Operation Manual

140 Onderdelen toevoegen en vervangen
3
Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan.
Als de computer en de daarop aangesloten apparaten niet automatisch
werden uitgeschakeld toen u het besturingssysteem afsloot, moet u de
aan/uit-knop ten minste 8 tot 10 minuten ingedrukt houden totdat de
computer wordt uitgeschakeld.
Voordat u binnen de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te
garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke
schade.
LET OP: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de
veiligheidsinstructies op te volgen die in de Productinformatiegids zijn
beschreven.
LET OP: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten
en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten bij de uiteinden vast of bij de
metalen bevestigingsbeugel. Houd onderdelen zoals een processor vast bij de
zijkant en niet bij de pinnetjes.
KENNISGEVING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan
uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die
niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
KENNISGEVING: Maak een kabel los door aan de aansluiting of aan de
kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn
voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u
de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de
connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden
om te voorkomen dat een van de stekkerpinnen wordt verbogen. Ook moet u
voordat u een kabel verbindt controleren of beide connectors op juiste wijze zijn
opgesteld en uitgelijnd.
KENNISGEVING: Voorkom elektrostatische ontlading door u te aarden met behulp
van een aardingspolsband of door zo nu en dan een ongeverfd metalen oppervlak
aan de achterzijde van de computer aan te raken.
KENNISGEVING: Voorkom schade aan de computer door de volgende instructies
op te volgen voordat u binnen de computer gaat werken.
1
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat
de computerkap bekrast raakt.
2
Zet de computer uit (zie "De computer uitzetten" op pagina 139).
KENNISGEVING: Om een netwerkkabel te ontkoppelen moet u de kabel van de
computer loskoppelen en deze vervolgens van het netwerkcontact loskoppelen.
3
Koppel telefoon- en netwerkkabels los van de computer.