Operation Manual

Navigatieapparaten (muizen, toetsenborden en touchpads) 77
<Ctrl><z> Hiermee maakt u een bewerking ongedaan.
<Ctrl><a> Hiermee selecteert u alle items binnen een
document of venster.
<Ctrl><F4> Hiermee sluit u het actieve venster (binnen
programma's die u toestaan om meerdere
documenten tegelijk te openen).
<Ctrl><Alt><Tab> Hiermee worden de pijltoetsen gebruikt om
tussen geopende items te schakelen.
<Alt><Tab> Hiermee schakelt u tussen geopende items.
<Alt><Esc> Hiermee doorloopt u items in de volgorde
waarmee deze werden geopend.
<Delete> Hiermee verwijdert u een geselecteert item en
verplaatst u het naar de Prullenbak.
<Shift><Delete> Hiermee verwijdert u het geselecteerde item
zonder het eerst naar de Prullenbak te
verplaatsen
<Ctrl> en de pijl-naar-rechtstoets Hiermee beweegt u de cursor naar het begin
van het volgende woord.
<Ctrl> en de pijl-naar-linkstoets Hiermee beweegt u de cursor naar het begin
van het vorige woord.
<Ctrl> en de pijl-omlaagtoets Hiermee beweegt u de cursor naar het begin
van de volgende alinea.
<Ctrl> en de pijl-omhoogtoets Hiermee beweegt u de cursor naar het begin
van de vorige alinea.
<Ctrl><Shift> in combinatie met
een pijltoets
Hiermee selecteert u een tekstblok.
<Shift> in combinatie met een
pijltoets
Hiermee selecteert u meerdere items binnen
een venster of op het bureaublad, of selecteert
u tekst binnen een document.
De toets met het Windows-logo en
<m>
Hiermee minimaliseert u alle geopende
vensters.