Operation Manual

Verklarende woordenlijst 211
R
RAID — Redundant Array of Independent Disks — Een methode die
gegevensredundantie biedt. Veel voorkomende implementaties van RAID zijn onder
meer RAID 0, RAID 1, RAID 5, RAID 10 en RAID 50.
RAM — Random Access Memory — Het primaire opslaggebied voor
programmaopdrachten en -gegevens. Informatie die in het RAM-geheugen wordt
opgeslagen zal verloren gaan wanneer u de computer uitzet.
Resolutie — De scherpte en helderheid van een beeld dat door een printer wordt
geproduceerd of op een monitor wordt weergegeven. Hoe hoger de resolutie, hoe
scherper het beeld.
RFI — Radio Frequency Interference — Storing die wordt gegenereerd op typische
radiofrequenties in het bereik tussen 10 kHz en 100.000 MHz. Radiofrequenties
bevinden zich op het laagste niveau van het elektromagnetisch frequentiespectrum en
veroorzaken veel waarschijnlijker storing dan hogere frequenties zoals infrarood en
licht.
ROM — Read Only Memory — Geheugen dat gegevens en programma's opslaat die
niet kunnen worden verwijderd of waarnaar de computer niet kan schrijven. In
tegenstelling tot het RAM-geheugen behoudt het ROM-geheugen de inhoud ervan
nadat u de computer hebt uitgezet. Sommige programma's die onmisbaar zijn voor
een goede werking van uw computer zijn in het ROM-geheugen opgeslagen.
RPM — Revolutions Per Minute — Het aantal omwentelingen dat per minuut
optreedt. De snelheid van de vaste schijf wordt vaak gemeten in rpm.
RTC — Real Time Clock — Een klok met batterijvoeding op het moederbord, die de
datum en tijd bijhoudt nadat u de computer hebt uitgezet.
RTCRST — Real Time Clock Reset — Een jumper op het moederbord van sommige
computers die vaak kan worden gebruikt om problemen op te lossen.
S
SAS — Serial Attached SCSI — Een snellere, seriële versie van de SCSI-interface (in
tegenstelling tot de oorspronkelijke parallelle SCSI-architectuur).
SATA — Serial ATA — Een snellere, seriële versie van de ATA (IDE)-interface.
ScanDisk — Een hulpprogramma van Microsoft dat bestanden, mappen en het
oppervlak van de vaste schijf op fouten controleert. ScanDisk wordt vaak uitgevoerd
wanneer u de computer opnieuw start nadat deze gestopt is met reageren.