Users Guide

162
| Dellâ„¢ Printer Configuration Web Tool
Standaardinstellingen Scannen
Hier maakt u uw eigen standaardinstellingen aan om te scannen.
Standaardinstelli
ngen verzending
Poging. nr.herh. Voor het instellen van het aantal pogingen om
het nummer te herhalen als de lijn bezet is. Als
de waarde 0 ingevoerd wordt, zal de printer het
nummer niet herhalen.
Interval voor
opnieuw kiezen
Stelt de tijdsinterval in tussen de pogingen om
het nummer te herhalen.
Uitgestelde
nieuwe
verzending
Stelt de tijdsinterval in tussen de pogingen om
opnieuw te verzenden.
Toon/puls Stelt in of er een kiestoon of -puls gebruikt
wordt.
Voorkiezen Stelt in of er een voorkiesnummer gedraaid
moet worden.
Voorkiesnummer Stelt een voorkiesnummer in van maximaal vijf
cijfers. Dit nummer wordt gedraaid voordat
eventuele automatische nummers worden
gedraaid. Dit is nuttig voor toegang tot de
PABX-telefooncentrale.
Faxvoorblad Stelt in of er een schutblad toegevoegd moet
worden aan faxen.
Faxkoptekst Hiermee bepaalt u of de informatie van de
afzender in de koptekst van een fax moet
worden afgedrukt.
ECM Stelt in of de ECM (Error Correction Mode -
foutcorrectiemodus) ingeschakeld moet
worden. Voor het gebruik van ECM moeten de
machines aan de andere kant van de lijn ook
ECM ondersteunen.
Modemsnelheid Hiermee kunt u de fax-modemsnelheid
afstellen waarmee de verzending of ontvangst
van een fax wordt uitgevoerd.
Handm.
faxontvangers
weergeven
U kunt instellen of het faxnummer van de
ontvanger moet worden weergegeven op het
scherm Fax verzenden wanneer u een fax
handmatig verstuurt.
Faxoverzichten Faxactiviteit Stelt in of er na elke 50 binnenkomende en
uitgaande faxberichten een automatisch
activiteitenrapport moet worden afgedrukt.
Faxverzending Stelt in of er na elk faxbericht of uitsluitend na
een foutbericht een verzendingsrapport moet
worden afgedrukt.
Faxrondzending Stelt in of er na elk faxbericht aan meerdere
bestemmingen of uitsluitend na een foutbericht
een verzendingsrapport moet worden
afgedrukt.
Faxprotocol Stelt in of er na elk faxbericht of uitsluitend na
een foutbericht een protocol-monitorrapport
moet worden afgedrukt.