lijst af van papierstoringen en fatale fouten. ❚ Rapport/lijst > Afdrukteller Drukt rapporten met het totale aantal afgedrukte pagina’s af. ❚ Rapport/lijst > Kleurtestpagina Drukt een pagina af voor het testen van de kleuren. ❚ Rapport/lijst > Protocol-monitor Drukt een lijst af met gecontroleerde protocollen. ❚ Rapport/lijst > Snelkiezen Drukt de lijst af van alle leden die zijn opgeslagen als snelkiesnummers.
Afdrukken van een rapport/lijst 1 Druk op de knop (Informatie). 2 Tik op Rapport/lijst. 3 Tik op die lijst. totdat het gewenste rapport of lijst verschijnt en selecteer dat rapport of 4 Tik op Afdrukken. Wi-Fi | WPS OPMERKING: • Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. Gebruik het menu Wi-Fi | WPS om instellingen of verbindingen voor het draadloze netwerk te controleren of in te stellen.
Beheerinstellingen De fabrieksinstellingen van alle printerfuncties worden hersteld. Gebruik het menu Beheerinstellingen om de instellingen aan te passen overeenkomstig de configuratieomgeving of uw voorkeuren. Om het menu Beheerinstellingen weer te geven, drukt u op de knop (Informatie) en tikt u vervolgens op het tabblad Extra. ❚ Beheerinstellingen > Telefoonboek Gebruik het Telefoonboek menu om het snelkiezen en de instellingen voor groepsbellen te configureren.
❚ Beheerinstellingen > PCL-instellingen > 2-zijdig afdrukken Specificeert of er op één dan wel op beide zijden van een vel afgedrukt moet worden. Voor dubbelzijdig afdrukken kunt u specificeren of er aan de lange of korte kant ingebonden moet worden. ❚ Beheerinstellingen > PCL-instellingen > Lettertype Specificeert het standaardlettertype uit de in de printer geregistreerde lettertypen. ❚ Beheerinstellingen > PCL-instellingen > Tekenset Specificeert een tekenset voor het gekozen lettertype.
❚ Beheerinstellingen > PCL-instellingen > Beeldverbetering Specificeert of de functie Beeldverbetering moet worden geactiveerd. Deze functie maakt het grensgebied tussen zwart en wit gelijkmatiger zodat de randen minder ruw zijn en de aanblik verbetert. ❚ Beheerinstellingen > PCL-instellingen > Hex Dump Specificeert of de functie Hex Dump moet worden geactiveerd. Deze functie helpt met het opsporen van de oorzaak van een afdrukprobleem.
❚ Beheerinstellingen > PS > Overz PS-fouten Specificeert of de functie Overz PS-fouten moet worden geactiveerd. Deze functie bepaalt of de inhoud van de fouten met betrekking tot de paginabeschrijvingstaal PostScript 3 Compatible wordt afgedrukt. De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in hebt geschakeld. OPMERKING: • instructies van het PS-stuurprogramma overrulen de instellingen die met behulp van het bedieningspaneel zijn gemaakt.
❚ Beheerinstellingen > PDF > Afdrukmodus Specificeert de Afdrukmodus. Normaal Voor documenten met tekens van normaal formaat. Hoge kwaliteit Voor documenten met kleine tekens of dunne lijnen of documenten die worden afgedrukt op een dot matrixprinter. Hoge snelheid Drukt af met een hogere snelheid dan de modus Normaal, maar de kwaliteit is minder.
❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi OPMERKING: • Wanneer de ethernetkabel losgekoppeld is, is het menu Wi-Fi | WPS beschikbaar. • De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. Controleert of specificeert de instellingen van het draadloze netwerk. ❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi OPMERKING: • De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. Specificeert of de Wi-Fi-functie ingeschakeld moet worden.
❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wizard Configuratie Wi-Fi > Handmatige SSID-configuratie > SSID Geeft een naam weer waarmee het draadloos netwerk wordt aangeduid. U kunt maximaal 32 alfanumerieke tekens invoeren. ❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wizard Configuratie Wi-Fi > Handmatige SSID-configuratie > SSID > Infrastructuur Selecteer deze optie als u de draadloze instelling configureert via het toegangspunt (bv. een draadloze router).
❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > WPS inst. OPMERKING: • WPS inst. is alleen beschikbaar als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk. • WPS inst. is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. Configureert het draadloze netwerk met behulp van WPS. Drukknopbediening Configureert de draadloze instellingen met behulp van Wi-Fi Protected Setup-Push Button Configuration (WPS-PBC).
❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > IPsec OPMERKING: • IPsec wordt alleen weergegeven wanneer IPsec ingeschakeld is in Dell Printer Configuration Web Tool. Schakelt IP sec uit. ❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Wi-Fi > Wi-Fi opn. instellen OPMERKING: • De instelling Wi-Fi opn. instellen is alleen beschikbaar als de printer verbonden is met een draadloos netwerk. • De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.
SSID Geeft de naam weer waarmee het Wi-Fi Direct netwerk wordt aangeduid. U kunt ook zelf een naam kiezen van maximaal 32 alfanumerieke karakters. “DIRECT-XX” kan niet worden gewijzigd. Controleer dit bij het selecteren van de naam van het Wi-Fi Direct-netwerk op uw mobiele apparaat. Wachtwoordzin Geeft de wachtwoordzin weer. Controleer dit wanneer u het wachtwoord ingeeft op uw mobiele apparaat. Wachtwoordzin afdrukken Drukt de wachtwoordzin af.
IP-adres ophalen AutoIP Stelt het IP-adres automatisch in. Een willekeurige waarde tussen 169.254.1.0 tot 169.254.254.255 die op dat moment niet in het netwerk in gebruik is, wordt ingesteld als IP-adres. Het subnetmasker is ingesteld als 255.255.0.0. BOOTP Stelt het IP-adres in met behulp van BOOTP. RARP Stelt het IP-adres in met behulp van RARP. DHCP Stelt het IP-adres in met behulp van DHCP. Paneel Gebruik deze optie als u het IP-adres handmatig wilt instellen op het bedieningspaneel.
❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Protocollen Schakelt elk protocol in of uit. De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in hebt geschakeld. LPD Port9100 FTP IPP SMB TCP/IP WSD afdrukken*1 WSD scannen Network TWAIN SNMP UDP*2 E-mailwaarschuwing EWS Bonjour(mDNS) Telnet Adresboek bijwerken HTTP-SSL / TLS Google Cloud Print Afdrukken vanuit widget-apps Scannen naar widget-apps *1 *2 Staat voor Web Services on Devices. Staat voor Simple Network Management Protocol.
❚ Beheerinstellingen > Netwerk > Geavanceerde instellingen > PS-gegevensindeling Specificeert het PostScript 3 Compatible-communicatieprotocol voor een parallelle interface. U kunt de instellingen voor PS-gegevensindeling voor het bekabelde netwerk configureren. De wijziging wordt van kracht nadat u de printer uit en weer in hebt geschakeld. Auto Wordt gebruik wanneer het PostScript 3 Compatible-communicatieprotocol automatisch wordt gedetecteerd.
❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen > Naam faxkoptekst Instelling van het afdrukken van de naam van de zender in de faxkoptekst. ❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen > Lijntype Specificeert het standaardlijntype als PSTN of PBX. ❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxlijninstellingen > Lijnmonitor Specificeert of de instelling Lijnmonitor moet worden ingeschakeld. Stelt het volume van de lijnmonitor in.
❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst Configureert de instellingen voor binnenkomende faxen. ❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst > Ontvangstfunctie Selecteert de standaardfaxontvangstfunctie. Telefoon Automatische ontvangst van faxen is uitgeschakeld. U kunt een fax ontvangen door een code voor ontvangst op afstand in te toetsen op de externe telefoon nadat de hoorn van de telefoon is opgenomen of door op Handm.
❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst > "Junk-fax"-inst. Specificeert of de functie "Junk-fax"-inst. moet worden geactiveerd. Deze functie bepaalt of ongewenste faxen geweigerd moeten worden door alleen faxen afkomstig van in het telefoonboek geregistreerde nummers te accepteren. ❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst > Veilige ontvangst OPMERKING: • De functie Veilige ontvangst is alleen beschikbaar wanneer Pan.vergr. inst.
❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst > 2-zijdig afdruk. Specificeert of de functie 2-zijdig afdruk. moet worden geactiveerd. Met deze functie wordt dubbelzijdig afdrukken voor faxen ingesteld. OPMERKING: • afhankelijk van het formaat van de ontvangen faxen, de instellingen van de laden enz, lukt dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet. ❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen ontvangst > Ontv.
❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending > Faxvoorblad Specificeert of de functie Faxvoorblad moet worden geactiveerd. Deze functie bepaalt of een fax al dan niet een voorblad krijgt. ❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Standaardinstellingen verzending > Faxkoptekst Specificeert of de functie Faxkoptekst moet worden geactiveerd. Deze functie bepaalt of de informatie van de afzender in de koptekst van een fax afgedrukt moet worden.
❚ Beheerinstellingen > Fax Settings > Faxoverzichten > Faxrondzending Stelt in of een verzendresultaat moet worden afgedrukt na een faxverzending naar meerdere bestemmingen. Altijd afdrukken Drukt een verzendingsrapport af na elke faxverzending. Bij fout afdrukken Drukt alleen een verzendingsrapport af indien een fout optreedt. Afdrukken uitschakelen Drukt geen verzendingsrapport af na een faxverzending naar meerdere bestemmingen.
Selecteer een hoge waarde als de printer voortdurend in gebruik is. In de meeste gevallen zal de printer dan steeds klaar zijn voor gebruik, met een minimale opwarmtijd. Selecteer een gemiddelde waarde als u een middenweg zoekt tussen energiebesparing en een kortere opwarmtijd. De printer keert uit de stroomspaarstand terug naar stand-by wanneer er gegevens doorkomen van de computer of van een externe faxprinter.
Papier is op Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer het papier van de printer op is. Toner raakt op Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een toner bijna op is. Autom.wiswaarsch. Selecteert het volume van de toon die 5 seconden voordat de printer automatisch wissen uitvoert, weerklinkt. NFC-verificatie* Selecteert het volume van de toon die weerklinkt wanneer een NFC-kaart ter verificatie in de NFC-lezer wordt geplaatst.
❚ Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen > E-mailserver- adresboek Specificeert of de functie E-mailserver- adresboek moet worden geactiveerd. Met deze functie worden e-mailadressen in het adresboek voor de LDAP-server gezocht. OPMERKING: • U kunt de e-mailadressen alleen opzoeken in het lokale adresboek wanneer de functie E-mailserver- adresboek ingesteld is op Uit. ❚ Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Algemeen > Wizard inschakel. Voert de initiële configuratie van de printer uit.
❚ Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen > Tekst afdrukken Specificeert of de functie Tekst afdrukken moet worden ingeschakeld. Met deze functie worden PDL-gegevens (Page Description Language), die niet ondersteund worden door de printer, als tekst afgedrukt wanneer de printer deze ontvangt. De tekstgegevens worden afgedrukt op papier van het formaat A4 of Letter.
❚ Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen > 2-zijdig gedrukt rapport Specificeert of er op één dan wel op beide zijden van een vel rapporten afgedrukt moet worden. ❚ Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Uitvoerinstellingen > Andere lade gebruiken Specificeert of de functie Andere lade gebruiken moet worden geactiveerd. Deze functie zorgt ervoor dat er een andere papierlade geselecteerd wordt wanneer het papier opraakt in de gespecificeerde papierlade.
Maandinstellingen Stelt de dag van de maand in vóór het verwijderen van de bestanden die alls Beveiligd afdrukken zijn opgeslagen op de RAM-schijf. ❚ Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > ColorTrack-modus Specificeert of de functie ColorTrack-modus moet worden geactiveerd. Met deze functie wordt de toegang tot kleurafdrukken beperkt. ❚ Beheerinstellingen > Systeeminstellingen > Niet-geregistr. gebruiker Specificeert of de functie Niet-geregistr. gebruiker moet worden geactiveerd.
❚ Beheerinstellingen > Onderhoud > Papierzwarting Specificeert de instellingen van papierzwarting. ❚ Beheerinstellingen > Onderhoud > Overdrachteenheid afstellen Past de overdrachtsbijstelling aan wanneer er een vaag beeld van de voorgaande pagina, een deel van de pagina die momenteel wordt afgedrukt enz. weergegeven wordt op de uitvoer. K-scheiding Als er vage zwarte dubbelbeelden verschijnen, verlaag dan de waarde.
❚ Beheerinstellingen > Onderhoud > NVM initialiseren Initialiseert het NV-geheugen (niet-vluchtig geheugen). Wanneer u deze instelling hebt uitgevoerd en de printer opnieuw hebt opgestart, zijn voor alle menuparameters de oorspronkelijke waarden hersteld. Faxsectie gebr. Initialiseert de faxnummervermeldingen in het adresboek. Scansectie gebr. Initialiseert de e-mail- en serveradresvermeldingen in het adresboek. Gebruikersaccount Initialiseert de gebruikersregistratie-informatie. Sectie Gebr.
Het ontladingsverschijnsel voor het opladen van de fotogeleider verschilt bij verschillende waarden van de barometerdruk. Aanpassingen worden uitgevoerd door het opgeven van de hoogte van de locatie waar de printer wordt gebruikt. OPMERKING: • een onjuiste instelling voor hoogte-aanpassing leidt tot slechte afdrukkwaliteit, onjuiste indicatie van resterende toner, enz. ❚ Beheerinstellingen > Onderhoud > Taakgeschiedenis wissen Wist de taakgeschiedenis van alle afgewerkte taken.
Scannen naar e-mail Schakelt de functie Scannen naar e-mail in of uit. Het is ook mogelijk om de functie met een wachtwoord te beperken met behulp van Vergrendeld. Faxen Schakelt de faxfunctie in of uit. Het is ook mogelijk om met behulp van Vergrendeld de functie met een wachtwoord te beperken. Faxdriver Schakelt de faxstuurprogrammafunctie in of uit. Scan naar netwerkmap Schakelt de functie Scan naar netwerkmap in of uit. Scannen naar pc Schakelt de functie Scannen naar pc in of uit.
❚ Beheerinstellingen > Veilige instellingen > Velden Van in e-mail bewerken Specificeert of de functie Velden Van in e-mail bewerken moet worden geactiveerd. Deze functie geeft aan of bewerken van de verzendbron moet worden ingeschakeld wanneer u Scannen naar e-mail gebruikt. ❚ Beheerinstellingen > Veilige instellingen > Ontvanger opn. bevestigen Specificeert of de ontvanger opnieuw moet worden bevestigd voordat een scan of fax wordt verstuurd. OPMERKING: • wanneer het menu Ontvanger opn.
in het menu Beheerinstellingen en het menu Rapport/lijst als beheerder wordt ingelogd. ❚ Beheerinstellingen > Veilige instellingen > NFC-verificatie Specificeert of de instelling NFC-verificatie moet worden geactiveerd. Met deze instelling is verificatie met behulp van de NFC-verificatiekaart mogelijk. OPMERKING: • Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.
Standaardinstellingen Gebruik het menu Standaardinstellingen om de standaardinstellingen van het menu Kopiëren, Scan of FAX te wijzigen. Om het menu Standaardinstellingen weer te geven, drukt u op de knop (Informatie) en tikt u vervolgens op het tabblad Extra. ❚ Standaardinstellingen > Standaardinst. Kopiëren Wijzigt de standaardinstellingen van het menu Kopiëren. De functie Standaardinst. Kopiëren maakt het mogelijk om naast de onderdelen in het menu Kopiëren ook de volgende onderdelen te configureren.
❚ Standaardinstellingen > St-inst. Direct afdrukken/Standaardinstellingen Afdrukken van USB Past de standaardwaarden voor het menu St-inst. Direct afdrukken/Standaardinstellingen Afdrukken van USB aan. Zie “PDF/TIFF afdrukken”. OPMERKING: • Voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw wordt St-inst. Direct afdrukken weergegeven. Voor de Dell S2825cdn wordt Standaardinstellingen Afdrukken van USB weergegeven.
Ladeprompt weergeven Selecteer het keuzevakje om een pop-upmelding weer te geven waarin de gebruiker wordt gevraagd de papiersoort en het papierformaat in lade 1 in te stellen. De fabrieksinstelling staat op aan (geselecteerd). Formaat Specificeert de papiergrootte. Type Specificeert het papiertype. OPMERKING: • Zie “Ondersteunde afdrukmedia” voor meer informatie over ondersteunde papierformaten.
De onderstaande menuparameters zijn uitzonderingen en worden niet teruggezet.
Begrip van de taakmenu’s Afdrukken Gebruik de Afdrukken-menu's om diverse instellingen te configureren voor de functies Beveiligd afdrukken, Persoonlijk postvak, Openbaar postvak en Proefafdruk. Om het Afdrukken-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel Afdrukken. ❚ Afdrukken > Beveiligd afdrukken OPMERKING: • De functie Beveiligd afdrukken is alleen beschikbaar wanneer RAM-disk ingesteld is op Aan.
❚ Afdrukken > Openbaar postvak OPMERKING: • De functie Openbaar postvak is alleen beschikbaar wanneer RAM-disk ingesteld is op Aan. Om aan te geven of en hoe de taak die is opgeslagen als Openbaar postvak moet worden afgedrukt. Gebruikers-ID selecteren Voer het wachtwoord in dat u in het printerstuurprogramma hebt ingesteld. Selecteer een taak Selecteert een taak om af te drukken. Alle select. Selecteert alle documenten die voor deze gebruikersidentificatie zijn opgeslagen.
❚ Afdrukken > Tegelinstellingen Tik op om een aangepaste tegel aan te maken en te bewerken voor de Afdrukken-menu’s. Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer informatie. Kopiëren Gebruik de Kopiëren-menu's om diverse instellingen te configureren voor de kopieerfunctie. Om het Kopiëren-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel Kopiëren. ❚ Kopiëren > Aantal Hiermee stelt u het aantal kopieën tussen 1 en 99 in.
❚ Kopiëren > 2-zijdig kopiëren Hiermee kunt u dubbelzijdige kopieën maken en de inbindpositie selecteren. 1 1-zijdig Kopieert enkelzijdige documenten naar enkelzijdige afdrukken. 1 2-zijdig Kopieert enkelzijdige documenten naar dubbelzijdige afdrukken. U kunt aangeven of de afdruk ingebonden is aan de lange of korte kant. 2 1-zijdig Kopieert dubbelzijdige documenten naar enkelzijdige afdrukken. Voordat u begint te kopiëren, dient u aan te geven of de afdruk ingebonden is aan de lange of korte kant.
Automatisch Verkleint pagina's automatisch zodat deze op één vel papier passen. Handmatig U kunt de verhouding voor verkleinen/vergroten specificeren bij Verkleinen/vergroten. ❚ Kopiëren > Kleurverzadiging Hiermee kunt de kleurverzadiging aanpassen, zodat de kleuren lichter of donkerder worden. ❚ Kopiëren > Kantlijnen Hiermee kunt u de marges instellen voor de bovenkant, onderkant, rechterkant, linkerkant en het midden van de kopie.
Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer informatie. N-op-1 kopiëren Gebruik de menu's van N-op-1 kopiëren om diverse instellingen te configureren voor de functies van N-op-1 kopiëren. Om het N-op-1 kopiëren-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel N-op-1 kopiëren. Aantal Zie “Kopiëren”.
Afzender Toetsenbord Voer het e-mailadres van de verzender in met behulp van de numerieke toetsen. Adresboek Selecteert een e-mailadres van de afzender in het plaatselijke adresboek. Netwerkadresboek Selecteert een e-mailadres van de afzender in het serveradresboek. Scan naar netwerkmap Gebruik de menu's van Scan naar netwerkmap om de gescande gegevens op te slaan op een netwerkserver of computer. Zie “Scaninstellingen”.
❚ Scan naar computer > Tegelinstellingen Tik op om een aangepaste tegel aan te maken en te bewerken voor de Scan naar computer. Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer informatie. ❚ Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstellingen OPMERKING: • De scaninstellingen zijn gelijk voor de functies Scan naar email, Scan naar netwerkmap, Scan naar USB en Scan naar computer.
❚ Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstellingen > Contrast Hiermee past u het contrast aan van gescande gegevens. Een hoger contrast maakt de kleuren donkerder en een lager contrast maakt de kleuren lichter dan het origineel. ❚ Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Scaninstellingen > Scherpte Hiermee stelt u de scherpte in zodat de gescande gegevens scherper of minder scherp worden.
❚ Scan naar email / Scan naar netwerkmap / Scan naar USB / Scan naar computer > Instellingen voor opslaan Tik op om verscheidene instellingen op te slaan voor de scanfunctie als u Scan naar email, Scan naar USB, Scan naar netwerkmap, of Scan naar computer gebruikt. Gebruik deze functie ook om gepersonaliseerde tegels voor het scannen te creëren en te bewerken. Zie “Een aangepaste tegel maken” en “Een aangepaste tegel bewerken” voor meer informatie.
❚ Fax > Faxinstellingen > Resolutie Specificeert de scanresolutie om de uitvoerkwaliteit te verbeteren. Standaard Geschikt voor documenten met tekens van normale grootte. Fijn Geschikt voor documenten met kleine tekens of dunne lijnen of documenten die zijn afgedrukt met een dot-matrixprinter. Superfijn Geschikt voor documenten die bijzonder kleine details bevatten. De modus Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het externe apparaat ook de modus Superfijn ondersteunt. Zie de volgende opmerking.
JPEG afdrukken OPMERKING: • De functie JPEG afdrukken is alleen beschikbaar als een USB-flashstation is aangesloten op de USB-poort aan de voorkant. Gebruik de menu's van JPEG afdrukken om de foto's aan te geven die zijn opgeslagen in de root, bestand of map op een USB-flashstation. Zie “Afdrukinstellingen”. Om het JPEG afdrukken-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home), tikt u op en selecteert u vervolgens de tegel JPEG afdrukken.
❚ PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen > Layout Specificeert de opmaak van de afdruk. Specificeert of er één, twee of vier pagina's op één zijde van een vel afgedrukt moeten worden. Als u Uit (niet schalen) selecteert, worden de delen die niet passen niet afgedrukt (het afdrukformaat wordt niet automatisch aangepast). ❚ PDF/TIFF afdrukken / JPEG afdrukken > Afdrukinstellingen > Beeldtypen Stelt de afdrukkwaliteit in.
Sorteert de zoekresultaten door het selecteren van de sorteervolgorde. Stelt de Afdrukinstellingen in. Geeft de geselecteerde bestanden weer. Er wordt een klein voorbeeld van de drie eerste pagina’s van elk bestand weergegeven. ❚ Dell Document Hub > Bladeren naar bestanden Hiermee zoekt u naar bestanden in de geselecteerde clouddiensten en drukt u die af. Tekstvak Voer de trefwoorden in, zoals de woorden uit de bestandsnaam.
Achtervoegsel toevoegen Voegt tekst toe na de bestandsnaam. Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer Achtervoegsel toevoegen geselecteerd is. Zie “Scaninstellingen” voor meer informatie omtrent andere instellingen. ❚ Dell Document Hub > Slimme OCR-scan Hiermee scant u het document met behulp van optische tekenherkenning (OCR) en slaat u het in de clouddienst op. Bestandsnaam Voer de bestandsnaam in die u wilt gebruiken.
Voorvoegsel toevoegen Achtervoegsel toevoegen Voegt tekst toe vóór de bestandsnaam. Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer Voorvoegsel toevoegen geselecteerd is. Voegt tekst toe na de bestandsnaam. Voornr./achternr. Specificeert de teksten die toegevoegd worden wanneer Achtervoegsel toevoegen geselecteerd is. Zie “Scaninstellingen” voor meer informatie omtrent andere instellingen.
❚ Dell Document Hub > Visitekaart-lezer > Bestandsindeling Hiermee geeft u het bestandsformaat aan waarin de gescande gegevens moeten worden opgeslagen. ❚ Dell Document Hub > Visitekaart-lezer > OCR-taal Specificeert de taal voor de OCR. SharePoint Gebruik de SharePoint-menu's om diverse instellingen te configureren voor SharePoint®. Om het SharePoint-taakmenu weer te geven, drukt u op de knop (Home) en tikt u vervolgens op de tegel SharePoint. OPMERKING: • SharePoint is beschikbaar op de Dell S2825cdn.
Zie “Scaninstellingen” voor meer informatie omtrent andere instellingen. OPMERKING: • Het is niet mogelijk om het wachtwoord voor het PDF-bestand toe te kennen als de gescande gegevens op de SharePoint®-server worden opgeslagen. App toevoegen Gebruik het menu App toevoegen om verschillende tegels toe te voegen aan het Home-scherm.
Dell™ Printer Configuration Web Tool Maak gebruik van Dell Printer Configuration Web Tool om de status van uw netwerkprinter in de gaten te houden, zonder dat u uw werkplek hoeft te verlaten. U kunt de printerinstellingen bekijken en/of wijzigen, de hoeveelheid toner controleren en bevestigen dat het tijd is om verbruiksartikelen te bestellen. Als u de netwerkbeheerder bent, kunt u de printerinstellingen kopiëren naar één of alle apparaten op het netwerk, direct vanuit uw webbrowser.
Dell Printer Configuration Web Tool starten Om Dell Printer Configuration Web Tool te starten, voert u het IP-adres in van de printer in uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet kent, kunt u het opzoeken via het bedieningspaneel, door het rapport met systeeminstellingen af te drukken of met de ping-opdracht. Zie “Verifiëren van de IP-instellingen”. Pagina weergaveformaat Bovenkader Bovenin alle pagina’s staat het bovenkader.
6 Printerafbeelding Geeft de bitmap-afbeelding van de printer weer. Het menu Printerstatus verschijnt in het rechterkader wanneer u op de afbeelding klikt. Linkerkader Aan de linkerkant van alle pagina's staat het linkerkader. De titels van de menu’s die staan vermeld in het linkerkader zijn gekoppeld aan de bijbehorende menu's en pagina's. U kunt doorgaan naar de betreffende pagina door op de tekens te klikken.
8 Informatie over de printer Toont informatie over onderhoudsverzoeken, inventarisrapporten of de status van het huidige geheugen en de engine-codeniveaus. 9 Ladebeheer Toont informatie over de papiersoort en het papierformaat voor elke lade. 10 E--mailserver: Overzicht instellingen Instellen Wachtwoord 11 Opent het menu E-mailserver in het menu Afdrukserverinstellingen om de e-mailserverinstellingen te configureren voor de functies Scan naar e-mail, E-mailwaarschuwing en Fax doorsturen naar e-mail.
2 Knop Nieuwe instellingen toepassen Stuurt nieuwe instellingen, gemaakt via Dell Printer Configuration Web Tool, naar de printer. De nieuwe instellingen van de printer vervangen de oude. 3 Knop Instellingen herstellen Herstelt de oude instellingen, van voor de ingevoerde wijzigingen. De nieuwe instellingen worden niet naar de printer gezonden. De instellingen van menu-items wijzigen In sommige menu's kunt u de printerinstellingen wijzigen via Dell Printer Configuration Web Tool.
Linkerkader Tabblad Menu-onderdeel “Aanpassingen kleurregistratie” “Ontwikk reinig” “Terugstellen” “Afdrukteller initialiseren” “Opgeslagen taken wissen”*1 “Geen Dell-toner” “Hoogte regelen” “Klokinstellingen” “Weblink-aanpassing” “Afdrukserverinstellingen” “Afdrukserverrapporten” “Instellingenpagina afdrukserver” “E-mailserver: Instellingen” “Afdrukserverinstellingen” “Basisinformatie” “Poortinstellingen” “TCP/IP” “SMB” “E-mailserver” “Bonjour (mDNS)” “SNMP” “Scan naar netwerkmap” “SNTP” “AirPrint”
Linkerkader Tabblad Menu-onderdeel “Adresboek” “E-mailadres” “E-mailadres” “E-mailgroep” “Oorspr. instell.” “Serveradres” “Serveradres” “Telefoonboek” “FAX-snelkiezen” “FAX-groep” “Ladebeheer” *1 *2 *3 *4 *5 *6 “Ladebeheer” Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optie RAM-schijf is ingeschakeld. Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de printer via een draadloos netwerk is aangesloten. Draadloze netwerken zijn beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.
Papierladen Status OK Geeft aan dat er nog wel papier in de lade ligt, maar de hoeveelheid is niet bekend. Papier aanvullen Geeft aan dat er geen papier meer in de lade ligt. Uitvoerlade Klep Capaciteit Geeft de maximale capaciteit van de papierlade weer. Formaat Geeft het formaat van het papier in de lade weer. Status Geeft aan dat de lade beschikbaar is wanneer OK wordt weergegeven. Capaciteit Geeft de maximale capaciteit van de papierlade weer.
Voltooide taken Geeft de voltooide taken weer. Tot maximaal de laatste 20 taken worden aangegeven. Klik op de knop Vernieuwen als u het scherm wilt bijwerken. Taakgeschiedenis wissen Voor het verwijderen van de taakgeschiedenis. ID Geeft de taakidentificatie weer. Taaknaam Geeft de bestandsnaam van de taak weer die geheel is uitgevoerd. Eigenaar Geeft de naam van de eigenaar van de taak weer. Hostnaam Geeft de naam van de hostcomputer weer.
Fax wachtend Opgeslagen documenten* * Dit onderdeel is alleen beschikbaar wanneer de optie RAM-schijf is ingeschakeld. Printerinstellingen Het tabblad Printerinstellingen omvat de pagina's Systeeminstellingen, Netwerkinstellingen, USB-instellingen, PCL-instellingen, PS-instellingen, PDF-instellingen, Veilige instellingen, Standaard kopieerinstellingen, Kopie-kleurbalans, Kopieerinstellingen, Standaard faxinstellingen, Faxinstellingen, Standaard scaninstellingen, Standaardinst.
Algemeen Energiebesparing – slaapstand Stelt in hoelang het duurt voordat de printer naar de slaapstand gaat na het afronden van een taak. Energiebesparing – Stelt in hoelang het duurt voordat de printer naar de versterkte slaapstand versterkte slaapstand gaat na het afronden van een taak. Energiebesparingstijd Stelt in hoelang het duurt voordat de printer naar de - Timer Uitschakelen*1 uitschakelstand gaat nadat deze in de versterkte slaapstand is gegaan.
Timers Uitvoerinstellingen Auto opn. instellen Stelt in hoelang het duurt tot de printer automatisch de instellingen herstelt naar de fabriekswaarden als er geen verdere wijzigingen worden aangebracht. Time-out storing Stelt in hoelang het duurt voordat de printer een taak die niet goed wordt afgerond, beëindigt. Standaard papierformaat Stelt de standaard papiergrootte voor het afdrukken in. ID afdrukken Stelt in op welke plaats de gebruikersidentificatie op het afdrukpapier wordt afgedrukt.
USB-instellingen USB-poort Stelt in of de USB-interface op de printer ingeschakeld is. PS Datumnotatie Stelt het PostScript 3 Compatible-communicatieprotocol voor elke interface in. Time-out taak Stelt in hoelang de printer wacht op gegevens van de computer. PCL-instellingen Specificeert de PCL-instellingen (Printer Control Language). PCL-instellingen Papierlade Instellen van de papierlade. Papierformaat Instellen van de papiergrootte.
PS-instellingen PS-foutenrapport Stelt in of de inhoud van de fouten met betrekking tot de taal van de PostScript 3 Compatible paginabeschrijving wordt afgedrukt. Time-out PS-taak Stelt de uitvoeringstijd voor één PostScript 3 Compatible-taak in. Modus papierselectie Stelt de wijze in voor het selecteren van de papierlade voor de PostScript 3 Compatible-modus. Standaardkleur Stelt de standaardkleurmodus in voor de PostScript 3 Compatible-modus. PDF-instellingen Specificeert de PDF-instellingen.
Functiebeheer Kopie Stelt in of de kopieerfunctie met een wachtwoord moet worden beveiligd. Scan naar e-mail Stelt in of de functie Scan naar e-mail met een wachtwoord moet worden beveiligd. Fax Stelt in of de faxfunctie met een wachtwoord moet worden beveiligd. Faxstuurprogramma Stelt in of de functie Faxdriver in- of uitgeschakeld moet zijn. Scan naar netwerkmap Bepaalt of de functie Scan naar netwerkmap met een wachtwoord moet worden beveiligd.
Selecteer de verificatiemethode voor de gebruiker uit lokale verificatie of externe verificatie. Om externe verificatie te gebruiken, is de LDAP- of Kerberos-server vereist om de gebruiker te verifiëren. OPMERKING: • Dit is beschikbaar op de Dell S2825cdn. Aanmelden via desktop Desktop-authenticatie Stelt de verificatiemethode weer. Verificatiesysteem Klik om de pagina Verificatiesysteem weer te geven en de instellingen van het verificatiesysteem te bepalen.
Vervaltijd beveiligde taak Vervalmodus Hiermee kunt u de datum instellen voor het verwijderen van de bestanden die als Veilige afdruk zijn opgeslagen op de RAM-schijf. Vervaltijd Om de tijd op te geven voor het verwijderen van de bestanden die als Veilige afdruk zijn opgeslagen op de RAM-schijf. Herhaling Stelt de periode in waarna de instelling moet worden herhaald. Weekinstellingen Stelt de dag van de week in waarop de instelling moet worden herhaald.
Kopieerinstellingen Dubbelzijdig kopiëren Stelt in of beide zijden van een vel papier bedrukt moeten worden. Origineel inbinden 2 op 1 Stelt inbindpositie voor het dubbelzijdig kopiëren in. Uit Voert geen afdrukken N-op-1 uit. Auto Verkleint pagina's automatisch zodat deze op één vel papier passen. Handmatig U kunt de verhouding voor verkleinen/vergroten specificeren bij Verkl./vergr. Marge boven/onder Instelling van de waarde van de boven- en ondermarges.
Faxlijninstellingen Faxnummer Hiermee kunt u het faxnummer van de printer invoeren om af te drukken in de koptekst van faxen. Land Stelt het land in waar de printer gebruikt wordt. Naam faxkoptekst Hiermee kunt u een naam invoeren om af te drukken in de koptekst van een fax. Lijntype Stelt het standaardlijntype in: Public Switched Telephone Network (PSTN) of Private Branch Exchange (PBX). Lijnmonitor Stelt het volume van de lijnmonitor in.
Standaardinstelli Ontvangstfunctie Telefoon ngen ontvangst Automatische ontvangst van faxen is uitgeschakeld. U kunt een fax ontvangen door een code voor ontvangst op afstand in te toetsen op de externe telefoon nadat de hoorn van de telefoon is opgenomen of door op Ontvangen te tikken bij Op de haak en daarna op Ontvangen te tikken. Zie “Handmatig een fax ontvangen” voor meer informatie. Fax Automatische ontvangst van faxen.
Standaardinstelli Toon Ontv. op ngen ontvangst afstand Ontvangen fax doorsturen Stelt de 2-cijferige ontvangstcode op afstand in, als Ontv.op afstand Aan staat. Wis formaat Stelt in of tekst of afbeeldingen onderaan een faxpagina gewist mogen worden, als de gehele pagina niet op het papier past. Keuze van Auto-reductie verkleint de faxpagina automatisch zodat deze op het uitvoerpapier past. Afbeeldingen of tekst aan de onderkant van de pagina worden niet gewist.
Standaardinstelli Poging. nr.herh. ngen verzending Faxoverzichten Voor het instellen van het aantal pogingen om het nummer te herhalen als de lijn bezet is. Als de waarde 0 ingevoerd wordt, zal de printer het nummer niet herhalen. Interval voor opnieuw kiezen Stelt de tijdsinterval in tussen de pogingen om het nummer te herhalen. Uitgestelde nieuwe verzending Stelt de tijdsinterval in tussen de pogingen om opnieuw te verzenden. Toon/puls Stelt in of er een kiestoon of -puls gebruikt wordt.
Standaardinstellingen Bestandsindeling Scannen Stelt het bestandsformaat in waarin gescande gegevens moeten worden opgeslagen. Uitvoerkleur Stelt in of er gescand moet worden in kleur of in zwart/wit. Resolutie Stelt de standaardresolutie bij het scannen in. Originele formaat Stelt de papiergrootte voor het document in. Dubbelzijdig scannen Stelt in of beide kanten van een document moeten worden gescand. Origineel inbinden Stelt de inbindpositie in voor het dubbelzijdig scannen.
Standaardinst. Direct Uitvoerkleur afdrukken/ Standaardinstellingen Lade selecteren USB direct afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Stelt in of er afgedrukt moet worden in kleur of in zwart/wit. Instellen van de standaard papierlade. Stelt in of beide zijden van een vel papier bedrukt moeten worden. Opmaak Hiermee stelt u de standaard papieropmaak in wanneer Lay-out is geselecteerd. Beeldtypen Hiermee stelt u de beeldkwaliteit van de afgedrukte documenten in.
Als u donkere vlekken ziet op de afdrukken, probeert u het met een hogere spanning. Als u witte vlekken ziet op de afdrukken, probeert u het met een lagere spanning. OPMERKING: • de afdrukkwaliteit verandert afhankelijk van de instelwaarden die u kiest voor dit onderdeel. 2e BTR afstellen Normaal (60-90 g/m2) Stelt de referentiespanningsinstellingen in voor de overdraagrol voor elke papiersoort.
Ontwikk reinig Ontwikkelaar en overdrachteenheid reinigen Klik op Start om de ontwikkelaar in de afdrukmodule om te roeren en de overdrachteenheid te reinigen. Vernieuwen gele toner Klik op Start om de toner uit de afdrukmodule te verwijderen en nieuwe toner toe te voeren uit de Vernieuwen magenta tonercassette. toner Vernieuwen cyaan toner Vernieuwen zwarte toner Terugstellen Initialiseert het NV-geheugen (niet-vluchtig geheugen).
Opgeslagen taken wissen OPMERKING: • De functie Opgeslagen taken wissen is uitsluitend beschikbaar wanneer de optie RAM-schijf is geactiveerd. Wist alle bestanden die zijn opgeslagen op de RAM-schijf. Opgeslagen taken wissen Alle Klik op Start om alle bestanden te wissen die zijn opgeslagen als Veilige Afdruk, Proefafdruk, Persoonlijk postvak en Openbaar postvak op de RAM-schijf. Veilig document Klik op Start om alle bestanden te wissen die als Veilige afdruk zijn opgeslagen op de RAM-schijf.
Afdrukserverinstellingen Stel in het menu Afdrukserverinstellingen het type printerinterface en de vereiste voorwaarden voor communicatie in. Afdrukserverrapporten In het tabblad Afdrukserverrapporten vindt u de Instellingenpagina afdrukserver en de E-mailserver: Instellingen. Instellingenpagina afdrukserver Toont de huidige instellingen van de afdrukserver en het netwerk. E-mailserver: Instellingen Geeft de huidige instellingen voor de e-mailserver, e-mailwaarschuwing en e-mailrapport weer.
Ethernet* Ethernetinstellingen Auto 10Base-T Half-Duplex Detecteert de Ethernetoverdrachtsnelheid en de dubbelzijdige modus. Specificeert de standaardwaarde. 10Base-T Full-Duplex 100Base-TX Half-Duplex 100Base-TX Full-Duplex 1000Base-T Full-Duplex Huidige Ethernetinstellingen MAC-adres Energie-efficiënt Ethernet Poortstatus LPD Schakel het keuzevakje in als u de functie Energie-efficiënt Ethernet wilt inschakelen. Stelt in of elk item al dan niet ingeschakeld is.
TCP/IPinstellingen IP-modus Hostnaam IPv4 IPv6 IP-adresmodus Stelt de methode voor het verkrijgen van het IP-adres in. Handmatig IP-adres Als een IP-adres handmatig wordt ingesteld, dan wordt de IP aan de printer toegewezen in het formaat nnn.nnn.nnn.nnn. Elk octet waaruit nnn.nnn.nnn.nnn bestaat is een waarde tussen 0 en 254. In het eerste octet van een gateway-adres mogen 127 en waarden tussen 224 en 254 niet toegewezen worden.
DNS DNS-Domeinnaam IPv4 DNS-serveradres In- of uitschakelen van de automatische ophalen van instelling van het DNS-serveradres via DHCP. DHCP Handmatig Stelt het DNS-serveradres handmatig in met de DNS-serveradres indeling xxx.xxx.xxx.xxx wanneer DNS-serveradres ophalen van DHCP niet geselecteerd is. IPv6 DNS-serveradres Schakel het keuzevakje in als u het ophalen van DNS-serveradres automatisch van de DHCPv6-lite DHCPv6-lite-server wilt ophalen. Handmatig Stelt het DNS-serveradres in.
WSD Poortnummer Voor keuze van het poortnummer, tot 80 of van 8000 tot 9999. Time-out ontvangen Stelt de periode voor Time-out ontvangen in. Wachttijdbericht Stelt de periode voor Wachttijdbericht in. Maximaal aantal TTL Stelt het maximum aantal TTL in, van 1 tot 10. Maximaal aantal berichtgeving Stelt het maximum aantal berichten in, van 10 tot 20. Netwerk TWAIN Time-out verbinding Stelt de periode voor Time-out verbinding in. FTP Wachtwoord Stelt het wachtwoord in voor FTP.
E-mailserver Configureert gedetailleerde instellingen voor E-mailserver, E-mailwaarschuwing en E-mailrapport. U kunt deze pagina ook weergegeven door te klikken op E-mailserver: Overzicht instellingen in het linker kader. Instellingen e-mailserver Primaire SMTP-gateway Stelt de primaire SMTP-gateway in. SMTPpoortnummer Stelt het SMTP-poortnummer in. Dit moet 25, 465, 587 of een getal tussen 5000 en 65535 zijn. Verzendverificatie e-mail Stelt de verificatiemethode voor uitgaande e-mail in.
Instellingen E-mailwaarschu wing E-maillijst 1 Stelt de acceptabele e-mailadressen voor de e-mailwaarschuwingsfunctie in. Deze bestaan uit maximaal 255 alfanumerieke tekens. Selecteer Supplieswaarsch Schakel het keuzevakje in als u de waarschuwingen uwingen e-mailwaarschuwing voor verbruiksmaterialen voor lijst 1 wilt inschakelen. Waarschuwingen Schakel het keuzevakje in als u de papierverwerking e-mailwaarschuwing voor papierverwerking wilt inschakelen.
LAN1* LAN2* * Hostnaam Stelt een hostnaam in van maximaal 63 alfanumerieke tekens en “-” (koppelteken). De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets invoert. Printernaam Stelt de printernaam in op maximaal 63 alfanumerieke tekens en tekens uit de tekensets. De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets invoert. Wide-Area Bonjour Vink het selectievakje aan om het protocol Wide-Area Bonjour in te schakelen.
Community Name Gebruikersgroepnaam Stelt de gebruikersgroepnaam in voor toegang (alleen (Alleen lezen)*1 lezen) tot de gegevens waarbij gebruik wordt gemaakt van maximaal 31 alfanumerieke tekens. De oorspronkelijke instelling blijft gelden als u niets invoert. De tekens die voor de gebruikersgroepnaam ingevoerd zijn in de vorige instellingen worden niet op het scherm getoond. De standaardgebruikersgroep Lezen is openbaar.
SNMP v3 Bewerkt de gedetailleerde instellingen van het SNMP v3-protocol. Klik, als u deze pagina wilt invoeren, op Eigenschappen SNMP v3 aanpassen op de pagina SNMP. Beheerdersaccount Account geactiveerd Schakel het keuzevakje in als u de beheerdersaccount wilt inschakelen. Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam van de beheerdersaccount in. Verificatiewachtwoord Stelt het verificatiewachtwoord van de beheerdersaccount in met behulp van 8 tot 32 alfanumerieke tekens.
Bonjour IPP-verificatie Naam Voor het invoeren van de naam die weergegeven moet worden voor een AirPrint-printer. Locatie Voer de locatie van de printer in. Geografische locatie Voer de fysieke locatie van de printer. Basisverificatie Schakel het keuzevakje in als u basisverificatie wilt inschakelen. Gebruikersnaam Voer de naam van de gebruiker weer. Wachtwoord Voer het gebruikerswachtwoord in. Voer het wachtwoord Voer het gebruikerswachtwoord ter bevestiging opnieuw opnieuw in in.
Proxyserver Proxyserver gebruiken Stelt in of een proxyserver al dan niet gebruikt wordt. Adres om proxyserver Stelt het adres van de bypassproxyserver in. te omzeilen Servernaam Stelt de naam van de proxyserver in. Poortnummer Stelt het poortnummer in van 1 tot 65535. Verificatie Stelt in of verificatie al dan niet ingeschakeld is. Inlognaam Stelt de aanmeldingsnaam voor de proxyserver in. Wachtwoord Stelt het aanmeldingswachtwoord voor de proxyserver in.
Veiligheidsinstelli Codering ngen Selecteer het coderingssysteem uit de lijst. Geen beveiliging Geef Geen beveiliging op als u de draadloze instelling wilt configureren zonder een coderingstype te kiezen uit WEP, WPA-PSK en WPA-Enterprise. WEP Bepaalt dat WEP via het draadloos netwerk moet worden gebruikt. WPA-PSK AES/WPA2-PSK AES*1, 2 Bepaalt dat WPA-PSK AES/WPA2-PSK AES via het draadloos netwerk moet worden gebruikt.
WPA-PSK WPAEnterprise*4 *1 *2 *3 *4 *5 Wachtwoordzin Stelt de wachtwoordzin in. Voer wachtwoordzin opnieuw in Voer de wachtwoordzin nogmaals om deze te controleren. EAP-identiteit Stelt de EAP-identiteit in voor de verificatie. Verificatiemethode Geeft de verificatiemethode weer. Inlognaam Stelt de inlognaam in voor de verificatie. Wachtwoord Stelt het wachtwoord in. Voer het wachtwoord opnieuw in Controleer het wachtwoord door het nogmaals in te voeren.
Wi-Fi Direct Wi-Fi Direct Stelt in of de Wi-Fi Direct-verbinding is geactiveerd. Groepsrol Stelt de groepsrol van de printer in. Apparaatnaam Bepaalt de naam waarmee het Wi-Fi Direct netwerk wordt aangeduid, met max. 32 alfanumerieke tekens. Controleer dit wanneer u de apparaatnaam selecteert op uw mobiele apparaat. WPS-configuratie Configureert het Wi-Fi Direct-netwerk met behulp van Wi-Fi Protected Setup (WPS).
Instellen Wachtwoord Specificeert het wachtwoord dat nodig is voor toegang tot de configuratieparameters van de printer vanuit Dell Printer Configuration Web Tool. U kunt deze pagina ook weergegeven door te klikken op Wachtwoord instellen in het linker kader. OPMERKING: • U kunt het wachtwoord terugzetten op de standaardinstelling (NULL) door het NVM-geheugen te initialiseren. • U kunt een wachtwoord instellen voor toegang tot Beheerinstellingen.
Servergegevens Optionele gegevens IP-adres/hostnaam en Stelt het IP-adres of de hostnaam in en vervolgens het poort poortadres. LDAP-server Toont de huidige softwaregegevens van de LDAP-server. Basismap voor zoekopdracht Voer het beginpunt in om te zoeken naar een bestemming te zoeken. Voorbeeld: cn=gebruikers, dc=voorbeeld, dc=com Aanmeldgegevens voor toegang tot LDAP-server Selecteer de gebruikte gegevens om toegang te krijgen tot de LDAP-server.
LDAP-verificatie Verificatiemethode Geeft de verificatiemethode weer. Toegevoegde Selecteer of de toegevoegde tekenreeks uit de lijst moet tekenreeks gebruiken worden gebruikt. Tekenreeks toegevoegd aan gebruikersnaam LDAP-verificatie (voor ColorTrack PRO)* Verificatiemethode Voer de toegevoegde tekenreeks in. Specificeert de verificatiemethode van de LDAP-server. Geeft de verificatiemethode weer.
Digitaal certificaat apparaat Zelfondertekend certificaat genereren*2 Klik hierop om de pagina Zelfondertekend certificaat genereren weer te geven en een beveiligingscertificaat van de pagina te genereren. De knop Algemeen zelfondertekend certificaat is alleen beschikbaar wanneer het zelfondertekend certificaat niet is gegenereerd. Publieke sleutelmethode Selecteer de publieke sleutelmethode van het zelfondertekend certificaat.
Digitaal certificaat apparaat Zelfondertekend certificaat uploaden*2 Klik op deze optie om de pagina Upload getekend certificaat en weer te geven en het certificaatbestand vanuit de pagina naar het apparaat te uploaden. Wachtwoord Voer het paswoord in om het certificaatbestand te uploaden. Voer het wachtwoord opnieuw in Voer het wachtwoord ter bevestiging nogmaals in. Bestandsnaam Klik op Bladeren voor het benaderen van de bestandsnaam die naar het apparaat moet worden geüpload.
Digitaal certificaat apparaat Certificaatgegevens*2 Categorie Geeft het op de pagina Beheer van certificaten of SSL/TTS geselecteerde apparaat weer dat gecertificeerd moet worden. Uitgegeven aan Geeft het te certificeren apparaat weer. Uitgever Geeft de te certificeren uitgever weer. Serienummer Geeft het serienummer van het apparaat weer. Publieke sleutelmethode Geeft de publieke sleutelmethode weer. Grootte van de publieke sleutel Geeft de grootte van de publieke sleutel weer.
IPsec-instellingen Protocol Schakel het keuzevakje in als u het protocol wilt inschakelen. IKE Vooraf-gedeelde sleutel wordt weergegeven voor IKE. Vooraf-gedeelde code Bepaalt een vooraf-gedeelde code. U kunt maximaal 255 alfanumerieke tekens, punten en koppelstreepjes gebruiken. Vooraf-gedeelde code opnieuw invoeren Voer de gedeelde code nogmaals om deze te controleren. IKE SA-levensduur Stelt de levensduur voor IKE SA in van 5 tot 28.800 minuten.
OPMERKING: • Dit is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. IP-filter Hiermee geeft u aan of de IP-filterfunctie ingeschakeld moet worden. Met deze functie wordt er alleen een communicatie toegestaan met toestellen waarvan het IP-adres geregistreerd is in de printer. OPMERKING: • Deze functie is niet van toepassing voor communicatie via Wi-Fi Direct. IPv4-filter Schakelt IPv4-filter in of uit. Lijst met IP-filterregels Hier kunt u IP-filterregels toevoegen, bewerken of verwijderen.
Printerinstellingen kopiëren Printerinstellingen kopiëren Het tabblad Printerinstellingen kopiëren omvat de pagina's Printerinstellingen kopiëren en Rapport Printerinstellingen kopiëren. Printerinstellingen kopiëren Kopieert de printerinstellingen naar een of meerdere printers op het netwerk met hetzelfde typenummer. OPMERKING: • Met deze functie kunt u printerinstellingen naar maximaal 10 doelprinters tegelijk kopiëren.
Dell ColorTrack Specificeert welke gebruikers toegang hebben tot kleurendruk en beperkt het afdrukvolume per gebruiker. Dell ColorTrack ColorTrack-modus Uit Geeft de mogelijkheid om gegevens zonder verificatie-informatie af te drukken. Interne modus Hiermee stelt u de verificatiemodus in als Interne modus, waarbij gebruikersinformatie wordt gebruikt die op de printer geregistreerd is.
Instellingen Nummer printergebruiker gebruikersregistratie *1 *2 Geeft het gebruikersregistratienummer weer. Wanneer de gebruiker reeds is geregistreerd, wordt de knop Gebruiker wissen weergegeven. Gebruikersnaam Geeft de gebruikersnaam weer. Wachtwoord Stelt het wachtwoord in met behulp van maximaal 4 tot 12 alfanumerieke tekens. Wachtwoord opnieuw invoeren Controleer het wachtwoord door het nogmaals in te voeren. Beperking kleurmodus Stelt in of het in kleur afdrukken moet worden beperkt.
E-mailadres (Bevestigen/Wijzigen, Aanmaken) Voor het weergeven of bewerken van e-mailadresvermeldingen op de pagina E-mailadres of het aanmaken van een nieuwe vermelding. De onderstaande onderdelen staan in het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u op de optie Bevestigen/wijzigen of Aanmaken op de pagina E-mailadres klikt. E-mailadres ID Geeft de geselecteerde gebruikersidentificatie weer.
E-mailgroep E-mailgroep ID Geeft de gekozen groepsidentificatie weer. Naam Voor het bekijken of bewerken van de naam die is toegewezen aan het groepsidentificatienummer of het invoeren van een nieuwe groepsnaam. Verwijderen* E-mailadres Adressenlijst aan: Met elke knop wordt een lijst getoond met de nummers in die groep identificatienummers aangegeven op die knop. ID Geeft de gebruikersidentificatie weer. Schakel het linker keuzevakje in om de groep aan te maken.
Serveradres Adressenlijst aan: Met elke knop wordt een lijst getoond met de nummers in die groep identificatienummers aangegeven op die knop. ID Geeft de serveridentificatie weer. Naam Geeft de naam van de bestandsmap weer. Hier wordt (Niet in gebruik) getoond als er niets geregistreerd is. Serveradres Geeft het adres van de bestandsmap weer. Verwijderen Verwijdert de registratie van het geselecteerde serveridentificatienummer.
Serveradres ID Geeft de gekozen serveridentificatie weer. Naam Voor het bekijken of bewerken van de naam die is toegewezen aan het serveridentificatienummer of het invoeren van een nieuwe servernaam. Server-type Hiermee kunt u het servertype bekijken wanneer u op de knop Bevestigen/wijzigen klikt. Hiermee kunt u het servertype bewerken wanneer u op de knop Aanmaken klikt. FTP*1 Kies dit om gescande gegevens met het FTP-protocol op een server op te slaan.
Telefoonboek Het tabblad Telefoonboek omvat de pagina's FAX-snelkiezen en FAX-groep. FAX-snelkiezen Toont de faxnummervermeldingen die geregistreerd zijn op de pagina FAX-snelkiezen. FAX-snelkiezen Snelkieslijst aan: Met elke knop wordt een lijst getoond met de nummers in die groep snelkiescodes aangegeven op die knop. Snelkiezen Geeft de snelkiesidentificatie weer. Naam Geeft de naam weer die is toegewezen aan een snelkiesidentificatie. Telefoonnummer Geeft de snelkiescode weer.
FAX-groep ID Geeft het identificatienummer van een faxgroep weer. Naam Geeft de aan de groep toegewezen naam weer. Hier wordt (Niet in gebruik) getoond als er niets geregistreerd is. Verwijderen Verwijdert de vermelding van het geselecteerde groepsidentificatienummer. Bevestigen/Wijzigen Geeft een dialoogvenster weer waarin u de inschrijving voor het geselecteerde groepsidentificatienummer kunt bewerken.
Ladebeheer Lade-instellingen MPF-modus Stelt in of de instellingen van het printerstuurprogramma moeten worden gebruikt voor het formaat en soort papier dat in de multifunctionele invoer (MPF) is geplaatst. MPF-papierformaat*1 Stelt de papiergrootte in van papier dat in de MPF is gelegd. MPF-papiersoort*1 Stelt het soort papier in dat in de MPF is gelegd. MPF Aangepast formaat - Y*1 Stelt de lengte in van papier met aangepast formaat dat in de MPF zit.
Afdrukmediarichtlijnen In dit hoofdstuk wordt het kiezen en behandelen van afdrukmedia beschreven. De printer biedt afdrukken van hoge kwaliteit op een ruime keuze aan afdrukmedia. De keuze van de juiste afdrukmedia voor de printer is belangrijk voor het vermijden van afdrukproblemen. OPMERKING: • gebruik alleen afdrukmedia die geschikt zijn voor laserprinters. Gebruik in deze printer geen papier voor inkjetprinters. Zie “Voor u media plaatst” om het vastlopen van papier te vermijden.
Papier soort Normaal (Licht) Normaal (Normaal) Normaal (Dik) Voorbladen (Dun)*2 Voorbladen (Dik)*2 Ruw oppervlak*2 Gecoat (Normaal)*2 Gecoat (Dik)*2 Etiket (Licht)*2 Etiket (Normaal)*2 Envelop*2 Gerecycled Briefhoofd*2 Voorbedrukt*2 Geperforeerd*2 Kleur Laadvermogen *1 *2 50 vellen standaardpapier Het XPS-stuurprogramma (XML Paper Specification) ondersteunt geen papier met een aangepast formaat. Papiersoort die geen ondersteuning biedt voor het bedrukken van de achterzijde van reeds bedrukt papier.
Papier soort Normaal (Licht) Normaal (Normaal) Normaal (Dik) Voorbladen (Dun)*2 Voorbladen (Dik)*2 Gecoat (Normaal)*2 Gecoat (Dik)*2 Etiketten (Licht)*2 Etiketten (Normaal)*2 Envelop*2 Gerecycled Briefhoofd*2 Voorbedrukt*2 Geperforeerd*2 Kleur Laadvermogen *1 *2 250 vellen standaardpapier Het XPS-stuurprogramma (XML Paper Specification) ondersteunt geen papier met een aangepast formaat. Papiersoort die geen ondersteuning biedt voor het bedrukken van de achterzijde van reeds bedrukt papier.
*1 *2 Het XPS-stuurprogramma (XML Paper Specification) ondersteunt geen papier met een aangepast formaat. Papiersoort die geen ondersteuning biedt voor het bedrukken van de achterzijde van reeds bedrukt papier. OPMERKING: • Voor normaal papier en etiketten kunt u de papierzwarting instellen door het selecteren van Papierzwarting (licht of normaal) onder Onderhoud vanaf het bedieningspaneel, de Werkset of de Dell Printer Configuration Web Tool.
Aanbevolen afdrukmedia De keuze van de juiste media is belangrijk voor storingsvrij afdrukken, zonder dat het papier vastloopt. • Voor de beste afdrukkwaliteit en betrouwbare doorvoer gebruikt u 75 g/m2 (20 lb) xerografisch papier. • Voor de beste afdrukkwaliteit in zwart-wit, gebruikt u 90 g/m2 xerografisch lengte-grein kopieerpapier. • Afdrukmedia voor algemeen zakelijk gebruik bieden ook een aanvaardbare afdrukkwaliteit. • Bij het laserafdrukproces worden afdrukmedia verhit tot hoge temperaturen.
Gebruik enveloppen van 75 g/m2 lengte-grein papier. U kunt als maximaal gewicht 105 g/m2 gebruiken voor de enveloppentoevoer, zolang het katoengehalte niet meer dan 25 procent bedraagt. Enveloppen met een katoengehalte van 100 procent mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m2. • Gebruik enveloppen die bestand zijn tegen temperaturen van 205 °C zonder dat ze gaan plakken, sterk omkrullen, kreuken en zonder dat er gevaarlijke stoffen vrijkomen.
• • Afdrukmedia worden beter bewaard op paletten, in kartons, op planken of in kasten dan rechtstreeks op de vloer. Plaats geen voorwerpen boven op een pak afdrukmedia.
Inleggen van de afdrukmedia Het juist inleggen van de afdrukmedia zorgt voor storingsvrij afdrukken, zonder dat het papier vastloopt. Alvorens de afdrukmedia in te leggen, controleert u de aanbevolen afdrukkant van de afdrukmedia. Deze informatie staat gewoonlijk vermeld op de verpakking van de afdrukmedia. Voor u media plaatst De volgende instructies beschrijven hoe u papierstoringen kunt vermijden: • gebruik alleen afdrukmedia die geschikt zijn voor laserprinters.
1 Trek de lade uit de printer. Voor de optionele 550-velinvoer: a Trek de lade van de optionele 550-velinvoer tot halverwege uit de printer. b Neem de lade met beide handen vast, kantel de voorkant ervan iets omhoog en trek deze vervolgens volledig naar buiten.
2 Stel de papiergeleiders af overeenkomstig het papierformaat dat u wilt plaatsen. OPMERKING: • Wanneer u papier van Legal-formaat plaatst, trekt u de lade uit terwijl u op de hendel op de voorkant van de lade drukt. 3 Voordat u de afdrukmedia plaatst, buigt u de vellen heen en weer en waaiert u de stapel door. Tik met de stapel op een egaal oppervlak om de vellen gelijk te leggen. 4 Leg de afdrukmedia in de papierlade met de aanbevolen kant voor afdrukken naar boven gericht.
5 Zorg ervoor dat de papiergeleiders de stapel met afdrukmedia net raken. OPMERKING: • Als de geleiders te stevig zijn aangedrukt, kan het papier vastlopen. • bij het inleggen van door de gebruiker opgegeven afdrukmedia verstelt u de breedtegeleiders en schuift u het verlengstuk van de lade uit door de lengtegeleider in te drukken en te verschuiven totdat die licht tegen de rand van het papier aan rust. 6 Schuif de lade in de printer tot deze niet meer verder kan.
Op de volgende afbeelding wordt het scherm van lade 1 gebruikt als voorbeeld. OK Configuratie lade 1 Plaats papier in lade1 en config. lade-instelling. hieronder. Ladeprompt weergeven Formaat Type Normaal OPMERKING: • Stel hetzelfde papierformaat en-type in als het papier dat wordt geladen. Er kan een fout optreden als het ingestelde papierformaat of -type verschilt van het geladen papier. 8 Selecteer of tot het gewenste papierformaat verschijnt en selecteer vervolgens het gewenste papierformaat.
• • Wanneer u op enveloppen afdrukt, moet u de lade instellen als afdrukmediabron. Selecteer in het printerstuurprogramma Envelop als papiersoort en selecteer vervolgens het correcte formaat envelop. Stel na het plaatsen van de enveloppen de papiergeleiders overeenkomstig af. Envelop nr. 10, Monarch of DL Plaats de enveloppen met de flap dicht en de afdrukkant omhoog. Zorg ervoor dat de flappen zich aan de linkerkant bevinden als u naar de printer kijkt.
Afdrukmedia in de multifunctionele papierlade (MPF) plaatsen OPMERKING: • Leg geen afdrukmedia in de lade of verwijder deze als er nog afdrukmedia in de multifunctionele papierlade ligt of wanneer nog vanuit de multifunctionele papierlade wordt afgedrukt. Dit kan leiden tot vastlopen van het papier. • Leg geen voorwerpen op de MPF. • Oefen geen overmatige druk uit op de MPF en druk deze niet naar beneden. • Als afdrukmedia vastloopt, probeer deze dan vel voor vel in te voeren via de MPF.
3 Leg alle afdrukmedia met de afdrukkant naar boven en de bovenrand eerst in de MPF. OPMERKING: • de afdrukmedia niet met geweld in de MPF plaatsen. • Als u gecoat papier gebruikt, moet u één vel tegelijk plaatsen. • Zie “Plaatsen van briefhoofd-, voorbedrukt en geperforeerd papier” als u briefhoofd-, voorbedrukt of geperforeerd papier gebruikt. 4 Zorg ervoor dat beide breedtegeleiders de stapel met afdrukmedia net raken. OPMERKING: • Als de geleiders te stevig zijn aangedrukt, kan het papier vastlopen.
Als u enveloppen niet direct uit de verpakking in de MPF legt, kunnen ze kromtrekken. Druk om papierstoringen te vermijden de enveloppen goed plat, zoals op de afbeelding getoond wordt, voordat u deze in de MPF plaatst. Invoerrichting • • • • Gebruik voor één afdruktaak uitsluitend enveloppen van hetzelfde formaat. De maximale hoogte (hoeveelheid) aan enveloppen die in de MPF geplaatst kan worden, is ongeveer 5 mm (0,19 inch) (5 enveloppen).
C5 Wanneer u enveloppen met geopende flappen plaatst, moet u deze laden met de afdrukkant naar boven gericht en de onderrand eerst in de MPF. Wanneer u enveloppen met gesloten flappen plaatst, moet u deze laden met de afdrukkant naar boven gericht en de bovenrand eerst in de MPF. Etiketten plaatsen in de MPF OPMERKING: • Gebruik alleen de aanbevolen etiketten. Zie “Aanbevolen etiketten”. Hieronder wordt beschreven hoe u etiketten kunt plaatsen.
Plaatsen van briefhoofd-, voorbedrukt en geperforeerd papier Briefhoofd-, voorbedrukt en geperforeerd papier moeten met de onderrand eerst en met de afdrukkant omlaag worden geplaatst, zoals getoond wordt op de volgende afbeelding. OPMERKING: • Zorg ervoor dat Briefhfd. 2-zijdig ingesteld is op Inschakelen en dat Type ingesteld is op Briefhoofdpap., Voorbedrukt of Voorgeboord op het bedieningspaneel, zelfs wanneer u enkelzijdig afdrukt.
Als u het koppelen van laden wilt uitschakelen, wijzigt u de papiersoort voor een van de laden naar een unieke waarde. OPMERKING: • Als verschillende soorten afdrukmedia van hetzelfde formaat in de laden zijn gelegd, koppelt de printer deze als de papiersoort niet opgegeven is in de eigenschappen/voorkeuren van het printerstuurprogramma.
Documenten plaatsen U kunt de automatische papierlade voor dubbelzijdig afdrukken (DADF) of de document-glasplaat gebruiken om een document te plaatsen. Als u de DADF gebruikt, kunt u maximaal 50 vellen papier van 75 g/m2 tegelijkertijd plaatsen. Als u de glasplaat gebruikt, kunt u één vel tegelijk plaatsen. OPMERKING: • voor de beste scankwaliteit, met name voor kleurenafbeeldingen of grijstinten, gebruikt u de document-glasplaat in plaats van de DAOD.
Een document in de automatische papierlade voor dubbelzijdig afdrukken (DADF) plaatsen 1 Stel de documentgeleiders af overeenkomstig het formaat van het document dat u wilt plaatsen, en plaats het document met de te bedrukken zijde naar boven en de bovenrand eerst in de DADF. OPMERKING: • Als de geleiders te stevig zijn aangedrukt, kan het papier vastlopen. • Voordat u de documenten op de DADF plaatst, maakt u de randen van de stapel documenten recht.
2 Plaats het document ondersteboven op de document-glasplaat en lijn het uit op de registratiegeleider in de linker bovenhoek van het glas. 3 Sluit de documentklep. OPMERKING: • als u de klep open laat terwijl u kopieert kan dit invloed hebben op de kwaliteit van de kopie en het tonergebruik verhogen. • Als u een pagina uit een boek of tijdschrift kopieert/scant/faxt, tilt u de klep op tot de scharnieren door de stopper worden tegengehouden. Sluit vervolgens de klep.
4 Afdrukken, kopiëren, scannen, faxen en Dell Document Hub Afdrukken 224 Kopiëren 234 Scannen 237 Faxen 264 Dell Document Hub 282 Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf SharePoint® 292 | 223
Afdrukken Dit hoofdstuk geeft tips voor afdrukken, vertelt hoe u bepaalde informatie via de printer kunt afdrukken en hoe u een taak annuleert. OPMERKING: • Het juiste afdrukmedium selecteren en dit correct in de papierlade leggen is cruciaal voor het verkrijgen van afdrukken van een goede kwaliteit en voor het verminderen van papierstoringen. Zie “Afdrukmediarichtlijnen” en “Inleggen van de afdrukmedia”.
Een taak annuleren voor het afdrukken start 1 Druk op de knop (Taakstatus). 2 Tik op de taak die u wilt annuleren. 3 Tik op Stoppen Taak stoppen. Een taak annuleren via een computer Een taak annuleren via de taakbalk (alleen Windows®) Als u een afdruktaak verstuurt, verschijnt er een klein printerpictogram rechtsonder in de taakbalk. 1 Dubbelklik op het printerpictogram. Er verschijnt een lijst met afdruktaken in het printervenster. 2 Selecteer de taak die u wilt annuleren.
5 Selecteer Omslaan korte kant of Omslaan lange kant in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig. OPMERKING: • Zie "Naar korte zijde" en "Omslaan lange kant" voor meer informatie over de opties Omslaan korte kant en Omslaan lange kant. 6 Klik op OK Afdrukken. Voor OS X: In de volgende procedure wordt TextEdit in OS X 10.10 gebruikt als voorbeeld. 1 Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2 Kies Afdrukken in het menu Bestand. 3 Zorg ervoor dat het keuzevakje Dubbelzijdig geselecteerd is in het dialoogvenster.
Naar korte zijde Hierbij wordt ervan uitgegaan dat er wordt ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenkant bij staand formaat en linkerkant bij liggend formaat). De volgende afbeelding toont het inbinden langs de korte zijde voor pagina's in staand en in liggend formaat: Staand Liggend Opgeslagen afdruk gebruiken Wanneer u een taak naar de printer stuurt, kunt u in de printerstuurprogramma opgeven dat u wilt dat de printer de taak in het geheugen opslaat.
drukken. Een opgeslagen afdruktaak wordt na het afdrukken of op een aangegeven tijdstip verwijderd. Vertrouwelijke gegevens verzenden. Voer het wachtwoord in op het Afdrukgegevens. bedieningspaneel. Vertrouwelijk Op het aangegeven tijdstip worden de gegevens verwijderd. Persoonlijk postvak U kunt afdruktaken opslaan in de printer en deze later opnieuw afdrukken met een wachtwoord. De in de printer opgeslagen taken blijven behouden tot u deze met behulp van het bedieningspaneel verwijdert.
aanmerkingen op het afdrukresultaat zijn, kan gekozen worden om meerdere kopieën af te drukken. Zo kunt u een groot aantal foute afdrukken voorkomen. Er wordt één set afgedrukt. Gegevens verzenden. Druk de rest van de sets af via het bedieningspaneel. Controleer of het afdruk-resultaat in orde is. Procedures voor Afdrukken van opgeslagen afdruk OPMERKING: • De functie Opgeslagen afdruk is niet beschikbaar voor afdruktaken die te groot zijn voor het beschikbare geheugen.
5 Selecteer het gewenste document. Als het gewenste document niet weergegeven wordt, tikt u op het scherm te scrollen. of om door Om het aantal kopieën te specificeren, tikt u op Aantal. OPMERKING: • Voor de Veilige afdruk is de optie Aantal niet beschikbaar. 6 Tik voor Veilige afdruk op Afdrukken en verwijderen. Tik voor Persoonlijk postvak op Afdrukken. OPMERKING: • Bij Veilige afdruk worden de gegevens na het afdrukken verwijderd uit het geheugen.
Afdrukken vanaf een USB-stick Met de functie Afdrukken van USB kunt u bestanden die opgeslagen zijn op een USB-flashstation afdrukken zonder hiervoor een computer te gebruiken. OPGELET: • Sluit om schade aan de printer te voorkomen nooit een ander apparaat dan een USB-stick aan op de voorste USB-poort van de printer. • Verwijder de USB-stick pas uit de voorste USB-poort als de printer klaar is met afdrukken.
4 Selecteer het gewenste bestand. Als het gewenste bestand niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm of tikt u op een map. OPMERKING: • Alleen de volgende tekens worden weergegeven op het touch-paneel: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 $ % ’ ‘ - @ {} ~ ! # ( ) & _ ^ • U kunt maximaal 10 PDF-/TIFF- of 100 JPEG-bestanden selecteren en afdrukken in weergavevolgorde. 5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de afdrukinstellingen.
4 Selecteer het gewenste menu-item. Als het gewenste menu-item niet weergegeven wordt, tikt u op het scherm te scrollen. of om door 5 Selecteer de gewenste instelling of voer de waarde in en tik daarna op OK. 6 Herhaal stappen 4 en 5 indien nodig.
Kopiëren OPMERKING: • Als de instelling Functiebeheer op Vergrendeld staat, moet u het 4-cijferige wachtwoord invoeren om de functie te kunnen gebruiken. Als de instelling Functiebeheer op Uit staat, is de functie uitgeschakeld en wordt het menu niet weergegeven op het scherm. Zie “Functiebeheer”. Kopieën maken met behulp van de document-glasplaat OPMERKING: • voor kopiëren is geen computeraansluiting nodig.
6 Tik op Kopiëren. OPMERKING: • U kunt de kopieertaak op elk moment tijdens het scannen van een document annuleren door op Stoppen te tikken. De ID kopiëren gebruiken OPMERKING: • Als de instelling Functiebeheer op Uitschakelen staat, is de functie uitgeschakeld en wordt het menu niet weergegeven op het scherm. Zie “Functiebeheer”. U kunt beide kanten van een ID-kaart, in de originele afmetingen, op één kant van een stuk papier afdrukken door op de optie ID kopiëren op het bedieningspaneel te tikken.
het aanmaken van de nieuwe tegel, beïnvloedt dit niet de instellingen van de tegel die u eerder aanmaakte. Zie “Een nieuwe tegel toevoegen”. OPMERKING: • U kunt dezelfde instelling ook configureren met de Werkset op Dell Printer Hub/Dell Printer Management Tool of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie de helpfunctie voor meer informatie over de Werkset of “Dell™ Printer Configuration Web Tool”. Uw eigen standaardinstellingen specificeren: 1 Druk op de knop (Informatie).
Scannen OPMERKING: • Als de instelling Functiebeheer op Vergrendeld staat, moet u het 4-cijferige wachtwoord invoeren om de functie te kunnen gebruiken. Als de instelling Functiebeheer op Uit staat, is de functie uitgeschakeld en wordt het menu niet weergegeven op het scherm. Zie “Functiebeheer”. Overzicht scannen Met de printer kunt u uw documenten op verschillende manieren scannen. Er zijn twee algemene scanmethodes.
Wanneer u scant boven de aanbevolen resoluties, kan dit de capaciteiten van het programma overschrijden. Om boven de aanbevolen resoluties te scannen, geeft u een voorbeeld (of voorscan) van de afbeelding weer en snijdt u deze bij om de grootte ervan te verkleinen voor u de afbeelding scant. Tips voor Easy Network Scanning • • Het is aan te raden via een netwerk te scannen met de functie Scan naar computer als u niet vertrouwd bent met de configuratie voor netwerkscannen.
Scannen naar een computer via een netwerkverbinding Als de printer met behulp van Web Services on Devices (WSD) verbonden is met een computer via het netwerk voor Scannen naar pc, kunt u gescande gegevens verzenden naar een computer. OPMERKING: • U moet een verbinding instellen met behulp van Web Services on Devices (WSD). • Web Services on Devices (WSD) wordt alleen ondersteund door Windows Vista®, Windows® 7, Windows® 8, Windows® 8.1 en Windows® 10.
Scan naar computer. 3 Tik op OPMERKING: • u kunt in het scanprofiel opgeven of er gescand moet worden via de DADF of via de glasplaat. Zorg er dus voor dat het scanprofiel correct ingesteld is als u het document wilt scannen via de DADF. 4 Selecteer een computer. Als de gewenste computer niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm. Scan naar computer Computer (via USB) PC002 PC003 Terug Scannen 5 Kies het type scan.
Klik op Start Alle programma’s Management Tool. Voor Windows® 10: Klik op de knop Start Dell Printers Dell Printer Hub/Dell Printer Dell Printer Hub/Dell Printer Management Tool. Voor OS X 10.10: Klik op Finder Programma's Dell Dell Color Cloud Multifunction Printer H625cdw/Dell Color Cloud Multifunction Printer - H825cdw/Dell Color Smart Multifunction Printer - S2825cdn en dubbelklik vervolgens op ScanKnop-manager.
4 Kies de vereiste scaninstellingen en klik op Scannen. OPMERKING: • wanneer u met Windows Vista® werkt, gebruikt u tekensoftware zoals Microsoft® Fotogalerie, selecteert u de printer die verbonden is via Web Services on Devices (WSD) en begint u te scannen. Scannen met de TWAIN-driver Met het TWAIN-stuurprogramma kunt u gescande afbeeldingen importeren naar een softwareprogramma zoals Adobe® Photoshop®. OPMERKING: • Zowel USB- als netwerkverbindingen worden ondersteund.
Voor OS X: OPMERKING: • De schermafbeelding kan variëren afhankelijk van het besturingssysteem. Scannen met het stuurprogramma Windows® Image Acquisition (WIA) Windows® Image Acquisition (WIA) is een van de standaardcomponenten die Windows® XP en nieuwere besturingssystemen biedt, en werkt met digitale camera's en scanners.
2 Start de tekensoftware, bijvoorbeeld Microsoft® Paint voor Windows®. OPMERKING: • Wanneer u Windows Vista® of Windows Server® 2008 gebruikt, moet u Windows® Photo Gallery gebruiken in plaats van Microsoft® Paint. • Wanneer u programma's gebruikt die gebruikmaken van Windows® Image Acquisition (WIA) 2.0, zoals Windows® Fax en Scan onder Windows Vista®, Windows® 7, Windows® 8, Windows® 8.1 en Windows® 10, kan de optie Invoereenheid (Scannen van beide zijden) geselecteerd worden voor dubbelzijdig scannen .
Zie “Wi-Fi Direct instellen” om Wi-Fi Direct te configureren en te gebruiken om verbinding te maken. OPMERKING: • Wi-Fi Direct is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. • Er kunnen maximaal 3 mobiele apparaten worden verbonden via het Wi-Fi Direct-netwerk. • Uw mobiele apparaat kan geen verbinding maken met het internet via het Wi-Fi Direct-netwerk van de printer.
Vereiste besturingssystemen: Voor FTP: OPMERKING: • Raadpleeg de handleiding van de software voor meer informatie over het configureren van de FTP-service. • Windows Vista® biedt alleen ondersteuning voor IPv4. • Windows® Windows Server® FTP-service van Microsoft® Internet Information Services • Mac OS X 10.7 of recentere besturingssystemen FTP-service van Mac OS X Voor SMB: Deze functie wordt ondersteund door Windows Server® 2008 of later en Mac OS X 10.7 of later.
Een gebruikersaccount instellen (alleen SMB) Om gescande gegevens te verzenden naar een gedeelde SMB-map, hebt u een gedeelde map nodig op een computer. Om een gedeelde map aan te maken, hebt u een gebruikersaccount met een geldig wachtwoord nodig. Voor Windows®: Als de gebruikersaccount die u wilt gebruiken niet over een inlogwachtwoord beschikt, stelt u via de volgende procedure een wachtwoord in.
In de volgende procedure worden Windows® 7, Windows® 10 en OS X 10.10 gebruikt als voorbeelden. Voor Windows® 7 en Windows® 10: 1 Maak een map aan in de gewenste categorie op uw computer. In deze procedure wordt MyShare gebruikt als voorbeeld van een mapnaam. 2 Klik met de rechtermuisknop op de map en klik vervolgens op Eigenschappen. 3 Klik op het tabblad Delen Geavanceerd delen. 4 Schakel het keuzevakje Deze map delen in. 5 Voer een gedeelde naam in in het vak Sharenaam.
Op de volgende afbeelding wordt Myself gebruikt als voorbeeld van een inlognaam. 9 Klik op OK. 10 Klik op de gebruikersinlognaam die u net ingevoerd hebt en selecteer vervolgens het keuzevakje Volledig beheer. Dit maakt het mogelijk om het document naar deze map te verzenden. OPMERKING: • Gebruik niet Iedereen als aanmeldingsnaam. 11 Klik op OK. OPMERKING: • Om onderliggende mappen toe te voegen, maakt u nieuwe mappen aan in de gedeelde map die u hebt gemaakt.
6 Schakel de keuzevakjes Bestanden en mappen delen via SMB en Accountnaam in. 7 Klik op Gereed. Wanneer u klaar bent met het aanmaken van een gedeelde map, gaat u verder met “De SMB-/FTP-bestemming instellen in het adresboek”. De SMB-/FTP-bestemming instellen in het adresboek U kunt de verbindingsgegevens voor SMB- en FTP-servers registreren in het adresboek met behulp van Dell Printer Configuration Web Tool of Adresboek-editor.
2 Klik op Adresboek. Als er een beveiligingsinlogdialoogvenster verschijnt, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in. OPMERKING: • De standaardgebruikersnaam is “admin” en het standaardwachtwoord is niet ingevuld (blanco). 3 Klik op het tabblad Serveradres Aanmaken.
De pagina Serveradres wordt geopend. 4 Vul de velden als volgt in: Naam Voer een naam naar keuze in. Deze wordt weergegeven als naam voor het serveradres in het adresboek. Server-type Selecteer FTP om documenten te verzenden naar een FTP-server. Selecteer SMB om documenten met behulp van Server Message Block (SMB) te verzenden naar een gedeelde map op uw computer. Serveradres Voer de naam of het IP-adres van de server of computer in. Voorbeeld: • Voor FTP: Servernaam: abc.example.
Server-poortnummer Voer het poortnummer van de server in. Als u niet zeker weet wat het nummer is, kunt u voor FTP de standaard waarde 21 invoeren of 139 voor SMB. Beschikbare poorten zijn: FTP: 21, 5000 - 65535 SMB: 139, 445, 5000 - 65535 Inlognaam Voer de naam van de gebruikersaccount in om toegang te verlenen tot een gedeelde map op uw computer of tot een FTP-server. • Voor FTP: neem contact op met uw systeembeheerder.
3 Vul de velden als volgt in: Naam Voer een naam naar keuze in. Deze wordt weergegeven als naam voor het serveradres in het adresboek. Server-type Selecteer Computer om documenten met behulp van Server Message Block (SMB) te verzenden naar een gedeelde map op uw computer. Selecteer Server om documenten te verzenden naar een FTP-server. Servernaam/IP-adres Voer de naam of het IP-adres van de server of computer in. Voorbeeld: • Voor Computer (SMB): Computernaam: myhost IP-adres: 192.0.2.
Aanmeldingswachtwoord Voer het wachtwoord in dat hoort bij de inlognaam. • Voor Computer (SMB): een leeg wachtwoord is niet geldig in Netwerk (computer). Zorg ervoor dat u een geldig wachtwoord hebt voor de gebruikersinlogaccount. Zie “Een gebruikersaccount instellen (alleen SMB)”. • Voor Server (FTP): neem contact op met uw systeembeheerder. Aanmeld. wachtwrd bevestigen Voer uw wachtwoord opnieuw in. Poortnummer Voer het poortnummer van de server in.
1 Plaats de documenten. Zie “Documenten plaatsen”. 2 Druk op de knop (Home). 3 Steek een USB-flashstation in de voorste USB-poort van de printer. 4 Tik op Scan naar USB. 5 Selecteer een map waarin u de gescande gegevens wilt opslaan. Zie “Een map opgeven waarin u de gescande gegevens wilt opslaan”. 6 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de scaninstellingen. Zie “Scaninstellingen”. 7 Tik op Scannen. OPGELET: • Verwijder de USB-stick niet terwijl de printer de gegevens erop leest.
Hierna worden de procedures beschreven voor het configureren van de functie Scan naar email.
3 Stel de mailserverinformatie als volgt in: OPMERKING: • In deze procedure worden de instellingen van een Gmail-account gebruikt als voorbeeld. De serverinstellingen zijn anders voor elke e-maildienst. • De informatie over de Gmail-account is gebaseerd op informatie van juni 2015. Bezoek de homepage van Gmail voor recentere informatie. a Stel de primaire SMTP-gateway in in het tekstvak Primaire SMTP-gateway. Bijvoorbeeld: smtp.gmail.com b Voer het SMTP-poortnummer in in het tekstvak SMTP-poortnummer.
• Als u iets anders geselecteerd hebt dan POP voor SMTP(normaal) of POP voor SMTP(APOP) in de vervolgkeuzelijst Verzendverificatie e-mail, gaat u verder met stap h. • Als u POP voor SMTP(normaal) of POP voor SMTP(APOP) geselecteerd hebt in de vervolgkeuzelijst Verzendverificatie e-mail, voert u het volgende in. – Voer in het tekstvak POP3-serveradres het POP3-serveradres pop.gmail.com in of als DNS-hostnaam van maximaal 63 tekens. – Voer het POP3-serverpoortnummer in in het tekstvak POP3-poortnummer.
De pagina E-mailadres voor het registreren van een nieuw e-mailadres verschijnt. 3 Voer de volgende informatie in: • Naam • Adres 4 Klik op Nieuwe instellingen toepassen. Een e-mail met de gescande gegevens verzenden 1 Druk op de knop 2 Tik op (Home). Scan naar email. 3 Geef een ontvanger op door een van de volgende handelingen uit te voeren: • Als u rechtstreeks een e-mailadres wilt invoeren: a Tik op het tekstvak Voer adres ontvanger in. b Voer het adres met behulp van het toetsenbord in.
c Tik op Gereed. U kunt details over de ontvanger verwijderen of bekijken, of een e-mailadres instellen als Bcc door op + en de opgegeven ontvanger te tikken. 4 Tik op Afzender en specificeer vervolgens het e-mailadres van de afzender door een van de volgende handelingen uit te voeren: • Als u rechtstreeks een e-mailadres wilt invoeren: a Tik op Toetsenbord. b Voer het adres met behulp van het toetsenbord in. c Tik op Gereed. • Als u een keuze wilt maken in het adresboek: a Tik op Adresboek.
Wanneer de printer verbonden is met een netwerk Wanneer u DHCP gebruikt voor de TCP/IP-instelling van de printer, is het mogelijk dat de beeldvastleggende software de scanner soms niet vindt door een wijziging van het IP-adres dat toegewezen wordt aan de printer. Controleer in dat geval het IP-adres van de printer en verbind vervolgens de scanner door het IP-adres op te geven. In Windows® kunt u het IP-adres van de printer controleren met behulp van Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool.
Voor Windows®: Voor OS X: Wachtwoord voor scanner Voer het wachtwoord in. De standaardscaninstellingen wijzigen OPMERKING: • U kunt dezelfde instelling configureren met Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”. 1 Druk op de knop (Informatie). 2 Tik op het tabblad Extra Scannen. Standaardinstellingen Standaardinst. 3 Selecteer het gewenste menu-item. Als het gewenste menu-item niet weergegeven wordt, tikt u op het scherm te scrollen.
Faxen OPMERKING: • Als de instelling Functiebeheer op Vergrendeld staat, moet u het 4-cijferige wachtwoord invoeren om de functie te kunnen gebruiken. Als de instelling Functiebeheer op Uit staat, is de functie uitgeschakeld en is het menu niet beschikbaar. Zie “Functiebeheer”. Initiële instellingen Om de faxfunctie te kunnen gebruiken, moet u de initiële instellingen uitvoeren.
4 Klik op Configureer de faxinstellingen Volgende. 5 Volg de instructie op het scherm. De initiële faxinstellingen specificeren via het bedieningspaneel Om de faxinstellingen handmatig in te stellen via het bedieningspaneel, moet u de volgende menu's configureren. OPMERKING: • U kunt dezelfde instelling configureren met Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”. • Als Pan.vergr. inst.
4 Selecteer de gewenste instelling of voer een waarde in. Als u een waarde wilt invoeren, tikt u op – of + of gebruikt u de numerieke toetsen of het toetsenbord. 5 Tik op OK. 6 Herhaal stap 3 tot 5 indien nodig. Zie “Fax Settings” voor beschikbare opties. Een fax verzenden U kunt gegevens vanaf de printer faxen. U kunt ook gegevens direct vanaf een computer met een besturingssysteem van Microsoft® Windows® of vanaf een Macintosh-computer faxen. Een fax vanuit het geheugen verzenden 1 Plaats de documenten.
b Voer het snelkiesnummer in met behulp van de numerieke toetsen. c Tik op Gereed. U kunt meer faxnummers toevoegen door op + te tikken. 6 Tik op Verzenden. OPMERKING: • U kunt de faxtaak op elk moment tijdens het verzenden van de fax annuleren door op Stoppen te tikken. Wanneer het document op de glasplaat is geplaatst, wordt u via het scherm om een andere pagina gevraagd. • Wanneer u een nieuw document wilt plaatsen, vervangt u het document door een nieuw document en tikt u op Doorgaan.
Als u een foutbericht ontvangt, tikt u op Close om het bericht te wissen en verzendt u het document nogmaals. U kunt de printer instellen zodat er na elke faxverzending een bevestigingsoverzicht wordt afgedrukt. Zie “Faxverzending”. Automatisch opnieuw kiezen Als het gekozen nummer bezet is of als er geen antwoord komt wanneer u een fax stuurt, kiest de printer het nummer om de minuut nogmaals op basis van het nummer dat in de herkiesinstellingen is ingesteld.
Het scannen wordt gestart en de gegevens worden in het geheugen opgeslagen om op het specifieke tijdstip verzonden te worden. OPMERKING: • Als u de printer opnieuw opstart, worden de opgeslagen documenten verzonden zodra de printer geactiveerd is. • als de gespecificeerde starttijd overlapt met de tijdsperioden voor de beschikbare tijd of de faxfunctie, kan de printer de vertraagde fax niet op de aangegeven tijd verzenden.
Voor Windows®: Voor OS X: 4 Geef de volgende instellingen op. OPMERKING: • De instellingen die hier worden doorgevoerd, worden slechts op één faxtaak toegepast.
Voor OS X: Verzendingsbeeldkwaliteit Selecteer de afdrukkwaliteit. • Standaard: voor documenten met tekens van normaal formaat. • Hoge kwaliteit: voor documenten met kleine letters of dunnen lijnen of documenten die afgedrukt worden met een matrixprinter. • Extra hoge beeldkwaliteit: voor documenten met uiterst fijne details. De superfijnstand wordt alleen ingeschakeld als het externe apparaat ook de resolutie Superfijn ondersteunt.
Naam verzender Voer een afzendernaam in om af te drukken op de faxvooromslag. De naam van de afzender kan uit maximaal 30 tekens bestaan. Als er meer dan 30 tekens worden ingevoerd, worden alleen de eerste 30 tekens afgedrukt. 5 Kies een van de volgende werkwijzen: • Voor Windows®: klik op OK om het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren te sluiten en klik vervolgens op Afdrukken. • Voor OS X: klik op Afdrukken.
Voor OS X: • • Voer de naam en het faxnummer rechtstreeks in. Selecteer een faxnummer in het telefoonboek: Opzoeken in Telefoonboek Kies uit een lijst met faxnummer die opgeslagen zijn in het bestand dat opgegeven is voor Mijn telefoonboek bestand. Apparaatgegevens opzoeken Kies uit een lijst met faxnummers die in het telefoonboek op de printer opgeslagen zijn. Importeren en bestand toevoegen (alleen Windows®) Selecteer een bronbestand (bv. een CSV-bestand, WAB-bestand, MAPI of een LDAP-server).
Voer het wachtwoord in als Pan.vergr. inst. is ingesteld op Inschakelen. Zie “Paneelvergrendeling”. 3 Selecteer het gewenste snelkiesnummer. Als het gewenste snelkiesnummer niet weergegeven wordt, tikt u op door het scherm te scrollen. of om Om direct naar een bepaald snelkiesnummer te gaan voert u dit nummer in met behulp van de numerieke toetsen en sluit af met #. Als er al een snelkiesnummer ingesteld is, worden de naam en het aantal vermeldingen weergegeven op het scherm.
2 Druk op de knop 3 Tik op Fax (Home). Snelkiezen. 4 Voer een snelkiesnummer in met behulp van de numerieke toetsen en tik vervolgens op Gereed. OPMERKING: • als u en sterretje (*) als eerste cijfer gebruikt, kunt u een document naar meerdere locaties verzenden. Als u bijvoorbeeld 00* invoert, kunt u een document verzenden naar de locaties die zijn geregistreerd tussen 001 en 009. 5 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de faxinstellingen. Zie “Faxinstellingen”. 6 Tik op Verzenden.
6 Tik op Toevoegen uit adresboek. OPMERKING: • Het faxnummer moet geregistreerd worden voordat u Toevoegen uit adresboek kunt selecteren. 7 Selecteer het gewenste snelkiesnummer. Als het gewenste snelkiesnummer niet weergegeven wordt, tikt u op door het scherm te scrollen. of om 8 Tik op OK. 9 Herhaal stap 3 tot 8 indien nodig. Wijzigen van groepskiezen U kunt een specifiek snelkiesnummer uit een geselecteerde groep verwijderen of een nieuw nummers aan de geselecteerde groep toevoegen.
Telefoonboek U kunt de in telefoonboeken geregistreerde telefoonnummers selecteren en opzoeken. 1 Plaats de documenten. Zie “Documenten plaatsen”. 2 Druk op de knop 3 Tik op Fax (Home). Telefoonboek. 4 Geef de ontvanger op door een van de volgende handelingen uit te voeren: • Als u een keuze wilt maken in het lokale telefoonboek: a Tik op Personen of Groepen. b Selecteer het gewenste snelkiesnummer of groepskiesnummer. Als het gewenste nummer niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm.
Automatisch een fax ontvangen Om automatisch een fax te ontvangen, gebruikt u de modus FAX, Telefoon/fax of Antw apparaat/fax. De standaardinstelling is de modus FAX. Zie “Ontvangstfunctie”. OPMERKING: • Om de modus Telefoon/fax of Antw apparaat/fax te gebruiken, sluit u een externe telefoon aan op de telefoonstekker aan de achterkant van de printer. Zie “Een telefoon of antwoordapparaat aansluiten”. Handmatig een fax ontvangen In de modus Telefoon of Telefoon/fax kunt u handmatig faxen ontvangen.
Voordat u de optie Distinctive Ring Pattern Detection (DRPD) gebruikt, moet een aparte beldienst door de telefoonmaatschappij op uw telefoonlijn worden geïnstalleerd. Voor het instellen van Distinctive Ring Pattern Detection hebt u een andere telefoonlijn op uw locatie nodig of iemand die uw faxnummer van buitenaf kan bellen. DRPD configureren: OPMERKING: • U kunt dezelfde instelling configureren met de Werkset of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Werkset” of “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.
4 Tik op Beveil. ontv.inst. Inschakelen. 5 Voer een 4-cijferig wachtwoord in en tik vervolgens op OK. Wanneer een fax in de modus Veilige ontvangst wordt ontvangen, slaat de printer deze op in het geheugen en wordt Beveiligd ontvangen van faxen ingeschakeld op het scherm Afdrukken om u te laten weten dat er een fax opgeslagen is. Ontvangen documenten afdrukken: 1 Druk op de knop (Home). Afdrukken.
Serveradres Deze lijst geeft alle nummers weer die op dit moment in het geheugen van de printer als Serveradresboekinformatie zijn opgenomen. Faxactiviteit Dit rapport geeft informatie weer over de faxen die u onlangs hebt ontvangen of verzonden. Fax wachtend Deze lijst geeft de status van wachtende faxen weer. U kunt deze lijst afdrukken om de wijzigingen van instellingen te controleren. Afdrukteller Dit rapport geeft het totale aantal afgedrukte pagina’s weer.
Dell Document Hub Dell Document Hub is de vlot toegankelijke gateway tot diverse cloudservices om u te helpen uw documenten te beheren. Met Dell Document Hub kunt u papieren documenten converteren naar bewerkbare digitale inhoud en ze direct opslaan in uw favoriete cloud-opslagdienst. U kunt naar bestanden zoeken bij verschillende clouds tegelijkertijd en ze dan gemakkelijk delen en afdrukken. OPMERKING: • Dell Document Hub is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw.
3 Volg de instructie op het scherm. Inloggen bij Dell Document Hub 1 Log in bij de printer als geregistreerd gebruiker. 2 Tik op het Home-scherm op Dell Document Hub. Aanmelden bij Dell Doc Hub Nieuwe gebruiker E-mail: E-mail invoeren Wachtwoord: Wachtwoord invoeren E-mail en wachtwoord opslaan Terug Aanmelden 3 Tik op het tekstvak E-mail en voer vervolgens het e-mailadres in. OPMERKING: • U kunt ook tikken op om een recent ingevoerd e-mailadres te selecteren uit een lijst.
1 Geeft aan dat de clouddienst correct gelinkt is met Dell Document Hub. Tik hier om meer informatie weer te geven. 2 Geeft aan dat de cloud-dienst niet of incorrect gelinkt is. Ga naar www.dell.com/dochub om deze opnieuw te linken. Tik hier om meer informatie weer te geven. 3 Geeft aan dat de link van de clouddienst met Dell Document Hub verstreken is. Ga naar www.dell.com/dochub om deze opnieuw te linken. Tik hier om meer informatie weer te geven.
Bestanden zoeken en afdrukken U kunt bestanden zoeken die zijn opgeslagen in cloud-diensten en ze via de printer afdrukken. U kunt bij verschillende cloud-diensten tegelijkertijd zoeken. Deze methode is geschikt wanneer u met sleutelwoorden, zoals de bestandsnaam, wilt zoeken. OPMERKING: • Om bestanden te zoeken in meerdere clouddiensten, gaat u naar www.dell.com/dochub en verbindt u de clouddiensten met Dell Document Hub. 1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op Zoeken naar bestanden.
Door bestanden bladeren en ze afdrukken U kunt naar bestanden in de geselecteerde cloud-diensten bladeren en deze afdrukken. Deze methode is geschikt wanneer u weet in welke cloud-dienst het bestand dat u wilt afdrukken zich bevindt. 1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op Bladeren naar bestanden. Cloudservices Terug Ga naar www.dell.com/dochub om de clouddienst te linken met Dell Document Hub. 2 Tik op de cloud-dienst waarin u wilt bladeren.
Zie “Afdrukinstellingen”. OPMERKING: • U kunt de afdrukinstellingen en het pad naar het bestand als een favoriet opslaan bij de cloud-dienst. 1 Tik op op het scherm Afdrukinstellingen. 2 Geef uw favoriet een naam op het scherm Favoriet opslaan en tik vervolgens op Opslaan. • Als u voor een favoriet dezelfde naam kiest als de naam van een bestaande favoriet, zullen de instellingen en het pad naar het bestand overschreven worden. • U kunt een overbodige favoriet wissen door te tikken op .
b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken. OPMERKING: • U kunt de resultaten sorteren door op te tikken en de sorteervolgorde te selecteren. c Tik op Terug om terug te keren naar het vorige scherm. 3 Tik op Volgende. 4 Tik op het tekstvak Bestandsnaam en voer vervolgens de bestandsnaam in. 5 Tik op het vak Bestandsindeling en selecteer vervolgens een bestandsindeling. 6 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de scaninstellingen. Zie “Scaninstellingen”.
• Tik op een cloud-dienst voor het opslaan van het geconverteerde bestand en voer vervolgens een van de volgende handelingen uit: – Tik op de plaats waar u het geconverteerde bestand wilt opslaan. OPMERKING: • Als de locatie niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm. – Zoek de bestanden in de geselecteerde cloud-dienst. a Tik op . b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.
1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op E-mail mij. E-mail mij Adres: Bestandsindeling: Onderwerp: Terug Verzenden 2 Tik op het vak Bestandsindeling en selecteer vervolgens een bestandsindeling. 3 Tik op het tekstvak Onderwerp en voer een onderwerp in voor de e-mail met de gescande gegevens. 4 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de e-mailinstellingen. Zie “E-mail mij” en “Scaninstellingen”. OPMERKING: • U kunt de e-mailinstellingen als een favoriet opslaan bij de cloud-dienst.
1 Tik op het Dell Document Hub-scherm op Visitekaart-lezer. Visitekaartlezer Adres: Bestandsindeling: vCard (visitekaart) Onderwerp: Terug Verzenden 2 Tik op het tekstvak Onderwerp en voer een onderwerp in voor de e-mail met het vCard-bestand. 3 Tik op en controleer en wijzig vervolgens de e-mailinstellingen. a Tik op OCR-taal en selecteer een taal. b Tik op Terug om terug te keren naar het vorige scherm. 4 Tik op Verzenden.
Rechtstreeks afdrukken en scannen vanaf SharePoint® U kunt vanaf de printer rechtstreeks verbinding maken met de SharePoint®-server om documenten vanaf de server af te drukken of gescande gegevens op de server op te slaan. OPMERKING: • Deze functie is beschikbaar op de Dell S2825cdn. • Met deze functie kunt u enkel door PDF- en JPEG-bestanden bladeren, deze afdrukken en ze opslaan. Afmelden Afdrukken Scannen Afsluiten De SharePoint®-server registreren. U kunt maximaal 10 servers registreren.
De server-URL-lijst bewerken U kunt de server-URL-lijst bewerken op het Configuratie-scherm. Tik op de gewenste server-URL en tik dan op Verwijderen of Bewerken. Inloggen bij de SharePoint®-server 1 Log met behulp van Lokale authenticatie in bij de printer als een geregistreerd gebruiker. 2 Tik op het Home-scherm op SharePoint. Het scherm Aanmelden SharePoint wordt weergegeven.
Het scherm Afdrukken vanuit SharePoint wordt weergegeven. Afdrukken vanuit SharePoint Terug geselect. Afdrukken 2 Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken door een van de volgende handelingen uit te voeren: • Tik op het bestand dat u wilt afdrukken. OPMERKING: • Als het gewenste bestand niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm. Zoek de bestanden op de geselecteerde SharePoint®-server. a Tik op . b Voer de bestandsnaam of sleutelwoorden in en tik vervolgens op Zoeken.
Het volgende SharePoint-scherm wordt weergegeven. Terug Volgende Als u de gescande gegevens in deze map wilt opslaan, tikt u op Volgende en gaat u verder naar stap 3. 2 Selecteer de map voor het opslaan van de gescande gegevens door een van de volgende handelingen uit te voeren: • Tik op de map waar u de gescande gegevens wilt opslaan en tik vervolgens op Volgende. OPMERKING: • Als de gewenste map niet weergegeven wordt, veegt u met uw vinger over het scherm.
5 Uw printer leren kennen 296 Werken met de software van uw printer 297 Gebruikersverificatie 312 Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen 316 Het adresboek en telefoonboek gebruiken 319 Gebruik van digitale certificaten 326 Printerberichten begrijpen 335 Specificaties 346 |
Werken met de software van uw printer Overzicht Gebruik de disc Software and Documentation om een combinatie van softwareprogramma’s/hulpmiddelen te installeren. Hieronder vindt u meer informatie over de compatibiliteit van de softwareprogramma’s/hulpmiddelen en besturingssystemen.
• Printer Embedded Web Server (EWS) Geeft Dell Printer Configuration Web Tool weer. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”. • Configuratietool Configureert de IP-adresinstellingen, faxinstellingen en Wi-Fi-instellingen. OPMERKING: • Wi-Fi-instellingen zijn beschikbaar voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw. • Applicatiebeheer Zie “Applicatiebeheer”. Zie FAQ in Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool.
Selecteer voor Dell Printer Management Tool de printer die standaard weergegeven wordt, of selecteer een andere printer in de vervolgkeuzelijst in de rechterbovenhoek van het startscherm. 3 Klik aan de linkerkant van het scherm op Werkset. Zie de helpfunctie van de Werkset voor meer informatie. Adresboek-bewerker Met de Adresboek-editor kunt u contactgegevens zoals telefoonnummers en e-mailadressen registreren. Zie “Via de Adresboek-bewerker”.
Applicatiebeheer Applicatiebeheer is een hulpprogramma waarmee u apps op de printer kunt installeren, updaten en verwijderen. OPMERKING: • Applicatiebeheer wordt ondersteund door Windows® 7 en recenter. Applicatiebeheer starten De volgende procedure gebruikt Windows® 7/Windows® 10 als voorbeeld. Voor de Dell H625cdw en Dell H825cdw 1 Voor Windows® 7: Klik op Start Alle programma's Dell Printers Dell Printer Hub. Voor Windows® 10: Klik op de knop Start Dell Printer Hub.
• Bestellen van benodigdheden Hiermee opent u de website waarop u verbruiksartikelen kunt bestellen Alvorens de Status Monitor Widget te installeren Besturingssystemen • • • • Mac OS X 10.7 OS X 10.8 OS X 10.9 OS X 10.10 Netwerkprotocols en interfaces • • • • LPR Socket 9100 Bonjour USB 2.0 en 1.1 (Wanneer er meerdere printers van hetzelfde model zijn aangesloten via USB-kabels, kunt u alleen de eerst herkende printer controleren in de Status Monitor Widget.
De Status Monitor Widget openen en sluiten De Status Monitor Widget openen 1 Klik op het pictogram Dashboard in het Dock. OPMERKING: • Als de Statusmonitor n iet wordt weergegeven, klikt u op het (Plus)-teken in de linker onderhoek van het scherm en klikt u vervolgens op het pictogram van de Statusmonitor op de Widgetbalk. • in het weergegeven bericht Een printer selecteren selecteert u de printer in Voorkeuren. Zie “Voorkeuren”.
Het meldingsgedeelte van de printerstatus Hier vindt u een bericht over de huidige printerstatus. OPMERKING: • De Status Monitor Widget haalt printerinformatie op waarbij het de bijgewerkte interval gebruikt die u kunt instellen in Voorkeuren. De printerstatus wordt eveneens vernieuwd wanneer het Dashboard verschijnt of Voorkeuren wordt gesloten. • Als de Status Monitor Widget geen respons krijgt van de printer, wordt het bericht Kan geen printerinformatie ophalen weergegeven.
Het venster Bestellen In dit venster vindt u informatie voor het online of telefonisch bestellen van printerbenodigdheden. U opent het venster Bestellen als volgt: Klik op Bestellen van benodigdheden in het venster Printerstatus. OPMERKING: • wanneer wordt waargenomen dat de toner aan het opraken is, verschijnt het venster Bestellen. Order online • Via de hyperlink Bezoek de bestelwebsite van Dell voor printerbenodigdheden. Opent de website voor het bestellen van printerbenodigdheden van Dell.
Klik op de knop info (i) in het venster Printerstatus. OPMERKING: • De knop info (i) verschijnt rechtsonder in het venster als de cursor boven het venster Printerstatus staat. De knop info (i) wordt standaard gebruikt in alle widgets. Printer Hier vindt u een lijst met beschikbare printernamen in het vervolgkeuzemenu. De printer die als eerste in deze lijst wordt weergegeven, wordt als standaardprinter ingesteld. Statusupdate-interval U kunt de update-interval opgeven voor de status van de printer.
Alvorens de Status Monitor Console te installeren OPMERKING: • voor de Statusmonitor-console moeten de volgende modules zijn geïnstalleerd. - Python, PyGTK, Net-SNMP, cups-libs en xdg-open Controleer of deze modules zijn geïnstalleerd alvorens u de Statusmonitor-console installeert. • de Statusmonitor-console is beschikbaar wanneer de printer is aangesloten op een netwerk (LPR of Socket 9100). Er is geen ondersteuning van USB-aansluitingen.
Printerlijst Alle printers die zijn geregistreerd in het Common UNIX Printing System (CUPS) worden in een lijst vermeld. • Statusiconen: Gereed Onbekend/Offline/Toner bijna op/Papier bijna op Deur open/Vastgelopen papier/Toner op/Papier op Knop Settings Opent het venster Instellingen. Knop Details Opent het venster Printerstatus. Als er een niet-ondersteunde printer geselecteerd is, wordt Dell Printer Configuration Web Tool geopend. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”.
Het afbeeldingsgedeelte van de printerstatus • Iconen voor de huidige tonerstatus Hiermee geeft u iconen weer voor de huidige status van elke toner. Het niveau van de toner is meer dan 30 procent. Het niveau van de toner is minder dan 29 procent. Het niveau van de toner is minder dan 9 procent. Het niveau van de toner is onbekend. • Beelden Geschatte tonerniveau: Houdt u op de hoogte van de hoeveelheid toner die nog voor iedere kleur beschikbaar is.
Klik op Dell Printers Dell Supplies Management System. Select Printer Model Selecteer de naam van het printermodel. Order online • De knop Order Supplies Online – Wanneer de Standaard URL is geselecteerd in Select Reorder URL: Geeft het venster Service-tag weer. – Wanneer de Premier URL is geselecteerd in Select Reorder URL: Opent de website voor inkoop en ondersteuning. • Select Reorder URL Hier vindt u een lijst met beschikbare URL’s via welke u Dell-printerbenodigdheden kunt bestellen.
Het venster Service Tag Voer de Service Tag voor de Dell-printer in. OPMERKING: • Zie “Express Service Code en Service Tag” voor meer informatie over service-tags. Het venster Settings Klik op de knop Settings in het venster Printer Selection. Status bijwerken • Het keuzevakje Printer Status is regularly updated Schakel het keuzevakje in om het bijwerken van de printerstatus in een opgegeven interval in te schakelen. • Tekstvak Update interval Geef het update-interval op voor de status van de printer.
Het geselecteerde URL-adres wordt ingesteld als standaardwebsite voor Select Reorder URL in het venster Dell Supplies Management System. Software bijwerken Updates van software, stuurprogramma’s en firmware kunt u downloaden via de Dell-ondersteuningswebsite op www.dell.com/support.
Gebruikersverificatie Met de instelling voor gebruikersverificatie kunt u maximaal 18 met een wachtwoord beveiligde gebruikersaccounts maken en beheren. Elke accountgebruiker kan het Home-scherm aanpassen en de wijzigingen opslaan. U kunt als gebruikersauthenticatiemethode kiezen tussen lokale authenticatie of authenticatie op afstand. Om externe verificatie te gebruiken, is de LDAP- of Kerberos-server vereist om de gebruiker te verifiëren.
U kunt een voorbeeld van uw aangepaste tegel bekijken in Voorbeeld. Accountinstellingen 1/2 Accountnaam Voorbeeld Guest Guest Tegelkleur Print Terug Volgende 5 Tik op Volgende. 6 Voer het wachtwoord voor de account en de NFC-ID in. Om het Home-scherm van uw account weer te geven wanneer u de printer inschakelt, schakelt u het keuzevakje Eerste aanmelding in. OPMERKING: • Als geen account is ingesteld als Eerste aanmelding, wordt het portaalscherm weergegeven wanneer u de printer inschakelt.
Inloggen op de gebruikersaccount U kunt op twee manieren inloggen op de account: via het bedieningspaneel of door in te loggen met de kaart voor NFC-verificatie. OPMERKING: • NFC-verificatie is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. Inloggen met het bedieningspaneel 1 Schakel de printer in en wacht tot het portaalscherm wordt weergegeven. 2 Tik op de tegel van de account waarop u wilt inloggen.
Voer de aanmeldingsnaam en het wachtwoord in die geregistreerd staan bij de LDAP- of Kerberos-server om aan te melden bij de printer. Voor LDAP: Voor Kerberos: Uitloggen Als er een account is die als Eerste aanmelding werd opgegeven, dan wordt het Home-scherm van de account altijd weergegeven als de printer wordt ingeschakeld. Als u op een andere account wilt inloggen, moet u eerst uitloggen. 1 Druk op de knop (Inloggen/Uitloggen).
Meerdere bureaubladen- Tegels aanpassen Het Home-scherm ziet eruit als het bureaublad van uw computer en kan worden aangepast aan uw voorkeuren of werkwijze. Zo kunt u bijvoorbeeld alleen de tegels die u vaak gebruikt weergeven of de tegels opnieuw schikken zodat de tegels die u vaak gebruikt gemakkelijk toegankelijk zijn.
Een nieuwe tegel met taakinstellingen maken U gebruikt vaak dezelfde instellingen om bijvoorbeeld een bepaald document te kopiëren. U kunt een tegel met die taakinstellingen aanmaken en deze opslaan op het Home-scherm. Een aangepaste tegel maken Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld uitgelegd hoe u een aangepaste tegel voor kopiëren maakt. Als u aangepaste tegels voor andere taken wilt maken, zoals faxen, scannen of afdrukken, volgt u dezelfde procedures in het scherm met taakinstellingen van elke taak.
Tegels verplaatsen of verwijderen U kunt uw tegels verplaatsen op of verwijderen van het Home- of groepsscherm. Zie “Tegels verplaatsen, toevoegen of verwijderen”.
Het adresboek en telefoonboek gebruiken Er zijn diverse adresboeken beschikbaar voor het scannen en faxen. In adresboeken kunt u contactgegevens opnemen, bijvoorbeeld e-mailadressen, faxnummers en servergegevens en snel de ontvanger kiezen of het adres vinden. U kunt de gegevens in het adresboek oproepen via de printer of een externe LDAP-server. OPMERKING: • Het Telefoonboek is in dit deel beschreven als een van de adresboeken.
Vermeldingen toevoegen aan of bewerken in het adresboek Er zijn drie manieren waarop u vermeldingen kunt toevoegen aan het adresboek of ze kunt bewerken: • Via het bedieningspaneel van de printer • Adresboek-bewerker • Dell Printer Configuration Web Tool Functies Kenmerken Soorten adresboeken Invoermethode Bedieningspan Adresboek-be Dell Printer eel van de werker Configuration printer Web Tool Scannen E-mail Adresboek E-mailgroep Serveradresboek (LDAP-server) Fax Netwerk Adresboek Fax Telefoonboek
Selecteer voor Dell Printer Management Tool de printer die standaard weergegeven wordt, of selecteer een andere printer in de vervolgkeuzelijst in de rechterbovenhoek van het startscherm. 3 Klik aan de linkerkant van het scherm op Adresboek-editor. OPMERKING: • U kunt ook de Adresboek-editor starten vanuit het stuurprogramma Rechtstreeks faxen. Adresboek-editor op OS X starten Zie “Via de Adresboek-bewerker”.
Gebruik van het serveradresboek en servertelefoonboek Met het E-mailserver-adresboek en het Faxserver-adresboek kunt u een e-mailadres of faxnummer van een ontvanger die opgeslagen is op de externe LDAP-server specificeren wanneer u gescande gegevens per e-mail of fax verzendt.
2 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Instellingen verificatiesysteem onder Verificatietype de optie LDAP als verificatiemethode en klik daarna op Nieuwe instellingen toepassen. OPMERKING: • Selecteer Kerberos als verificatiemethode als de server waar u toegang tot krijgt de Kerberosverificatie gebruikt. Voer de nodige informatie in Kerberos-server in onder het tabblad Beveiliging om toegang te krijgen tot de Kerberos server. Zie “Kerberos-server”. 3 Klik op Printer opnieuw starten.
c Voer de aanmeldingsnaam in in het tekstvak Aanmeldingsnaam. d voer het wachtwoord in door 1 tot 127 alfanumerieke tekens te gebruiken in het tekstvak Wachtwoord. Als het wachtwoord leeg wordt gelaten (NULL), kunt u zich niet aanmelden bij een server. e Controleer het ingestelde wachtwoord door het nogmaals in te voeren in het tekstvak Wachtwoord opnieuw invoeren. f Selecteer Wachtlimiet voor LDAP-server bij Time-out bij zoeken om de door de LDAP-server opgegeven wachttijd te volgen.
Scan naar email. 2 Tik op 3 Tik op Adresboek. Scan naar email Voer adres ontvanger in Afzender: Adresboek Terug Verzenden 4 Tik op Netwerkadresboek. 5 Voer een trefwoord in met behulp van het toetsenbord en tik op Zoeken. 6 Tik op een ontvanger uit het zoekresultaat en tik dan op Gereed. 7 Tik op Verzenden. Een fax versturen met behulp van de Faxserver- adresboek 1 Druk op de knop (Home). Fax. 2 Tik op 3 Tik op Telefoonboek.
Gebruik van digitale certificaten De controlemogelijkheid bij het gebruik van digitale certificaten verhoogt de veiligheid bij het verzenden van afdrukgegevens of instelgegevens. In dit hoofdstuk wordt de omgang met digitale certificaten beschreven. De printer ondersteunt de volgende formaten van digitale certificaten.
2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS. 3 Klik op Zelfondertekend certificaat genereren van Digitaal certificaat apparaat. 4 Selecteer de grootte van de publieke sleutel uit de lijst Grootte van de publieke sleutel. 5 Stel de uitgever van het zelfondertekende certificaat in. 6 Klik op Zelfondertekend certificaat genereren. Wanneer het zelf ondertekende certificaat gegenereerd is, verschijnt de knop Start printer opnieuw op. 7 Klik op Printer opnieuw starten.
Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”. 2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS. 3 Klik op Upload getekend certificaat van Digitaal certificaat apparaat. 4 Voer een wachtwoord in. OPMERKING: • Er is geen wachtwoord vereist voor het importeren van een certificaat in PKCS#7-formaat (bestandsextensie .p7b). 5 Voer het wachtwoord opnieuw in. 6 Klik op Bladeren bij Bestandsnaam en selecteer vervolgens het te importeren bestand. 7 Klik op Importeren.
1 Start Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell Printer Configuration Web Tool starten”. 2 Klik op Afdrukserverinstellingen Certificaatbeheer. het tabblad Beveiliging SSL/TLS 3 Klik op Certificaatbeheer. 4 Selecteer de categorie uit de lijst Categorie. 5 Selecteer het gebruiksdoel uit de lijst Doeleinden certificaat. 6 Klik op Lijst weergeven. OPMERKING: • wanneer er meer dan 20 certificaten op de lijst staan, druk dan op Volgende om de volgende pagina weer te geven.
• Wijzig voor IPsec de IKE-instelling in Vooraf gedeelde sleutel of zet de functie op UIT. Wijzig voor draadloos LAN de instelling voor draadloze beveiliging naar een andere instelling dan WPA-Enterprise voordat u het certificaat verwijdert. De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. • Een digitaal certificaat exporteren OPMERKING: • voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen.
3 Zorg ervoor dat het certificaat correct ingesteld is in IPsec. Zie “De instellingen van een digitaal certificaat bevestigen”. 4 Selecteer Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging IPsec. 5 Schakel het keuzevakje Inschakelen voor Protocol in. 6 Klik op Digitale handtekening in de lijst IKE. 7 Stel elk onderdeel in zoals nodig. 8 Klik op Nieuwe instellingen toepassen. Nadat de printer opnieuw is gestart, is de IPsec-communicatie met gebruik van digitale handtekeningen ingeschakeld.
2 Klik op Afdrukserverinstellingen het tabblad Beveiliging SSL/TLS. 3 Schakel het keuzevakje Inschakelen voor LDAP-SSL/TLS-communicatie in. 4 Klik op Nieuwe instellingen toepassen. De printer wordt opnieuw opgestart en Communicatie tussen LDAP – SSL/TLS is ingeschakeld. Instelling voor Wireless LAN WPA-Enterprise (EAP-TLS) OPMERKING: • voor het beheren van digitale certificaten moet u HTTPS-communicatie instellen. Zie “Voorbereiden om HTTPS-communicatie te gebruiken”.
d Selecteer het draadloos LAN (client) uit de lijst Doeleinden certificaat. e Selecteer in Certificaatvolgorde hoe de certificaten moeten worden gesorteerd in de Certificaatlijst. Deze instelling is niet noodzakelijk wanneer u de certificaatvolgorde niet hoeft aan te geven. f Selecteer het betreffende certificaat. Controleer of de Geldigheid van het geselecteerde certificaat ingesteld is op Geldig. g Klik op Certificaatgegevens.
c d e f Klik op Vertrouwde certificeringsinstanties onder Categorie. Selecteer het gebruiksdoel uit de lijst Doeleinden certificaat. Klik op Lijst weergeven. Selecteer het betreffende certificaat. Controleer of de Geldigheid van het geselecteerde certificaat ingesteld is op Geldig. g Klik op Certificaatgegevens. h Controleer de inhoud en klik vervolgens in de rechterbovenhoek op Dit certificaat gebruiken. 3 Zorg ervoor dat het certificaat correct ingesteld is. a Start Dell Printer Configuration Web Tool.
Printerberichten begrijpen Het touch-paneel van de printer laat foutberichten zien die de actuele staat van de printer beschrijven en geeft een aanduiding van mogelijke printerproblemen die u moet oplossen. In dit hoofdstuk vindt u een lijst met statuscodes of foutmeldingen en instructies voor het oplossen van foutmeldingen. Wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning in verband met een storing, houd dan de statuscodes en meldingen bij de hand.
Statuscode Wat u kunt doen 016-504 Kan de hostnaam van de e-mail POP3-server niet omzetten. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de POP3-server en de DNS-server correct zijn ingesteld. 016-505 Aanmeldingsfout op de e-mail POP3-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de POP3-server correct zijn ingesteld.
Statuscode Wat u kunt doen 016-720 Er heeft zich een fout voorgedaan die verband houdt met emulatieproblemen van de Page Description Language (PDL). Verander de instelling voor de Afdrukmodus op het tabblad Kleuropties van het printerstuurprogramma. Neem contact op met customersupport als deze fout zich herhaalt. 016-756 Er wordt afgedrukt tijdens de niet-toegestane tijd. Neem contact op met uw systeembeheerder. 016-757 Dit account is niet geregistreerd. Neem contact op met uw systeembeheerder.
Statuscode Wat u kunt doen 024-965 Controleer of het formaat en type die zijn aangegeven bij de lade-instellingen overeenkomen met het formaat en type van het papier dat is geplaatst in de lade. 024-966 024-969 026-721 Controleer uw USB-stick: • Misschien is de bestandsgrootte of het aantal bestanden te hoog voor uw USB-stick. • Misschien is uw USB-stick tegen wegschrijven beschermd. 027-446 Verander het IPv6-adres om dubbele adressen te voorkomen. Zet de printer uit en daarna weer aan.
Statuscode Wat u kunt doen 031-530 De gedeelde SMB-map werd niet gevonden op de aangegeven SMB-server. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer het volgende: • Controleer of de opslaglocatie juist is. • Controleer of de bestandsnaam die u hebt opgegeven kan worden gebruikt als er een bestand wordt aangemaakt op de SMB-server.
Statuscode Wat u kunt doen 031-545 Aanmeldingsfout SMB-server. Het wachtwoord moet gewijzigd worden. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Vraag de systeembeheerder of uw wachtwoord gewijzigd moet worden. 031-546 Aanmeldingsfout SMB-server. Er is een ongeldige gebruiker opgegeven. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Neem contact op met de systeembeheerder voor de instellingen van de bestemmingsserver.
Statuscode Wat u kunt doen 031-581 De limiet van het FTP-scanbestand of de mapnaam is overschreden. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Wijzig de bestandsnaam en bestemmingsmap of verplaats of verwijder bestanden in de bestemmingsmap. 031-582 Kan geen scanbestand wegschrijven op de FTP-serverlocatie. Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer of de ingevoerde bestandsnaam op deze opslaglocatie gebruikt kan worden.
Statuscode Wat u kunt doen 033-528 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. Controleer de beschikbare tijdsperiode voor de fax en probeer het vervolgens nogmaals. 033-762 Tik op Close of wacht 60 seconden, zodat de printer zich kan herstellen. De printer weigert faxen van ongewenste afzenders. Zie “"Junk-fax"-inst.”. 033-776 Het faxdocument is te groot waardoor de beschikbare ruimte in het geheugen waarschijnlijk is overschreden.
Statuscode Wat u kunt doen 091-914 Plaats de afdrukmodule van de opgegeven kleur opnieuw. Vervang de afdrukmodule als het bericht niet verdwijnt. Zie “Afdrukmodule vervangen”. 091-917 091-918 091-919 091-921 091-922 Controleer of de afdrukmodule van de opgegeven kleur volledig is geïnstalleerd. Zie “Afdrukmodule vervangen”. 091-923 091-924 091-931 091-932 Verwijder de gebruikte afdrukmodule van de opgegeven kleur en plaats een nieuwe. Zie “Afdrukmodule vervangen”.
Foutberichten Foutberichten Oorzaak Kan het LDAP-adresboek niet De printer kan zich niet verifiëren met een verificatieserver. openen. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als deze fout zich blijft voordoen. Oplossing Controleer de serverinstellingen. Neem contact op met de netwerkbeheerder als de fout zich blijft voordoen. Een SSL/TLS-verificatiefout op de verbinding met de LDAP-server; er doet zich een interne SSL/TLS-verificatiefout voor.
Foutberichten Oorzaak Oplossing Controleer of de printer en de server op de juiste wijze op elkaar zijn aangesloten met een Ethernetkabel. Als er geen problemen zijn met de verbinding en de fout zich blijft voordoen, kan het zijn dat de serverinstellingen zijn gewijzigd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder. Controleer de verificatieinstellingen. De loginnaam en het wachtwoord voor toegang tot een verificatieserver zijn niet juist.
Specificaties Compabiliteit besturingssysteem Ondersteunde besturingssystemen Microsoft® Windows Vista® (32 bit) Microsoft® Windows Vista® (64 bit) Microsoft® Windows Server® 2008 (32 bit) Microsoft® Windows Server® 2008 (64 bit) Microsoft® Windows® 7 (32 bit) Microsoft® Windows® 7 (64 bit) Microsoft® Windows Server® 2008 R2 Microsoft® Windows® 8 (32 bit) Microsoft® Windows® 8 (64 bit) Microsoft® Windows® RT Microsoft® Windows Server® 2012 Microsoft® Windows® 8.1 (32 bit) Microsoft® Windows® 8.
Afmetingen Hoogte 500 mm (19,69 inch) Breedte 429 mm (16,89 inch) Diepte 503,5 mm (19,82 inch) Gewicht Gewicht * 29,2kg* inclusief tonercassettes en afdrukmodules. Geheugen Geheugen 1 GB Snelheid DDR3-1.
Interfaces Standaard lokaal: USB 2.0 Standaard bekabeld netwerk: 10Base-T/100Base-TX/1000Base-T Ethernet Standaard draadloos netwerk*: IEEE 802.11b/802.11g/802.11n * De functie voor draadloze netwerken is beschikbaar op de Dell H625cdw en Dell H825cdw. Compatibiliteit met Management Information Base (MIB) MIB is een database die gegevens bevat over de netwerkapparatuur zoals adapters, bruggen, routers of computers.
Aansluiting op de telefoon RJ45 Specificaties printer Afdrukresolutie 600 × 600 dpi Afdruksnelheid Simplex: 23.8 ppm (A4), 25 ppm (Letter) of minder (Dell H625cdw) 28.6 ppm (A4), 30 ppm (Letter) of minder (Dell H825cdw/Dell S2825cdn) Dubbelzijdig: 15.7 ppm (A4), 16.5 ppm (Letter) of minder (Dell H625cdw) 18.8 ppm (A4), 19.
Kopieersnelheid • Dell H825cdw/Dell S2825cdn Kleur 14 kopieën/min (A4)/15 kopieën/min (Letter) of minder Zwart-wit 29 kopieën/min (A4)/30 kopieën/min (Letter) of minder (Bij gebruik van de document-glasplaat voor opeenvolgende kopieën van een document, waarbij de pagina's één voor één gescand worden.
Scanresolutie Optisch: 600 × 400 dpi, 600 × 600 dpi Enhanced (Pull Scan): • TWAIN – 50 × 50 tot 9.600 × 9.
Verbindingstechnologie Draadloos Compatibele standaarden IEEE 802.11b, 802.11g en 802.11n Bandbreedte 2,4 GHz Snelheid gegevensoverdracht IEEE 802.11n: 65 Mbps IEEE 802.11g: 54, 48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbps IEEE 802.11b: 11, 5.
6 Uw printer onderhouden | 353
Uw printer onderhouden U moet een aantal taken uitvoeren om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De status van de benodigdheden controleren Als de printer aangesloten is op een netwerk, kan Dell Printer Configuration Web Tool onmiddellijk uitsluitsel geven over de resterende hoeveelheid toner. Voer het IP-adres van de printer in in de webbrowser om deze informatie af te lezen. U kunt de printer instellen zodat u een e-mailbericht ontvangt als de printer benodigdheden nodig heeft.
Bestellen van benodigdheden U kunt tonercassettes, afdrukmodules en toneropvangbakken online of telefonisch bestellen bij Dell. OPMERKING: • In OS X kunt u verbruiksartikelen bestellen via de widget Statusmonitor. Zie “Status Monitor Widget voor Macintosh gebruiken”. • In Linux kunt u verbruiksartikelen bestellen via de Statusmonitor-console. Zie “De Status Monitor Console voor Linux gebruiken”. Dell Printer Configuration Web Tool 1 Start Dell Printer Configuration Web Tool.
• • • • Sla de afdrukmedia op in een omgeving met een temperatuur van ongeveer 21 °C (70 °F) en een relatieve luchtvochtigheid van 40 procent, zodat een zo goed mogelijke afdrukkwaliteit wordt bereikt. Plaats uw dozen met afdrukmedia op een plank, een rek of pallet, dus niet rechtstreeks op de vloer. Als u afzonderlijke pakketten met afdrukmedia buiten de oorspronkelijke verpakking bewaart, zorg er dan voor dat deze op een egale ondergrond rusten zodat de randen niet kromtrekken.
1 Neem de handgrepen aan beide kanten van de voorklep vast en trek de klep omlaag om deze te openen. 2 Neem de hendel vast van de tonercassette die u wilt vervangen en trek de cassette eruit. OPGELET: • schud gebruikte tonercassettes niet. Als u met de cassette schudt, kan er toner morsen. Tonercassette installeren 1 Neem een nieuwe tonercassette in de gewenste kleur uit de verpakking. 2 Schud de nieuwe tonercassette zes keer heen en weer zodat de toner gelijkmatig wordt verdeeld.
3 Lijn de tonercassette uit met de inkepingen in de betreffende cassettesleuf en plaats de tonercassette. 4 Druk de tonercassette er volledig in tot u een klik voelt. 5 Sluit de voorklep. Afdrukmodule vervangen WAARSCHUWING: • Voordat u de afdrukmodules vervangt, leest en volgt u de veiligheidsvoorschriften onder Belangrijke informatie. OPGELET: • bescherm afdrukmodules tegen fel licht. Als de klep aan de rechter zijkant langer dan 3 minuten open blijft staan, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan.
De afdrukmodule verwijderen 1 Open de rechter zijklep. 2 Druk op het lipje om de toneropvangbak te ontgrendelen.
3 Trek de toneropvangbak voorzichtig omhoog. OPGELET: • controleer of er geen toner uit de toneropvangbak lekt terwijl u deze verwijdert. • raak na het verwijderen van de toneropvangbak in geen geval de onderdelen aan die zijn weergegeven in de afbeelding. Het is mogelijk dat uw handen vuil worden of bevlekt raken met toner. 4 Plaats de toneropvangbak op een vlakke ondergrond. Zorg ervoor dat de zijde die aan de printer bevestigd was altijd naar boven gericht is.
5 Trek het lipje op de te vervangen afdrukmodule omlaag. 6 Trek de afdrukmodule er halverwege uit door aan het lipje te trekken en ondersteun vervolgens de afdrukmodule langs de onderkant met uw andere hand terwijl u deze er volledig uittrekt. Afdrukmodule installeren 1 Neem een nieuwe afdrukmodule in de gewenste kleur uit de verpakking. 2 Verwijder de oranje bescherming van de afdrukmodule.
3 Plaats de afdrukmodule in de daarvoor bestemde opening en druk de afdrukmodule zo ver mogelijk aan. 4 Trek het lipje op de afdrukmodule omhoog. 5 Trek de reinigingsstaaf uit de printer.
6 Steek de reinigingsstaaf in een het gat van het lipje op de afdrukmodule tot deze stopt en trek de staaf vervolgens weer naar buiten. OPMERKING: • Plaats de reinigingsstaaf met de kant met het kussentje naar boven gericht. • Het is niet nodig om de reinigingsstaaf herhaaldelijk heen en weer te bewegen. 7 Berg de reinigingsstaaf weer op in zijn originele positie. 8 Plaats de toneropvangbak terug. Zorg ervoor dat de twee inkepingen aan de onderkant op de beugels in de printer geplaatst zijn.
9 Druk op de hendel van de toneropvangbak tot u een klik hoort. 10 Sluit de rechter zijklep. Toneropvangbak vervangen WAARSCHUWING: • Voordat u de toneropvangbak vervangt, leest en volgt u de veiligheidsvoorschriften onder Belangrijke informatie. Verwijder de toneropvangbak 1 Open de rechter zijklep.
2 Druk op het lipje om de toneropvangbak te ontgrendelen. 3 Trek de toneropvangbak voorzichtig omhoog. Zorg ervoor dat de zijde die aan de printer bevestigd was naar boven gericht is zodat u geen afvaltoner morst. OPGELET: • controleer of er geen toner uit de toneropvangbak lekt terwijl u deze verwijdert. • raak na het verwijderen van de toneropvangbak in geen geval de onderdelen aan die zijn weergegeven in de afbeelding. Van toner kunnen uw handen vuil of vlekkerig worden.
Zorg ervoor dat de twee inkepingen aan de onderkant op de beugels in de printer geplaatst zijn. Y M C K 3 Druk op de hendel van de toneropvangbak tot u een klik hoort. 4 Sluit de rechter zijklep. De binnenkant van de printer reinigen De CTD-sensor (Color Toner Density) reinigen OPMERKING: • Reinig de CTD-sensor alleen wanneer er een waarschuwing voor de CTD-sensor verschijnt op de Statusmonitor of het touch-paneel. 1 Zorg ervoor dat de printer uitgeschakeld is.
2 Trek de greep van de achterklep omhoog en open de achterklep. 3 Reinig de CTD-sensor met een schoon en droog wattenstaafje. 4 Sluit de achterklep. De LED-printerkop reinigen Om een achteruitgang van de afdrukkwaliteit door vlekken op de LED-printerkop te voorkomen, moet u de LED-printerkop regelmatig of telkens wanneer u de afdrukmodules vervangt met de reinigingsstaaf reinigen.
1 Open de rechter zijklep. 2 Druk op het lipje om de toneropvangbak te ontgrendelen. 3 Trek de toneropvangbak voorzichtig omhoog. OPGELET: • controleer of er geen toner uit de toneropvangbak lekt terwijl u deze verwijdert. • raak na het verwijderen van de toneropvangbak in geen geval de onderdelen aan die zijn weergegeven in de afbeelding. Van toner kunnen uw handen vuil of vlekkerig worden. 4 Plaats de toneropvangbak op een vlakke ondergrond.
Zorg ervoor dat de zijde die aan de printer bevestigd was altijd naar boven gericht is. WAARSCHUWING: • Richt de zijde die aan de printer bevestigd was nooit naar onder. Doet u dit wel, dan kan er toner morsen. 5 Trek de reinigingsstaaf uit de printer. 6 Steek de reinigingsstaaf in een van de vier gaten van de lipjes op de afdrukmodules tot deze stopt en trek de staaf vervolgens weer naar buiten. OPMERKING: • Plaats de reinigingsstaaf met de kant met het kussentje naar boven gericht.
7 Herhaal stap 6 voor de andere drie openingen. 8 Berg de reinigingsstaaf weer op in zijn originele positie. 9 De toneropvangbak inbrengen. Zorg ervoor dat de twee inkepingen aan de onderkant op de beugels in de printer geplaatst zijn. Y M C K 10 Druk op de hendel van de toneropvangbak tot u een klik hoort.
11 Sluit de rechter zijklep. De scanner reinigen Als u de scanner schoon houdt krijgt u de beste kopieën. Het wordt aangeraden om de scanner aan het einde van elke dag en gedurende de dag te reinigen, indien nodig. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of tissue vochtig met water. 2 Open de documentklep.
3 Veeg het oppervlak van de document-glasplaat, de DADF-glasplaat, de witte strook en de witte documentklep af tot ze proper zijn. Veeg ze vervolgens af met een droge doek of tissue tot ze volledig droog zijn. OPMERKING: • Wees voorzichtig met de witte strook. 4 3 1 2 1 Witte strook 2 Witte documentklep 3 Document-glasplaat 4 DADF-glasplaat 4 Trek aan het lipje om de DADF-kokerklep te openen en houd deze geopend.
1 Duplexsensorglasplaat 2 Witte strook 6 Sluit voorzichtig de DADF-kokerklep. 7 Sluit de documentklep. De DADF-invoerrollen reinigen Als u de DADF-invoerrollen proper houdt, krijgt u de beste kopieën. Het is aan te raden de DADF-invoerrollen regelmatig te reinigen. 1 Open de klep van de DADF. 2 Veeg de DADF-invoerrollen schoon met een droge, zachte, pluisvrije doek of tissue tot deze proper zijn.
2 Verwijder al het papier uit de DADF en schuif de documentstopper naar binnen. 3 Verwijder al het papier uit de opvangbak en klap de verlenging van de opvangbak naar binnen. 4 Til de printer op en verplaats hem voorzichtig.
WAARSCHUWING: • er zijn twee mensen nodig om de printer op te tillen. OPMERKING: • Als u de printer over een lange afstand verplaatst, verwijdert u de tonercassettes uit de printer om te voorkomen dat er toner gemorst wordt. Plaats de printer vervolgens in een doos. Zie “Tonercassettes vervangen”.
2 Verschuif de vergrendeling van de optionele 550-velinvoer naar de ontgrendelde positie. 3 Til de printer voorzichtig van de optionele 550-velinvoer en zet deze vervolgens op een vlak oppervlak. WAARSCHUWING: • er zijn twee mensen nodig om de printer op te tillen. 4 Sluit alle kabels aan op de achterkant van de printer en schakel de printer in.
7 Problemen oplossen | 377
Problemen oplossen Vastgelopen papier verwijderen OPMERKING: • Vastlopen van het papier is te voorkomen door keuze van de juiste afdrukmedia en zorgvuldig inleggen daarvan. Zie “Afdrukmediarichtlijnen”. De plaats van een papierstoring bepalen OPGELET: • gebruik geen gereedschappen of andere harde voorwerpen om vastgelopen papier te verwijderen. De printer zou daardoor permanent beschadigd kunnen worden. De volgende afbeelding laat zien waar in de printer afdrukmedia kan vastlopen.
Vastgelopen papier verwijderen uit de DADF Als een document in de DADF vastloopt, verwijdert u de vastgelopen documenten door middel van de volgende procedures. OPMERKING: • om het vastlopen van papier te voorkomen, gebruikt u de document-glasplaat voor dikke, dunne of gemengde documenten. • het foutbericht op het touch-paneel verdwijnt zodra u de vastgelopen afdrukmedia uit de printer hebt verwijderd.
5 Verwijder vastgelopen documenten uit de documentuitvoerlade. 6 Sluit de klep van de DADF en leg de documenten terug in de DADF. 7 Tik op Start. Documenten verwijderen uit de DADF-kokerklep Als u het vastgelopen document niet kunt verwijderen uit de documentuitvoerlade of als u geen vastgelopen documenten kunt vinden, opent u de DADF-kokerklep en verwijdert u daaruit de vastgelopen documenten. 1 Open de documentklep.
2 Trek aan het lipje om de DADF-kokerklep te openen en houd deze geopend. 3 Verwijder het document uit de DADF-kokerklep door het voorzichtig naar links te trekken. 4 Sluit voorzichtig de DADF-kokerklep. 5 Sluit de documentklep en leg de documenten terug in de DADF. 6 Tik op Start. Vastgelopen papier verwijderen uit de multifunctionele lade (MPF) en uit lade 1 OPMERKING: • het foutbericht op het touch-paneel verdwijnt zodra u de vastgelopen afdrukmedia uit de printer hebt verwijderd.
1 Trek de MPF voorzichtig open. Als de MPF reeds open en in gebruik is, verwijdert u het resterende papier uit de MPF. 2 Neem de MPF-klep aan beide kanten vast en trek de multifunctionele papierlade uit de printer. 3 Trek lade 1 uit de printer.
4 Verwijder het vastgelopen papier. 5 Schuif lade 1 in de printer en druk de lade vervolgens zo ver mogelijk aan. 6 Plaats de MPF in de printer en plaats vervolgens het papier terug op de MPF. 7 Tik op Start. Vastgelopen papier verwijderen uit de achterklep OPMERKING: • het foutbericht op het touch-paneel verdwijnt zodra u de vastgelopen afdrukmedia uit de printer hebt verwijderd.
Vastgelopen papier verwijderen uit de fusereenheid 1 Trek de greep van de achterklep omhoog en open vervolgens de achterklep. 2 Verwijder het vastgelopen papier van onder de fusereenheid. 3 Trek aan het lipje dat zich boven de fusereenheid bevindt en houd het onderdeel open. 4 Verwijder het vastgelopen papier.
5 Laat het lipje voorzichtig los en sluit het onderdeel. 6 Sluit de achterklep. Vastgelopen papier verwijderen uit de rollen 1 Trek de greep van de achterklep omhoog en open de achterklep. 2 Verwijder het vastgelopen papier.
3 Sluit de achterklep. Vastgelopen papier verwijderen uit de duplexeenheid 1 Trek de greep van de achterklep omhoog en open de achterklep. 2 Verwijder het vastgelopen papier.
3 Sluit de achterklep. Vastgelopen papier verwijderen uit de achterkoker Als er een foutcode voor een papierstoring in de achterklep verschijnt, maar u geen vastgelopen papier kunt vinden, kijkt u in de achterkoker. 1 Trek de greep van de achterklep omhoog en open vervolgens de achterklep. 2 Trek aan het lipje om de achterkoker te openen.
3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Sluit de achterklep. Vastgelopen papier verwijderen uit de optionele papierlade voor 550 vel OPMERKING: • het foutbericht op het touch-paneel verdwijnt zodra u de vastgelopen afdrukmedia uit de printer hebt verwijderd. 1 Trek de lade van de optionele 550-velinvoer tot halverwege uit de printer.
2 Neem de lade met beide handen vast, kantel de voorkant ervan iets omhoog en trek deze vervolgens volledig naar buiten. 3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Schuif de optionele 550-velinvoer in de printer en druk vervolgens de lade zo ver mogelijk aan.
Simpele problemen met de printer Sommige problemen met de printer kunt u zelf vrij eenvoudig verhelpen.
Probleem Oplossing Afdrukmedia worden verkeerd ingevoerd of er worden meerdere vellen tegelijkertijd ingevoerd. Controleer of de gebruikte afdrukmedia voldoen aan de specificaties voor de printer. Zie “Ondersteunde afdrukmedia”. Waaier de afdrukmedia uit voor u deze inlegt. Controleer of de afdrukmedia goed zijn geplaatst. Controleer of de breedte- en lengtegeleiders in de lades voor afdrukmedia juist zijn afgesteld.
Afdruk te licht Probleem Oplossing Het afdrukresultaat is te licht. 1 Misschien zijn de tonercassettes bijna leeg of aan vervanging toe. Controleer de hoeveelheid toner die resteert in elk van de tonercassettes. a Druk op de knop (Informatie) en tik vervolgens op het tabblad Verbruiksartik. of start Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”. U kunt het tonerniveau ook als volgt nagaan.
Probleem Oplossing 6 Controleer of de overdrachteenheid correct is geïnstalleerd. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 7. 7 Roer de ontwikkelaar in de afdrukmodule. a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Onderhoud Ontwikkelaar en overdrachteenheid reinigen Starten. b Druk een kleurtestpagina af via Rapport/lijst. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 8. 8 Reinig de ontwikkelaar in de afdrukmodule.
Probleem Oplossing 4 Roer de ontwikkelaar in de afdrukmodule. a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Onderhoud Ontwikkelaar en overdrachteenheid reinigen Starten. b Druk een kleurtestpagina af via Rapport/lijst. Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt. Willekeurige vlekken/onscherpe beelden Probleem Oplossing De afdruk bevat willekeurige vlekken of is onscherp. 1 Controleer of de tonercassettes correct zijn geplaatst.
Probleem Oplossing De afdruk is volledig leeg. 1 Misschien zijn de tonercassettes bijna leeg of aan vervanging toe. Controleer de hoeveelheid toner die resteert in elk van de tonercassettes. a Druk op de knop (Informatie) en tik vervolgens op het tabblad Verbruiksartik. of start Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”. U kunt het tonerniveau ook als volgt nagaan.
Strepen Probleem Oplossing Er lopen strepen over de afdruk. 1 Misschien zijn de tonercassettes bijna leeg of aan vervanging toe. Controleer de hoeveelheid toner die resteert in elk van de tonercassettes. a Druk op de knop (Informatie) en tik vervolgens op het tabblad Verbruiksartik. of start Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Dell™ Printer Configuration Web Tool”. U kunt het tonerniveau ook als volgt nagaan.
Zwarte afdruk (gedeeltelijke of volledige pagina) Probleem Oplossing De afdruk is gedeeltelijk of volledig zwart. 1 Controleer of de afdrukmodules correct zijn geplaatst. Zie “Afdrukmodule installeren”. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2. 2 Controleer of de Uitvoerkleur in het printerstuurprogramma ingesteld is op Kleur. a Controleer op het tabblad Kleuropties of de Uitvoerkleur is ingesteld op Kleur. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.
Probleem Oplossing De afdruk bevat gekleurde stippen op gelijke afstanden 1 Probeer de oorzaak van het probleem te vinden met behulp van het Configuratiegrafiek tekenbreedte. a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose. OPMERKING: • Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van de Werkset. b Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.
Probleem Oplossing 2 Controleer of het lichtpad niet afgedekt is. a Verwijder de afdrukmodules en bewaar ze op een donkere plaats. Zie “Afdrukmodule vervangen”. b Controleer het lichtpad en verwijder de afdekking. c Afdrukmodules opnieuw installeren. Zie “Afdrukmodule installeren”. d Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose. OPMERKING: • Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van de Werkset.
Ghosting Probleem Oplossing De afdruk bevat ghosting. 1 Identificeer het type ghosting. Positieve ghost Negatieve ghost ABC ABC Als het type ghosting positieve ghost is, gaat u verder vanaf stap 2a. Als het type ghosting negatieve ghost is, gaat u verder vanaf stap 2b. Neem contact op met Dell als u het type ghosting niet kunt identificeren. 2a Stel de verzendbias in. a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Onderhoud Overdrachteenheid afstellen.
Probleem Oplossing 4 Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”. a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool. OPMERKING: • Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van de Werkset. b Klik in het tabblad Diagnose op Grafiekafdruk. c Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek ghost. Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt. Licht-zwakte Probleem Oplossing De afdruk bevat een lichtzwaktepatroon.
Probleem Oplossing 2 Roer de ontwikkelaar in de afdrukmodule. a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Onderhoud Ontwikkelaar en overdrachteenheid reinigen Starten. b Druk een kleurtestpagina af via Rapport/lijst. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3. 3 Reinig de ontwikkelaar in de afdrukmodule. a Druk op de knop (Informatie) en tik op het tabblad Extra Beheerinstellingen Onderhoud Toner vernieuwen.
Bead-Carry-Out (BCO) Probleem Oplossing Bead-Carry-Out (BCO) doet zich voor. 1 Stel de hoogte van de locatie in, als de printer op grote hoogte is geïnstalleerd. a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool en klik op Serviceprogramma's op het tabblad Printeronderhoud. OPMERKING: • Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van de Werkset. b Selecteer onder Hoogte regelen de waarde die ongeveer de hoogte aanduidt van de locatie waar de printer is geïnstalleerd.
Probleem Oplossing 2 Zet de Afdrukmodus op Hoge kwaliteit in het printerstuurprogramma. a Controleer op het tabblad Kleuropties of de Uitvoerkleur is ingesteld op Kleur. b Selecteer Hoge kwaliteit bij Afdrukmodus. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3. 3 Schakel de Modus Pagina afdrukken in het printerstuurprogramma in. a Stel op het tabblad Overige de optie Modus Pagina afdrukken onder Beeldopties in op Aan. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4.
Diagonale lijnen Probleem Oplossing De afdruk bevat diagonale lijnen. 1 Probeer de oorzaak van het probleem te vinden met behulp van het Configuratiegrafiek tekenbreedte. a Start de Werkset van Dell Printer Hub of Dell Printer Management Tool en klik op Grafiekafdruk op het tabblad Diagnose. OPMERKING: • Zie “Werkset” voor meer informatie over het starten van de Werkset. b Klik ter verificatie op Configuratiegrafiek tekenbreedte.
Probleem Oplossing De afdruk is gekreukt. 1 Er zitten vlekken op de afdruk. Controleer of de juiste afdrukmedia worden gebruikt. Zie “Ondersteunde afdrukmedia”. Als het niet het geval is, gebruik dan de afdrukmedia die worden aanbevolen voor de printer. Als het probleem zich blijft voordoen op enveloppen, gaat u verder met stap 2. Als het probleem zich blijft voordoen op andere afdrukmedia dan enveloppen, gaat u verder met stap 4.
Problemen met papierstoring/uitlijning OPMERKING: • Sommige van de volgende procedures waarbij gebruik wordt gemaakt van de Werkset van Dell Printer Hub en Dell Printer Management Tool kunnen worden uitgevoerd met behulp van het bedieningspaneel of Dell Printer Configuration Web Tool. Zie “Werkset”, “Begrip van de systeemmenu’s” en “Dell™ Printer Configuration Web Tool”. Incorrecte boven- en zijmarges Probleem Oplossing De boven- en zijmarges kloppen niet. 1 Stel de papiergeleiders correct af.
Scheve beelden Probleem Oplossing De afdruk is scheef. 1 Stel de papiergeleiders correct af. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2. 2 Gebruik een andere lade in plaats van de MPF. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3. 3 Vervang de afdrukmedia met onbeschadigde vers uit de verpakking komende afdrukmedia. Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.
Probleem Oplossing 3c Draai de afdrukmedia om. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 4a. 4a Gebruik afdrukmedia die niet vochtig zijn. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3a. 4b Afdrukmodules vervangen. Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt. Vastgelopen papier door verkeerde invoer in de multifunctionele papierlade (MPF) Probleem Oplossing Verkeerde invoer van 1 afdrukmedia doet zich voor in de MPF.
Probleem Oplossing 4b Afdrukmodules vervangen. Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt. Registerstoring (storing met uitgangssensor aan) Probleem Oplossing Registerstoring (storing met 1 uitgangssensor aan) doet zich voor. 2 Controleer of de afdrukmodules correct zijn geplaatst. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2. Afdrukmodules vervangen. Zie “Afdrukmodule vervangen”. Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt.
Probleem Oplossing 5 Plaats minder afdrukmedia in de MPF. Neem contact op met Dell als het probleem niet opgelost raakt. Ongewoon geluid Probleem Oplossing Er is een ongewoon geluid bij 1 het afdrukken. Voer de automatische registratie-instelling uit om te bepalen wat de oorzaak is van het ongewone geluid. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 2. 2 Toneropvangbak vervangen. Zie “Toneropvangbak vervangen”. Als het probleem niet opgelost raakt, gaat u verder met stap 3.
Probleem Oplossing Er is geen kiestoon aanwezig. Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten. Zie “Uw printer op een telefoonlijn aansluiten”. Controleer of de telefoonaansluiting in de muur werkt door er een andere telefoon op aan te sluiten. Stel een diagnose van de faxverbinding. Zie “Test faxlijn”. De in het geheugen opgeslagen nummers worden niet goed gekozen. Controleer of de nummers goed in het geheugen zijn opgeslagen. Het document wordt niet in de printer ingevoerd.
Probleem Oplossing Er worden geen documenten in het Er is mogelijk niet voldoende geheugen om het document op te geheugen opgeslagen. slaan. Als MFP-geheugen vol wordt weergegeven op het touch-paneel, verwijdert u alle documenten die u niet meer nodig hebt uit het geheugen. Vervolgens herstelt u het document of wacht u totdat de huidige taak, zoals het verzenden of ontvangen van een fax, is afgewerkt.
Probleem Oplossing Controleer of de functie van een Macintosh voor het delen van een scanner is uitgeschakeld voordat u documenten scant via een met ICA compatibel programma, zoals Image Capture. De printer ondersteunt de functie voor het delen van de scanner van Mac OS X niet. Selecteer een printer die rechtstreeks via USB of bedrade/draadloze LAN op de computer is aangesloten en scan documenten. De printer scant erg langzaam.
Probleem Oplossing De printer draagt de scangegevens, met de functie Scannen naar e-mail of Scan naar netwerkmap, niet goed over aan een opgegeven bestemming. Controleer of de volgende instellingen correct ingesteld zijn via Dell Printer Configuration Web Tool. Scan naar netwerkmap: Controleer de volgende instellingen onder Adresboek Serveradres.
Probleem Oplossing Het certificaat kan niet geïmporteerd worden. De tijdnotatie is mogelijk onjuist. Controleer de geldigheidsperiode van het certificaat evenals de tijdnotatie van het apparaat. Het certificaatbestand is mogelijk onjuist. Controleer of het wachtwoord correct is. Controleer of het bestandstype PKCS#7/#12 of x509CACert is. Controleer of de attribuutinformatie zoals Gebruik sleutel of Uitgebreid gebruik van sleutel van het geïmporteerde certificaat correct is ingesteld.
Probleem Oplossing Kan geen draadloze verbinding instellen via WPS-PBC (Wi-Fi Protected Setup-Push Button Configuration). Druk binnen 2 minuten na het starten van de WPS-bewerking op de printer op de WPS-knop op het draadloze LAN-toegangspunt of de draadloze LAN-router. Raadpleeg de bij het draadloze LAN-toegangspunt of de draadloze LAN-router geleverde handleiding voor meer informatie over het draadloze LAN-toegangspunt of de draadloze LAN-router.
Probleem Oplossing De netwerkmodus van de printer kan niet worden ingesteld op Ad-hoc. Zorg ervoor dat Wi-Fi Direct is ingesteld op Uitschakelen. Wi-Fi Direct kan niet ingesteld worden op Inschakelen. Zorg ervoor dat de netwerkmodus is ingesteld op Infrastructuur. Zorg ervoor dat de IP-modus ingesteld is op een andere modus dan IPv6. Problemen met het scannerstuurprogramma/printerhulpprogramma Probleem Oplossing Kan de adresboekgegevens niet via de Adresboek-editor van de printer ophalen.
Tag-nummer. Meer informatie over de locatie van de Service Tag vindt u bij “Express Service Code en Service Tag”.
Appendix 420 |
Appendix Dell™ technisch ondersteuningsbeleid Technische ondersteuning door onderhoudstechnici vereist de medewerking en participatie van de klant in het proces van probleemoplossing en bestaat uit het herstellen van het besturingssysteem, softwareprogramma en hardwarestuurprogramma’s naar hun oorspronkelijke configuratie zoals bij aflevering door Dell en de verificatie van de juiste werking van de printer en alle door Dell geïnstalleerde apparatuur.
