Owners Manual
Bijlage 215
System Setup
Overzicht
Gebruik het System Setup-programma voor de volgende taken: 
• De systeemconfiguratie wijzigen nadat u hardware hebt toegevoegd, 
gewijzigd of verwijderd.
• Het instellen of wijzigen van een door de gebruiker te selecteren optie, 
zoals een wachtwoord.
• Het lezen van de huidige hoeveelheid geheugen of het instellen 
van het type vaste schijf dat is geïnstalleerd.
Voordat u System Setup gebruikt, is het verstandig de scherminformatie 
van System Setup te noteren zodat u deze later ter referentie kunt gebruiken.
  KENNISGEVING: Wijzig de instellingen voor dit programma alleen als u een 
ervaren computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen ertoe leiden 
dat de computer niet langer naar behoren werkt. 
System Setup openen
1
Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2
Wanneer het blauwe DELL™-logo wordt weergegeven, wacht u totdat 
de F2-prompt verschijnt.
3
Zodra de F2-prompt verschijnt, drukt u meteen op F2.
  N.B.: De F2-prompt duidt erop dat het toetsenbord is geïnitialiseerd. Deze prompt 
kan zeer snel verschijnen. Wees dus op het verschijnen ervan beducht en druk 
op <F2>. Als u te vroeg op F2 drukt, wordt deze toetsaanslag niet geregistreerd.
4
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, 
moet u blijven wachten tot u het bureaublad van Microsoft
®
 Windows
®
ziet. Sluit vervolgens de computer af (see “De computer uitzetten” 
op pagina 124) en probeer het opnieuw.










