Operation Manual

142 Onderdelen verwijderen en installeren
Inspiron 530sb/530sd
De geheugenmodules moeten in de volgende volgorde in de DIMM-
connectoren worden geplaatst: eerst connector DIMM_1 en vervolgens
connector DIMM_2.
Als u slechts één DIMM plaatst, moet u deze in de connector
DIMM_1 plaatsen.
Geheugenmodules moeten worden geïnstalleerd in paren van overeenkomstige
geheugengrootte, -snelheid en -technologie. Als de geheugenmodules niet in
overeenkomstige paren worden geplaatst, functioneert de computer nog wel,
maar dalen de prestaties enigszins. (Raadpleeg het etiket op de module
om de capaciteit van de module te bepalen.) Als u gemengde paren van
DDR2 667-MHz en DDR2 800-MHz geheugen plaatst, functioneren
alle modules op de snelheid van de minst snelle module.
KENNISGEVING: Wanneer u de originele geheugenmodules tijdens het
opwaarderen van uw geheugen uit de computer verwijdert, houd deze dan
gescheiden van nieuwe modules die u hebt, zelfs als u die nieuwe modules
van Dell hebt gekocht. Combineer een oorspronkelijke geheugenmodule,
indien mogelijk, niet met een nieuwe geheugenmodule. Doet u dit wel,
dan loopt u het risico dat de computer niet naar behoren opstart. Plaats uw
originele geheugenmodules in paren, ofwel in DIMM-connectoren 1 en 3
of in DIMM-connectoren 2 en 4 (geldt niet voor Inspiron 530sb/530sd).
N.B.: Geheugen dat via Dell is gekocht, valt onder de garantie van uw computer.
1 Paar A: een overeenkomstig paar geheugenmodules
in connectoren DIMM_1 en DIMM_2
1