Operation Manual

380 Verklarende woordenlijst
USB - Universal Serial Bus - Een hardwareinterface voor apparaten met een lage
snelheid, zoals USB-toetsenborden, USB-muizen, USB-joysticks, USB-scanners, USB-
luidsprekers, USB-printers, USB-modems of USB-opslagapparaten. Apparaten worden
rechtstreeks op een aansluiting met 4 pinnen op uw computer aangesloten, of op een
hub met meerdere poorten die op uw computer is aangesloten. USB-apparaten
kunnen worden aangesloten en verwijderd terwijl de computer is ingeschakeld of
uitgeschakeld. Tevens is het mogelijk om USB-apparaten in serie te schakelen.
UTP - Unshielded Twisted Pair - Een type kabel die voor de meeste telefoonnetwerken
en sommige computernetwerken wordt gebruikt. Niet-afgeschermde draden worden in
paren gevlochten ter bescherming tegen elektromagnetische storing in plaats van deze
in een metalen mantel te omhullen.
UXGA - Ultra eXtended Graphics Array - Een grafische standaard voor grafische
kaarten en controllers die resoluties tot 1.600 x 1.200 ondersteunt.
V
V - Volt - Eenheid van elektrische potentiaal of elektrische spanning. Eén volt ontstaat
bij een weerstand van 1ohm, wanneer een stroom van 1 ampère door die weerstand
gaat.
Vaste schijf - Een schijf binnen de computer waarnaar gegevens kunnen worden
geschreven of waarvan gegevens kunnen worden gelezen. De termen vaste schijf en
vaste schijf worden vaak door elkaar gebruikt.
Vernieuwingsfrequentie - De frequentie, gemeten in Hz, waarmee de horizontale
lijnen op uw scherm worden herladen (soms ook verticale frequentie genoemd). Hoe
hoger de vernieuwingsfrequentie, des te minder flikkeringen in het beeld het menselijk
oog kan waarnemen.
Videoresolutie - Zie resolutie.
Vingerafdruklezer - Een sensor die uw unieke vingerafdruk gebruikt om uw identiteit
te verifiëren om een betere beveiliging van uw computer te garanderen.
Virus - Een programma dat voor ongemak en irritatie zorgt of of de gegevens
onbruikbaar maakt/wist die op uw computer zijn opgeslagen. Een virusprogramma kan
van de ene computer op een andere overgaan via een geïnfecteerde diskette, via
internet gedownloade software, of bijlagen bij e-mailberichten. Wanneer een
geïnfecteerd programma wordt uitgevoerd, wordt het bijgevoegde virus eveneens
uitgevoerd