Operation Manual

160 Onderdelen verwijderen en installeren
N.B.: Afhankelijk van het type computer kan de locatie van connectoren variëren.
Zie het gedeelte “Binnenaanzicht van de computer” op pagina 126.
6
Druk op de lipjes aan weerszijden van het station en schuif het station
omhoog en naar buiten.
7
Als de schijfconfiguratie wordt gewijzigd doordat u de schijf verwijdert,
moet u deze wijzigingen opgeven in het System Setup-programma.
Wanneer u het systeem opnieuw opstart, moet u het System Setup-
programma starten (zie “System Setup-programma” op pagina 212).
Ga vervolgens naar het gedeelte “Drives” en stel de schijf in op de juiste
configuratie onder
Drive 0 through 3
.
8
Plaats de steunbeugel terug (zie “De steunbeugel terugplaatsen”
op pagina 198).
1 steunschroeven (4) 2 connector op
moederbord
3 stroomkabel
4 SATA-gegevenskabel 5 vaste schijf
4
2
3
1
5