Operation Manual

Uw computer installeren en gebruiken 19
7 USB 2.0-
connectoren (2)
Gebruik de USB-connectoren op de voorzijde
voor apparaten die u af en toe aansluit, zoals
geheugensticks, camera's of opstartbare USB-
apparaten (zie “Opties van het System Setup-
programma” op pagina 214 voor meer informatie
over het opstarten vanaf een USB-apparaat).
Het is raadzaam om de USB-connectoren aan
de achterzijde te gebruiken voor apparaten
die normaal gesproken altijd aangesloten zijn,
zoals printers en toetsenborden.
8 microfoonconnector Gebruik de microfoonconnector voor het aansluiten
van een pc-microfoon om gesproken tekst of muziek
in te voeren in een audio- of telefonieprogramma.
Op computers met een geluidskaart moet u
de connector op de kaart gebruiken.
9 activiteitslampje
station
Het activiteitenlampje van de vaste schijf brandt
wanneer de computer gegevens van de vaste schijf
leest of ernaar schrijft. Het lampje brandt soms
ook wanneer een apparaat zoals een cd-speler
is ingeschakeld.
10 koptelefoonconnector Gebruik de koptelefoonconnector om koptelefoons
en de meeste typen luidsprekers aan te sluiten.
11 cd/dvd-stationpaneel Dit paneel bedekt het cd/dvd-station