Operation Manual

48 Batterijen gebruiken
Om de batterijstatus te controleren met behulp van de ladingmeter, houdt u de
statusknop op de batterijladingmeter gedurende ten minste 3 seconden
ingedrukt om de statuslampjes aan te zetten. Hoe meer lampjes branden, hoe
lager het vermogen. Als er geen lampjes gaan branden, verkeert de batterij in
goede toestand, en heeft deze nog meer dan 80 procent van zijn oorspronkelijke
oplaadcapaciteit. Als er vijf lampjes oplichten, resteert 60 procent van de
batterijlading, en moet u overwegen om de batterij te vervangen (zie "Batterij"
op pagina 186 voor meer informatie over de werkingsduur van de batterij).
Waarschuwing batterij bijna leeg
KENNISGEVING: Om het verlies of de beschadiging van gegevens te voorkomen,
moet u uw werk na een waarschuwing van een bijna lege batterij direct opslaan en
vervolgens de computer op het stopcontact aansluiten. Als de batterij helemaal
leeg is, zal de computer automatisch in de slaapstand gaan.
U wordt door middel van een pop-upvenster gewaarschuwd als de
batterijlading voor ongeveer 90 procent is verbruikt. De computer zal de
slaapstand ingaan als de batterijlading een kritisch laag niveau bereikt.
U kunt de instellingen voor de batterijwaarschuwingen definiëren in Dell
QuickSet of het venster Energie-opties (zie "De energiebeheerinstellingen
configureren" op pagina 49).
Batterijvermogen sparen
Voer de volgende handelingen uit om het batterijvermogen van uw draagbare
computer te besparen:
Sluit de computer waar mogelijk aan op een stopcontact. De levensduur
van de batterij hangt namelijk in grote mate af van het aantal keer dat de
batterij wordt gebruikt en opgeladen.
Configureer de energiebeheerinstelingen met behulp van Dell QuickSet of
de energie-opties van Microsoft Windows voor een optimaal
stroomverbruik van uw computer (zie "De energiebeheerinstellingen
configureren" op pagina 49).
Gebruik de slaapstand als u de computer gedurende een lange periode
onbeheerd achterlaat (zie "De slaapstand gebruiken" op pagina 49).