Operation Manual

Bijlage 189
Bijlage
Het systeemsetupprogramma gebruiken
OPMERKING: Uw besturingssysteem kan de meeste opties in het
systeemsetupprogramma automatisch configureren, waardoor opties die u via het
systeemsetupprogramma hebt ingesteld, worden overschreven. Een uitzondering is
de optie External Hot Key (Externe sneltoets), die u alleen kunt activeren of
deactiveren via het systeemsetupprogramma. Raadpleeg voor meer informatie over
het besturingssysteem Windows Help en ondersteuning (klik op Start en klik
vervolgens op Help en ondersteuning).
U kunt het systeemsetupprogramma als volgt gebruiken:
Om gebruikersgedefinieerde functies zoals het computerwachtwoord in te
stellen of te wijzigen
Om informatie over de huidige configuratie van de computer te
raadplegen, zoals de hoeveelheid systeemgeheugen
Nadat u de computer hebt geïnstalleerd, voert u het systeemsetupprogramma
uit om uzelf vertrouwd te maken met de systeemconfiguratiegegevens en
optionele instellingen. Het kan nuttig zijn de gegevens op te schrijven voor
toekomstig gebruik.
De vensters van het systeemsetupprogramma geven informatie over de
huidige setup-informatie en computerinstellingen weer, zoals:
Systeemconfiguratie
Opstartvolgorde
Opstartconfiguratie
Instellingen op het gebied van apparaatconfiguratie
Instellingen op het gebied van beveiliging en wachtwoorden voor de vaste
schijf
OPMERKING: U mag de systeem-setupinstellingen alleen wijzigen als u een zeer
ervaren computergebruiker bent of u daarom wordt gevraagd door een
medewerker van de technische ondersteuning van Dell. Bepaalde wijzigingen
kunnen ertoe leiden dat uw computer niet meer op juiste wijze werkt.