Operation Manual

210 Verklarende woordenlijst
PCI Express — Een wijziging van de PCI-interface die de snelheid van
gegevensoverdracht tussen de processor en de apparaten die daaraan zijn gekoppeld,
vergroot. PCI Express kan gegevens overdragen bij snelheden van 250 MB/sec tot
4 GB/sec. Als de PCI Express-chipset en het apparaat in staat zijn om verschillende
snelheden te werken, zullen ze op de laagste van deze snelheden werken.
Pc-kaart — Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-standaard.
Modems en netwerkadapters zijn populaire typen pc-kaarten.
PCMCIA — Personal Computer Memory Card International Association — De
organisatie die standaarden vaststelt voor pc-kaarten.
Piekbeschermers — Bieden bescherming tegen pieken in de netspanning die kunnen
optreden tijdens onweer en via het stopcontact de computer kunnen binnengaan.
Piekbeschermers bieden geen bescherming tegen blikseminslag of korte
spanningsvallen, die optreden wanneer de netstroom met meer dan 20 procent onder
het normale niveau daalt.
Het is niet mogelijk om netwerkverbindingen te beschermen met piekbeschermers.
Tijdens onweer moet u altijd de netwerkkabel uit het netwerkcontact halen.
PIO — Programmed Input/Output — Een methode voor gegevensoverdracht tussen
twee apparaten via de processor als onderdeel van het gegevenspad.
Pixel — Een enkel punt op een beeldscherm. Pixels worden in rijen en kolommen
gerangschikt zodat een beeld ontstaat. Grafische resoluties, zoals bijvoorbeeld
800 x 600, worden uitgedrukt als het aantal pixels van links naar rechts bi het aantal
pixels van boven naar beneden.
Plug-and-Play — Het vermogen van een computer om automatisch apparaten te
configureren. Plug and Play maakt automatische installatie, configuratie en
compatibiliteit met bestaande hardware mogelijk, mits de BIOS, het
besturingssysteem en alle apparaten voldoen aan de vereisten voor Plug and Play.
POST — Power On Self Test — Een reeks van diagnostische programma's die
automatisch worden uitgevoerd door de BIOS en basistests uitvoeren voor de
belangrijkste computeronderdelen, zoals het geheugen, de vaste schijven en de
grafische kaart. Als er tijdens de POST geen problemen worden gedetecteerd, zal de
computer verder gaan met opstarten.
Processor — Een computerchip die programmaopdrachten interpreteert en uitvoert.
De processor wordt soms ook wel de CPU genoemd (Central Processing Unit).
PS/2 — Personal System/2 — Een type aansluiting waarmee een toetsenbord, muis of
toetsenblok die/dat met PS/2-technologie compatibel is op de computer kan worden
aangesloten.
PXE — Pre-boot EXecution Environment — Een WfM (Wired for Management)-
standaard die het mogelijk maakt om computers die onderdeel uitmaken van een
netwerk maar niet voorzien zijn van een besturingssysteem op afstand te configureren
en op te starten.