Operation Manual

178 Netwerken (LAN's, draadloze netwerken en mobiele
breedbandnetwerken)
Uw Wireless Local Area Network (WLAN) beveiligen
Wijzig het standaard
beheerderswachtwoord voor
de router en de
standaardnaam voor het
draadloze netwerk (SSID).
Uw draadloze router gebruikt een
beheerderswachtwoord en een naam voor het
draadloze netwerk (Service Set Identifier [SSID]), die
door de fabrikant van de router worden ingesteld op
standaardwaarden.
Om de beveiliging van uw draadloos netwerk te
verbeteren, moet u de naam van het netwerk en het
beheerderswachtwoord wijzigen in unieke waarden
met behulp van de routerconfiguratiesoftware en het
beheerderswachtwoord van tijd tot tijd wijzigen.
Stel encryptie in. Wanneer u uw draadloze router instelt, moet u
gegevensencryptie instellen. De meest gebruikte
encryptiestandaarden zijn onder meer:
Wired Equivalency Privacy (WEP)
Wireless Protected Access (WPA)
Wireless Protected Access 2 (WPA2)
WPA- en WPA2-encryptie zijn veiliger dan systemen
met een wachtwoordbeveiliging, omdat de
encryptiesleutel dynamisch wordt gewijzigd.
Alle hardware binnen uw netwerk dient dezelfde
encryptiestandaard te ondersteunen.
Om gegevensencryptie op de router in te stellen,
moet u gebruik maken van de configuratiesoftware
voor uw router.