Owners Manual
62 Uw computer installeren en gebruiken
7
Dubbelklik op het scherm 
Select Source Hard Drive
 (Bronschijf 
selecteren) op de vaste schijf vanaf welke u wilt migreren en klik op 
Volgende
.
8
Dubbelklik op het scherm 
Select Member Hard Drive
 (Harde schijven 
selecteren als lid) op de andere schijf die als mirror moet gaan fungeren 
in de configuratie en klik op 
Volgende
.
9
Selecteer op het scherm 
Specify Volume Size
 (Volumegrootte opgeven) 
de gewenste volumegrootte en klik op 
Volgende
.
  N.B.: Tijdens de volgende stap zullen alle gegevens op de deelnemende 
schijf worden gewist.
10
Klik op 
Voltooien
 om het migreren te starten, of klik op 
Vorige
om wijzigingen aan te brengen. Tijdens het migratieproces kunt u 
de computer gewoon blijven gebruiken.
Een extra vaste schijf maken
In een RAID-niveau 1-configuratie kunt u een extra vaste schijf definiëren. 
De extra vaste schijf wordt niet herkend door het besturingssysteem, maar u 
kunt de schijf wel zien in Schijfbeheer en in de Intel RAID Option ROM 
Utility. Op het moment dat een onderdeel van de RAID-niveau 1-array 
uitvalt, bouwt de computer de mirror-array automatisch opnieuw op met 
de extra vaste schijf als vervanger voor de uitgevallen deelnemende schijf.
U markeert een schijf als volgt als extra vaste schijf:
1
Klik op 
Start
en ga naar 
Alle
programma's
→ 
Intel
®
 Matrix Storage 
Manage
r
→ 
Intel Matrix Storage Console
 om de Intel
®
 Matrix Storage 
Manager te starten.
2
Klik met de rechtermuisknop op de vaste schijf die u wilt markeren 
als reserveschijf.
3
Klik op 
Mark as Spare
 (Markeren als reserve).
U verwijdert de markering als reserve als volgt voor een reserveschijf:
1
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de vaste schijf.
2
Klik op 
Reset Hard Drive to Non-RAID
 (Harde schijf instellen 
op non-RAID).










