Operation Manual

Onderdelen verwijderen en installeren 153
10
Ga als volgt te werk als u een geluidskaart hebt verwijderd:
a
Start het System Setup-programma (zie “System Setup-programma”
op pagina 212), ga naar
Onboard Devices
(Apparaten op moederbord)
en selecteer
Integrated Audio
(Geïntegreerde audio). Wijzig de
instelling in
On
(Aan).
b
Sluit externe audioapparaten aan op de audioconnectoren op
het achterpaneel van de computer. Zie het gedeelte “Connectoren
op het achterpaneel” op pagina 26.
11
Ga als volgt te werk als u een extra netwerkconnector hebt verwijderd:
a
Start het System Setup-programma (zie “System Setup-programma”
op pagina 212), ga naar
Onboard Devices
(Apparaten op moederbord)
en selecteer
Integrated NIC
(Geïntegreerde netwerkadapter).
Wijzig de instelling in
On
(Aan).
KENNISGEVING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel
eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op
de computer.
b
Sluit de netwerkkabel aan op de geïntegreerde netwerkconnector
op het achterpaneel van de computer. Zie het gedeelte “Inspiron
530sa/530sc” op pagina 22 en “Inspiron 530sb/530sd” op pagina 24.